Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Xrs rek mf«er"'welke 18de Jaarg. Woensdag 27 Februari J895. No. 5128. ISureau jJSofersfvaaf 50. w®gen :rr,tie :an zweden over Noor- Een IJs-Avontuur, fes 'ehoud^^utl^ h"d s» PRIJS VAN DIT BLAD: ^00r Schiedam per 3 maanden franco per post door geheel Nederland Wonderlijke Nommers ^kGEMEEN OVERZICHT. 26 Februari '95. err,su^'Sta"d in Noorwegen wordt steeds 2'ns geneiwri T'ng ®scar toont zich geens- en dezen o radicalen hun zin te geven, Nu beken J Va" hu" kantook niets toe. d°Cl>inent ,T geworden de inhoud van het derheid den 'eidfir der Storthingsmeer- den Koni gd en bevattend de door steide v "g aa" een radicaal Kabinet ge- betwijfeien ^aar en' ka" men de juistheid «tredingsmr de" K°ning toegedichte kan rnen i d°Ch geheel verwerpen Mril de sun; gerUcht niet Koning Oscar gebreid. Allo gehandhaafd, ja zelfs nog uit- boeten 60 Van doorwegen zouden °nderhatidelin W°rPen w°rden aan nieuwe Koning in 0Vpr?n met Zweden, waarna de de eindbeslissing8 met den Raad van State leto alles te niet6!)"11' m' W' doorzijn bevalt. Daartno a's bet bem niet eenvouditr m dö ^00rdsche Storthing Van 1860° w "r,enXTVerniet'gen het besluit recht wordt 1Ji 00rwegen het volstrekte °p te lossen 0g?end zelf die vraagstukken nig*nS niet uitdun,6 .in de akte van veree- Vr^gstukken heeten gemeenschaPPelijke v°orwaarden ^niet516611 op dergelijfce Satïlen te stellen ,!'achten een Kabinet geen regeerincr Wld Gr °P d'en grondslag 0,i 'W.. is ttleer tegen den Reemng kant z'ch meer en boogachtig n- g en ri°emt zijn eischen Keven leider trachtte den conserva- roaar Weder ang over te halen om dan *aar dezeLdZ bewind te bliJven, Ilagaanvrage in te6 f".^e,gerde ziJ" ont- bokerzijde heelt daaro'n hT' De radicale ^en tot een overl» P lnit»atief geno- gezamenlijk ef™td° conser™tieven, Koning te dnnn 'aatsten stap bij den radicale meerderh! bmet met «ene tornen d6r ln zake de Unie catie ten 1 'sKonings abdh 0s-r, dieTo T ZiJ" tWeed6n Verspeeld door ziit," ZWeden heeft zijn huwelijk met een meisje PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten i) gedeelte ik'in het noordelök faken hebbende ruim! kreenigde Staten), j'^'deraen, nr.'- 'oer t maakt« ik het !fe Keunebech schaateen W ffe fia«» heldere a,03 fl,' ëfi "Selegd J6 "1!'™ »P de sctioone rife toen ik aan een kleinen stroom van burgerlijke afkomst, wordt evenzeer besproken als de mogelijkheid op de ver kiezing van prins Waldemar van Denemarken tot koning van Noorwegen. De naaste toekomst zal wellicht reeds leeren of de Scandinavische Unie al dan niet wordt opgelost. De wetgevende arbeid is in Engeland in vollen gang. Na het adres van antwoord, met de talrijke amendementen, welke daarbij door de oppositie zijn ingediend, door het Engelsche Lagerhuis is afgehandeld, komen de andere wetsontwerpen, welke Lord Rose- bery in de troonrede heeft aangekondigd, aan de orde. De minister van binnenland- sche zaken, de heer Asquith, heeft heden reeds het wetsontwerp betreftende de schei ding van Kerk en Staat in Wales ingediend en tevens vraagt de minister voor Ierland, de heer John Morley, dat het Lagerhuis zal besluiten om, terstond na de afdoening dezer wet, de Iersche land-bill aan de orde te stellen. Vermoedelijk zal men derhalve reeds spoedig meer zekerheid verkrijgen betreffende den politieken toestand in Engeland. Niet alleen de tegenstand der Tories en Unionisten, maar ook de griep, die te Lon den in hevige mate blijft heerschen, belem mert nog steeds den voortgang der parlemen taire werkzaamheden.Lord Rosebery,ofschoon aan de betere hand, moet nog steeds het bed houden en ook de heer Balfour, de lei der der censervatieven in het Lagerhuis, is nog niet zoo ver hersteld, dat hij weer aan de discussies kan deelnemen. Bovendien zijn vele afgevaardigden, tot verschillende par tijen behoorende, ziek, zoodat de regeering bij de behandeling der aanhangige wetsont werpen met deze algemeene malaise onder de Parlements-leden wel rekening moet houden. Eene belangrijke rede door Keizer Wil helm ter gelegenheid van het jaarlijksch feestmaal van den Brandenburgschen Land dag uitgesproken, houdt[in Duitschlandalle aandacht bezig. De agrariërs hebben het weder moeten ontgelden. Wel beloofde de Keizer alles te zullen doen wat in zijne macht was, om den landbouwers ter wille te zijn, »maar te veel mogen zij niet ver wachten en zeker mogen zij niet hopen op kwam, die in den grooteren uitliep. Ik reed dit nieuw water op, langs struiken en hees ters, die, dicht in elkaar gegroeid, een eeuwig groen prieel vormden, schitterde door den ijzel. Wel zag het er van binnen donker uit, maar ik was jong en onbevreesd, en toen ik naar het woeste woud tuurde, dat aan de boorden van den stroom groeide, lachte en schreeuwde ik, in de vroolijkheid mijns harten. Mijn luid »hoeraklonk door het woud, en ik bleef naar de echo luis teren, die herhaalde malen weerkaatste, tot alles stil was. Plotseling rees er een geluid op, dat van het ijs onder mijn voeten scheen te komen. Het was lang en vreeselijk, en eindigde met een luiden gil. Ik verbleekte. Nooit te voren had ik zulk een geluid ge hoord. Zoo wild en te midden van zulk een woeste plaats, scheen het mij toe alsof een vijand een geluid had voortgebracht, op een helsche trompet. Nu hoorde ik de takjes de verwezenlijking van utopiën". Geen stand kan verlangen op kosten van andere standen bevoordeeld te worden. Het is de plicht van den vorst de belangen van alle standen te wegen en met elkaar in evenwicht te brengen. Dezer dagen is nu ook bekend geworden, dat de Keizer tegen Von Ploetz den voorzitter van den Duitschen land bouwersstand moet gezegd hebben, dat hij den toestand in andere landen had laten onderzoeken en dat hem o. m. gebleken was, dat men in Frankrijk waar een hoog invoerrecht op koren bestaat, even onte vreden was als de Duitsche landbouwers tegenwoordig. Het is dus wel te begrijpen, dat de agrariërs bevreesd beginnen te worden, dat ze ondanks al hun agiteeren hun zin niet krijgen. Niet alleen de liberale bladen, maar ook de nationaal-Überale Kölnische Zeitung be tuigen hun instemming met dat tweede krachtige protest, door den keizer tegen de beweging der agrariërs uitgesproken. De Kölnische Zeitung noemt 's Keizers rede een Kaiserliclies Malmwort dat de agra riërs wel ter harte dienen te nemen. Het Keulsche blad vindt in deze rede opnieuw aanleiding om te protesteeren tegen het streven der agrariërs, wier overmoed steeds grooter wordt. Keizer Wilhelm heeft zeker een goed werk verricht door aldus opnieuw openlijk te verklaren, dat hij er niet aan denkt, de eischen der agrariërs in te wil ligen- Van de aanneming van het voorstel van den heer Von Kanitz tot invoering van een graanmonopolie in Duitschland kan nu in het geheel geen sprake meer wezen. De politieke crisis in Hongarije zal waar schijnlijk nog vooreerst niet worden opge lost. De regeering heeft althans besloten de behandeling der beide kerkelijke wets ontwerpen eerst den 18n Maart in de Mag- natenkamer aan de orde te stellen. Intus schen blijft de politieke verdeeldheid aan houden. Het is nu zeker, dat de pogingen volkomen zijn mislukt welke de minister president, baron Banfly, heeft aangewend om de nationale partij en haar leider, graaf Apponyi, voor zich te winnen. Graaf Apponyi stelde eischen, welke baron Banffy niet kon inwilligen, zoodat de regeering voortaan niet meer op den steun van deze fractie behoeft te rekenen. Bovendien wordt het Kabinet nog verzwakt door de verdeeldheid, welke onder de radicalen ig uitgebroken. Een gedeelte dezer partij blijft wel-is-waar onder leiding van den heer Just genegen de libe rale hervormingen van het Kabinet te steunen, maar de meerderheid, onder lei ding van den katholieken afgevaardigde Ugron, is voornemens zich bij de oppositie aan te sluiten. De toestand van Wekerlé's opvolger blijft derhalve nog steeds hachelijk. In draadberichten uit Spanje wordt ge meld, dat er ernstige lijdingen uit Cuba zijn ontvangen. De overheid op Cuba heeft zich verplicht gezien krachtige maatregelen te nemen en de grondwettelijke rechten te schorsen, teneinde aan de heerschende geest van bandeloosheid en het werk der onrust stokers een einde te maken. De partij der constitutioneele unie heeft aan de regeering hare medewerking toegezegd. Er is gisteren te Madrid een buitengewone ministerraad gehouden. Betreffende den Staat van zaken in Egypte zijn te Londen nog eenige nadere berichten ontvangen. De Khedive gaf Zondag ten paleize een bal, waar ook de commandant der Engelsche troepen, generaal Walker, aanwezig was Abbas-Pacha deelde den gene raal mede, dat hij voornemens is Woensdag aanst. de revue bij te wonen, welke de Engelsche soldaten dari zullen houden. Men ziet daarin het bewijs dat de Khedive van verder verzet afziet. Den volgenden dag had lord Cromer, de Engelsche gezant eene audiëntie bij den Khedive. Abbas-Pacha verzekerde den gezant, dat hij er niet aan denkt, op het ontslag van Nubur pacha aan te dringen. Men beschouwt nu te Londen het gevaar voor ernstige moeilijkheden aan den Nijl voorloopig weer als geweken. Van het oorlogstooneel in China is er weinig nieuws. De Japanners zetten hunne krijgstoerustingen voort. Nu weer wordt aan de Times gemeld, dat toebereidselen worden getroffen voor eene nieuwe expeditie waarschijnlyk tegen het eiland Formosa gericht. Wellicht wordt voor dien tijd reeds de grondslag gevonden voor het aanknoopen der vredesonderhandelingen, want het schijnt zoowel den Japanners als den Chineezen nu ernst te zijn met hun streven, om een einde aan den oever breken, als door den tred van eenig dier, en het bloed stolde mij in de aderen. Echter voelde ik mij aanmer kelijk verlicht, toen ik merkte dat ik met aardsche en niet met helsche dingen te doen had, zooals ik eerst had gemeend. Mijn wilskracht keerde terug ik keek rond naar een middel tot veiligheid. De maan scheen door de opening, door welke ik in het woud was gekomen, en dezen uitweg als het beste middel beschouwende tot ontsnapping, schoot ik er als een pijl naar toe. De afstand bedroeg slechts eenige meters en de zwaluw zou ternauwernood den wanhopigen spoed mijner vlucht over troffen hebben. Toen ik echter mijne ooo-en naar den oever wendde, kon ik twee don kere voorwerpen door het kreupelbosch zien doordringen, doch veel sneller dan ik. Aan hun grooten spoed en het korte gehuil, waarmede zij nu en dan de stilte afbraken, bemerkte ik opeens, dat het de zoozeer gevreesde grijze wolven waren. Ik had deze dieren nog nooit ontmoet, maar ik had niet veel pleizier, kennis met hen te maken, naar de beschrijving, die ik ervan gelezen had. Hunne ontembere'wreed- heid en verbazende sterkte, die een deel schijnt uit te maken van hunne natuur, maakt hen tot voorwerpen van vrees voor eiken reiziger, die in onbewoonde streken door duisternis wordt overvallen. Met on verdroten ijver, in onvermoeiden draf, ver volgen zij hun prooi, en niets dan de dood kan hen ervan scheiden. De stiuikeri, die den oever omzoomden, vlogen met de snelheid des bliksems voorbij, toen ik, de eene schaats na de andere neer zettende, voortsnelde. (Slot volgt.) NIEUWE SGHIEOAMSCHE COURANT - 0.05

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 1