Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
eerste blad.
18de Jaar«\
Zondag 16 Juni 1895.
No. 5217
^urcan *g$oter&txaat 50.
t h^cZ 1 Tfden: Ik 2al ü0k'
Opoffe
ring.
fP'ÊL
hZenTl PreSid6nt 16 Vallen en
ELS'? hebben' «er ik
k?Ck. ™i»P 'a",? v"het
Het ar^8c^e Kroniek.
e u i 11 e ton.
Clf'a, Wederik k„T n0g ver at-
tei\viil en tijd met n Z|'C- °P de loco"
hunn? ook over gesprekken,
^houder vaneen" ma*? Zid" hand °p
Mjdi' °iet
PRIJS TAN DIT BLAD:
r Schiedam per 3 maanden
ranco per p0St door geheel Nederland
Zonuerlyke Nommers
deftVgtLSC,hijnt Veel in den smaak van
,6aUï en een naar Perigueux, Bor-
ijke Prankri L88<!.eelte Van het meei' zui"
°ridet'von(jen H .eeft hiJ overal sympathie
66,1 Prachte Félix Fau,'e heeft
fetnakkeliik 8ezondheid en weerstaat
J6er trekken &v u d® aa" dat heen en
°cd enkete d 6' °ndene vermoeienissen,
S> die on d/ °"felukkiSe dagbladrepor-
Iïl°eten volaen Clee!e reizen hem overal
°verwerkin Z'Jn Z'ek van overspanning
JJZonderheden lltt6' R'et 'ailg over de
een eene trefT uitweiden. maar u
ditaire ziet!? epis°de' welke in het
VeHialen. n 1U'S te Per>gueux voorviel,
Uq j.
J161 ziehenhuisl M ,re.publiek deed, alvorens
en> geheel 1 lf J beZOcht had> te ver-
Z'eken.0ppas Pe'soneel, de geneesheeren,
in de groote zaal bij:
a°rden, voor v,6" aPen'n een'8e hartelijke
^enschhcid be nne ZOrgen aan de lijdende
ï6rZ0cht hii d j6'6"' bedankt te hebben,
j°SePhine, over mfn de herwaarde Zuster
haar milde Liefdezusters aldaar,
J^etvvaarde 7 V?,°r hem zoude plaatsen.
j 1 geen enkel l h?'
feïl er iets t er m9 omringende officie-
g'j zoo ruimrUuS dapperen, hetwelk
iseU 1 mmschnnte
- 0.05
PRIJS DER ADVEIITENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
v geen entai a 1J' ik hen zekei
n er iets t mö dingende officie
L IderfD Zal h6bben' «er d
ruim;r der dapperen, hetwell
--enken It- °ots verdiend hebt. ga
iVati Eer m U ridder van het Legioen
b'Ue 'innen 'li /aure het kruis op het
ïedekt' gespeld 1 1>St der oude Zuster
J^°gene overste^ hb aan de diep
."eUwbenoemdP vu de gewoonte de
2- toe n1derS te omhelzen, staat
et 00k u te doen Hierbij
1)
Öet
^etbijhetaaeindstatatl°n WaS m6n reeds
Ep hkken lieten Weg en de seinen
der klaps T-,gaan-
°o»e i heelt er machinist en vroeg
^oor! verlaten tnt eerste statl°n
'k "eet ™l »g. Ik „e „iet
kon de eerwaardige vrouw hare tranen niet
meer bedwingen en toen zij zich wat terug
trekkende, het ridderkruis bescheiden lijk
wilde verbergen, zeide de president lachende
»Neen, neen, dat niet, verbergt dit lint,
shetwelk gij zoo waardiglijk verdiend hebt,
»nooit. Ik wil dat een ieder het zal zien.
»Kom met mij tot aan de poort van het
«ziekenhuis, daar zullen wij het aan al uw
«medeburgers toonen." De ovatie was niet
te beschrijven, zegt de reporter van den
Gaulois, welke de duizenden menschen, die
voor het hospitaal verzameld waren, aan
Zuster Joséphine brachten, toen zij aan de
arm van den president voor den ingang van
het gebouw verscheen. De daverende toe
juichingen en acclamatiën die de heer Félix
Faure op dat oogenblik tegen klonken, heb
ben hem bewezen, hoe zeer zijne gevoe
lens en ridderlijke daad door de geheele
bevolking gedeeld en naar waarde geschat
werden.
Zuster Joséphine is sedert 42 jaren, overste
te Perigueux, en helpt reeds 60 jaren lang
haar medemenschen het lijden verzachten.
II y a de quoizoude een Nurks zeggen en
er bijvoegen doch beter laat dan nooit.
Van zijn reis in zijn goede stad Parijs
terugkeerende, vond de president haar in
de volle drukte van het «season." De
feesten volgen elkaar met eene koortsach
tige snelheid op en dat tot genoegen van
velen en nog meer tot voordeel der klein
en groothandelaars, die aller, profiteeren van
den stroom der goudstukken, welke dan in
wereldsche vermaken wegrollen. De verkoo-
pen voor de weldadige inrichtingen van de
Grand Bazar de la Charité, het «Bloemen-
feest" voor de slachtoffers van hun plicht,"
de Wedrennen te Chantilly, de Steeple
Chase te Auteuil en de Grand prix de
Paris, hebben allen in Mei en Juni plaats
en geven hier eene levendigheid en bewe
ging welke zich aan iedereen mededeelen
en waarvan duizenden vreemdelingen ook
hun part komen genieten. Zeer opmerke-
graag dat gemijmer. Het leven is zoo heer
lijk Een onbeantwoorde liefde, mis
schien Kom 1 dat zal wel weer terecht
komen. Alles komt immers in orde, als men
wilik zal u er straks een voorbeeld van
geven.
Hij barstte in een hartelijk lachen uit,
terwijl hij zich de handen wreef, en reeds
vooraf naging, welk een effect zijn woorden
maken zouden, als hij zijn trouwplannen
mededeeldenog nooit had hij hem van
Anne gesproken.
Maar plotseling hield hij op.
De ander zag hem zoo treurig aan, dat
het hem onwillekeurig trof, en zijn hand
grijpend, vroeg hij
Het is dus van ernstigen aard Ver
geef me Maar ik ben zoo gelukkig, dat het
me onmogelijk schijnt, dat anderen bedrukt
zijn, als ik lach. Het geluk maakt zelf
zuchtig en ik durl je thans geen deelgenoot
maken van mijn groote vreugd.
Neen, Frederik, hernam Piet, ik neem
het u niet kwalijk. Ge zijt een goede kerel,
dien ik graag mag lijden. Ik herinner me
nog goed de wenken, die ge mij gegeven
hebt, toen ik pas in dienst kwam. Als iemand
verdient gelukkig te zijn, zijt gij het
lijk is het, dat ieder jaar die dagen van
vermaak voor de armen, hulpbehoevenden
en ongelukkigen steeds meer gaan opbren
gen en dat een groot deel van dat wat
lichtzinnig verteerd geld tot leniging strekt
van de door het lot minder begunstigden.
De rijke suikerraffinadeur Robert Lebaudy,
die op de Steeple Chase te Auteuil met
zijn paard «Styrax" fr. 120.000 won, gaf
er 100.000 van aan de volgende instellin
gen. Aan de twintig weldadigheidsbureaux
der arrondissementen van Parijs ieder 1000
fr. Aan de Zustertjes der Armen 25.000
fr., aan het Fransche ziekenhuis te Londen
25.000 fr., aan het Fransche liefdadigheids
fonds te Weenen 5000 fr., aan de Charité
Maternelle 10.000 fr., aan de Hospitalité
de Nuit 10.000 fr. en 5000 fr. aan de
Bouché de pain.
Een liefdewerk dat weinig bekend is en
nog niet lang bestaat, is VOeuvre des Douze.
Eene damesvereeniging wier programma
alleen bestaat in het bijeenbrengen van
twaalf rijke familiën, die te zamen een
arme familie onderhouden. De hulp is ge
woonlijk maar tijdelijk en wordt niet aan
in het oog loopende armen doch aan door
ongelukken overvallenen verstrekt. Wat is
nuttiger en liefdevoller dan die hulp aan
armen in zwarte rokken om ze zoo te noe
men, die armoede, wellicht het zwaarst om
te dragen, omdat zij gewoonlijk door nie
mand gezien wordt.
Het is zeker goed van tijd tot tijd het
gebruik te doen kennen wat velen dier ver
guisde rijken, die tegenwoordig wel de zon-
denbokken zijn, van hun fortuin maken.
Goed beschouwd zijn zij het nog die altijd
het meest tot bestrijding der menschelijke
ellende bijdroegen. Wanneer de apostelen
van het socialisme met hunne utopiën er
zooveel of zelfs wat minder voor zullen ge
daan hebben, krijgen ze recht mede te
praten, doch nu is de beste raad welke
men hen geven kande hen die de gouden
eieren legt, niet te slachten.
Ook ik, ging hij voort, was gelukkig, of ten
minste ik geloofde dat ik het was. Maar
met één slag is al mijn hoop vervlogen.
Zij, die ik bemin, kan niet de mijne zijn
Zoo 1 zeide Frederik. Ze is dus niet
erg gemakkelijk te voldoen, de jonge dame?
Ook ik weet, wat gij waard zijt en ik be
grijp dus waarlijk niet, waarom zij u heeft
afgewezen 1
Zij bemint mij, antwoordde Piet eenvou
dig en juist daarom lijd ik nog meer.
Frederik keek hem verrast aan.
Dan hernam hij, begrijp ik er nog veel
minder van Ziet je, ik heb niet vee) school
gegaan, en heb van die dingen niet veel
verstand. Ik begrijp slechts één dingmen
houdt van elkaar en men trouwt.Kom,
ging hij voort, terwijl hij hem de hand
drukte. Ik ben ouder dan jij, veel ouderen
ik ben je vriend, dus vertel me eens alles.
Als je iets op je hart hebt, is niets beter
dan dat ge het uitstortdat geeft altijd
eenige verlichting.
Toen haalde Piet uit zijn zak langzaam
een brief te voorschijn em hem bij het licht
houdend, zeide hij
Luisterdat is haar afscheid
Hij las
Nu wij toch over weldoen schrijven, mag
ik niet verzuimen te melden, dat ook de
hier gevestigde Nederlandsche Vereeniging
voor Liefdadigheid den 30n Mei hare jaar-
lijksche algemeene vergadering heeft ge
houden, welke bij afwezigheid van onzen
gezant, Z.Exc. Ridder A. de Stuers, door
den heer Buisman gepresideerd werd. Uit
het verslag van den penningmeester be
greep ik spoedig dat de aanvragen om on
derstand steeds toegenomen waren, doch de
inkomsten verminderd waren. Gelukkig
bracht ons de secretaris, de heer Pinner,
in zijn goed gesteld rapport de verblijdende
tijding dat het aan de Hollandsche schilders
en kunstenaars gedaan verzoek om steun,
waarover ik het vorige jaar reeds eenige
woorden schreef, een zeer gunstig onthaal
verwierf, hetwelk door de toezending van
een groot aantal schilderijen, aquarellen,
teekeningen en etsen gevolgd werd. Na de
vergadering zag ik eenige der aquarellen
van de bekendste onzer meesters, waaronder
juweeltjes van toon en bewerking. Het plan
is in het aanstaande najaar, wanneer de
gefortuneerden klassen der bevolking van
Parijs weder thuis zullen zijn, eene tentoon
stelling met verloting dezer toegezondene
geschenken, waarvan er enkelen vorstelijk
mogen genoemd worden, te houden. Men
heeft alle recht te verwachten de kas der
Vereeniging er krachtig door gesteund zal
worden en velen onzer ongelukkige landge-
nooten er goed bij zullen varen.
Zoo er onder mijne stadgenooten, kunste
naars mochten zijn, die ook wat tot dit
goede doel wilden bijdragen, dan zou da
secretaris, de heer Ed. Pinner, 72 Avenue
Kleber, alhier dankbaar hunne werken in
ontvangst nemen en gaarne alle nadere
inlichtingen verstrekken.
Parijs, 4/15 Juni 1895.
Fidélius.
Piet, het moet tusschen ons uit zijn.
Ik had u mijn hart gegeven, maar de erken
telijkheid, die ik een ander verschuldigd
ben, legt mij de verplichting op mijn woord
terug te nemen. Toen mijn vader stierf,
heeft een vriend ons geholpen, gered, mijn
moeder en mij; wij zijn hem a les verschul
digd. Die vriend nu bemint mij. Gisteren
heeft hij mijn hand gevraagd. En ik heb
»ja" gezegd. Ik weet, dat gij erdoor lijden
zult, want ik lijd zelvemaar al zou het
mijn dood zijn, ik moet deze schuld der
dankbaarheid afdoen, laat ons elkaar niet
weerzien.
En de onderteekening luidt Anne, niet
waar? riep Frederik uit, de hand kramp
achtig op de borst geklemd, met rollende
oogen, als een waanzinnige het antwoord
afwachtende, terwijl het hem toescheen, alsof
de grond onder zijn voeten wegzonk
Piet deed een stap achterwaarts.
Wie zeide u dat
Maar hij had geen tijd om den zin te
eindigen. Frederik had hem bij de keel
gegrepen met ijzeren vuist.
(Slot volgt.}