Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 18de Jaarg. bureau ^oferstraaf 50. Wroeging. O PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden1.50 Franco per post door geheel Nederland - 2, Afzonderlijke Nommers 0-0° PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regelsf Elke gewone regel meer. - 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. ALGEMEEN OVERZICHT. 3 Januari '95. Blijkens berichten uit Stuttgart zond de Koning van Wurtemburg eergisteren tele grafisch een hartelijken nieuwjaarswensch aan den Duitschen Keizer met warme dank betuiging voor de onvergetelijk schoone dagen in Oost- en West-Pruisen en met den wensch dat 1895 den Keizer en het Vader land zegenrijke dagen, en hem, den Koning het genoegen van eene hernieuwde per soonlijke ontmoeting brengen moge. De Keizer dankte oprechtelijk voor dit telegram welks inhoud (zeide hij) hem met levendige blijdschap vervulde. Ook den Keizer zouden die dagen van trouwe kameraadschap onver getelijk zijn, en terwijl hij mede op een wederzien hoopt in dit nieuw begonnen jaar, wenscht hij den Koning en diens land Gods besten zegen toe. Hiermede schij nen alle geruchten betreffende oneenigheid tusschen Pruisen en Wurtemburg uit den weg te zijn geruimd. Tot dusver is nog niets met zekerheid bekend over hetgeen keizer Wilhelm bij de Nieuwjaarsreceptie te Berlijn heeft gespro ken. Allerlei geruchten worden daarover verspreid. Zoo weet een der bladen te ver tellen, dat de Keizer ook over de veroor deeling van den Franschen kapitein Dreyfus heeft gesproken. Een ander blad deelt weer mede, dat de Keizer gesproken heett over de gevaren, waarmede de socialistische be weging het Duitsche rijk bedreigt. Van andere zijde wordt weer gemeld, dat de Keizer bij de receptie der generaals de officieren tot zuinigheid heeft aangespoord. Tevens wees de keizer op het succes, dat de Japanners bij den oorlog tegen China hebben behaald. Uit is echter zeker, dat de Keizer geen toespraak heeft gehouden, waaraan bij zondere politieke beteekenis moet worden gehecht. De Keizer ontving den rijkskanselier prins Hohenlohe met bijzondere onderschei ding. Toen prins Hohenlohe binnenkwam, verlieten de Keizer en Keizerin den troon en gingen den Kanselier tegemoet. De Kan selier was de eenige der aanwezigen, wien de Keizer de hand drukte. President Casimir-Perier ontving op het Elysee te Parijs de voorzitters van Senaat en Kamer en de leden van het corps diplo matique. Namens de vertegenwoordigers der andere Staten hield de pauselijke nun tius, de oudste van het corps diplomatique, eene toespraak, waarin hij den wensch uitsprak, dat de vrede tusschen alle volke ren nog lang zou worden gehandhaafd. President Casimir-Perier antwoordde, dat de Fransche regeering steeds bereid zal wezen om tot handhaving van den vrede mede te werken. Eene dergelijke verklaring legde de president ook af, toen hij generaal Saussier, den commandant van Parijs, ont ving, die hem namens het leger kwam gelukwenschen. De president bracht hulde aan het Fransche leger, dat, naar hij ver trouwde, niet alleen in tijd van vrede, maar ook in tijden van oorlog, zijn plicht zou weten te vervullen. De Figaro, het bekende cameleontische dagblad van Parijs, deelt nog eenige bijzon derheden mede over het ontslag van den gouverneur van Indo China, De Lanessan. De heer De Lanessan werd ontslagen, naar men weet, omdat hij offieieele stukken, die niet voor publiciteit waren bestemd, ter beschikking heett gesteld van de Paris. Alleen daaraan is de terugroeping van den gouverneur te wijten, vooral ook, omdat de regeering toch niet bijzonder tevreden was over zijn optreden. Reeds den 6n Januari zal de heer De Lanessan uit Haïphong ver trekken en vermoedelijk zal hij in het begin van Februari te Marseille aankomen. De heer Armand Rousseau, zijn opvolger, zal nog niet terstond naar Cochin China ver trekken. Waarschijnlijk zal de nieuwe gou verneur dezer kolonie eerst den ln Maart zijn ambt aanvaarden. De mail uit Fransch-Congo bracht het bericht van het vermoorden van een sergeant en vijf soldaten, allen Franschen en van een Belgisch handelsagent. Het gebeurde te Cetema in Opper-Oebangi. Een Hollandsch handelsagent en twee soldaten wisten te ontsnappen. De omliggende dorpen werden verwoest en 100 inboorlingen gedood. Er is nu te Cetema een post van 50 man gevestigd. In den ministerraad te Madrid is men het nog niet eens geworden over de be grooting. Men weet nog met, in hoever de voorgestelde bezuinigingen op de begroo tingen voor openbare werken, oorlog en marine, met eenige kans op succes, bij de Cortes kunnen worden ingediend. Betref fende de hervormingen op het eiland Cuba zijn de ministers tot overeenstemming ge komen. In beginsel is het wetsontwerp, waardoor de zelfstandigheid dezer kolonie wordt uitgebreid, aangenomen. De volledige inhoud van dit voorstel, dat door den vori- gen minister van koloniën werd ontworpen, is nog niet bekend. Ook koning Humbert van Italië hield eergisteren op het den Paus ontnomen Quirinaal te Rome, zijne nieuwjaarsreceptie, Toen de Voorzitter van den Senaat zijr.e opwachting maakte, zeide de Koning, dat hij bij de moeilijkheden, waarin Italië ver keert, rekent op den steun van den Senaat. ïOnze Staatsinstellingen" aldus eindigde de Koning zijne toespraak vinden in den Senaat een vasten en degelijken grondslag. Ik ben overtuigd, dat wij, indien gij ons blijft steunen, alle moeilijkheden te boven zullen komen." Hetzelfde zeide de Koning ook tot den voorzitter der Kamer, den heer Biancheri, toen deze ten paleize verscheen. De Koning voegde er bij, dat Koning en volk steeds samen zouden gaan tot heil van Italië. Bijzonder viel bij deze receptie in het oog de buitengewoon hartelijke wijze waarop de Koning den heer Crispi ontving. Men maakt daaruit op, dat koning Humbert er niet aan denkt om den heer Crispi te Feuilleton. laten gaan. Vermoedelijk zal daarom de ontbinding der Kamer wel volgen. Op Nieuwjaarsdag werd door keizer Frans Jozef te Budapest de gewone receptie ge houden. Tot opheldering van den politieken toestand bracht deze Nieuwjaarsreceptie niets bij. De Keizer liet zich niet uit over de ministerieele crisis noch over de aan hangige politieke kwesties. Wat keizer Frans Jozef zal doen, is nog niet bekend. Men blijft van meening dat hij graaf Khuen Hedervary met de samenstelling van een ministerie zal belasten. In elk geval wnrdt verwacht, dat de Keizer heden eene beslis sing zal nemen. Naar de Times uit Sofia verneemt, wordt eene buitengewone voorjaarsvergadering der Sobranje steeds waarschijnlijker. De Turk- sche regeering verlangt vermoedelijk de uit levering van den in vrijheid gestelden Toe- pelstief, dien eene Turksche rechtbank wegens medeplichtigheid aan den moord op Voelkovitsj tot vijf jaren kerkerstraf veroordeelde. De Daily News vernam uit Constantinopol dat de Turksche pers met geestdrift de ontvangst beschrijft van den gezant des Sultans, die aan Zekki-Pacha des Sultans decoratie overbracht. De Muzulmannen hiel den eene betooging ter zijner eer. Zekki- Pacha wordt beticht tot de Armenische gruwelen aanleiding te hebben gegeven. Volgens dépêches aan de New-York Herald zijn de censor Anetsing en tien andere opperbeambten in China geheel in 's Keizers ongenade gevallen. De eerste mocht het regeeringsbeleid en zelfs des Keizers persoon critiseeren. Anetsing ge bruikte deze vrijheid om de inmenging der Keizerin-weduwe in Staatszaken af te keuren, hetgeen hem hare wraak berokkende. Zij liet mede aan twee zus ters in het vrouwenverblijf veertig zweep slagen toedienen, ongevraagd des Keizers advies. Generaal Soeng ontkwam ter nau- wernood aan gevangenneming. 2) Helaas, Mevrouw, antwoordde de koop man, ik heb niets anders en ik geloof niet, dat die vodden u kunnen dienen Ik heb niets meer, volstrekt niets meer. Geef wat geld aan dien lieven engel, en zij stopte het kind eenig zilvergeld in de hand. Ik zou er wel wat goud willen bijvoegen, sprak zij zachtjes. Voorzichtig, Mevrouw, hernam de andere, denk dat u onbekend dient te blijven. En de beide dames vertrokken met de belofte spoedig weder te komen. Inderdaad kwam de jonge dame de beide kleinste kinderen en haren schoonen Samuel, zooals zij het zoontje van Bernard noemde, dikwijls bezoeken. De omstandigheden werden intusschen hoe langer hoe ernstiger, de omwenteling naderde met reuzenschreden. Op een avond kwamen de beide dames weder bij den koopman, zij werden gevolgd door een bediende, die een pak droeg. Ber nard liet juist eenige gegalonneerde kleeding- stukken zien aan een persoon met een onheilspellend voorkomen. Hier Bernard, zeide de jongste dame, is de erfenis van een oom en eene tante, die toegang tot het hof hadden, ik schenk u die. Wanneer er weder acteurs of actrices komen als die welke wij bij ons eerste be zoek ontmoetten, kunnen zij met deze plunje koning en koningin spelen. Die plunje, mompelde de man met het onheilspellend voorkomen. Toen zag hij de beide bezoeksters aan en zijne gelaats trekken verrieden wreedheid, gepaard met zekere eerbiedige vrees. Na den kleinen Samuel vriendelijk te hebben toegesproken, vertrokken de beide dames. Bernard, weet ge wie die vrouw is, die met zooveel minachting over de tooneel- spelers spreekt Neen, mijnheer, maar ik kan u zeg gen, dat het een engel voor mij en mijne kinderen ishet zal een rijke dame zijn, denk ik. Die brutale dame, riep de ander ver woed op den vloer stampende, is de Oosten- rijksche, het is Marie Antoinette, het is de koningin Bernard stond gedurende eenige oogen- blikken als aan den grond genageld, hij wilde den bezoeker wat vragen, maar deze was reeds verdwenen. De kooper was Collot d'flerbois. II. Eenigen tijd voor de omwenteling van 1830 leefde te Parijs een grijsaard, klein van gestalte, met vermagerd gela.at, gerim peld voorhoofd en bevende stem. Hij spreidde als het ware een soort schrik rondom zich, leeide van aalmoezen en ontvluchtte elk gezelschap. Hij had noch familie, noch vrien den, noch kennissen. Bij schoon weder trof men hem op de eenzaamste plaatsen aan de Seine, hij leunde op zijn stok en scheen ten prooi aan treurige overdenking. De nieuwsgierigheid bracht mij bij hem. Aan vankelijk op kouden toon afgewezen gelukte het toch eindelijk zijn vertrouwen te winnen en het was zoo ver gekomen, dat hij nogal eens gaarne over den vervlogen tijd sprak. Hij had de groote revolutie van nabij ge zien en sprak er over als een man met gezond verstand, maar uit zich-zelf roerde hij dat onderwerp nimmer aan, doch tel kens kwam hij er ondanks zichzelf op terug en zijn voorhoofd, dat alsdan nog meer ge rimpeld werd, deed mij begrijpen, dat hij eene herinnering van dat noodlottig tijd stip in zich droeg. Zal ik dan mmmer sterven zeide hij eens met een soort onderdrukte woede. Van de twee en zeventig jaren zullen er weldra veertig vervlogen zijn onder de knaging, die mij het hart verscheurt. Het is een verschrikkelijk leven van God ver vloekt te zijn en de wroeging is smarte lijk Waarom spreekt gij tot mij Uwe toegenegenheid is mij pijnlijk.ik ben die onwaardig. Indien gij wist wie ik ben, zoudt gij met reden hetzelfde doen wat anderen instinctmatig doengij zoudt 1 Slot volgt.) V/ W E SCHIEDAM COURANT HWIIIHtHIHlIUWII muHuiipiiiHit

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 1