Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Eerste blad.
DOODSTRAF.
l'de Jaarg.
Zondag 2 September 1894
No. 4980.
bureau oterzivaat 50.
PRIJS VAN DIT BLAD:
^°or Schiedam per 3 maandenf 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nommers0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
rii"vUl,ir!°°rden en moor'Jaanslagen verme-
0rir^stb'^en Z'C^ 'n onze verhchte eeuw op
Iaat arenc®e wÜze. Ons klein landje is in
vati s e jaren het tooneel van een reeks
verrn^u WeMaden, waardoor de droevige
D°n(je|lrc''leid van een beruchte wijk der
f® Wo jC^16 wereldstad ook zijn deel dreigt
Dei(je en- Nog liggen de moord op de
ie ^r°uwen te Haarlem, de dienstbode
'n i6(JeSrterdam. de vrouw te Gouda versch
f'en S|6rs geheugen, nog spreekt men van
de 1^.nQoord °P den wachtmeester te Oss
Jachtopziener ie Vlodrop, en reeds
ging n'euwe gruwelen de verontwaardi-
i>eVoikn °ntsteltenis van onze gemoedelijke
Sen js 'nS Wekken. Het gru weistuk te Scha-
aUWeliJks voltrokken, of de schanddaad
"otienSUm Wordt alom met ontzetting ver-
!,St.iï"eerlooze vrouwen worden de
die )>u ers van onmenschelijke moordenaars,
^ri®sthnne euve'daad voltrekken met een
van q 6ld en wreedheid, welke getuigen
laatsten d'eP bedorven hart, waarin welde
Verdw sPoren van beter gevoel moeten
van ,6nen z9n- En dan zwijgen wij nog
Ve,°0Ve,e andero misdaden, waarbij on-
'evetl kleinen, die ternauwernood het
0tinat. zaSen> de prooi worden van eene
de ,n Urlljke wreedheid, welke bewijst dat
S*-*, door zijn lagen hartstocht be-
Èjj dieper valt dan het redelooze dier.
Dlo6(j 'eri stroom van onschuldig vergoten
kele^^lj^gt een wraakkreet ten hemel. De
Vo0r 'gde menschheid vraagt gerechtigheid
ei' diepen smaad haar aangedaan.
9ao0rcj2len WÜ telkens gebeuren als er een
v>0f(j6 P'aats heeft en de dader of de daders
drin.,^ °P keeterdaad betrapt Dan
^j^^ket verontwaardigde volk op den
e u 111 e ton.
b
Missionaris en het lid van
en geheim genootschap.
h
a'dus en avond van 21 December 1867
o'Ssion 6aa't de door zijnen arbeid als
t van r!f 'n Midden-Afrika beroemde pater
v6. Darils Sociëteit van Jesus was ik
rp'enden °m ^9 bekende en edele menschen-
>g^e,t V.oor mÜne weeshuizen en opvoe-
L 'kaj 'C te Verona, Cairo en Kartoem
®de II Waar'n kinderen van negers tot
atissev. ristenen en toekomstige missio-
:eh en ,M'orden opgeleid, giften in te zame-
v ket vens miJn.e geschokte gezondheid
roijp n®tiger klimaat van Frankrijk en
geliit !choori Vaderland Italië, ware het
Met '..te herstellen.
i'Ssen y?*d waren zeven-en-dertig missiona-
a1den n Oostenrijk, uit Italië en andere
van Europa naar de Missie van
moordenaar aan, het dreigt hem te ver
scheuren en de politie heeft alle moeite
hem tegen de volkswoede te beschermen.
Deze volksgezindheid bewijst, dat de getui
genis van het menschelijk gemoed in deze
zaak overeenstemt met de wet Gods, welke
eischt, dat hij die zich aan het leven van
een ander vergrijpt, zelf het leven laat.
Wordt er een moord gedaan, dan is het
volk in zijn rechtsgevoel gekwetst en de
rechter moet daaraan voldoening geven.
Eene misplaatste ziekelijke philantropie,
die afschuwelijke moordenaars tot het voor
werp harer beste zorgen koos, is oorzaak
dat dit rechtsgevoel des volks geene voldoe
ning vindt. Zij heeft de beleedigde mensch
heid het eenige wapen uit de hand geslagen,
dat haar nog eenigszins tegen den lagen
moordzucht van diep gevallen wezens kon
beschermende doodstraf bestaat in ons
land niet meer. Is het te verwonderen, dat
bij de steeds toenemende misdaden uit den
boezem der burgerij de wensch opgaat tot
herstel van de straf des doods
De liberalen en allen die sinds lang die
straf tot de verouderde rechtspleging reke
nen, al wordt zij ook door den drang der
omstandigheden nog herhaaldelijk in de
meest beschaafde landen van Europa toe
gepast, behoeven zich over eene eventueele
beweging tot wederinvoering der doodstraf
niet te verontrusten. Och neen, wij leven
m zulk een uiterst philantropische eeuw,
dat de doodstraf, al werd zij in ons land
weder ingevoerd, slechts uiterst zelden zou
worden toegepast. Maar waar er zoo vele
moordenaars gevonden worden, die met de
menschelijke gerechtigheid als 'tware den
spot drijven, daar mag wel eens een enkele
keer een schavot verrijzen, om den misda
digers te doen zien, dat Vrouwe Justitia
soms wel de oogen geblinddoekt, maarniet
altijd de handen geboeid heeft, dat hare
arm niet verlamd, hare macht niet ver
kort is.
GerechtigheidZoo roept, zoo smeekt de
beleedigde in haar hoogste recht versmade
maatschappij. Maar wordt dat woord geen
spotternij, waar de misdadiger aan zijn harts
tocht voldoening kan geven en jaren lang
de vrucht van hetgeen hij door misdaad
verkreeg, plukken, zonder andere vrees dan
voor levenslang in de gevangenis te komen
Inderdaad, door de afschaffing der doodstraf
is het rechtsgevoel der natie beleedigd, het
begrip der evenredigheid tusschen misdaad
en straf is verbroken, immers niemand met
gezond verstand begaafd, zal meenen, dat
gruweldaden zooals wij thans beleven, wor
den geboet door levenslange gevangenisstraf,
die dan nog door het recht van gratie"
hare volle toepassing niet vindt. Zulk een
straf strekt evenmin tot zedelijke verbete
ring van den misdadiger, als zij tot wrake
dient voor de beleedigde maatschappij. De
misdadiger die bij levenslange gevangenis
straf met andere misdadigers even misdadig,
zoo niet misdadiger dan hij wordt opgeslo
ten, zal zelden of nooit tot zedelijke verbe
tering komen. De historie der gerechtelijke
strafoefening wijst wel op tal van gevallen,
waarin de misdadiger in het gezicht des
doods berouwvol terugkeerde tot God, Wiens
hoogste wet hij in zijn leven had overtre
den, maar zij getuigt zelden van misdadi
gers die door het gevangenisleven tot zede
lijke verbetering werden gebracht.
Door aldus voor het herstel der doodstraf
te pleiten, willen wij echter niet betoogen,
dat met de wederinvoering van de straffe
des doods de misdaden zullen verdwijnen of
belangrijk verminderen. Neen, daarvoor is
het kwaad te veel voortgewoekerd, heeft
het te diepe wortels geschoten in onze
hedendaagsche maatschappij. Wel moet de
ondervinding der laatste dagen eene bittere
ontgoocheling zijn voor hen, die zich van
een zedeleer zonder godsdienst alle heil
hadden gedroomd, of verwachtten, dat ver
beterd onderwijs de maatschappij uit haar
verval zoude opheffen. Neen: een zedeleer
zonder godsdienst, een onderwijs dat niet
Afrika vertrokken op twee na waren allen
reeds als offers van de gele koorts en andere
doodelijke ziekten gevallen onder de bran
dende zon van Midden-Afrika, en ook mij
kon slechts een tijdelijk verblijf, ver ver
wijderd van de woestijn Sahara en de moe
rassen van Nubië, van een zekeren dood
redden. Op dien dag van 22 December had
ik voor mijn arme negerkinderen een ge
lukkigen oogst gehad: de liefdegaven had
den rijkelijk gevloeid, en vol dank jegens
Gods en de weldoeners, keerde ik vermoeid
naar het huis terug, waar ik mijn intrek
had genomen. Toen ik tegen tien uur des
avonds mijn brevier bad, werd er aan de
deur mijner kamer geklopt. Verwonderd nog
op dit uur bezoek te ontvangen, nam ik de
brandende kaars, ging den binnentredende
tegemoet en vroeg hem, wat hij verlangde.
De onbekende, een man met nette manieren
en deftig gekleed, zeide, terwijl hij beleefd
boog
«Mijnheer, gelieve mij te verschoonen, dat
ik u zoo laat kom storenik ben hier «e-
komen om u te roepen bij een stervende,
die nog vóór zijnen dood u zou wenschen
te spreken."
»Maar" -— zoo bracht ik in het midden
waarom verlangt men geestelijke hulp
van mij, die een vreemdeling ben, om welke
reden niet van zijnen parochie-geestelijke
«Uitdrukkelijk heeft hij, die weldra ster
ven gaat, om u verzocht, om niemand anders,"
hernam de onbekende. «Natuurlijk moet ik
het aan uw oordeel overlaten, of gij den
laatsten wil van eenen stervende wilt ver
vullen, ja dan neen. Intusschen, veel tijd is
er niet te verliezen."
Zonder verder over het bevreemdende
verzoek na te denken, volgde ik terstond
den heer, liep spoedig de trap af en was
op de straat. Daar stond een prachtig rij tui»
gereed. De heer verzocht mij beleefd in te
stappen, duwde mij er bijna in, sloeg snel
het portier achter mij dicht en sprong zelf
op den bok. In wilden draf vlogen de paar
den over den weg.
Tot mijne niet geringe verbazing be
merkte ik nu bij het schijnsel der straat
lantaarns nog drie andere mannen in het
rijtuig roet een zoo verdacht uiterlijk, dat
de angst mij om het hart sloeg en ik er
aan dacht uit het rijtuig te springen. Op
het eigen oogenblik pakte mij één der kerels
bij den kraag en zette mij met de andere
hand een blooten dolk op de borst. De beide
de godsdienstige beginselen ten grondslag
heeft, kan de maatschappij niet redden.
Alleen het besef dat de mensch afhankelijk
is van God, Die in Zijne oneindige recht
vaardigheid het goede loonen, het kwade
straffen moet, geeft kracht om de booze
hartstochten te bedwingen. De gedachte
dat de doodstraf, waarmede de menschelijke
gerechtigheid hem bedreigt, slechts de voor
afbeelding is van de eeuwige straf die hem
na dit leven wacht, is in staat den onge
lukkige van de misdaad af te houden. Keert
de maatschappij tot die beginselen terug,
dan zal zeker bij de blijvende menschelijke
zwakheid de misdaad niet van de aarde ver
dwijnen, maar de misdaden zullen zich niet
meer voordoen in die verontrustende mate
en met dat ongekend cynisme, waarvan wij
in den laatsten tijd getuige zijn.
ALGEMEEN OVERZICHT.
4 September '94.
De toestand van den graaf van Parijs
blijft bij voortduring hoogst zorgelijk. Vol
gens een telegram uit Parijs aan de Frankf.
Ztg. zou de graat eergister-avond zijn over
leden. Doch dit bericht werd weldra uit
Londen tegengesproken. De toestand is
echter van dien aard, dat ieder oogenblik de
doodstijding kan worden verwacht. Gisteren
heeft dan ook de graaf, in tegenwoordigheid
van zijne geheele familie, de laatste HH.
Sacramenten ontvangen. In alle kerken van
Parijs werden gisteren-ochtend missen voor
zijn nerstel gelezen. Mocht de graaf komen
te overlijden, dan zal zijn dood wel geen
politieke gevolgen hebben. Zijn zoon, de
hertog van Orleans, treedt dan op als erf
genaam zijner aanspraken op den Franschen
troon, maar daardoor kan geen wijziging
worden gebracht in de tegenwoordige staat
kundige verhoudingen.
De resolutie op het Algemeen Vredes
congres te Antwerpen aangenomen, luidt
in haar geheel als volgt«Het Algemeen
anderen lieten mij hunne revolvers zien en
hielden die voor mijne oogen. Aan ont
snappen viel niet te denken. Ik berustte in
mijn lot en deed een vurig gebed tot God,
dat Hij mij een genadig sterfuur schenken
mochtwant ik dacht niet anders, of mijn
einde was nabij. Gewillig, op zijn minst
zonder tegenstribbelen, liet ik mij de oogen
binden. De gevaarlijke geleiders verzekerden
mij weliswaar, dat mij, indien ik mij rustig
hield, geen leed zou wedervaren, maar wat
moest ik niet van zulke gehèimzinnige men-
schen te vreezen hebbenHun akelig stil
zwijgen gedurende den rit, die lang duurde,
was wel in staat mijnen doodsangst te ver
dubbelen.
Wij zullen ongeveer een tweetal uren
gereden hebben, toen het rijtuig stil hield.
Men was mij behulpzaam in het uitstappen,
en voerde mij een groot gebouw binnenj
vele gangen en kamers door, trap op, trap
af, nu eens links, dan weder rechts. Ein
delijk nam één mij den blinddoek van de
oogen, verwijderde zich en sloot de deur,
waardoor ik zooeven was binnengekomen,
achter mij.
Wordt vervolg^,)
:imiiiiniiiiiiiniii|iii
IllliiiiiiiiMjiiiiitiiiiiiiNi'iiiiiiinniiiMiiitimiiiMiiniiiii'ijiiiiiiiMÏiiiiiHniiiiii
De
Op j