Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
18de Jaarg.
Zondag 6 Januari 1895.
^urcatt looierstraat 50.
EERSTE BLAD.
De Vingerhoed,
i\0. dUBfft.
cz5
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nommers- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Parijsclie Kroniek.
Het jaar 1894, dat alweder tot de geschie
denis behoort, is voor Frankrijk droetig en
niet gelukkig geweest. Het zoo tragisch
einde van den president Carnot en de dood
van den Czaar zullen het lang in de herin
nering doen blijven. Verder kenmerkte het
2ich over zijn geheel door eene in het oog
springende malaise zoowel voor den handel
en den landbouw als voor de nijverheid.
Gedurende zijn eerste helft stak de
anarchie haar hoofd met iedere maand bru-
taalder op en bereikte haar toppunt van
afschuwelijke dweepzucht met het zoo bloe
dige drama te Lyon, dat gelukkig door geen
andere aanslagen meer gevolgd werd. Van
dit oogenblik af aan kan men zeggen dat
uit het kwaad het goede geboren werd,
want na dien lagen moord is de propaganda
door de daad als bij tooverslag verminderd
en bijna geheel onder den duim gebracht,
zoodat men er hier thans niet meer over
hoort spreken en dat niettegenstaande al
de drukte en het leven door verblinden en
socialisten, die vermomde vrienden der
anarchisten, die de wetten tot beteugeling
dier sekten toch niet konden tegenhouden,
doch door hunne dolle oppositie hielpen tot
stand brengen en de toepassing ervan heb
ben ;doen verscherpen. Van die zijde be
schouwd, is in de tweede helft van 1894
inderdaad een groote stap op den goeden
weg gezet, welke niet onopgemerkt over
het hoofd mag worden gezien en veel bitters
zal doen vergeten. Wat zal ons nu het
jaar 1895 brengen? Laten wij wenschen,
want het is eenmaal gewoonte dit bij deze
gelegenheid te doen, dat slagen, rampen en
ongelukken er zoo weinig mogelijk plaats
in vindendoch dat vrede en voorspoed
ongestoord, alle natiën ten zegen, mogen
heerschen. Om daartoe te geraken, moe
ten wij het sceptisisme, die noodlottige kwaal
Feuilleton.
i)
Het hield op met sneeuwen. De reeds
vrij merkbare koude werd strenger. Een
krachtige Oostenwind bracht tallooze molens
in en om Amsterdam in snelle beweging
in minder dan een uur tyds waren de
grauwe wolken en nevels, die den hemel
zoolang hadden verduisterd, weggevaagd en
schitterde deze als een lichtblauw satijn
boven de straten der groote koopstad.
Deze scheen als in een oogwenk tot een
vreugdevol leven ontwaakt. Het wemelde
van wandelaars, die met welgevallen de
koude, maar zuivere en gezonde lucht gin
gen inademen, en zich verheugden in de
gelegenheid die hun weldra zou geboden
worden, om van de geliefde uitspanning der
Hollanders: het schaatsenrijden, volop te
genieten.
dezer eeuw, zooveel als in ons vermogen is,
terzijde schuiven, en het onwankelbaar ver
trouwen, die kracht onzer vaderen, terug
zien te verkrijgen om met moed en nieuwen
levenslust het onbekende wat de toekomst
ons brengen gaat, zonder vrees te begroe
ten en onverschrokken tegemoet te gaan.
Alvorens van 1894 afscheid te nemen,
mag ik het gouden priesterfeest dat de zoo
eerbiedwaardige Kardinaal-Aartsbisschop van
Parijs, Mgr. Richard, den 27en December
in de Notre-Dame vierde, niet onvermeld
laten. Onder de jonge priesters, die den
21en December 1844, van Mgr. Affre, de
in 1848 als martelaar der revolutie op de
baricades van de rue St. Antoine gevallene,
de priesterwijding ontvingen, behoorde ook
de abbé Richard, die thans zijn plaats zoo
waardiglijk bekleedt. Het akademielid Mgr.
Perraud hield bij deze gelegenheid de feest
rede en weidde vooral uit over de houding
welke de Kerk thans in Frankrijk te ver
vullen heeft, om geheel volgens den wensch
van den grooten Leo XIII de geesten te
verzoenen en den rampzaligen strijd tusschen
broeders van een Vaderland, te doen ein
digen. Er werden in al de kerken van het
diocees gelden verzameld om den ouden
primaat een geschenk aan te bieden, dat
zal zijn het hoofdaltaar der kerk van het
Heilige Hart op de Montmartre, de kerk
welke, onder zijn voorganger begonnen,
hij zoo gaarne voltooid zoude zien.
Het hooger beroep van kapitein Dreyfus
is door het Hof van Revisie verworpen en
men verwacht, dat de publieke berooving
van zijn militair ambt Zaterdag den 5den
dezer in een terechtstellings-parade za! plaats
hebben. Voor een man van eer moet dit
erger zijn dan de dood doch Dreyfus heeft
de voorlezing van de verwerping van zijn
appèl, hetwelk tegelijk de aankondiging was
van wat hem nu te wachten staat, onver
schillig en zonder de minste aandoening te
toonen, aangehoord. Is het voor een aan
dachtig lezer niet moeielijk die dagbladen
Zoodra hij de schaatsen onder de voeten
heeft, kent men den anders zoo kalmen
Hollander niet meer. Dan heerscht er op
de grachten en vaarten een vroolijk en
dartel leven en is het Venetië van het
Noorden getuige van bevallige tooneeltjes,
die haar zuster van het zuiden haar mag
benijden. Zoo is het heden, zoo was het
ook in 1684, het jaar waarin de gebeur
tenis plaats had, die wij onzen lezers willen
verhalen.
Na het vroeg genoten middagmaal be
woog zich op een helderen Februaridag een
bevallig meisje van zeventien of achttien
jaren, sierlijk en keurig gekleed, alleen op
het ijs.
Het had haar, voorwaar, niet aan gezellen
behoeven te ontbreken. De jongelieden had
den zich zelfs verdrongen om de eenzame
schaatsenrijdster, de dochter van den reeder
Van der Hassen, een der rijksten van Amster
dam's vele rijken. Doch het meisje had hen
allen afgewezen en verkozen alleen te rijden.
Zelfs het gezelschap van haar vriendinnen
was zij ontvlucht.
Peinzend bewoog zij zich te midden van
de vroolijke menigte, alleen bedacht op het I
vermijden van botsingen, toen plotseling I
welke onder joodsche invloeden staan, te
onderscheiden, bij deze treurige zaak van
hoogverraad was dit al zeer in 't oog loo
pend. De minister van oorlog, generaal
Mercier, werd daar openlijk aangevallen, en
vóór de uitspraak van den krijgsraad ver
spreidden de bladen zelfs met de grootste
zekerheid de geruchten van zijn aftreden.
De minister, zoo heette het, had meer dan
onhandig gehandeld en het ware voor de
discipline in het leger beter geweest, zoo
hij deze zaak stil had laten rustenwant
bij sommige regimenten, waaraan Israëlieten
als officieren verbonden zijn, had men reeds
opgemerkt dat de minderen hen met min
achting aanzagen en bejegenden. Het was
nog al sterk, zoo iets te durven schrijven,
doch het resultaat er van is niet in het
voordeel der aanvallers uitgevallen. Na de
uitspraak van het vonnis, hetwelk de onaf
hankelijke bladen unaniem niet streng ge
noeg vonden, daar velen eene ter-dood-ver
oordeeling verwacht hadden, maakten de
vriendjes van Dreyfus maar voorzichtigheids
halve, en nu er toch niets meer aan te
veranderen viel, rechtsomkeer en zwegen
of zongen in het koor van verontwaardiging
mede. De dégradatie ter zijde latende, is
de straf van deportatie naar een eiland,
alwaar Dreyfus indien hij het verkiest, zelfs
niet zal behoeven te werken, niet wat door
velen als het ergst beschouwd wordt, vooral
nu hij door zijn fortuin daaraan veel ver
zachting kan aanbrengen.
Als treffende tegenstelling van dezen
met oneer en schande overladen, uit zijn
land geworpene, kan de zoo sympathieke
uit zijn rijk gejaagde ex-koning van Napels,
Frans II, zeker genoemd worden. Hij stierf
eenige dagen geleden op 59-jarigen leef
tijd in Tyrol, doch leefde hier zoo vele
jaren dat hij een Parijsch figuur geworden
was. Als iets zeer eigenaardigs mag ver
meld worden, dat hij er nooit in zijn eigen
huis woonde, doch altijd in het lidtel-Meu-
rice zijn verblijf hield, alsof hij er nog aan
haar oog begon te schitteren, en een blos
haar wangen kleurde op het gezicht, van
een jonkman, eenvoudig gekleed, maar sier
lijk en bevallig van houding, die op haar
aanhield.
Dag, Koba
Dag, Klaas I
Hij beschreef een kleinen cirkel om nader
bij haar te komen. Hij vatte de beide han
den, die zij hem toestak en weldra reden
beiden, bevallig gearmd, snel voort om een
stiller plekje te zoeken.
Zij kenden elkander reeds lang. Nicolaas
Van Bensgaten werd bij de Van de Has-
sen's altijd zeer hartelijk ontvangen, hoewel
hij arm en een handwerkman was. Maar in
dien tijd had men eerbied voor den handen
arbeid, en Nicolaas was bovendien de zoon
van een zeeofficier, die in den strijd ge
vallen was, en had eene goede opvoeding
genoten. Daarbij kwam nog, dat vooral zijn
vak, dat van goudsmid, in die dagen zeer
in eere was, daar het in den vollen zin
des woords behoorde tot hetgeen men in
onze dagen kunstnijverheid noemt. Nicolaas
was een waardig leerling van den grooten
meester Lutona en zou zeker reeds patroon
geweest zijn, indien het hem niet ontbroken
dacht den een of anderen dag door zijn
vroegere onderdanen, die er waarlijk na
zijne onttrooning niet gelukkiger op zijn
geworden, terug te worden geroepen. De
toestand der beide Siciliën en Napels is
zeker onder zijne korte regeering nooit zoo
treurig geweest als thans dus ook voor die
verdrukten, zooals toen de bewoners dier
provinciën genoemd werden, heeft Garibaldi
geen verlossing doch alleen meer ellende
en armoede gebracht, Frans II, een der
helden uit de roman Rois en exil van Dau-
det, wordt er erg overdreven in voorge
steld, want hij was in werkelijkheid een
eenvoudig man, die zijn ballingschap en
vele onaangename familie-aangelegenheden
als wijsgeer en christen met gelatenheid
droeg en daardoor na zijne ongelukken de
achting en eerbied van velen behouden heeft
in wier nagedachtenis hij in eere zal blijven.
In de September-aflevering der alhier
verschijnende Revue Britanique kwam een
artikel onder de Correspondance d' Orient
over Lombok voor, waarin de Hollanders en
ons Indisch leger op weinig vereerende wijze
worden onder handen genomen. De luite
nant-generaal P. G. Booms, heeft daarop in
het laatst verschenen Decern ber-nummer
dier zelfde Revue, zeer kranig en in het
vloeiendst Fransch, geantwoord, en het spijt
mij dat de ruimte mij ontbreekt om dit fier
en geestig schrijven hier in zijn geheel te
laten volgen. De lezing er van doet het
vaderlandslievende hart goed en ik beveel
het een ieder ten sterkste aan.
Fidélius.
Pakijs, 22 Dec 18944 Jan. 1895.
ALGEMEEN OVERZICHT.
5 Januari '95.
De ministerraad te Parijs hield gisteren
eene langdurige vergadering, waarin de
candidatuur Felix Faure voor het voorzit
terschap der Kamer het eenige punt van
bespreking moet hebben uitgemaakt. Of
had aan de noodige middelen om een eigen
zaak te beginnen. De geldelijke verplich
tingen, die hij edelmoedig op zich genomen
had, schenen hem ook nog lang van het
beoogde doel verwijderd te zullen houden.
Toen de jongelieden buiten het drukke
gewoel waren zeide Nicolaas met een ont
roerde stem
Koba, ik heb u gezochtik had er
behoefte aan om met u te spreken.
Och komzij het meisje, welks schalk-
sche oogen guitig uitkeken onder de bonte
muts, die haar frisch, gezond gezichtje zeer
voordeelig deed uitkomen.
Koba, ik moet mij goed houden. Wij
moeten elkander niet meer ontmoeten.
En dat waarom niet
Omdatomdat ik al te veel van u
zal gaan houden.Dat zal ons beider onge
luk aanbrengen.
Gij houdt dus nu nog niet »a! te veel"
van mij
Wordt verwdgd.)
NIEUWE SCHIE