Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 18de Jaarg. Dinsdag 15 Januari 1895. No. 5091. bureau "góofersfraaf 50. I Bijna vermoord. PRIJS TAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1-50 Franco per post door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nommers0-05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0-60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. ALGEMEEN OVERZICHT. 14 Januari '95. In den Rijksdag te Berlyn werd Zaterdag de behandeling der Umsturzvorlage ten einde gebracht. Met groote meerderheid Verwees de Rijksdag het ontwerp tegen de omwentelingspartijen naar de commissie. In den loop van het debat verklaarde de Rijkskanselier, dat er voor het welzijn der Werklieden verder zou gezorgd worden, doch hier gold het een strijd tegen internationale en sociale vergrijpen, en daarbij zouden de regeeringen den steun der natie, naar te hopen was, ook van eene meerderheid in den Rijksdag, vinden. levendige bijval rechts.) De minister van oorlog en de minister Koeller protesteerden tegen de aanvallen der socialisten, op het leger en de politie. Volgens het Berliner Tagéblatt maakten de afgevaardigden in den Rijksdag uit prins Hohenlohe's woorden op, dat de Keizer den Rijksdag zal ontbinden, indien het wets ontwerp wordt verworpen. Het Berlijn- sche blad gelooft dat echter niet. Tenmin ste uit eene bron welke doorgaans goed is, verneemt het Tagéblatt dat de regeering in de verwerping van het wetsontwerp zal berusten. Vermoedelijk zullen de bedoelingen der regeering ten dezen opzichte wel blijken, zoodra de beraadslagingen in de commissie een aanvang hebben genomen. De Duitsche Rijkskanselier, prins Hohen- lohe, is met zijn zoon eergisteren te Frie- drichsruhe aangekomen. Aan het station bevonden zich graal Herbert von Bismarck en graaf Rantzau, de schoonzoon van den oud-kanselier, om de gasten te ontvangen. Daarna reed men naar Bismarck's buiten verblijf. Na een déjeuner onderhield Bis marck zich geruimen tijd met den kanselier. Daarna had een familie-diner plaats. Na het diner vertrok prins Hohenlohe weer Feuilleton. 2) (Slot.) Eer ik dien noodrem nu in de duisternis al tastende gevonden had, eer ik den tijd had een portierraampje te verbrijzelen en aaD den ring te trekken, en vooral eer de machinist den sneltrein in zijne vaart kon stuiten en men mij ter hulpe kwam, ware ik reeds twintigmaal gedood. Zocht ik daarentegen door mijne hulp kreten de aandacht mijner medereizigers in het volgende compartiment te trekken gesteld, dat er reizigers waren., wat ik vol strekt niet wist dan zou ik immers slechts de ontknooping verhaasten. Ik kon, wel is waar, plotseling den voet van den moordenaar terugstooten, hem mijne reisdeken over het hoofd werpen als ik maar precies wist of deze links of rechts lag en het portier openrukken en langs de loopplank het volgende rijtuig bereiken naar Berlijn. Heden zal ook graaf Herbert naar de hoofdstad terugkeeren. De Kamer van afgevaardigden te Parijs hield Zaterdag eene zeer bewogen zitting. Rouanet werd de Kamer uitgezet, of, om in parlementairen stijl te spreken, heeft de censuur, met uitsluiting, veertien vergade ringen lang, van het recht om in het Palais Bourbon te verschijnen, op zich zien toe passen. De begrooting van het Legioen van Eer was aan de orde. De sociaal-democra tische afgevaardigde kwam nu op de tribune verklaren, dat hij een vroeger ingediend amendement terugnam, omdat het eigenlijk een uitvloeisel was van zijne vóór het Kerstrecès door de Kamer verworpen motie, welke motie aan de Regeering verzocht beter toe te zien op hare benoemingen in de nationale orde en de schrapping van onwaardige ridders te willen bevorderen. De houding van den minister van justitie, bij gelegenheid van het verwerpen dei- motie door de Kamer, was eene aanwijzing voor hem, dat de Volksvertegenwoordiging niet bij machte was om openlijk een getui genis te geven van haar probiteit. Van alle kanten verhieven zich nu ge schreeuw en protesten van leden die opge sprongen waren. De Voorzitter verzocht den spreker deze uitdrukking, welke eene beleediging inhield voor de Kamer, terug te nemen, anders dreigende met de censuur. Rouanet wilde quasi zich nader verklaren, maar Brisson sneed hem daartoe de gele genheid at door zijne vraag te herhalen «Mijnheer Rouanet, wilt gij de gewraakte uitdrukking terug nemen, ja dan neen Aldus genoodzaakt zijnde een direct ant woord te geven, verzekerde Rouanet niets terug te willen nemen van hetgeen hij ge zegd had. De president zou dus art. 124 van het oude reglement gaan toepassen, toen Millerand het woord kreeg. In een kort maar scherp woord van ver weer, dat niet zonder protesten van den Voorzitter passeerde, verklaarde hij, met eene toespeling op de zinsnede welke de Figaro Donderdag-ochtend gegeven had, dat de Kamer Rouanet zou kunnen uitzetten, wanneer zij eerst had doen heengaan uit haar midden de personen, die het voorwerp zijn van de nasporingen des rechters van instructie. «Anders zal de openbare meening zijn met hem, en niet met u lieden."Bris son antwoordde hierop, dat de Kamer geen kennis kon nemen van beleedigingen, welke haar buiten de vergaderzaal werden aan gedaan, en de censuur werd uitgesproken. Rouanet ging dadelijk heen. Le tout Mazus, waarvan de couranten beginnen te spreken zóó uitgezocht wordt het in de Mazas-gevangenis vereenigde ge zelschap heeft weer eene nieuwe aan vulling gekregen. De directeur der Societé nicoise de transports maritimes, Jules The- venet, en de administrateur dier maatschap pij, Bourdonny d' Uclesio, zijn in hechtenis genomen. Thevenet is ridder van het Legioen van Eer. De arrestatie is gevolgd opgrond van eene betaling met aandeelen der Nicoise, welke bij de inwisseling bleken met oppositie belegd te zijn. Er wordt gezocht naarFer- rier, directeur van het technische blad La voie ferrée. Nadat de beruchte nieuw gekozen afge vaardigde Gérault-Richart Vrijdag van uit de gevangenis een manifest had uitgevaar digd, verscheen Zaterdag een zelfde docu ment van de sociaal-democratische Kamer- groep. Vier-en-veertig leden hebben het onderteekend, onder wie Mirman, maar diens naam is, vervangen door «eerste kiesdistrict van Reims, het district waarvoor de soldaat afgevaardigde zitting heeft. Deljante, Tabe- rot en Groussier worden ook ditmaal onder de onderteekenaars gemist. In het manifest, dat heftig is gesteld, wordt eene toespeling gemaakt op hetgeen de Figaro te lezen gat op den ochtend van de stemming over de vrijlating van Gérault-Richart. De poli tieke afdreiging zoo heet het van den president Perier vult de financieele af dreiging aan, waaraan de gouvernementeele pers zich schuldig maakt. Verder wordt er de verzekering in gegeven, dat de onder teekenaars bij elke gelegenheid in de Kamer tegen de gevangenishouding van Gérault- Richard zullen protesteeren. De minister van openbare werken, Bar- thou, heeft bij president Casimir Perier zijn ontslag ingediend. De minister nam dit besluit wegens de beslissing van den Staats raad, die, betreffende het geschil over den waarborg door den Staat te verleenen aan de spoorwegmaatschappijen, de regeering in het ongelijk stelde. (Deze zaak betrof het geschil tusschen den Staat en de Compagnie d'Orleans et du Midi. De con clusie van den Staatsraad luidde«De be slissing van den minister wordt vernietigd en de Staatsraad wordt veroordeeld tot betaling der kosten." Voor de regeering pleitte advo caat Berier, voor de maatschappij de heer Derim. De toestand in Italië blijft steeds onver anderd. Te Rome is het gerucht in om loop, dat reeds dezer dagen het decreet des Konings tot ontbinding van de Kamer kan worden verwacht. De heer Crispi, die *)or het huwelijk zjjner dochter met prins Linguaglossa naar Napels was vertrokken, is te Rome teruggekeerd. Bij zijn vertrek uit Napels deden vele vrienden den minister uitgeleide, terwijl tevens eene talrijke volks menigte aan het station was samengekomen om den minister eene ovatie te brengen. De gewezen gezant te Parijs Ressmann is nu ook te Rome. De heer Ressmann bracht reeds spoedig na zijne aankomst een bezoek op het Quinraal, waar hij een lang durig onderhoud had met den Koning. Heden zal de diplomaat door Crispi worden Maar vooreerst was dat voor een onge oefende uiterst gevaarlijk in de duisternis de geringste mistred wierp mij op de rails en het was meer dan waarschijnlijk, dat de snoodaard mij zou treffen, uit vrees voor zijn eigen leven. Hij hield stellig reeds het mes in de vuist geklemd. En ik had niet dan een zeer klein zakmesje om mij te verdedigen. Mijn eenig wapen, eene onschadelijke parapluie, lag boven mijn hoofd in het net, dus buiten mijn onmiddellijk bereik. Een middel bleef mij over, een krachtig en afdoend middel! Ik kon mij op den moordenaar werpen en hem bij de keel grijpen. Ik had kans hem te overvallen, want hij waande mij vast in slaap. Zoodra hij buiten staat was zijn mes te gebruiken, zou ik hem stellig zoolang kun nen vasthouden,'totdat men op mijne kreten ter hulp zou zijn gesneld. Deed hij maar eene poging om weerstand te bieden, dan was ik vast besloten hem zijn wapen te ontrukken, hem dat in de borst te drukken, als ik hem niet reeds met de handen had geworgd. Wel is waar had ik geene herculische gestalte, maar de opgewondenheid en de angst, waarin ik verkeerde, zouden mijne krachten verdubbelenik zou mijn leven duur verkoopen. Ik gevoelde den moed om met wien ook te vechten. Komaanhet moest geschiedenhoe eer der, hoe beter dus. Maar wat is dat? Op het oogenblik dat ik mij op hem wil werpen, zink ik machte loos op de bank terugik kan geen lid verroerenhet is of ik plotseling ben ver-j lamd. Ik voel mijne leden niet meer in dezen onbeschrijflijken toestand van machteloos heid, die mij hulpeloos aan mijn moordenaar overlevert. Een ding voel ik duidelijk; de verwenschte voet bleef zich tegen den mijne schuren en ik meen zelfs den adem van het monster te voelen. Ik wist niet dat ik zoo'n bloodaard was Ik was toch meer dan eens in ernstig ge vaar geweest en ik had altoos mijne tegen woordigheid van geest bewaard. Maar dan zag ik het gevaar, ik wist met wiens of wat ik te doen had. De duisternis, het on zekere, het geheimzinnige verlamde mij thans. Hoe menig dapper soldaat beeft op het minste gerucht, wanneer hij des nachts een duister woud doorgaat, of wanneer hij zich op klaarlichten dag alleen bevindt in de sombere gewelven van eene verlatene kerk. Helaas er valt niet tegen te redeneeren. Ik riep te vergeefs al mijne koelbloedig heid te hulp. Ik kon mijne machteloosheid niet van mij afschudden en de tijd verliep. Eindelijk na tal van pogingen slaagde ik er in éen arm op te tillen en dien onder de bank te schuiven. Als ik maar het been van den snoodaard aanraak, dan zal die enkele aanraking voldoende zijn om de be- toovering te breken en mij de mactit over mijzelven te hergeven. Juist! zoodra mijne hand slechts den be- ruchten voet had bereikt, voelde ik onmid dellijk mijne krachten terugkeeren. Maar hoe zonderling -- het leder der laars, van een mannenlaars, geeft mee onder den druk mijner vingers, alsof er in die laars geen voet steekt. Ik betast haar minder omzichtig, ik zet mijn onderzoek voort, ik voel in de schacht en. Plotseling barst ik in een luiden lach uit. Het waren mijne laarzen, mijn eigene laar zen, die ik achteloos onder de bank had geschoven, toen ik mij daarop uitstrekte. Door de trillende beweging van den spoor trein en de helling van den waggon waren zij naar het midden gegleden en hadden zij tegen mijn voet aangestooten. Dat komt nu van al die akeligheden, die men tegenwoordig te lezen krijgt. NIEUWE SCHIEDAMSBHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 1