te stellen naar de anarchistische beweging in alle landen van Europa, dat hij daartoe te Parijs was geweest, in België enz. Jagol- kowski deelde den consul in vertrouwen mede, dat hij op de hoogte was van alle dynamiet-aanslagen te Luik, waaraan hij als politie-spion had deelgenomen. De hoofd commissaris van politie, dit vernomen heb bende, had toen posten uitgezet, om den flus op te vangen, als hij zich weer voor het consulaat zou vertoonen. Desgevraagd, verklaarde de heer Peters, dat de consul hem geene goed- of afkeu ring omtrent het gedrag van den pseudo- baron had te kennen gegeven; de consul had geweigerd zijn paspoort af te teekenen of hem eenigen onderstand te verstrekken. Of de Amsterdamsche politie het dan niet vreemd vond. dat de consul niet dadelijk de justitie verwittigd had? Dat weet ik niet, antwoordde de heer Peters, de hoofdcom missaris heeft mij daaromtrent zijn oordeel niet te kennen gegeven. (De Russische consul te Amsterdam is zelf als getuige voor het Luiksche gerecht gedagvaard, maar hij heeft geweigerd te verschijnen, zich beroepende op zijne diplo matieke vrijheid.) Een Poolsch scheikundige werd daarna gehoord. Deze getuigde, dat de Rus les van hem had willen nemen in het vervaardigen van ontplofbare stoffen, maar hij weigerde Hij hield hem dadelijk voor een spion en waarschuwde zijne landgenooten, wat hem een dreigbrief van den baron uit Antwer pen bezorgde. Toen de aanslagen gepleegd werden, twijfelde hij niet of de Rus had de hand daarin. Hij dorst echter geen aangif te doen»wij, Russische onderdanen, zijn niet zoo vrij als gijlieden" (beweging). Juffrouw Senden, logementhoudster te Maastricht, blijkbaar zeer bang voor de terechtstaande anarchisten, getuigde dat Vliegen en Cornelissen gezamelijk met den Rus en twee Belgische anarchisten bij haar middagmaalden. De heer Dumoulin, winkelier te Maas tricht, herinnerde zich niet een doos ver kocht te hebben gelijk aan die welke hem werd getoond, en de heer Stein van Maas tricht kon zich niet herinneren op 1 Mei kruit te hebben verkocht. zeer ernstig bestreden,>iet alleen om de door hem ontwikkelde denkbeelden, maar ook, en vooral, omdat men meende dat hecht en Orde voor zich zelve uitsluitend katholieke candidaten moest stellen. Den heer Thompson werd vervolgens de gelegenheid gegeven zijn denkbeelden om trent het gemeentelijk beheer te ontwik kelen. Vooropstellende, dat hij bijna in alle gevallen zou medegaan met het eminente antirevolutionnaire raadslid dr. v. Staveren, verklaarde hij te willen streng zijn in be ginsel, maar welwillend in toepassing. Hij wil toegeven aan de belangen van den groothandel, maar tevens opkomen voor de belangen der onder zware lasten gebukt gaande kleine burgerij, den winkelstand en de kleine nijverheid. Hij wil er voor strijden, dat alle groote werken in ons land, zoo mogelijk in onze stad worden vervaardigd. Spr. verklaart, in den Raad twee partijen te zullen ontmoeten, met welke hij in veel gevallen wel zal kunnen medegaande radicalen, met wie hij zal trachten te komen tot een proportioneel schoolgeld, doch niet op den grondslag onzer inkomstenbelasting, waarvan Rotterdam zich zal trachten te bevrijden, en de liberalen, welke hij, door hun welwillend het jegens de Katholieken gepleegd onrecht onder de oogen te brengen, hoopt te overtuigen dat ook aan ons recht moet geschieden. Zijn rede werd daverend toegejuicht, en zeker is zijn keuze een gelukkige, zoo niet de gelukkigste te noemen. Er werden nog eenige andere candidaten genoemd, maar de vergadering proclameerde met algemeene stemmen de vijf bovenge- noemden. Ten slotte werd besloten, dat in het ver- vo|g bij gemeenteraadsverkiezingen zal ver gaderd worden tot het opmaken van een gros. De ingenieur van 's rijks waterstaat, de provinciale hoofdingenieur en de ingenieur van Delfland, hebben dezer dagen van Ter Heiden uit tot voorbij Scheveningen den toestand van de zeewering opgenomen in verband met de beraming der noodige voor zieningen. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Schiedam, 24 Januari 1895. Het zoogenaamde Brandpad achter de Huizen aan de Hoofdstraat moet bij den hoogen vloed op gisteren weder veel te wenschen hebben overgelatenmen deelt ons mede, dat het pad onbegaanbaar was te noemen. De stand van het water aan de Hoofd straat was, naar men ons mededeelt, gisteren als volgt: 48 centimeter lager dan in 1894. 26 1889. 11 1877. 21 1825. Uit Rotterdam wordt aan de Tijd ge schreven De R. K. kiesvereeniging Recht en Orde vergaderde gisteren-avond tot het stellen van candidaten voor den Gemeenteraad. Besloten werd, dat Recht en Orde zou stellen vijf candidaten en overnemen van de beide antirev. kiesvereenigingen acht candidaten. Voorgesteld waren de beide leden van den tegenwoordigen Gemeenteraad, de heeren W. J. Kraemer eri dr. H. J. Sleurs, en als nieuwe candidaten de heeren mr. C. F. A. Hoogeweegen, mr. J. Mascheck en J. W. Thompson, allen katholiek, en de heer W. Brandsma Johz., liberaal. Deze laatste werd, op verzoek van eenige leden, in de gelegenheid gesteld zijn denk beelden te ontwikkelen. Hij verklaarde zich voor een zuinig beheer bij gemeentewerken, voor proportionneel schoolgeld, maar noemde de gemengde openbare school zijn illusie. Nadat de heer Brandsma zich verwijderd .had, werd diens candidatuur door veel leden BINNENLAND. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag 23 Januari. In deze zitting ving de algemeene beraad slaging aan over de wetsontwerpen tot voorziening in de huishouding der Friesche gemeenten Opsterland en Weststellingwerf. De heer Goeman Borgesius trad in eene geschiedkundige beschouwing om I aan te toonen, dat art. 144 4e der Grond wet aldus is geredigeerd, omdat de geheele Kamer wilde, dat de eindbeslissing over het bestaan van grove verwaarloozing zou zijn bij de wetgevende macht, en dat niet de regeering moet beslissen over het bestaan van grove verwaarloozing. Spr. meent, dat grove verwaarloozing niet is af te leiden uit het feit, dat er geen begrooting is. De weigering om eene begrooting vast te stellen naar den wensch van Ged. Staten, berust op goede grondende armenzorg kan niet lager worden gesteldde hoofde lijke omslag kan niet hooger en de huis houdelijke kosten zijn allerminst overdreven. Hij moet de aanneming der ontwerpen vooralsnog ontradenbij verwerping zijn andere middelen om de begrooting sluitend te maken, zeer wel mogelijk. Bij aanneming zullen ook groote moeilijkheden ontstaan de vermeerdering van oninbare posten zal ook vermeerdering van conflicten ten ge volge hebben. Waar de Kamer in hoogste instantie beslist, staat de minister er buiten. De beer Pyttersen verdedigde de autonomie der gemeentebesturen op het voetspoor van den heer Van Houten als Kamerlid. Van dezen minister had hij dit uiterste middel allerminst tegenover de Friesche gemeenten verwacht, welker draag kracht zeer is verminderd, terwijl de huis houdelijke uitgaven betrekkelijk weinig zijn toegenomen, fn levendige kleuren schetste hy den toestand in die streken tengevolge van gemis aan werk. De Gedeputeerde Staten en de Regeering zijn in gebreke gebleven de schuld te bewijzen van de gemeentebesturen. De hoofdschuldige is de Rijks-wetgever, die de belangen van de plattelandsgemeenten verwaardeloosde en te gelijk stelde met groote steden. Vooral ter zake van onderwijssubsidiën stelt hij de ernstige gevolgen van de ontwerpen voor de belastingschuldigen in het licht. Hij dringt er op aan, dat de Minister het votum der Kamer voorkome en op andere wijze in de dringende behoeften der gemeenten zal kunnen voorzien, door bijvoorbeeld bij uit zonderingswetten toe te staan de opcenten, op ongebouwde eigendommen te verhoogen. De heer dr. K u y p e r betreurde het, dat het votum niet is gevallen in zijn afwezig heid. Hij wilde zelfs den schijn van oppositie tegen de" Regeering vermijden. De slag moet by do kieswet geleverd worden, maar hij is verplicht tegen de ontwerpen te protes teeren op grond van de anti-revolutionaire traditie, die steeds de gemeentelijke auto nomie verdedigde, welke reeds te zeer is aangetast. Naar alle regelen van de uitleg kunde is art. 144 van de grondwet niet toepasselijk op deze gevallen en bedreigen deze ontwerpen sterk de rechten en vrij heden des volks. De heer De Beaufort (Amsterdam) verklaarde aan de wetsontwerpen zijn stem te geven, hoewel de noodzakelijkheid dezer uitzonderingswetten betreurende. In een welgeordenden staat moet het huishouden in goede orde zijn en kan men niet toela ten, dat het huishouden van een zijner onderdeelen in wanorde is. Waar die wan orde blijvend is, moeten Regeering en Kamer tusschenbeiden komen. De kern van deze zaak isZuilen de gemeentebesturen vast stellen de hoe-grootheid der subsidie van den Staat, of zal de Staat dit vaststellen En nu gelooft hij niet, dat hier eene meer derheid zal zijn, die zulk een macht aan de gemeentebesturen zou willen geven, want dan zouden de gemeentebesturen eigenlijk een deel der Staatsbegrooting vaststellen. Ging men dien weg op, dan zou het subsi die worden sluitpost van de gemeentebe- grooting. Spr. wees ten slotte op het gevaar eener verwerping dezer ontwerpen. De Regeering zou de verantwoordelijkheid voor zulk een beslissing niet kunnen aanvaarden. Hij zou de ontwerpen uit noodzakelijkheid aannemen. De heer A. M a c k y betoogde in hoofd zaak, zich verwerende tegen het betoog van dr. Kuyper, dat men ook als anti-revolutio- nair voor deze ontwerpen kan stemmen, omdat de bedoeling van art. 144 was, dat men voorzien wilde in een toestand, waarin het raderwerk der gemeente zou stilstaan, zooals hier werkelijk het geval is. Spr. zou deze wetten willen steunen om te zien of de zaak in der minne is te vinden, doch als hij er op let, dat de verwerping gelijk zou staan om de gemeenten het recht te geven het bedrag van de rijkssubsidie te bepalen, dan zou dit leiden tot de grootste verwarring en daarom kon hij tot de verwerping niet medewerken. Ook tiog daarom is hij voor deze wetten, omdat door algemeene regeling bij de Gemeentewet, zeker groote inbreuk op de gemeentelyke autonomie zou worden gemaakt. De vergadering werd daarna tot heden ochtend 11 ure gescheiden. tusschen Antwerpen en Rotterdam. Alsdan zouden er gesprekken kunnen gevoerd wor den tusschen Brussel en Amsterdam, tus schen Parijs en Amsterdam via Brussel en tusschen al de voornaamste plaatsen van België en Holland. Door de directie der Belgische Staats spoorwegen is, in overleg met de Nederl. Staatssp. en Holl. lJz. Spoorweg-Mij., be paald, dat vanaf 1 Februari a.s. de spoorweg kaarten voor heen en terug voor internatio naal verkeer drie dagen geldig zijn. Voor AmsterdamBrussel en verder gelegen •stations vier dagen, nl. de dag van afgifte en de drie volgende dagen. Met Paschen, Pinksteren en Kertmis zijn de kaarten voor alle plaatsen nog geldig den tweeden dag na die feestdagen, mits daags voor het feest genomen. De bepaling, dat de reis op Belgisch spoor niet mag worden onderbroken, blijft van kracht. Inzake den moord te Bussum moei Koel man eenige bekentenissen hebben gedaan Henrietta Momber blijft steeds hardnekkig ontkennen. De openbare behandeling voor de recht bank te Amsterdam zal waarschijnlijk einde Februari of begin Maart plaats hebben. HH. MM. de Koningin en de Koningin Regentes hebben respectievelijk f 100 en f 50 geschonken aan den landbouwer J. Schouwenburg te Strijen als tegemoetko ming in de door hem in den nacht van 22 op 23 Dec. jl. geleden stormschade. Den 22n Januari 1895 heeft H. M. de Koningin-Weduwe Regentes, in bijzonder gehoor ontvangen den heer Arturo de Baguer, ter overhandiging aan Hoogstdezelve zijner nieuwe geloofsbrieven in hoedanigheid van buitengewoon gezant en gevolmachtigd mi nister van Z. M. den Koning van Spanje bij het Nederlandsche Hof. Volgens gerucht zou bij het depart, van marine uit West-Indië een telegram zijn ontvangen, meldende, dat op het Nederl. marineschip Alkmaar, thans liggende ter reede Curasao, de gele koorts is uitge broken. Twee manschappen der equipage van dien bodem zouden reeds aan deze ziekte zijn overleden. Uit Den Haag verneemt de Gazet van Antwerpen, en wel uit een allerbeste bron, met de onderhandelingen tusschen Belgie en Holland voor het aanleggen der interna tionale telephoonlijn zeer krachtig voortgezet worden. Men hoopt eerlang de hand aan het werk te slaan en in de maand April gereed te zijn met de telephoonverbinding Verkoop van Reens' inboedel. Reens, de joodsche voorzitter der socia listische anti-belastingvereeniging, heeft gis teren zijn eigen inboedel onder den hamer zien komen. Hij houdt een koffiehuis met biljart in de Nieuwstraat, een zijstraat van den Nieuwendijk te Amsterdam. Dinsdag-och tend omstreeks 10 ure werd een begin ge maakt met het uitdragen van den inboedel om dezen te vervoeren naar het voormalig huis van bewaring aan den Heiligen Weg, waar op de binnenplaats de verkooping zou plaats hebben. Een sterke politiemacht was voor en in de woning geposteerd. Men slaagde er niet in het biljart naar behooren uit elkaar te nemen en zocht tevergeefs naar een deskundige. De moeilijkheden met het biljart (men wist buiten te vertellen, dat het aan den vloer vast gespijkerd was) hadden tengevolge dat het beslag op dit stuk werd opgeheven. Er was veel volk op de been dat joelend den tocht naar den Heiligen Weg medemaakte. In eene ver gadering Dinsdag-avond in Constantia ge houden, vertelde Reens, dat hij werkelijk zijn biljart had vastgespijkerd. Eene ontzettende menschenmassa ver drong zich Woensdag-ochtend in der. omtrek van den Heiligen Weg, die door de politie was afgezet. Hier en daar werden onder het opdringende publiek stompen uitgedeeld. Vele winkeliers hadden planken voor de ruiten laten spijkeren. De politie hand haafden de orde slechts met zeer groote moeite. De verkoop had echter geregeld plaats. De gewone trucs der anti-belasting- betalers baatten niet veel; er mocht niet minder geboden worden dan 25 cent en elk bieder moest telkens het bedrag depo- neeren. Voor elk stuk huisraad werd een serieus bod gedaan. Van de meeste goederen was Reens zelf kooper. Bij het transpor teeren van het gekochte werden vele be moeilijkt en de politie kon niet verhinderen dat eenige voorwerpen werden vernield. De zaal van Constantia was na den afloop van den verkoop te klein om alle belang stellenden te bevatten Reens voerde het woord over »de drukkende belasting." Hij gaf daarin zijn leedwezen te kennen, dat er er nog menschen gevonden werden, die zich als opjagers laten gebruiken. Verder deelde hij mede dat de verkochte goederen f129 hadden opgebracht, de belastingschuld was f 110 terwijl hij blijkbaar eenigszins uit zijn humeur was over den afloop. Onder zijne toehoorders waren partijgenooten uit Haarlem, Zaandam, Purmerend enz. Het door Reens teruggekochte werd met een groote verhuiswagen naar zijne woning teruggebracht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 2