Ook te Rotterdam heeft het vernielend
element geducht gespookt. Reeds te onge-
Veer 101 ure Zaterdag-avond bereikte het
Water den kant der Noordblaak en begon
daarover heen te stuwen. Sedert werd van
wartier tot kwartier de toestand ernstiger,
ie middernacht stonden alle straten en
ens bezuiden de Hoogstraat en ten
oosten van den Schiedamschen dijk onder
Water. Het was een onafzienbare waterplas.
lel2j ure was ook de Groote Markt over
stroomd en stond Erasmus op een eilandje.
He straten daar om heen gelegen stonden
o'ank en de verschillende havens waren
onbereikbaar. Koetsiers die desniettemin
onet hun rijtuig den tocht aanvaardden, lie-
ten paarden tot de buiken door het water
gaan. Allerwege zag men schippersjongeus
niet roeibootjes die met luider stem de vraag
°vei het water deden weerklinken szijn er
nog heeren die meevaren willen".
Omstreeks 12£ ure begon het water over
en Schiedamschen dijk te stroomen, eerst
ooi de Witte Leeuwensteeg naar de Karre-
®*-eeg, daarna door de Leuvebrugsteeg, door
ne Schilders teeg en de Pauwensteeg. Dit
Watei stroomde naar den Schiedamschen
ingel, na de kelders en huizen aan de
achied. Dijk en eemge huizen aan de Baan
nder water gezet te hebben. Terwijl men
°P de eene plaats poogde het water te keeren,
stroomde het op andere plaatsen met te meer
'acht over den dijk. Inmiddels wies het
^ater iederen minuut totdat het te 1| ure in
Qe" nacht zijn hoogste standpunt had be-
t- De vloed was 3.75 meter boven Rotte
P6'l. een nimmer gekende hoogte. In 1889
edroeg zulks 3.57 meter en in 1825 was
et 3.54 meter boven R. P.
Inmiddels waren van 11 uren in den
av°nd, op de verschillende plaatsen langs
en IJsel en den Maas, de dijkwachten van
chieland in funtie gesteld, die van hunne
evindingen telkens aan Schielands huis
rapport kwamen uitbrengen. Onrustbarende
I'jdingen brachten zij tot 2 uren in den
"acht niet; alleen konden zij melden dat
onder Kralingen ter hoogte van het Park
^oningen het water over den dijk stroomde.
e schade te begrooten is niet mogelijk
ZlJ kan echter gerust op duizenden geschat
Worden. Een talrijk publiek bewoog zich
en ganschen avond op.de bedreigden punten
aarbij merkte men verscheidene autori
tten op; het geheel leverde een schouw
spel op, zooals Rotterdam in geen jaren
eeft te zien gegeven.
Uit Vlaardingen wordt ons gemeld
Het hooge water in den nacht van Zater-
ag op Zondag 11. heeft aan sommige be-
g.0neis h^el wat schade en last veroorzaakt,
'J zulk een hoogen vloed waardeert men
Pas het groote gemak van de sluis. Vroeger
Us zou half Vlaardingen bij zoo'n tij onder
uebben gestaan, nu hebben alleen die ge
iten geleden, welke buiten de sluis
Stegen zijn. In sommige huizen heeft het
Water meer dan 1 M. hoog gestaan. Vooral
eeft de meelfabriek »De Maas" veel last
6tl schade. In al de pakhuizen zijn de
uiderste twee a drie lagen baaltjes bloem
°°r het water nat geworden. Terstond
's men dan ook aan het werk getrokken
de pakhuizen leeg te dragen, teneinde
e beschadigde baaltjes te kunnen verwij
den. De waterleiding is onklaar geworden,
Waardoor geheel Vlaardingen lijdt aan wa-
ernood. Bij een huis, dat verleden jaar
leUw gebouwd is, is de geheele stoep weg
slagen, zoodat het huis nu omgeven is
°°r een sloot. In de houtkooperij van de
eeren van Buuren van Heijst zijn verschei-
®ne stapels hout omgeslagen en enkele
P anken weggedreven. Ook eenige kippen
en een hond hebben den dood in het water
gevonden.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Zaterdag 22 December.
SukH behandeling der begrooting van
scherÜmeu besprak de heerKerdijk in
pe bewoordingen het vervoer van Ja-
vaansche koelies naar Suriname door de
Voorwaarts van de Maatschappij Nederland
welke overtocht gepaard ging met een
groote sterfte- en talrijke ziektegevallen
tengevolge van de onvoldoende inrichting,
het gebrek aan ruimte, het bedorven voed
sel, en de slechte verpleging. De schuld
ligt bij den gezagvoerder en den genees
heer, maai- ook bij de Maatschappij Neder
land de Nederlandsche Handelsmaatschap
pij en den Gouverneur-Generaal. Hij vroeg
of de minister ook nagegaan had of hier
een vervolging mogelijk was en of aan de
voornoemde maatschappij de vracht niet
kon worden onthouden.
De heeren Bool, De Ras en Pytter-
sen gaven verschillende wenken in het be
lang van den bloei in Suriname, o. a. wat
betreft de verbetering van het lot der amb
tenaren.
De heer Pijnappel achtte de Kamer
niet in staat om de al of niet strafvaar-
digheid der Voorwaarts te beoordeelen,
wat aangaat het vervoer der koelies daar
epipemie aan boord heerschte zoowel bij
de landverhuizers als bij de equipage. Wel
is een voorziening noodig in de ordonnan
tie van 1872, terwijl ook gelet moet worden
op de uitrusting van de Javanen en de keuze
van valide personen.
De minister van Koloniën, de heer
Bergsma, betreurde het gebeurde op de
Voorwaarts ten zeerste, doch schreef dit
toe niet aan de schuld van dezen of genen
maar aan de omstandigheid dat het vertrek
was vertraagd geworden, waardoor de uit
zending geschiedde op een verkeerd tijdstip.
Betreurenswaardige omstandigheden hebben
dien toestand veroorzaakt Het schip was
echter zeewaardig en behoorlijk uitgerust.
De gouverneur-generaal zal voortaan de
route voorschrijven en aan boord een amb
tenaar plaatsen, om het toezicht te houden
over de koelies. Ook zullen voor het ver
voer naar Suriname bijzondere bepalingen
worden gemaakt.
De heer C r e m e r meende wel dat er
tekortkomingen zijn gepleegd bij het vervoer
der emigranten, maar er geen schuld op
bepaalde personen kan worden gelegd. Hij
beval de uitzending van kleine hoeveelheden
koelies.
De Minister hield tegenover den heer
K e r d ij k vol, dat de zaak hoogst betreu
renswaardig is, maar geen schande kan heeten
De heer Mackay beval den Minister
het belang van het onderwijs aan van de
Moravische broederschap.
De heer Pyttersen trok het amende
ment betreffende de inrichting van lepra
lijders in Suriname in.
De begrooting van Suriname, Koloniën
en de Middelenwet werden aangenomen.
Ten gevolge van de verlaging van het
totaal met 6 ton is de som van uitgifte der
schatkistbiljetten met dat bedrag vermin
derd.
Nadat bepaald was, dat bij de wederbij-
eenkomst der Kamer de wet tot heffing van
invoerrechten, indien zij rijp is voor behan
deling, het eerst aan de orde komt, is de
Kamer op recès gescheiden.
De Tweede Kamer zal vermoedelijk in
de eerste dagen van Februari hare werk
zaamheden hervatten.
Aan de Tweede Kamer is een adres ge
zonden door het bestuur der Vereeniging
tot voorkoming van ongelukken in fabrie
ken en werkplaatsen te Amsterdam, waarin
dit de Kamer verzoekt, om, waar zij t ij de
regeering mocht aandringen op het benoe
men van een staatscommissie, wier taak
zou moeten zijn te onderzoeken, op welke
grondslagen eene algemeens pensioenver
zekering voor den ouden werkman, zou be-
hooren te worden gevestigd, er tevens op
te willen wijzen, dat niet mag worden uit
gesloten een onderzoek naar de mogelijk
heid eener gelijkvormige, en zoo mogelijk
gecombineerde organisatie voor deze ver
zekering en voor die tegen de gevolgen
van ongelukken, voor zoover deze levens
lang drukken, hetzij op den verzekerde,
hetzij door diens overlijden, op zijn recht
verkrijgenden.
Blijkens een telegram van den gouver
neur-generaal van Nederlandsch-Indië van
22 dezer wordt de gouvernementskoffieoogst
op Java voor dit jaar thans geraamd op
363,884 pikols. (St.-Ct.)
De Koningin-Regentes ontving Zaterdag
avond om 6 uur met de Koningin den ma
joor graaf Von Moltke, adjudant van den
keizer van Duitschland, die door zijn sou-
verein is belast met de overhandiging van
een kerstgeschenk aan de Koningin. De
majoor graaf Von Moltke nam deel aan de
maarschalkstafel ten Hove, waaraan mede
was genoodigd de heer Von Reichenau, zaak
gelastigde van den keizer van Duitschland.
De majoor Graaf von Moltke, adjudant
van Z. M. den keizer van Duitschland Za
terdag in 'thotel »de Bellevue" te 's-Graven-
hage aangekomen, heeft Zondag in opdracht
van zijn souverein, twee kransen gelegd op
de lijkbaar van leden der koninklijke fami
lie, in den grafkelder te Delt.
's Keizers adjudant is daarna naar Am
sterdam vertrokken en keert morgen terug
naar Berlijn.
Te 's-Hage is Zaterdag een der meest
talentvolle zeeschilders jhr. J. C. Van
Heemskerck van Beest aan een hartkwaal
overleden. De overledene trad aanvankelijk
in dienst bij de Koninkl. Nederl. Marine,
maar verliet als officier de zeemacht en
wijdde zich daarna geheel aan de kunst-
Zijn talent werd door wijlen Z. M. den Koning
hoogelijk gewaardeerd en de schilder was
menigmaal op het Loo de gast van Willem III.
Het aantal inzendingen ter wereldten
toonstelling te Amsterdam vermeerdert
dagelijks. De werkzaamheden voor de ten
toonstelling vorderen flink; een lokaal voor
de douane is gereed. Zaterdag had de
onderhandsche aanbesteding plaats van
het hoofdgebouwdie voor oud-Holland
volgt binnen enkele weken. De heer Jan
Var. Rijswijk, burgemeester van Antwerpen,
heeft de benoeming tot lid van het Belgisch
comité aangenomen.
De Storm.
De vrees dat vooral het noodweer op zee
voor de schippers noodlottig zou wezen, is
verwezenlijkt. De scheepsberichten bevatten
ware Jobstijdingen.
Het ernstigste ongeluk had plaats ter
hoogte van Egmond. Daar is gestrand het
Duitsche barkschip Carolina, kapitein Geer-
des, van Savonnah naar Hamburg. Het schip
geladen met hars en terpentijn ligt aan
het strand. Het is totaal verloren. Van de
18 koppen zijn erj,sleohts 7 gered, waar
onder de kapitein.
Te Egmond is het strand tot 32 meter
weggespoeld. De algemeen bekende koepel
op het Badhuis dreigde de fundamenten
te verliezen. Het strand is als bezaaid met
vaten hars en terpentijn.
Aan de havenwerken van IJmuiden is
veel schade toegebracht, steenbrokken van
10.000 KG. zijn op de pieren door de ver-
eenigde kracht van wind en zee verplaatst.
Bij Schiermonnikoog ïs gestrand het
Duitsche stoomschip Laneck, kapitein Bax-
kirs, met stukgoederen van Hamburg naar
Lissabon. Het schip kan als verloren be
schouwd worden. Maatregelen tot berging
werden genomen.
Tijdens den storm van Zaterdag nacht is
de lichttoren van het Noorderhoofd bij Maas
sluis, terwyl de zee een ongekende hoogte
bereikte, weggeslagen.
Op de Vliehors bij het eiland Vlieland is
gestrand de Zweedsche bark Johan lough,
De houtlading was reeds aandrijvende. De
fokkemast was geheel, de groote mast ge
deeltelijk overboord. Het schip was bij het
afzenden var. het bericht nog ongenaak
baar, vermoedelijk wrak.
Men schrijft uit Scheveningen aan de Iel.
Een ontzettende verwoesting is hier van
nacht aangericht, waardoor de visschers-
vloot, ofschoon die juist behouden binnen
was en de schepen reeds alle op de voorste
duinen waren gesleept om daar veilig te
overwinteren, voor verreweg het grootste
deel is vernield.
Ieder die Scheveningen kent, weet dat
tusschen het strand en de hotels twee
straatwegen zijn aangelegd, de bovenste een
voetpad vlak onder het terras van hetKur-
haus, de ander wat lager een rijweg, die
dus ter halver hoogte van het zeeduin als
een soort van dijk zich uitstrekt over den
geheelen afstand van het dorp naar de bad
plaats.
Boven op dezen dijk heeft men sedert
enkele weken alle binnengekomen pinken
gesleept, met paarden of met een stoom
machinetje, zoodat ze kwamen te liggen in
twee gelederen tusschen den straatweg en
de duinhelling die naar het strand afloopt,
op een strook van ongeveer 10 meter breedte
zich uitstrekkend over de volle lengte van
den straatweg, beginnende bij den uitgang
van het dorp tot voorbij het Kurhaus. Daar
lagen de 220 Scheveningsche bomschuiten
om er den winter over te brengen, totdat
tegen het voorjaar de vischvangst weer kon
worden hervat. En men meende dat ze
daar veilig lagen, zooals dat altijd zonder
hinder was geschied sinds menschenheu-
genis.
Maar van nacht bij den hevigen storm en
bij het opkomen van den vloed omstreeks
middernacht werd het water tegen de
voorste duinreeks opgebeukt, het vrat het
zand onder de boven op het duin gelegen
schuiten weg, zoodat eerst het voorste ge
lid naar beneden stortte en vervolgens het
tweede gelid bovenop, de eersten gaten
stootend in elkanders kielen, eikaars masten
afknappend, somtijds de een den ander ge
heel vermorzelend.
Daarbij de hooge zee over dezen war
boel heenslaande, wegslepende al wat los
raakte. Den geheelen nacht was Scheve
ningen op de been, beredderende waar het
nog mogelijk was, met kabels de schuiten
vastsjorrend die nog niet neergestort waren.
Bij dat werk is één man omgekomen, die
tusschen de schuiten in geraakt was.
Ook in het land zijn door het verschrik
kelijk noodweer hier en daar vele ongelukken
veroorzaakt.
De dijk tusschen Gouda en Oudewater
had zooveel geleden, dat toen Zondag-ochtend
de stoomtram de Waaiersluis passeerde, de
dijk in verzakking kwam tengevolge waar
van de wagens derailleerden en omvielen
langs den weg. Alleen de machinist werd
daarbij zwaar gewond. Men vreest voor
zijn leven.
De laatste trein uit Utrecht heeft Zater
dag-avond de reis niet tot Rotterdam niet
kunnen voortzetten. Hij is te Gouda achter,
gebleven, omdat de hooge waterstand het
ongeraden maakte verder te gaan.
Zaterdag-middag is ten gevolge van den
storm op het IJ een schuitje omgeslagen
waarin zich twee melkboeren uit Schelling-
woude bevonden die van Amsterdam naar
huis wilden varen. Beide opvarenden, vader
en zoon, zijn verdronken.
Zaterdag-avond ten 11£ ure luidde te
Kralingen de noodklok en om 42£ ure
stroomde de Maas nabij de Oude Plantage
over den dijk, zoodat een aantal inwoners
met hun have en goed een veilig heenko
men moesten zoeken. Ruim 1 ure kwam
het water te staan.
Tengevolge van den hoogen waterstand
zijn in den polder Keizers-Guldenswaard, ir.
het Breebosch, bij Den Haag, 50 schapen
toebehoorende aan de familie Van Tienhoven,
verdronken.
Te Amsterdam is een stuk zink afgewaaid
van het Amstelhotel en neergekomen op
twee heeren, waarvan er een ernstig werd
verwond. Hij moest naar het gasthuis ver
voerd worden.
Te Utrecht is een blok van 30 in aanbouw
zijnde huizen nabij den Vleutenschen weg,
grootendeels reeds onder den kap en ge
bouwd door den aannemer Augustinus, door
een wervelwind getroffen en met ontzaglijk
gekraakt in en over elkander gedrukt. Het
massaaldak nam de bovenverdieping in de
helling mede. In de perceelen waren 60
personen aan den arbeid. Als door een won
der zijn nagenoeg allen aan het gevaar
ontkomen. Slechts Joh. de Ridder, die zich
op het oogenblik der ramp naar buiten
begaf, werd door een vallend vensterkozijn
getroffen met het treurig gevolg dat hem
de beide beenen en de pols werden ver
brijzeld. Hij werd per brancard naar het
Acad. Ziekenhuis vervoerd. Ware het
ongeluk eenige minuten later geschied, dan
had het grooter verhoudingen aangenomen,
daar de werklieden het voornemen hadden
het dak verder af te werken.