Dagblad voor Schiedam en Omstreken. eerste blad. DE RUYTER. 17de Jaarg. Zondag 20 Augustus 1894. No. 4974. ^urcan *g$otev&tvaat 50. De Noodrem. PRIJS VAN DIT BLAD: ^oor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 o__ - 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. aan^ Ffeestelijkheden te Vlissingen aller leZaft trekken, slaat men in een of ander °P &h'°°oenklik zijn historie-boeken nog eens l^yter^6^61^6 Michael Adriaanszoon de geduj' ^'6 °P zÖn standbeeld wordt aan- van a's immensi tremor Oceani, de schrik boei 'fn onme^V^en Oceaan. Bepaald detl rnogen de berichten heeten over Hueth°r.°0ten admiraal' vooral die van Busken latnr.' w'en WÜ daarom gaarne hier eens jen redeneeren. Verh^^. zegt Busken Huet die een en <j" e''nS over de hartstochten schreef, ^ilde ail.n een Paragraaf aan de Ruyter keus ^Jden, zou verlegen staan met de schen 6 Ruyter kent de zucht tot heer- gen0e n'et' en toch is hij onafhankelijk zich Van barakter, om, bewust als hij v0orw van zijn bevelhebberstalent, zijne Zee aarden te stellen. Hij wil noch naar sterk"1 '6n de Staten hunne vloot niet ver- rtlen en.'. n°ch aan den wal blijven, indien ge|tj ^ZlJne dapperheid verdenkt. Om het niter^60^ n'et; evenwe' getuigen zijne ziin wdsbeschikkingen van zorg voor hjj na'atenschap. Het Hollandsch spreekt heer een Zeeuwsch accent, en hij schrijft bet V°°r Cer' heerlijk voor eerlijk, maar Zich Ware Z^ne eigeu'ietde te na geweest, of i n'et te bunnen redden in het Fransch, Spa 6t ^nge'scdb het Portugeesch, of het zij ans°b- Hoewel hij in voldoende mate wereld verstond, om arschalken bii zich aan di bij6" 6n.ben voegzaam te onthalen, leefde diner6 'U"S a's 0en scbipper, droeg de klee- Pikh ^an Gen s^uurrnan> de knevels van een r°eb> en voedde zich met pekelvleesch. e u i 11 e t o n. koningen en zich aan boord te noo- 2) (Slot.) voorlptl6 plooien der gordijntjes, waarin de zijn s van den naam der maatschappij Pen ?0W0ven> ziet hij grijnzende saterkop bet v." ,gn"lge Figures. Het glinsteren van dels derg'as> waarin het licht, dat inmid- doet h gebee'e coupé verlicht, weerkaatst, kend afwendt* aa" de °°gen' d'6 hij pin" 8ewÜw?n 's bef intusschen geheel donker Zhn oiV Ts. '«eer is er te zien, dat rendo m va,n ?.ei,ei?' dan een paar scheme- En harrier6 t ,Jes' die komen en gaan. de ontemh' S 0r' rommelt en ratelt en blinHefre roachme die afstanden verslindt razende vaar8t® duister boort in Afgemat zet de ongeduldige passagier zich Aan de gelijkmatigheid van zijn humeur kan niet getwijfeld worden, en het staat vast, dat de zeemanshebbelijkheid van het vloeken hem vreemd was. Niettemin krijgt hij het met een Deensch generaal voor een keer het in zulke mate aan den stok, dat hij van boosheid zich de haren uit het hoofd trekt. Zijne eenige groote drift, schijnt het wel, was zijn hartstocht voor de zee. Geen ander voorwerp van kunst heeft ooit zoozeer zijn oog gestreeld als een oorlogsscheepje uit een olifantsstand gesneden, drie voet lang, in een rariteitskabinet van den koning van Denemarken. Hiervan getuigt Brandt letter lijk «dat dit den admiraal, onder alle d' alge- «meene fraaijichseden, die men hem toonde, 'tbest geviel." Dezelfde Republiek (van Holland) aan wier hoofd hij niet op zijn plaats zoude geweest zijn, is tegen aanran ders van de zeezijde, bij meer dan ééne gelegenheid door hem, tegen den ondergang behoeden niet ten onrechte heeft men hem daarom te Vlissingen, bij het oprich ten van zijn standbeeld in 1840, met zijn rug naar de zee geplaatst. Nederland tegen de aanmatiging van Engeland te bescher men dit achtte De Ruyter zijn levens taak, en zoo één leed kan gezegd worden, zijne dagen verkort te hebben, het waren de bevelen der Staten van Holland, omtrent het toelaten der visitatie door Engelsche kapitei- nen, of het strijken zijner geliefde Driekleur voor de Engelsche koningsvlag. Maar nog betere dingen lezen wij over De Ruyter dan dat hij tegenstrijdige harts tochten in evenwicht wist te houden. De Ruijter was bepaald godsdienstighij moge niet Katholiek geweest zijn, wij kunnen ons dezen zeeheld toch niet anders denken, dan als iemand, die ter goeder trouw en naar zijn beste weten en vermogen, God heeft gediend: ja, wat nog meer zegt: evenals De Ruyter God liefhad, zoo heeft de goede God hem bemind, want heel dat admiraals leven mag letterlijk éene wonderbare be weer neder, spelend met de kwasten van het portier, dat hij op 't punt staat te openen. Daar valt zijn oog op het helder wit en sterk verlichte bordje, dat zijn blik nog niet ontmoette, dat hij tenminste nog niet met aandacht heeft bekeken. In roode onheil spellende letters leest hij onthutst«Nood rem." Waarom moest hij dat woord op merken 7 Hij rijst op van zijn zitbank. Waarom is de kruk hem als 't ware in de hand gegeven Onwillekeurig staart hij met graagte op die woorden, die in roode kleur van bloed en vuur daar kronkelen voor zijn oogen. Hij kan zijn oog er niet meer van afhouden. Hij is geheel onder den indruk van die noodlottige teekens, die als menschenschrift daar staan. Toch is er geen gevaar dat hem dreigt. Niet alleen zijn blik, maar zijn hand wordt aangetrokken door het remtoestel. De onverklaarbare onrust van zoo even wordt gejaagdheid, die tot doodsangst stijgt. Hij ziet rond en luistert. Geen gevaarWel dondert de sneltrein op dit oogenblik roffe lend en dreunend over een viaduct, maar die geluiden zijn dezelfde, die hij den ge- heelen avond vernam. scherming heeten. Geven wij ook hier onze zegsmannen eens het woord: De Nederlandsche «Hercules der zeeën", gelijk De Ruyter ten onzent door een tijd genoot genoemd wordt, is als een oud- testamentarische held. Hij is zoo sterk als Samson en vouwt met gemak in een trek schuit een oneerbiedig prinsgezinde samen. «Als alles tevergeefs was zoo zegt «Brandt pag. 388 heeft hij dien oproer- «maker aangetast, opgenoomen en, daar hij «zeer sterk was, 't zaamengevouwen, en bui sten boord gezet, niet verre van 't landt, «waar hij (die spreker) zich berghde". Evenals de rechter Gedeon is hij een zwaard des Heeren. Evenals Jozef de zoon van den aarts vader Jacob, klimt hij uit de nederigste klasse der maatschappij tot de hoogste waar digheid in den lande, de stadhouders alleen uitgezonderd. Zijn leven vormt eene aaneen schakeling van goddelijke uitreddingen. Er vallen in zijn schip donderslagen, die alles doorboren en toch niemand kwetsen. Te mid den van geweldige stormen blijft alleen zijn vaartuig gespaard, terwijl van de hem verge zellende schepen, de eenemaal zes, de andere zestien of zeventien, straks zes-en-twintig, of acht-en-twintig in de golven verdwijnen. Zijne voorzichtigheit zegt Brandt dapperheid en geluk, of, om christelijker te spreken, de goddelijke bijstandt scheenen altijd 't zaa- men te spannen, om hem aan goede uit komsten te helpen, en in de grootste ge- vaaren te redden." Naar zijn eigen meening is hij slechts een werktuig in de hand Gods. «Als de almaghtige Godt kloekmoedigheyt wil geven zoo luidt zijn devies dan verkrijgt men d' overwinning. Dit werk is van Godt soo bestierdt, zonder dat wij daar van reeden kunnen gee ven." Wij zouden nog meer trekken kunnen aanhalen, welke den admiraal van Vlissin gen inderdaad teekenen als een rechtschapen held voor Gods aanschijn. Wellicht ook voeren de feestelijkheden, waarvan wij bij den aanvang van dit artikel spraken, ons Hij wil zich bezinnen, zichzelven tot kalmte brengen, hij overtuigt zichzelven, dat zijn onrust dwaasheid is, dat het onverantwoor delijk zou zijn, zonder reden den trein te doen stilstaan, dat Jhij streng gestraft zou worden. Doch slechts met de grootste krachts inspanning vermag hij de noodlottige kruk een oogenblik los te laten. Maar nu dansen en vlammen die bloedroode letters weer waarschuwend voor zijn dwalende oogen. Zij verblinden, zij fascineeren zijn blik, die er terstond weder wordt heengetrokken, zoodra hij hem afwendt. Met geweld werpt hij zich achterover op zijn zitbank, hij knijpt de vuisten samen, hij wil niet kijken naar de noodrem. Weer klinkt het schril gefluit van de machine trillend door de donkere lucht, en bulderend stampen de raderen van den trein over den ijzeren weg langs berg en dalen. Met dat geluid klimt zijn onrust, zijn ge jaagdheid, zijn voorgevoel en het toover- achtig flikkeren der ongeluksletters meer en meer. Niets weerhoudt hem. Hij vliegt op en met een forschen ruk, die zijn slag niet missen kon, haalt hij het remtoestel over. Waarom hij weet het niet 1 Hij voelt onmiddellijk de knarsende en nog wel eens naar het gebied zijner glorie terug. Voorshands echter moge het boven staande genoeg zijn, om met Busken Huet aldus te besluiten het is eene schaduwzijde onzer eeuw, dat men opgehouden heeft deze soort van mannen te begrijpen. Wie, die tegenwoordig vloten van 120 schepen in oorlogstijd commandeerde, wie zou met De Ruyter durven getuigen, nooit aan boord te hebben gevloekt, en altoos aan Gods hulpe te hebben gedacht. Intusschen men ziet hierde zaak is te doen, de Ruyter was een mensch, zoowel als iedere andere zee kapitein, alleen was hij oprecht braaf. P. M. BOTS, pr. ALGEMEEN OVERZICHT. 25 Augustus '94. De oorlog in het verre oosten wordt in den laatsten tijd blijkbaar met afwisselend geluk voor de beide oorlogvoerende partijen gevoerd. Na een reeks van overwinningen ter zee door de Japanners behaald, zouden de Chineezen Vrijdag en Zaterdag der vorige week, zooals reeds met een enkel woord werd gemeld, in Korea belangrijke voor- deelen hebben bevochten. Hun generaal Tio zou de Japanners tweemaal geslagen en daarna Pingjang zoowel als Tsjungo bezet hebben. Is dit waar, dan zijn de Chineezen meester van een zeer gewichtig strategisch punt ten noorden van Seoel en kunnen de Japanners onmogelijk meer den verderen toevoer van versterkingstroepen via Mant- sjoerije afsnijden, gelijk zij gehoopt hadden door het bezetten van de bergpassen van Noordelijk Korea te kunnen doen. Volgens een bericht aan de Times hebben zij in allerijl 9000 man uit Seoel naar Pingjan afgezonden en zijn de juist te Foesan op de oostkust van Korea gelande troepen weder scheep gegaan om Pingjang van de zeezijde aan te tasten. De Koreanen zijn er bij dezen strijd tus- schen China en Japan het ergst aan toe. schokkende beweging van den trein, die, in zijn vaart gestuit, trappelt als een ros dat door een forschen toom wordt ingehouden. En wonderzijn onrust, zijn gejaagdheid is geweken. Maar wat zal hij doen, als aan stonds de trein, die reeds langzamer gaat en hortend en stootend onwillig tot staan komt, geheel zal ophouden en de hoofdcon ducteur hem rekenschap zal vragen van zijn lichtzinnige daad. De boete betalen voor een gril Neen, het kon van hem geen gril zijn, want zijn angst is geweken en kalm over ziet hij de gevolgen van zijn onbegrijpelijke handelwijze. Daar stokt de trein, het portier open I Maar nog heeft de hoofdconducteur geen woord geuit, of kreten, schelle schreeuwen van vreugde roepen hem terug.Men is aan het grootste gevaar ontsnapt1 Gered. De wachter eener draaibrug die men over moest, was bij zijn arbeid verdronken, men vond hem later. De brug stond open I De trein was nog in de laatste seconden gered door den angst van den eenzamen reiziger. H. OURANT -.IHIHIHIHIIIIIMIHMNIIIlIHlt Scheltema, Temple en anderen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1