Dagblad voor Schiedam en Omstreken. proef. 18de Jaar*:. Vrijdag 21 Juni 1895. No. 5221. bureau ^Bcterztxaai 50. ZlTr ot minder dan een S°isLr? r '""""i h«». lilNfËi? de CS ,ffiet ,de Duitacb* aden °ot' zooa's Well- 1 Zid vormen als een en IT* n°S nooit "J UpT" i0 *eHïlIe7o^ PRIJS TAN DIT BLAD: franco Chleaam ?Sr 3 maandenf 1.50 - 0.05 WJ^T^WTZ PRIJS DER ADTERTENTIËN: Van 1—6 regels. f 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. AL<iEM£EN OVERZICHT. Het \r 20 Juni '95- 1 Ur»sbüttel en H grootsche kanaal tusschen ^6g ^sschen N li6naU' de Duitsche water- v 6fSt ^ogeliiken°r 266 e" 0ostz^ met den I6 6er geopend 7 V°°r het wereld" 6rende feesten eeds hebben de schit- 'J nteleenn aanvang genomen en °rlogschep6n der 6 dagen duren" De °gendheden VerschiHende genoodigde ïdr,lk. overweld f™ overweldigenden \lH de mooeibkE V°°ral in verband eeniger tijd dat die 2eemonsters nnVer®oedelijk Tuil 6lkaar SlaagS kunnen BiJ dezen f l6n raken- h7 nietna"laai,leg g°ld het> zooaIs een6" Noord- en O t traject tus" grootere veilige f66 behoeve van 00st de scheepvaartde^ Vermeerdering h„. ee "oor het l i pening van de 1 minst - eenn erkeer en niet h n ^"itschland' Stl'ateglsche versterking 5* s h StV6rdediging. Terwijl !°0rdsche en Zw'T^^"611 naar d* J1 Leith «eWp r en de noordelijk .e§ door Je "a gelscbe havens den ka zt,"en dp 6 rls,e z"llen blijven ,j en Noord 0 eren verbinding tus- t," 288 «e» iu0?""'"8»- «etminder Vefi-^d weder iets" °P dlt voordeel de» *°rdt door H ren' maar ditklein Vaart ruirnscho f veiligheid 4aa de on verg°ed- opening van het. n», vcrgoea. ^l"'ng Van hot Noprd-Oostzee- 3) d Ir'dien B (S<0£-) leh r'a?p Raebnrrds (J.|lk h,ad kunnen zien, ,gedachdat zij het kanton R g' eenige minu" bhen Zoudeti zXr ad Verlaten'hare 0 genomen een andere wending Ik i ^evondenn hPKkeantw°ord6Vpndenriep biJ uit- ?j 'edere het ver'Jaar n°°gen en haar g'j zb, ,etl regel van a t Ik betrapte haar ïegrijpt gelukki"ste n?rieft J°hn Haeburn, eZen nieti hoe Het f wereld. Zij reden 'l lndien vrijaf morgen zal Het0 heb om tp antwoordt, zooals ik nu AVei'd 5 6 gel°0Ven' dat zij doen zd J d™ emel ing.ge,,„ kanaal ging gisteren het feest te Hamburg, dat slechts een dag kon duren voorafde rijke handelsstad heeft daarbij met al den trots en het aanzien van haar zwaren geld buidel, in den korten tijd van zes uren willen samenbrengen, wat zij bij zulke ge legenheden vermag te geven. De feesten in die zes uren gegeven, komen de stadskas van Hamburg op een millioen mark te staan. Want volgens het program zou de Keizer van Berlijn te half vijf in den na middag aankomende, reeds ten half elf des avonds zijn reis over Brunsbüttel en door het Noord-Oostzeekanaal vervolgen. Een weinig voor den aangegeven tijd, te 4.20, kwam de Keizer met de oudste vier keizerlijke prinsen, gisteren-middag te Ham burg aan. Hij werd door den burgemeester Lehmann en leden van den Senaat aan het station ontvangen. De bevolking bereidde den Keizer op zijn rit van de landingsplaats van St. Pauli eene geestdriftvolle ontvangst. In antwoord op een rede van den burge meester sprak de Keizer zijn dank uit voor het ongemeen warm onthaal, dat hem bereid was. De toejuichingen die hem tegen klon ken, zeide hij, waren het uitvloeisel van den polsslag van het geheele Duitsche volk, dat er trotsch op was het rijk in zijn vor sten en hooge gasten vertegenwoordigd te zien. Hij herdacht met weemoed den groo- ten keizer en diens dierbaren zoon, onder wie het werk dat tot zegen en vrede der volkeren twee zeëen aan elkaar verbond, begonnen was. De gepantserde macht, die te Kiel vereenigd was, zou een zinnebeeld van den vrede zijn, en van de samenwer king van een Europeesch beschavingsvolk tot volbrenging van zijn beschavingszending. Alle volkeren wenschten vrede en hadden dien noodig. Alleen in vrede kon de wereld handel, kon Hamburgs handel bloeien. Ham burg leve Na de ontvangst van den Keizer aan het station, begaf de stoet zich door de rijk versierde straten naar het raadhuis, waar het feestmaal plaats had. Het prachtige gebouw, waarvan de bouworder in bijzon- er is geen plaats, waar ik haar niet zal brengen, geen ding, dat ik haar niet zal koopen, en indien ik morgen niet tot een dag in het Paradijs voor haar maak, zal het niet zijn, omdat ik het niet getracht heb. Toen nam hij den geëindigden brief, drukte hem in verrukking aan zijn lippen, voegde er een haastig gekrabbel bij, adresseerde hem en bracht hem naar de post. Toen wankelde hij huiswaarts, fluitende als een kleine jongen. Ondertusschen had Bertha haar woning bereikt, borg haar goed met nauwgezette zorg weg, dekte haar kleine tafel en zat voor de eerste maal in haar leven, zonder een greintje eetlust. Terwijl zij met haar lepel zat te spelen, werd er gescheld en het volgende oogenblik had men haar een brief in de handen gegeven. Zij opende hem en bij het zien van de eerste regels, viel zij achterover in haar stoel en toen zij aan de laatste regels kwam, die door natuurlijke onvolmaaktheid en agitatie teruggebracht waren tot een reeks van hiëroglyphen, weende zij van zuivere vreugde. derheden sterk herinnert aan die der be roemdste Heidelbergsche slotruïne is nog slechts, voor zoover het uitwendige betreft, gereed voor de ontvangst des Keizers wer den in de laatste weken de nog onvoltooide ruimten binnen het raadhuis zoo spoedig mogelijk ingericht. Vele honderden meters doek werden door Hamburgsche kunstenaars met toepasselijke voorstellingen beschilderd, en eenige ontvangstsalons werden met be hulp van kostbare bloemversieringen, schil derijen, beelden en inderhaast vervaar digde fraaie glasbeschilderingen bewoon baar gemaakt. In deze half voltooide ruimten gaf Hamburg een feestmaal aan zijne meest hoogst geplaatste gasten, waaronder zich met den Keizer, 33 Duitsche Bondsvorsten en prinsen, en daarenboven een Engelsche, een Italiaansche, een Oostenrijksche en een Russische prins van den bloede bevonden. De feestdisch leverde een beeld op een penseel van een Van Dijck of Rubens waar dig. Tusschen de schitterende bonte unifor men, de weelderige damestoiletten, hofcos- tuums en de saaie moderne zwarte rokken, namen de Hamburgsche burgemeester en senatoren plaats in hun ouderwetsch ambts gewaad een oud Spaansch zwart fluweelen wambuis van geplet fluweel, met van morisken voorziene pofmouwen, wijde zwarte broek, zijden kousen en schoenen met gespen om den hals de groote radvormige stolpkraag. Deze schilderachtige kleedij kwam des te beter uit, daar de meeste dezer Hanseatische kooplieden en advocaten flinke sprekende koppen zijn. Na afloop van het feestmaal begon het avondfeest. Niet ver van den hoofdingang van het raadhuis vloeit een kleine arm van den Alster voorbij. Een breede landingstrap, rood bekleed en met bloemen en planten versierd, was hier opgeslagen. De feestelijke stoet der gasten stroomde uit het raadhuis naar de opgetooide scheepjes onder aan de trap. De Keizer, opgewekt, vooropvlak achter hem twee vorstelijke grijsaarden, de Beiersche prins-regent en de koning van Saksen. Het heele schitterende gezelschap »Lieve Bertha," zeiden die regels, »wilt ge mij de list vergeven, waardoor ik trachtte te ontdekken, of gij werkelijk iets om mij gaaft. Ik wenschte in uw lief gelaat te lezen, of mijn gevoelens door u zouden worden beantwoord, en wat ik zag, deed mij dezen brief zenden tienmaal dier baarder voor mij, omdat uw eigen handen hem schreven om u te verzekeren, dat gij en alleen gij de eenige waart, voor wie hij was bestemd en het eenige voorwerp van mijne oprechte liefde. Mag ik morgen komen Zeg slechts jade rest kunnen wij zeggen, als wij bij elkander komen. Uw toegenegen John Raeburn." Die lieve, ondeugende, bedriegelijke kerel, nep Bertha uit, met een glans van verrukking op het gelaat. Van mij zulk een voordeel weten te trekken en mijn eigen minnebrief te doen schrijven Maar, wat zou dat Ik had het dubbele plezier, hem te lezen en te hooren en te weten, dat het recht uit zijn hart kwam. Zeg »ja" dat zal ik. in het gevolg. Zoo ging het naar het kunst matige eiland in het midden van het Alsterbekken. Het meer pretensieuse dan mooie bouwwerk, geheel verlicht, vormde met zijn vlammende lichttoren het mid denpunt van de geheele illuminatie der Alster. De Keizer nam in de keizerlijke tent, die van alle zijden open was, met zijn gevolg op blauw zijden stoelen met groote tijgervellen plaats. Zoo kon ltij door allen gezien worden, want de keizerlijke tent stak boven de omgeving uit. Van zijn hoogen zetel overzag de Keizer en genoot den vuri- gen aanblik van de verlichting, die zich aan zijn voeten overal rondom tot in de verte uitstrekte. Daar krioelden de glanzende scheepjes, de drijvende tribunen met toe schouwers, de bloemenbooten die om het hardst voeren alles dooreen. Daar tusschen siste het watervuurwerk. Aan den oever golfde fantastisch verlicht een enorme men- schenmenigte. En op den achtergrond staken de drie hoogste kerktorens van Hamburg, badend in het schelle Bengaalsche vuur, als vlammentongen tegen den nachtelijken he mel uit. Terwijl op de Alster nog afgebroken de vuurpijlenopschoten, scheepten de Keizer zich tegen elf uur op zijn tweede raderjacht de Kaiseradler in. Langzaam schaarden zich de veertien kleine avisos der vreemde mogend heden achter het keizerlijke schip, en zoo voer de geheele vloot de Elbe af naar den mond van het kanaal bij Brunsbüttel, waar het eerste schroetjacht des Keizers, de Ilohen- zollern, met vijf groote Duitsche transat lantische stoombooten stil de komst des Keizers afwachten. Deze kolossus van schepen namen toch voorzichtigheidshalve geen deel aan den nachtelijken tocht door de overvulde haven van Hamburg en het moeilijke voor water der Elbe. Op het oogenblik dat de Keizer wegvoer, werd de algemeene verlichting der Elbe ontstoken, en zoo trok de Keizer met zijn internationaal geleide overeen vlammen- den waterweg naar Brünsbuttel, de tal- looze verlichte schepen ir. de haven, de verlich te huizenrijen, pakhuizen er. tolkantoren voor- En opspringende ging zij naar haar lesse naar, zocht er het fijnste velletje papier uit en schreef er eenvoudig op »Lieve John, Ja Bertha." plakte den brief dicht, kuste de enveloppe en bracht hem naar de brievenbus op den hoek der straat. Daarna ging zij terug, om haar avondeten tot het laatste mondjevol te gebruiken, gaf haar hart nogmaals lucht in een dankbaren tranenvloed en viel in slaap met een glimlach op de lippen. Wat John zeide, toen hij den volgenden morgen kwam, welk een verrukkelijken dag zij te zamen doorbrachten en wat een aardig goud ringetje Bertha's vinger versierde, toen hij haar hand bij het heengaan losliet, zijn geen zaken, waarover moet worden uitgeweid. nieuwe schiedamschë courant 'l'IM.'l'lüiniHlMiMüiiii; l|)llllimi.Nf(llll'lllll|lli

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 1