Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 18de Jaarg. Zondag 13 Januari 1895. No. 5090. bureau ~<3cier$tvaat 50. EERSTE BLAD. Werkstaking. Bijna vermoord. Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco per post door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nommers- 0.05 PRIJS BKR ADYKRTKNT1ËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Een overbekend verschijnsel in den groo- maatschappelijken strijd onzer dagen 2\jn de werkstakingen. In den loop van het eerst kort verscheiden jaar vooral, hoorden ^ij herhaaldelijk, dat nu hier dan daar door kerklieden in massa het werk was gestaakt. Herhaaldelijk omvatten die werkstakingen a' de werklieden van hetzelfde vak, voor Zoover het in een stad beoefend wordt. De beweegredenen waren dan veelal ver meerdering van loon, verandering van werk tijd, of andere wijzigingen in de maatschap pelijke positie der werklieden, die men door een plotselingen stilstand van het geheele vakbedrijf van de betrokken patroons wilde a'dwingen. Vooral de hoofdstad des rijks gaf in de laatste helft van het vorig jaar een agitatie en beroering in de vakvereeni- g'ngen te zien, die naar veler meening nog "iet is geëindigd, doch slechts het voorspel ls van hetgeen nog verder te wachten staat. Over de voor- en nadeelen der werk stakingen zijn reeds vele betoogen geschre- ven. Meermalen werd met cijfers, aan statistieken ontleend, aangetoond, dat bijna mdere werkstaking ten nadeele der werk lieden uitloopt. Maar vooral over het al °I niet geoorloofd zijn van werkstakingen kerd in den breede getwist. Velen achten bet middel om aan ware of vermeende grieven van den arbeidersstand uitdrukking te geven en de gewenschte veranderingen te dwingen, beslist en onder alle omstan digheden ongeoorloofd, terwijl daarentegen Telen anderen zich wel het geval kunnen denken, waarin de arbeider tegen de over macht en het misbruik van het kapitaal de vereenigde kracht van den arbeid stelt om, i) Hoe lang had ik reeds in halt liggende houding op de bank van den spoorwagen geslapen 1 Ik weet het niet. Ik herinner mij alleen, dat ik gewekt werd door een vreemd ge- voel. Raakte daar niet een voet zachtkens den mijne aan. Misschien droomde ikhet licht was uitgegaan en er heerschte vol slagen duisternis om mij heen. Wat speelt de inbeelding iemand toch Jeelijke parten, dacht ik. Hoogstwaarschijn lijk draagt de hardheid dezer afschuwelijke banken daarvan alleen de schuld. Ik trachtte het denkbeeld van mij af te *etten, maar de werkelijkheid zegevierde. Ik was immers klaar wakker en ik voelde duideljjk, o, zóo, duidelijk, den lichten, maar v°ortdurenden druk van eens andermans Wet. waar de stem van een enkele niet zou worden gehoord, door de samenwerking van velen trachten te bereiken en te ver krijgen wat voor de maatschappelijke positie van den werkman onontbeerlijk wordt ge acht. Onder deze omstandigheden is het zeker voor ons van belang eens te weten hoe de kwestie van katholieke zijde, vooral van den kant der katholieke werklieden, wordt beschouwd. Wij vonden daaromtrent een goed geschreven artikel in Onze Gildestem, maandblad voor katholieke typografen, en aanverwante vakken in den Ned. R. K. Volksbond, dat wij voor een groot gedeelte hieronder laten volgen en onzen lezers ter ernstige overweging bieden. Kunnen en mogen wij meedoen aan werkstakingen Voor we tot beantwoording dezer vraag overgaan, is het noodig uiteen te zetten, wat wij werkstaking noemen. Wij noemen werkstaking niet maar het eenvoudig gebruik maken van een ieders vrijheid, om te werken voor wie hy wil, op die voorwaarde zoo hij wil, zoodat hij bij onvoldoende bevrediging zijner gestelde of zichzelf voorgestelde eischen zonder meer zijne verdere diensten onttrekt. Werkstaking in den zin, zooals het algemeen begrip dit uitlegt, is het weigeren van arbeidsverrich- ting in smassa", na voorafgaande afspraak of samenspanning, om daardoor te profiteeren van den hieruit ontstanen nood der andere partij, tot doorvoering der collectief gestelde voorwaarden. Of we nu aan zoodanige werkstaking al of niet mogen deelnemen, dat hangt var. zeer veel bijkomende omstandigheden at. Maar dit is een vooropgestelde algemeene eisch: dat vooraf alle andere, meer vreed zame middelen ter bereiking van het ge stelde doel moeten zijn aangewend, zonder resultaat. Wij stellen ons het goede verloop der zaak zóó voor: Wanneer de arbeiders niet deze of gene, maar de gezamenlijke arbei- Ik kneep mij zelf in den arm om dit dwaas visioen te verdrijven, dat ik nu toe schreef aan de nawerking van een half fleschje Ch&teau-Latour, dat ik aan het buffet in de stations-koffiekamer had ge dronken. Ik kneep zoolang tot ik het wel had kunnen uitgillen van de pijn maar de drukking van den voet bleet bestaan. Daar ik nu overtuigd was, dat er eene vergissing noch inbeelding in het spel was, ofschoon ik er niets van begreep, begon ik zacht, maar vastbesloten den voet terug te duwen, die zich tegen den mijne wreef. Eenige seconden later had de geheimzin nige zijne plaats herwonnen en ik verdiepte mij opnieuw in allerlei gissingen. Laat zien Laat zienLaat ik eens mijn verstand gebruiken. Zoo aanstonds zal het zich wel op eene hoogst natuurlijke wijze oplossen en ik zal stellig de eerste zijn om over dit avontuur te lachen. Maar hoe ik ook naar eene oplossing zocht, ik vond haar niet. Meer en meer drong zich zelfs de zekerheid aan mij op, dat daar tegenover mij een reiziger zat en dat de voet, die mij zoo onaangenaam bezig hield, de zijne was. Maar ik had toch niemand gezien Wel ders van de eene of andere fabriek of industrie-tak door den werkgever in hun rechten belangrijk worden verkort, of wan neer de economische toestanden zich in die mate gewijzigd hebben dat de verbetering van hun arbeidsvoorwaarden noodzakelijk is en de werkgevers verzuimen uit eigen be weging tot verbeterde wijziging dier voor waarden over te gaan, dan is het de taak der arbeiders hun patroons op de bestaande fouten te wijzen en op hun recht of verbetering aan te dringen. Mochten nu de onderhandelingen daaromtrent zonder resultaat blijven, terwijl aangetoond of op redelijke gronden verondersteld kan worden, dat de patroons wel degelijk in staat zijn de gewenschte verbeteringen te verschaffen, zonder werkelijk gevaar voor ondergang der zaak, dan zouden wij voor 'toogenblik de zaak op zichzelve zonder verdere nevenom standigheden beschouwend, het volste recht hebben onze voorwaarden door werkstaking at te dwingen, want dan is het geen strijd tegen onmacht, doch een strijd tegen onwil. Daartegenover staat weer, dat, om in zoodanig geval tot werkstaking te mogen besluiten, er werkelijk uitzicht moet be staan op overwinning, want zou men zonder dit vooruitzicht den oorlog verklaren, dan zou dut gelijk staan met blindelings den dood in de armen te loopen. Een kleine Staat b.v. kan in sommige gevallen in het volste recht tot verzet zijn tegenover een veel grooter en machtiger Rijk, en zou nu die kleine Staat op grond van zijn recht dien machtigen Staat den oorlog verklaren, dan zou dit, ondanks het gewettigde der oorlogs verklaring, noodzakelijk moeten uitloopen op eigen nederlaag. En zoo onbezonnen zal en mag men niet zijn. Dit wil nu niet zeggen dat men zich in zoo'n geval altijd lijdzaam aan de veron gelijking moet onderwerpen; neen, de diplo matie in dit geval de bewerking der publieke opinie kan ook nog diensten bewijzen, en langs dien weg zou nog kunnen had de trein, sedert wij Parijs verlieten, driemaal kunnen ophoudente Aubrais, te Blois en te Tours, zonder dat ik wakker werd, maar ik sliep gewoonlijk zoo vast niet of het plotseling openrukken van het portier en het binnentreden van een reizi ger, die vlak tegenover mij plaats nam, zou mij hebben gewekt. Toch moest het ditmaal gebeurd zijn, want de man zat tegenover mij en ik voelde zijn voet tegen den mijne. Wat zou hem toch in 's hemelsnaam bezielen, om zoo vrij postig zijn laars tegen de mijne te wrijven. Het is stellig een man en wel iemand, die steelsgewijze in den trein heeft plaats genomen, terwijl deze in volle vaart was juist 1 Maar met welk doel Natuurlijk voert hij weinig goeds in zijn schild. Men is zoo geheimzinnig niet, wanneer men geen kwaad in den zin heeft. Daar valt mij iets inDit uitgedoofde licht, is dat niet een nieuw bewijs van de juistheid mijner vermoedens. Eerst meende ik. dat het enkel de schuld was van de spooi wegbeambten, die verzuimd hadden de lampen te vullenmaar is het niet veel waarschijnlijker, dat de lamp moedwillig is uitgedaan, met het misdadige oogmerk, in verkregen worden, wat langs den weg van werkstaking niet te bereiken is. Maar gesteld dat de kans tot overwinnen zeer gunstig staat, zoodat men zonder groot gevaar voor nederlaag tot werkstaking kan overgaan, dan vooral heeft men nog veel dingen in acht te nemen, die, helaas, maar al te dikwijls worden voorbij gezien. Voor eerst moet een algemeen overleg vooraf gaan, waarbij niemand der betrokken per sonen opzettelijk mag worden uitgesloten; het voor en tegen wel overwogen, en met elks meening rekening gehouden worden. Besluit men nu tot staking, dan kan de zaak gezond zijn. Maar nu kan van af den beginne eene minderheid zich tegen de staking ge kant hebben, met de verklaring zelfs dat zij die minderheid in geen geval daaraan wil meedoen; dan staat men voor een feit dat voorzichtigheid vordert. Zet men ondanks die verklaring toch tot staking door, dan moet men rekening houden met het niet meegaan dier minderheid en overtuigd zijn zonder haar hulp toch te kunnen overwinnen. Maar in geen geval mag men dan die min derheid dwingen mee te doen aan een sta king, waartegen zij zich van den beginne af is blijven verzetten. Ziet men geen kans te overwinnen zonder de hulp dier minder heid, dan is dit een bewijs dat de toestand niet gunstig is voor werkstaking. In bijzonderheden zjjn er nog vele geval len waarmee men rekening moet houden, maar deze zijn niet in 't algemeen te om schrijven en moeten beoordeeld worden bij elk voorkomend bijzonder geval. Dat is echter eveneens een algemeene waarheid, dat men nimmer eene werksta king mag ondernemen, wier voordeelen niet kunnen opwegen tegen de daaruit ontstane nadeelen. Dit alles resumeerende, is het dus onze meening dat wij wel degelijk mogen mee doen aan werkstaking, op voorwaarde echter, dat; lo. alle meer vredelievende middelen tot vergelijk zonder vrucht zijn aangewend het duister eene misdaad te plegen? Ik weet wel, dat men den ballon van binnen niet oplichten kan, maar zoo iemand is tot alles in staatin een gunstig oogenblik is hij zeker op den wagen geklommen en heelt de vlam uitgeblazen. En daar zat hij nu, die man, die ellen deling, die moordenaar! Alvorens zich op mij te werpen, moet hij eerst door eene bescheidene aanraking zekerheid hebben of ik wel vast genoeg slaaphij wil het zich gemakkelijk maken en mij in mijn slaap overvallen. Na die zaak met Barrême hoort men veel meer dan vroeger van aanslagen op reizigers in den trein. Laatst nog waren de nieuwsbladen vol van een ijselijken moord, die bijna onder dezelfde omstandigheden werd volbracht, als waarin ik mij nu bevind. Al deze gedachten doorkruisten mijn geest, want hoezeer ik ook onder den onaange- namen indruk mijner positie verkeerde, toch bleet mijn geest volkomen helder. Alleen kon ik het maar niet met mij- zelven eens worden, hoe ik mij uit dezen neteligen en gevaarlijke toestand zou redden. Toch rnoest er eene keus gedaan wor den en wel liefst zoo spoedig mogelijk, NIEUWE SCHIEOAIHSBHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 1