Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 18de Jaarg. Zondair 3 Maart 1895. No. 5132. bureau *gj&oter&tvaat 50. EEBSTL blad. Aaa zijn. plicht getrouw. Parijsche Kroniek. Feuilleton. zonn^e^i! 26" dezer een prachtige, oosten winó graS' Janimer dat de noord- had men v.°g Wat onSastvrij woei, anders 5iet Siberië gew^d *T jaar e al sedert b d' ,De vastenavond, ^as afppr, Jaien gestadig in vroolijkheid vat, de ConfT' SCden het verschijnen 4 vier laren T de serPentins, dat is drie kieine zaken' 6r aan het vvinnen. Wat hebtienjy S°mS £roote gevolgen kunnen schijtjes 16 Teelkleurige ronde papieren door een ton ,olletjes lint hebben als aard der pl8^ denindomnielenden lustige e'kander Jf'T! Wakker §eschud- Hat gezicht ot on !i f onschadelijks in het wederkeer!» W6rpen en het zetnpje afve»en F met een PaPieren be- di8s> dat men vemLT kinderliJk on£chul" 2ulk een verb»7o i staat' dit vermaak Het is onmogelijk f 0pgang gemaakt heeft. na schatten welke °pdu/zenden avond od dn k namiddag en banden dn Men®ohen uit alle a's gepakte u&r°0te bou'evards en pleinen de halcons en uit de Wljl yan dames, heeren vensters der huizen, Pentins Zn Lki"dere" de takken der no» ,eUlen over de zwarte ontwaakte h Ult kunne winterslaap dien da! 1 SHngeren> en he« voor schenen0d d^'T l d°°r de lieve zon be" idealische lent ri astiscbe hoornen eener liep !?te d°e" felÜken- -s Avonds het verkepr in de cordetti, en de groote boEa"dsttlihLrnibUS °P tnaatre»el welt., gestremd, een Vorkomen heeft Ve^ °"gelukken en standjes "tornden ,Q„ ;t Reclame-wagens en ver- en au ""nder dan de vorige jaren Pen. e^JS 1>0gal 2°nder ongevallen afgeloo- den hoe'-" kwaj°n?ens' welke aan -k Van de rue Lafayette en de rue - 0.05 PRIJS TAN DIT BLAD: !°°r Schiodam per 3 maanden lanco per post door geheel Nederland Aizonaeriijke Nommers PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. 3) Eer {Sl0L) hadden GwiitlHn ™inuten verloopen waren, e" heten wij a" Cr Yeihg op sleePtouw bakken. De irUWf en klnderen erin °ok en wenW a j r,® booten naderden nu ofschoon alles Ma»r bad het vuur snehe Vn a W glng' toch de stoomketel kon ielr6nt,gen 8®n en od het det oogenbhk sprin gt te houSen WaS het "iet '0S ,pri°S' in see "'riep t00', menschlievende r'edders dTe'orrngd S^Cen hielpen; d'Hautevillc de confetti die het op de voorbijgangers wierp, eerst met gom be vochtigde, had van zijn laffe aardigheid niet het genot wat het er van verwachtte, en zoo die bengels het niet op een loopen had den gezet, waren zij met klappen betaald geworden. Na dien dollen dag en avond is het zeer opvallend den volgenden morgen, Asch- Woensdag, een groot getal geloovigen naar de kerken te zien stroomen, om er het kruis, dat zoo krachtig sprekend zinnebeeld van 't lijden en der aardsche vergankelijk heid, op hun voorhoofd te laten drukken. Deze overgang van het lichtzinnige tot het ernstige van het leven, brengt mij er als van zelf toe over een pas verschenen boek van M. J. K. Huijsmans, En route getiteld, eenige korte bemerkingen te maken. Het is in den laatsten tijd niets bijzonders uit Engeland van in het oog loopende bekee ringen te hoorendoch ook hier is er een strooming in de godsdienstige overtuigingen waar te nemen, vooral bij mannen van naam in de letterkunde, welke zeker nog geen be paalde terugkeer tot de Katholieke Kerk daar- stelt, doch waarvan de indruk op de duizenden lezers en lezeressen hunner werken en romans, waarin betere zeden en beginselen verkondigd worden, niet anders dan heil zaam zijn kan. Dat het Fransche Acade mielid Brunetière een bezoek bij den Paus te Rome moest brengen, om eensklaps te gaan inzien, dat de terugkeer tot de Kerk een weldaad voor het menschdom zijn za), en dat de Wetenschap als dogma bankroet heeft geslagen, is zeker vol beteekenis even als de meer christelijke strekking der laatste werken van het jonge akademielid Bourget doch dat ook M. J. K. Huijsmans, een der beroemdsten onder de naturalistische schrij versclub, waarvan Zola de opperpriester was, zich naar Rome zoude richten en tot de ideeën en liturgie der Katholieke Kerk weer- keeren, dat heeft niemand kunnen ver wachten. In zijn En route beschrijft Huijsmans, met zijn gewone meesterlijk Daar plotseling had de ontploffing plaats, brandende stukken hout vlogen in alle rich tingen door de lucht en vielen sissend in zee. Toen zonk de Seberia langzaam weg. Na 2 minuten was er niets meer van haar over dan eenig drijvend houtwerk. Wij waren dicht bij den seinpost geland, die op een soort pier geplaatst was. Zooveel mogelijk werden wij in het gebouw onder gebracht, de anderen moesten een schuil plaats onder loodsen en afdaken zoeken. De wachters deden al wat zij konden om in onze behoeften te voorzien, en zonden boden naar de naastbijzijnde stad om rijtui gen te halen. Maar ondanks onze redding heerschte er eene sombere stemminger was niemand, die niet overtuigd was, zijn behoud te dan ken te hebben aan de edele zelfopoffering van den kapitein. Dien dag moesten wij daar blijven. Tegen den avond ontdekte ik eenige opschudding onder de mannen, die dienst hadden en ik ging naar hen toe om er de oorzaak van te vernemen. «Er wordt ons uit Fastnet iets geseind," gevoerde pen, een man, die van de wereld en de boeken genoeg heeft, weer de kerk bezoekt, zich in verbinding met een geleer den priester stelt, eenigen tijd en retraite in een Trappistenklooster doorbrengt en r.a met God verzoend te zijn, te Parijs terug komt, met het besluit in zijn hart, voortaan in de schaduw van het gebed des nederigen Simeons te leven. Heeft Huijsmans alleen een nieuwe soort roman willen schrijven en ging hij in de laatste jaren, tot verwondering zijner kennissen, naar de Mis en Lof, om zich documenten voor zijr. boek te verschaffen Zoude zijn bezoek, nu twee jaren geleden, aan een landelijk klooster van La Trappe, waar hij zich in stilte opsloot, alleen geschied zijn om Durtal, den held van zijn roman, te scheppen? Of is hij zelf Durtal, die hij God ten prooi en in geloofsstrijd voorstelt en eindelijk laat uitroepen «Ik ben naar het ziekenhuis der zielen, naar de Kerk gegaan Indien de godsdienstige crisis in En route verhaald, zijn persoonlijke indrukken •n gevoelens weergeven, dan kan men ge rust zeggen, dat deze van verre is terug gekomen, en dat de woorden van Barbey d'Aurevilly op hem bewaarheid worden, die zegt er voor de verdorvene schrijvers dezer dagen slechts een uitweg is «zich voorden kop schieten of christen worden." Chateaubriand, ook een bekeerling, schreef le genie du Christianisme, en hoevelen na hem, Lamartine, Veuillot, Villiers de l'Isle- Adam enz. hebben dat zelfde geloof niet verdedigd, dat men dood noemde of zijn er tot teruggekeerd. Ja, dat geloof ver licht nog even helder den onstuimigen weg, waarnaar onze eeuw genoemd zal worden, en dat een groote geest er door beschenen en weder tot aangetrokken wordt, levert daarvan een nieuw en treffend bewijs. Te Belfort werd de vorige week een twee-en-zeventigjarige original begraven, die per testament bevolen had, na zijn dood in een driedubbele kist, van zink, lood en eiken- antwoordde er een, maar het is zoo donker, dat wij het niet meer kunnen lezen. »Ik maak toch op: «Wij hebben opgevischt maar meer begrijp ik niet. Zij hebben juist eene boot van de rots afgezonden." De Fastnetrots steekt een mijl of zes van de kust boven het water uit, en toen ik er mijn oog heen wendde, kon ik nog juist den omtrek van den vuurtoren onderschei den, die erop gebouwd is. Ik ging weder naar binnen. Een uur later werden wij opgeschrikt door een onverwacht geraas buiten. Het was geen bepaald hoerageroep, het was meer een vreugdegehuil van eene opgewonden menigte. Ik snelde naar buiten en ontmoette vlak bij de deur een troep volk. Was het mogelijk? Ja, waarlijk in haar midden bevond zich Ronald Cameron De kapitein, die het gejuich gehoord had, was mij naar buiten gevolgd. Voor het eerst gedurende dien moeilijken dag ontzonk hem zijne kracht hij viel zijn zoon in de armen, terwijl vreugdetranen langs zijn gebronsde wangen vielen. »Nu," zei Ronald, toen wij ons allen om hem heen drongen om hem de hand te hout, gelegd te worden, en dat men, na de kerkelijke ceremoniën, door een opening daarin aangebracht, die kisten met alcohol moest laten volloopen, opdat zijn lichaam langer zou bewaard blijven. Aan dit zonderling verlangen is voldaan, en de exentrieke grijsaard geniet zijn eeuwige slaap in een Spiritusbad. Zoo zijn inval algemeen navolging vond, dan braken er voor Schiedam nog voor spoedige dagen aan. Fidélius. Parijs, 15/28 Februari 1895. ALGEMEEN OVERZICHT. 2 Maart '95. De commissie uit den Rijksdag te Berlijn, die zich bezig houdt met de Umsturzvor- lage, het wetsontwerp tot beteugeling der partijen van omverwerping, kwam ook gisteren nog niet klaar met paragraaf 130 tot bescherming van godsdienst, monarchie familie en eigendom. Er. zelfs leverde de nieuwe beraadslaging niets nieuws op De conservatieven wilden voor »religie" gelezen hebben «christendom", omdat onder religie bijv. ook de Islam zou kunnen begrepen worden, wier grondbeginselen met die van het christendom geheel in strijd zijn. De r.atio- naal-liberalen wenschten voor religie te lezen «geloof in God". De regeering daarentegen wenschte dat het ontwerp zou blijven zooals het is. En toen haren vertegenwoordiger gevraagd werd, welke geschriften nu eigenlijk tot het ontwerpen van deze paragraaf aanleiding hadden gegeven, bracht hij anarchistische tijdschriften en vliegende blaadjes voorden dag, als de Ireiheït, de Autonomie enz., waarop de afgevaardigde Rebel deed op merken, dat al die dingen in het huiten- land grootendeels in Amerika en Engeland, gedrukt waren en in weerwil van deze nieuwe wet ook in de toekomst gedrukt zouden worden. Bebel deed daarop aan halingen uit de geschriften van een aantal drukken. «Ik wed dat gij geen van allen verwacht had mij levend terug te zien maar gelukkig ik ben gered. Toen ik van morgen overboord tuimelde, begreep ik, dat het nutteloos kracht verspillen zou zijn, als ik trachtte te zwemmen. Ik liet mij dus maar als een blok drijven. Toen ik eens rondzag, bemerkte ik, dat 't getij mij naar Fastnet dreeftoen begon ik eraan te den ken nog eens voor mijn leven te strijden. Ik begon langzaam naar de rots te zwem men, gelukkig had men mij op den vuur toren ontdekt en een boot op mij algezonden zij vischten mij op, toen ik uitgeput raakte. Ik werd dadelijk bewusteloos en bleef dat bijna den ganschen dag. Toen ik ontwaakte, wachtte mij de blijde boodschap van uwe redding." Ik aarzel niet te zeggen, dat weinigen van ons, niettegenstaande onzen droevigen toestand, ooit zulke oprechte vreugd onder vonden als toen wij dien braven moedigen man omringden, aan wiens heldhaftig ge drag wij gedeeltelijk onze redding te danken hadden. HHHlIHl'ltQIlffHI

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 1