Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 17de Jaarg. Dinsdag 25 December 1894. No. 5076. bureau "g&ofersfraaf 50. TWEEDE BLAD. KERSTMIS-STRALEN. PRIJS TAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden1.50 Franco per post door geheel Nederland 2. Afzonderlijke Nommers- 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0-8® Elke gewone regel meer- 8.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. (Een legende.) (a) De Hemelsche Vader, Wien het schoone hemelparadijs toebehoort, verhief Zich een maal van Zijnen gouden koningstroon, om de heerlijkheid van de hemelsche lusthoven te aanschouwen. En het geschiedde, toen de hemelsche Vader aldus vol majesteit, en te midden van duizend duizenden engelen voort schreed, dat Zijn goddelijk oog een dauw druppel aanschouwde, liggende op een rozen blad onder het loover. En zich wiegelend in het licht der nooit- ondergaande hemelzonne, weerspiegelde die dauwdruppel de gewelven der hemelen van boven, en het heelal met al zijn heerlijk heden ter zijde. En de Vader aller schepselen verlustigde Zich, bij het gezicht des dauwdruppels, over de heerlijkheid Zijner werken, zooals op aarde een kunstenaar zich verlustigt bij de schoonheid van een kunstgewrocht, dat hij te voorschijn heeft geroepen in de kleuren van het paneel, of in de lijnen van eenig schoon bouwwerk, of in de tonen van een vervoerd gezang. En daarna voer eene vurige begeerte door bet hart van den Hemelschen Vader, de begeerte om een Zijner armste kinderen op aarde, wel te doen. En Hij nam, te midden Zijner Engelen scharen, den dauwdrop op Zijne goddelijke hand, en hem met liefde beschouwende, wees Hij den duizend duizenden-engelen van uit de verte op den aardbol, welke daar tijdens den Kerstnacht in de eindelooze ruimten des heelals zweefde, als een lich tend stofje tusschen een reeks van groote zonnen. En eene onbesohrijfelijke teederheid door trilde de stem des Hemelschen Vaders, terwijl Hij deze woorden richtte tot Zijne heilige Engelen Welk geluk zal deez' dauw drop op aarde gaan brengen uit Godes hand? En Hij die onder de duizend duizenden der Engelenscharen de eerste was in waar digheid en heiligheid, Hij naderde den Hemelschen Vader van nabij, dekte zich uit eerbied het aanschijn met twee witte vleu gelen, en daarna voor de voeten des Vaders nedergebogen, sprak hij: O Vader, moge de dauwdrop des hemels een nieuwe bloem worden in de dorre lusthoven der menschen. En nadat deze eerste engel aldus had gesproken en vol eerbied de voeten des Hemelschen Vader had verlaten, zoo trad een tweede engel glanzende van majesteit te voorschijn, en ook hij dekte zich het aanschijn met zijne vleugelen, en neerge knield aan de voeten Gods sprak hij't Is beter dat de dauwdrop een diamant worde in het hutje van de armen op aarde En nog weder verscheen een derde engel aan Gods voeté'n, en nadat ook hij was neergebogen als de twee vorige, schitterend en geheel blinkend van de lichtweerspiege- ling des Hemelschen Vaders, riep hij uitde dauwdrop worde hel zaadje van een geheel nieuwen oogst op de korenvelden der aarde En het geschiedde nu, toen ook deze derde engel was opgestaan van de voeten des Hemelschen Vaders, dat Deze met een blik vol liefde jegens de heilige engelen, den dauwdroep afschudde van Zijne hand, en zie, de dauwdrop zich in twee gedeelten sprenkelend, is door Gods almacht tijdens den Kerstnacht gevallen op de aarde. Maar in hetzelfde oogenblik togen, door de gehoorzaamheid aan God gedragen, de duizend- duizenden engelenscharen door alle de ruimten henen welke de sprenkels van den dauwdrop hadden doorloopen, en de engelen wierpen een blik op die plek der aarde, waar Gods hand den verdeelden druppel had doen nedervallen. En zie in een laag hutje, dat geheel zwart was geworden van den rook der haardstede, zagen zij eene vrouw naast een wieg ter neder zitten, wachtende op de huisgenooten die ter kerke waren gegaan, en in die arme wieg lag een klein kindje met roode lipjes en de handjes waren van koude en gebrek saamgenepen en verkleumd. Maar eensklaps opende het kind zijne oogjes en die oogjes wierpen geheele straal bundels uit van vreugd en liefde, van ge zondheid en van leven en die straalbundels schenen zoo blijde in het gemoed der arme vrouw, dat zij opstond, het kind uit zijn wiegje nam, en het met onuitsprekelijk geluk en vol devotie aan haar moederlijke borst drukte, terwijl zij zeideZóó moet het Kindje van Bethlehem zijn geweest. Die stralen nu der oogjes van het kind waren de gesprenkelde dauwdrop des hemels En het gebeurde nu, toen de duizenddui zenden engelen dit heerlijk werk van Gods liefde hadden aanschouwd, dat zij al jubelend terug keerden tot de hemelsche lusthoven, en tot den troon van den Hemelschen Vader Doch nog langen tijd na hunne opvaart weergalmde de lucht rondom de aarde van hunne zegezangenEere aan God in de hoogste hemelen, vrede aan de menschen van goeden wil! P. M. BOTS, pr. in Engeland zijn besteld. Met de aanbie dingen door Nederlandsche ondernemingen was een aanmerkelijk verschil, vooral ook wat den tijd van levering betreft. Vervolg Binnenland. Men schrijft uit Klaaswaal, dat de min van binn. zaken, krachtens machtiging van de Regentes, op het verzoek van den heer F. Niemantsverdriet te Numansdorp tot vernietiging van het besluit van den gem raad van Klaaswaal, waarbij hij is ontslagen als secretaris en ontvanger dier gemeente aan adressant heeft te kennen gegeven dat er voor tusschenkomst der Regeering in deze geen termen zijn. Do Middelb. Crt. verneemt dat de drie nachtbooten voor de Maatschappij «Zeeland" Allerlei. Ook een interview. De lauweren in den laatsten tijd door intervieuwende pers- collega's behaald, lieten me geen rust. Ik wilde ook interviewen. Een bakker ot slager was me te ordinair, 't Moest heel wat an ders zijn. Het toeval hielp me. In de vorige week liep ik 's avonds erg laat of laat ik maar liever zeggen 's nachts bij den weg, toen ik een man op een stoep zag zitten, die ijverig met iets bezig scheen. Ik trad naderbij en vroeg, met al de beminnelijke bescheidenheid van een krantenman, die op een snufje uit is «Wat doet u daar toch als ik vragen mag?" De man nam me van het hoofd tot de voeten op. Naar 't scheen boezemde ik hem vertrouwen. »Ik zaag een paneeltje", gaf hij ten antwoord. «Heere, is u een inbreker? Wel dat doet me pleizier. Mag ik u mijn kaartje aan bieden en vergunning verzoeken, om eenige vragen te doen?" «Met genoegen", sprak de man, »'t werkje is toch op een oor na gevild. O, is u jour nalist?" liet hij er op volgen, toen hjj het kaartje bekeken had, «dat is toevallig, onze vakken zijn nogal nauw aan elkander ver want." «Hoe meent u dat «Wel wij halen uit de huizen wat we noodig hebben en jullie halen het uit andere couranten Die wijsgeerige en juiste opmerking trof me. Ik begreep dat ik met een man van gewicht te doen had. «Hoe is het met den toestand van uw vak?" vroeg ik. «Slapjes, meneer, heel slapjes," zei mijn vriend, terwijl hij zijn pet afnam en de zweetdruppels van zijn voorhoofd wischte 't vak van nacht-inspecteur" (want ik moet u vriendelijk verzoeken niet over «inbreker" te praten) geeft tegenwoordig een zuur stukje brood. Er is weinig te halen en je moet heel wat doen om fatsoenlijk aan den kost te komen. Ik ken het vak door en door, want 'tis bijna altijd van vader op zoon overgegaan. Familie-traditie, meneer, zooals anderen Luthersch of Mennist blijven. Mijn overgrootvader hebben ze nog opge hangen, grootvader is op de Nieuwmarkt gebrandmerkt en pa heeft z'n koperen brui loft met de gribus gevierd. Gelukkig zijn de zeden sedert heel wat zachter geworden Mijn zoon werkt nu ook al zelfstandig en mijn kleinzoon is onder mijn speciale lei ding. U hoort dat ik op de hoogte ben, wat? Nu, ik geef u mijn woord van eer, dat er nooit zoo'n beroerde tijd voor ons is geweest als tegenwoordig 't geval is-" Waar ligt dit aan «Voor een deel aan ignobele concurren ten, als zakkenrollers, ladelichters, flesschen- trekkers enz. Die kerels zijn een schande voor het vak. Velen onder ons huren te genwoordig dan ook maar een kantoor en gaan op de beurs staan." «Maar dan zou ik staken." «Daar hebben we over gedacht, meneer. Maar er is geen «esprit de corps" in ons vak. Allemaal de schuld van 't schorremorrie, dat ik zooeven noemde. Je kunt, als fat soenlijk mensch, je met zulk schuim toch encanailleerenJa; eene werkstaking zou prachtig zijn. Wat zou men ons spoedig terug willen hebben Als wij er niet waren werden de couranten eenvoudig onleesbaar. En wat moest de politie beginnen «Heeft u veel last van de politie?" «Nee», dat mag ik heusch niet zeggen. Ze behandelt ons heel schappelijk. Ze waarschuwt ons altijd door fluiten en trom petten, heel behoorlijk, als ze in de buurt komt. Ook loopt zij altijd bepaalde wegen, die we natuurlijk op ons duimpje kennen- Verder is zij zoo vriendelijk om de stad een deel van 't etmaal onbewaakt te laten. Dat tijdstip weten we ook." «Wat denkt u over de tegenwoordige verzekering tegen hm! nacht-inspectie?" »'t Heeft voor ons zijn vóór en zijn tegen, meneer! Zijn tegen, omdat de verzekering maatschappijen er dadelijk, als de bok op de haverkist, bij zijn, om de voorwerpen te publiceeren, die wij meenden te moeten annexeeren. Zijn vóór, omdat de menschen tegenwoordig hun boeltje meer open en bloot laten liggen en knippen en grendels als overbodige weelde beschouwen. Ik was zoo in mijn schik over de belang rijke inlichtingen die ik kreeg, dat ik den man vroeg ot ik de eer mocht hebben, hem een sigaar te presenteeren. «Graag meneer. Sakkerloot, een goed merk," liet hij erop volgen, toen hij een paar trekken had gedaan, »u doet het niet minder, hoor!" «Och wij journalisten weten met ons geld geen weg en kunnen ons wat weelde veroor loven." «Een goeie sigaar! Maar ik heb te huis een tien mille, van een inspectie van een bekend fabrikant afkomstig, die ,nog heel wat beter zijn! Mag ik u eenj offertje maken? Neen, maar ik zal u liever eerst een monstertje sturen, dat is reëeler. Ik bedien haast alle autoriteiten, maar natuur lijk door vriendelijke tusschenkomst." »U hebt zoo aanstonds den slechten toe stand van 't vak voor een deel toegeschre ven aan concurrentie. Welke oorzaken zijn er nog meer?" «Er zit om zoo te zeggen geen geld meer in Amsterdam, meneer. Zilveren thee serviezen zijn een zeldzaamheid en boven dien wat is 't zilver tegenwoordig waard dat weet u zelf ook wel. Vroeger vond je nog eens mooie galanterieën en luxe-ar tikelen, maar nu is alles van dat goed uit guldens of t,wee-guldens-bazar. In den gouden tijd annexeerde je costumes van Hart, Bodenheim of een anderen goeden kleermaker, thans is alles confectiewerk, NIEUWE SCHIEDAWISCHE COURANT liü LliflL. '1\ Eene vrij banale legende van Ernst von Wil- tlenbrucb is hier tot esa geloofs-legende omgewerkt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 5