herhaaldelijk toefluisteren«Niet zoo luide,
vader, niet zoo lu:de
De Czaar, die nu den dood nabij was,
zeide echter«Laat hem begaan.
Weinige uren vóór zijn sterven maakte
de Czaar deze opmerking «Ik heb aan God
voor niets vergiffenis te vragen. Altijd heb
ik gehandeld volgens zijn wet. Maar gij
Mascha" ging hij voort, zich tot de Kei
zerin wendende «zie gij mij nog eenmaal
aan met uw lieflijken blik, die met zijn
zonneglans geheel mijn leven heett besche-
staken. De boot, welke ten 5 uur naar
Hellevoetsluis moest vertrekken, bleef voor
den walde booten van Vlaardingen, Brielle
en Maassluis zijn niet aangekomen.
nen.
Men kan zich voorstellen met hoeveel
teederheid de Keizerin deze woorden van
haar geliefden echtgenoot beantwoordde.
Uit een andere gebeurtenis, die kort voor
zijn dood plaats had, blijkt duidelijk, dat
de Keizer de meest omzichtige bezorgdheid
aan den dag legde om zijn gemalin zelfs
het geringste verdriet te besparen. De
Keizerin gaf den Czaar zijn medicijn, maar
stortte in haar ontsteltenis den geheelen
inhoud over den grond en reikte hem slechts
een ledigen lepel over.
De Czarewitsch, die eveneens naast den
ziekestoel stond, wilde hem op een anderen
lepel een nieuwe dosis toedienen, maar de
Czaar hield hem zacht met de hand terug,
bracht de leegen lepel die de Keizerin hem
had gegeven, aan zijn lippen, en zeide tot
haar met een glimlach vol liefdeZoo,
Mascha, ik heb de medicijn gebruikt. Ga
gij nu rusten. Toen de Keizerin het ver
trek had verlaten, wendde zich de Keizer
tot den Czarewitsch met de woorden: Nu
kunt gij mij de medicijn geven, Kolja.
Deze deed wat hem werd gezegd, maar
ook hij was zoo ontroerd dat hij door het
sidderen zijner hand den lepel op de deken
liet vallen. De Czaar nam den lepel weer
op, bezag hem een oogenblik en boog hem
vervolgens in tweeën. «Ik heb die effen
lepels nooit doelmatig gevonden", zeide hij,
terwijl hij de stukken den czarewitsch in
handen gaf. Onmiddellijk voor zijn dood
keerde 's keizers bewustzijn terug, zijn pols
begon sneller te slaan en zijn oog werd
helderder. Hij beduidde den czarewitsch
dat hij een weinig naderbij zou komen en
zeide toen: »Laat de schouwburgen niette
lang rouwen. Ik heb niet gaarne dat zoo
vele personen schade lijden en hun brood
verliezen tengevolge van mijn dood." De
nieuwe alleenheerscher heeft deze woorden
niet vergeten. Een van zijn eerste daden
is geweest een gift van 50.000 roebels te
schenken als tegemoetkoming aan tooneel-
spelers en andere kunstenaars die vooreen
wijle huu kunst moeten laten rusten, daar
al de schouwburgen en publieke vermake
lijkheden gesloten zijn.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 23 November 1894.
Van H. M. de Koningin-Regentes is reeds
gisteren-avond, bij den Voorzitter van de
Kamer van Koophandel alhier ontvangen
het volgende telegram
»H. M. de Koningin-Regentes draagt mij
op U en allen, namens wie door U geluk-
wenscben aan HH. MM. werden aangeboden,
hoogstderzelver dank over te brengen."
De adjudant
Van Tets
Op de Hoogstraat te Rotterdam gooide
gisteren-middag een vrouw haren man een
zakje met peper in de oogen, doch gelukkig
zonder gevolgen. De man nam zijn vrouw
bij het lijf, en bracht haar naar het politie
posthuis aan de Oostpoort.
De Kamer van Koophandel te Rotterdam
besloot gisteren-middag een adres te verzen
den aan den Minister van Waterstaat enz.
over Staatsexploitatie der intercommunale
telefoonlijnen en een adres aan de Regee
ring in zake het wetsontwerp tot verhoo
ging van het tarief in Ned.-Indië, waarmede
de Kamer zich niet kan vereenigen.
Ingekomen was het antwoord van den
Minister van Binnenl. Zaken betreffende
gezondheids onderzoek van schepen en een
missive van de Kamer te Londen over het
maken van telefonische gemeenschap tus-
schen Nederland en Londen.
cultuur ten nadeele der inlanders, speciaal
in Bezoeki en beklaagde zich dat de Gouver
neur-Generaal in een circulaire feitelijk partij
heeft getrokken voor de onderneming. Hij
vroeg of de Minister die circulaire goedkeurt.
De Minister meende dat de Gouver
neur-Generaal zeer verstandig handelde.
De heer B a 1 h m a n n stelde hierop eene
motie voor aandringende op betere hand
having der suikerwet, welk motie later zal
worden behandeld.
De heer Van Limburg Stirum
drong er op aan dat de Minister zijne belas
tingplannen omtrent Sumatra's Westkust
nader zou overwegen.
Heden voortzetting.
Door de heeren Smit te Rotterdam is
met goed gevolg het schip gelicht dat,
eenige dagen geleden, beladen met peen,
aan het Kralingscheveer omsloeg en naar de
diepte zonk. Het schip is voorloopig ge
meerd in eene kom aan IJselmonde. De
schade is belangrijk.
De leden eener zeer geachte familie te
Charlois gevoelden zich sedert geruimen
tijd niet «lekker" en daar dit langzamerhand
erger werd, liet men het drinkwater (re
genwater) onderzoeken. Het bureau van
onderzoek constateerde groot zinkgehalte,
alzoo een langzaam werkende vergiftiging.
Daar de Rotterdamsche leiding nog niet tot
Charlois is gelegd, is men nu verplicht het
water uit Rotterdam te laten aanvoeren.
Te Vlaardingen is Woensdag-avond een
man, die op een logger werkzaamheden te
verrichten had, van de loopplank in de
haven gevallen en verdronken. Hij laat
eene vrouw en 3 kinderen achter.
Het vertrek van HH. MM. de Koninginnen
naar 's-Gravenhage is bepaald op 30 Nov.
a.s., des namiddags omstreeks 1^ uur.
Vermits naar het oordeel van de Regee
ring de omstandigheden, welke geleid heb
ben tot de wet van 4 April 1892 St.bl
no 26) nopens het langer in dienst houden
van een paar lichtingen der militie, ook
thans nog gelden, is aan de Tweede Kamer
een wetsontwerp voorgedragen, strekkende
om den duur der werking van die wet te
verlengen met 3 jaren, alzoo tot 1 Mei 1898.
De officieren der dd. Schutterij alhier
hebben zich aangesloten bij het telegram dat
gisteren middag door de hoofdredacteuren
van het N. v. d. D. en het Hbl. en verdere
belangstellenden aan generaal Vetter te
Lombok is gezonden, waarbij dien generaal
en zijn dapperen hulde wordt gebracht.
Het ministerie van oorlog in Belgie zal
de levering van de voor de garnizoensbak
kerijen benoodigde gist, den 26n dezer in
het openbaar aanbesteden.
Door den dikken mist, welke gister-avond
plotseling kwam opzetten, moesten te Rot
terdam de laatste stoombooten den dienst
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 22 November.
Ingekomen zijn de geloofsbrieven van den
heer Staalman. Het debat over de Indische
Begrooting werd voortgezet.
De heer Pijnaeker Hord ij k be
treurde, dat de Min. tegen decentralisatie
is, maar verheugde zich dat deze de politie
wil verbeteren. Hij bleet op bezuiniging
aandringen, en betoogde, dat er volstrekt
geen dringende noodzakelijkheid had bestaan
zich in Lombok-aangelegenheden te mengen.
De heer Pjjttersen achtte inmenging
in Lombok alleszins gerechtvaardigd. Hij
wenscht de overwonnen helden te eerbiedigen.
De Minister van Koloniën bleef
behoud van den raad van Indië verdedigen,
en verzekerde ernstig voor te bereiden een
betere organisatie der politie. Hij zou over
Lombok-zaak niet verder spreken maar
verzekerde steeds krachtig te zullen voor
staan de handhaving van het gezag.
Hij kan het denkbeeld der invoering van
waterrecht niet onverdeeld toejuichen, daar
hij afkeerig is van elke nieuwe directe be
lasting. Omtrent decentralisatie blijft bij
nader onderzoek beloven zonder echter toe
te zeggen de invoering.
Het algemeen debat werd gesloten en de
discussie over hoofdstuk II, Uitgaven in Indië,
aangevangen.
Tot toelating van den heer Staalman
werd besloten.
Woensdag a. s. sectieonderzoek in zake t
voorstel-Lohman tot wijziging der Schoolwet.
Bij 't voortgezet debat der Indische begroo
ting verzekerde de Minister dat herziening
wetgeving rechtstoestand inlandsche Christe
nen hem zeer ter harte gaat maar ernstig
bezwaar te hebben tegen het nemen der
koperen duiten uit de circulatie, zoowel om
de kosten als uit politieke redenen. Hij zal
nagaan of het mogelijk is de Indische offi
cieren van vroegtijdige pensioenaanvrage
te weerhouden.
De heer B a 1 h m a n n wees op officieel
geconstateerde misbruiken bij de vrije suiker-
Naar men verzekert, zal de bijeenroeping
van de Eerste Kamer der Staten Generaal
tegen 5 of 6 December aanstaande geschieden.
Bij het afdeelingsonderzoek in de Tweede
Kamer van de daartoe betrekkelijke voor
dracht tot bekrachtiging van een provinciale
heffing in Zuid-Holland, verklaarden vele
leden deze nieuwe tolheffing niet gewenscht
te achten, waartegen anderen opmerkten
dat 't hier slechts de overname betreft van
een bestaande heffing, die zelfs nog verlaagd
wordt. Daartegen werd aangevoerd dat deze
heffing een ander karakter verkrijgt door
haren overgang op de provincie.
Verzekering van oude en verminkte
werklieden.
Door het centraal bestuur van het Alg.
Ned. Werkliedenverbond, het hoofdbestuur
van Patrimonium en het centraal bestuur
van den R. K. Volksbond is aan de Tweede
Kamer een adres gericht, waarin herinnerd
wordt aan de hooge ingenomenheid waar
mede de zinsnede in de troonrede van 15
Sept. 1891 werd begroet, waarin «maatre
gelen tot verzekering van het lot van de
oude en verminkte werklieden, naarmate
het door den wetgever bevolen onderzoek
vordert," worden toegezegd.
Daarentegen werd in de troonrede op den
18den September 11. door de Koningin-
Regentes uitgesproken, gemist de verzeke
ring van het lot van den ouden werkman
In plaats daarvan vermeldt de rede, dat
onder meer in gereedheid wordt gebracht
een wetsvoordracht «tot het openen der
gelegenheid (voor arbeiders) om door het
Rijk gewaarborgde lijfrenten te verkrijgen."
«Welk een soort van instelling de Regee
ring hiermede op het oog heeft, zeggen
adressanten, is nog niet bekend maar ver
moedelijk zal het er een zijn in den geest
der particuliere ondernemingen voor ver
zekering van lijfrenten enz. (inzonderheid in
den geest van het Nederlandsche Werklie-
dentonds, dat bepaaldelijk en belangeloos
voor dit doel is opgericht), doch met dien
verstande, dat het betalen van de premiën,
door het daarvoor dienstbaar maken van de
Rijkspostspaarbank, overal in het land even
gemakkelijk zal zijn.
«Dat zulk een lijfrentenverzekering geen
doel zal treffen, behoeft bijna niet te wor
den aangetoond.
«Indien ook al te verwachten ware, dat
een rijksinstelling op even voordeelige voor
waarden lijfrenten zal kunnen verzekeren
als de particuliere ondernemingen thans reeds
doen, dan wordt toch in nog geen enkel
geval tegemoet gekomen aan het voorname
bezwaar, dat voor de werklieden ten aan
zien van de verzekering van den ouden dag
algemeen geldtde veel te hooge premiën,
te hoog in verhouding tot hun draagver
mogen, te hoog namelijk in verhouding tot
hun geringe inkomen en de noodigste be
hoeften van het gezin.
«Een pensioen- of lijfrentenverzekering
voor den werkman, die den vollen last dier
verzekering uitsluitend op het werkmans-
gezin legt, heett hoegenaamd geen 'e je
vatbaarheid en voorziet derhalve niet
behoefte. j in
«Het bewijs daarvoor wordt ge,e^fedeDi
het uitermate geringe aantal werkfi
dat de particuliere ondernemingen jg
sluitend het Nederlandsch Werklieden
onder de door haar verzekerden te
er is geen reden om te verwachten»
een rijksinstelling daarin verbetering
brengen." te
Adressanten verzoeken der Kamer a
dringen op het benoemen van eene S
commissie, wier taak zou moeten
onderzoeken op welke grondslagen een
meene pensioen-verzekering voor den
werkman zou behooren te worden geveS
alsmede om aan de Regeering de bou^
fen te leveren voor een desbetreffend f
voorstel, in welke commissie onder
zitting zullen erlangen patroons of °n^(,
nemers, hoofden of bestuurders der
naamste patroons- en nijverheidsvereen'^
gen, benevens werklieden, hoofden of le'
der voornaamste Werkliedenverbonden-
Ter voorkoming van mogelijk misveis
voegen zij er bij, dat zij in geenerlei opz^_
beoogen stoornis te brengen in de v°° gfl
nomen spoedige afdoening der regel»0''
uitbreiding van het kiesrecht.
In de maand December zal H.
Koningin aanvangen met de studie va°
Hoogduische taal. jj.
Het onderricht in die taal is door
de Koningin-Regentes opgedragen aa?ejjjk
E. F. Kossmann, leeraar aan het ste
gymnasium te 's-Gravenhage.
Na de Indische Begrooting zijn verS<ril,g
lende ontwerpen aan de orde Veree»1'
van Rotterdam met Kralingen, contrac
den Zuid-Ooster-Spoorweg-MaatschapP'J
de brug bij Westervoort.
Woensdag sectie-onderzoek van het
stel-Lohman, tot wijziging der schoolt
Lombok.
H. M. de Koningin heeft gisteren^
Het Loo een telegram naar Indië
afzenden, waarin H. M. den opperbev®
ber der Lombok-expeditie, generaal e u
zijn officieren en troepen geluk vven
met de schitterende overwinning, d°01
behaald.
Van verschillende zijden zoowel D fl|;5
lijke als militairen, zijn eergisteren 10 ^et
(and telegrammen van gelukwenschh'g^^,
de behaalde overwinning gezonden aan e
raai Vetter te Lombok.
Gisteren-namiddag te 2 uren wei
de redactiën van het N. v. d. D- e'
Hbl. het volgend telegram gezonde^ ^e,
generaal Vetter en zijne dapperen
De redactiën dezer beide bladen l,e
tegen betaling van f 5 per persoon
legenheid aangeboden het te ondertee
Van deze gelegenheid werd nogal ge
gemaakt.
Naar aanleiding van de roemrijk6
winning door onze troepen op Lomb
haald betuigen verschillende bladen ujt
hulde aan het Indische leger. De
hare blijdschap over de behaalde ov6
ning in de volgende bewoordingen„jg
Een hoerah uit volle borst voor ons
Indisch leger! Een hoerah voor o0,z0pl>1!'
peren, die den verraderlijken moord va
broeder gepleegd, schitterend gevvro m
eer van Neerlands vlag op LombokM
glorie hersteld hebben! Want het
expeditie is bereikt; na een hardn
tegenstand werd Neerlands drieki6 ^ii
plant in de geduchtste versterkte j,ee>
plaats van den vijandde Lombokk he
gevoeld, ter dege gevoeld, dat m
Nederlandsche gezag niet te spo z;jii
de Radja, zijn zoon en kleinzoon fje
onze handen, verscheidene sta"Lu z'J.,
ziende dat alle verzet nutteloos z v«
hebben zich onderworpen, al onze 0
raad genomen kanonnen zijn hei
Leve onze Indische dapperen van den
tot den laagste ,g
Ook aan generaal Vetter brengt 1 ^v*
hulde. Al zou hij ook van te groot vertro0
Goesti Djilantik niet zijn vrij te
ook dan nog betaamt het hem de
1-«rgjl®
»gfl&
ïlfÊj