Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
HeRSTEMMING.
e°p en Murat.
|8de Jaar<r.
Zondag 28 Juli 1895
No. 5251.
"23 ure au 7?Bofersfraaf 50.
BLAD.
S
H. DIENSKE,
ZooSt?d'8heid' dat de heer
e too.
Xi4Si
ALGEMEEN OVERZICHT.
PRIJS TAN DIT BLAD:
'aam per 3 maanden
i» -
n^erlijke Nommers
°°r Schie
Per post door geheel Nederland
Op^ier vvq
(N®tl. jp11 de kiezers ter stembus
niet0t Ver^'ezingswerk, dat den
Nts 'j*0®1 W0 FS^ee' ten einde werd ge-
d°or r en voltooid. Ook de zevende
ïef °Peti tg per'odieke aftreding in onzen
J 'J' wi; LVd"en> moet worden bezet.
Nr ki®zer -
]°f hebh d'e den 16n J"!' hun plicht
v6tlPari 6,1 aatie" Vervu'd een vvoord van
J ®ti „B 0tlZe kiezers, die door hun
Sb* °tize dnsluidend votum de verkie-
®®rste „.rie e'Sen katholieke candi-
n W
- 0.05
IIIIIIIIIIIIMljlMMIIimUl
PRIJS DER ADTERTENTIËN:
Van 16 regelso.60
Elke gewone regel meer0.10
"Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
>li
^ij jjj emrning wisten te bewerken,
,'"t 0"' l'edet]'er den wensch uit, dat zij
'eH0V°'to°id J?° 8°ed volbrachte werk
(]"rfci?2j' d'® n* U 'aJen' Uuh (ien heer
--e Q *->uk uen neer
do0r ®°ede gronden ook bij deze
°r>cl,Vet" katholieke Vereeniging
atCan(iidaat werd gesteld, de
r°®<k. ^«rd i,Van ons lijstje die nog niet
1 h
zijne plaats in de
'et - Stad hergeven te worden.
reeds
tl Jü dpCeaS Van Ze^' dat een can"
L5r:'Ur 0nigir,r, eerste stemming door een
J?!* SesleJd, ook bij ds
dr Pi'
ih
'S w0t,61-piciu, UUK U1J ue
ie, ee^ 1 aanhevolen; hier waar
°fts '^"didaat van de richting,
i"" dl 5®trom, verhiezingswerk voor
b'S, 1 rege] medegewerkt, be-
Vp'^jie). °Wei n°8 in meerdere mate te
eJ'®tiJ zÜde iN" antirevolutionaire als
"hi
dj P'lee^PPer Nuden- De candidaten ont
lijf ,de 0 steiï)men-aantal niet veel,
"ist«ia oemeen bekend is als
e candidaten, was waar
dat hij eenige stemmen
men zich bij de laatste
aan de bestaande over-
8®steld
ifstbeP^in der
ill ork-!0lutle' die nu volgden,
SF haJ®h all1 over Frankrijk. En
Jkk.®11 bust°chtenrïlnen1en storm der ont-
JV cfsctdver\vami nden der vriend"
ülr Hi, ®r' 0h d P °°h verbroken
j -"-"<1.(1 ook veroroKen
'iiHloC®r st!e-n tot /nllige g°d van den
<V® i^ 'PtrpH. sterren verhief en
minder verwierf. Voor de betrokken partijen
is het voorzeker een zaak van eer, de be
staande overeer.stemmig, die bij de eerste
verkiezing zoo getrouw werd gehandhaafd,
ook bij de herstemming gestand te doen.
Dit zal zeker te gemakkelijker vallen,
waar ons de keuze gegeven wordt tusschen
twee candidaten als bij deze herstemming
worden vooropgesteld. Zelfs al ware de
heer Dienske niet de candidaat door ons
bij eerste stemming gesteund, dan nog zou
de keuze in dit geval niet twijfelachtig zijn.
Ver boven den tegencandidaat, die om over
bekende redenen onze sympathie allerminst
heeft, verkiezen wij den gemoedelijken beslis
ten protestant, die naar zijne overtuiging han
delt. Wat hij voor de behartiging der
gemeentebelangen waard is, heeft hij in
een enkele Raadszitting, door éen enkele
daad nog niet kunnen toonen, maar zal in
de toekomst nog moeten blijken.
Van zijn tegenstander weten wij wat
wij te verwachten hebben. Van den Vader
der Inkomstenbelasting, den man die het
initiatief nam tot de hatelijke belasting,
welke tot uwe intieme zaken ingrijpt
en u noopt de particuliere zaken die men
soms aan een vriend nog niet openbaart,
voor den fiscus bloot te leggen, is voor
eene billijkere oplegging van lasten voor de
ingezetenen dezer gemeente geen heil te
verwachtenvan het raadslid dat immer en
altijd bezig is met onderwijszaken, die de
gemeente over 't algemeen schatten van
geld kosten, hebben wij voor eene vermin
dering der gemeentelasten niets te verhopen.
Veel meer hebben wij voor een zuinigen
richtig beheer der gemeente-financiën te
verwachten van den man, die den strijd des
levens gekend heeft zoowel in het storm-
loeien op den Oceaan als bij het palmwuiven
in de tropenvan hem mogen we verwachten,
dat hij tot een billijker verdeeling der ge
meentelasten zal medewerken, dat hij zijne
rijke ervaring zal aanwenden om in samen
werking met zijne medeleden er naar te
streven onze gemeente tot nieuwe# bloei
te brengen. Brengen wij dus allen eenparig
onze stemmen uit op den candidaat van de
Katholieke Vereeniging «De Grondwet", den
man dien wij eershalve gehouden zijn, zijne
plaats in onze vroedschap weder te geven,
den heer
aftredend lid van den Gemeenteraad.
'ai^'erp k?"d onder de bijl der
waren tor.h iniet deZG
omver-
d?1 p..® der 8etï)eerioWarep tocd juist
ïin-ri kf8iek^aatschat,0n<i-'inding en omve1'-
pjjP L ®ho0 karakt J orde geschikt,
SN %Id®n Zoo« te ver'|ellen. Tot
O J® 'tJ1®r-dP..^ de j°nge Murat als
C J,P dö jorige Murat als
N'jl.CN1 Cvenu!?r'e Bona"
flhe®n, d^eIv,oerdehe.t noodlot
en
vuciue netnooi
-tcaan a ai,ldJe'' Erheen,
begon tde, ladder der eer en
te oekhmmen, was de
ander in de Vendee en andere oorlogen der
revolutie gemeen soldaat, zonder door het
noodlot begunstigd te worden. Hij werd
korporaal dat was alles, terwijl Bonaparte
spoedig tot kapitein, overste en eindelijk
zelfs, na de met verrassend succes bekroonde
belegering van Toulon, tot brigade-generaal
opklom. Een vierentwintigjarige generaal! Dat
was alleen in zoon tijd mogelijk. De jonge
Murat gedacht zijnen verren beschermer met
bewondering, en dikwijls, als hij in den
eentonigen dienst, in de vermoeienissen en
gevaren van den oorlog aan zijn fortuin
begon te wanhopen, trooste hij zich met de
woorden «Eindelijk ook zal mijn dag komen
Eindelijk moet hij komen."
En hij kwam. Het was in het jaar 1796.
Het Fransche leger onder commando van
generaal Bonaparte lag voor de vesting Lodi
in Boven-Italië, die door de Oostenrijksche
troepen verdedigd werd. De Fransche troe
pen, door de overwinningen van Montenotte,
Millesimo en Mondovi verwend, morden over
slechte verpleging, nuttelooze belegering
van vaste plaatsen en de eigenzinnigheid
van den legeraanvoerder, die met het hoofd
door den muur wilde. Het was nacht, een
heerlijke Meinacht, en Murat, die tot eene
27 Juli '95.
De beraadslaging over de nieuwe school
wet wordt in de Kamer van afgevaardigden
in België ondanks het voortdurend straat
rumoer, onverpoost voortgezet. De socialist
Van der Velde hield tegen het ontwerp eene
rede, waarin hij de neutrale school der
liberalen wel onderscheidde van hetgeen de
socialisten begeeren, d. i. een zuiver weten
schappelijke opleiding. Daarna sprak hij
tegen het in het ontwerp gehuldigde sub
sidiestelsel, dat de rijken bevoordeelt die
scholen kunnen oprichten uit eigen midde
len. De strekking van zijn betoog kan wor
den samengevat in de woorden: stelt ver
plichte soepuitdeeling op de scholen in, dat
zal wel zoo goed zijn als verplicht gods
dienst onderwijs. Woeste verdedigde de
Kerk die het socialisme lang zal overleven.
Hij verwonderde zich over de beweging die
het ontwerp onder de Katholieken verwekt
heeft. Maar daarna bestreed hij de libera
len en socialisten op zijne gewone bekwame
en scherpe wijze. Van de amendementen
van Helleputte wilde hij niets wetenhet
ontwerp zooals het thans luidde voldeed
aan de wenschen der bevolking. Tack,
vice-president der Kgmer, heeft een amen
dement ingediend om de positie der onder
wijzers aan de staatsscholen nog meer te
verbeteren dan het ontwerp nu reeds wil.
De verkiezingen in Engeland zijn nog
niet geëindigd. Tot dusver is de uitslag
veldwacht gecommandeerd was, stond schot
vrij voor de vestingmuren nabij een wacht
vuur, waaromheen eenige officieren met
elkander lagen te praten.
»Het is onzin, dat wij hier liggen", riep
een hunner. »Wij bereiken hier toch niets.
Eri terwijl wij ons hier de schedels tegen
de muren verpletteren, concentreert de vijand
in Venetië versterkingen, om ons weer het
hoofd te bieden."
«Generaal Bonaparte weet niet, wat hij
doet", voegde de overste Saint Pré, een
bizonder lange officier, er aan toe. «Dezen
namiddag, toen het reeds donker was, kreeg
ik eensklaps bevel, met mijn regiment van
Montecalvo op te rukken en eene stellino-
in het bosch van Cassareccia in te nemen."
«En gij zijt niet gegaan, overste vroeg
een ander eenigszins angstig.
«De hemel beware mij. Ik moet voor
mijn regiment staan. In Montecalvo heb ik
uitstekende kwartieren, terwijl in het bosch
van Casareccia geen halm hooi of strooi te
vinden is. In twee dagen zou het halve
regiment naar de maan zijn, als ik de aange
wezen stelling ingenomen had."
«Maar overste vermaande een lfeme-
raad welmeenend.
bekend in 640 districten. Gekozen zijn 402
unionisten, van wie 332 tot de conservatieven
en 70 tot de aanhangers van den heer Cham
berlain en lord Hartington behooren. De
liberalen beschikken nu over 161 zetels,
terwijl nog gekozen zijn 64 anti-Parnellisten,
11 Parnellisten en 2 candidaten der werk
liedenpartij. De meerderheid der liberalen
neemt derhalve nog steeds toe. Tot dusver
ontbreekt nu nog de uitslag in 30 districten.
Ook indien de liberalen in deze districten
voorspoediger mochten wezen dan totnutoe,
kan daardoor de verhouding tusschen de
beide toongevende staatspartijen niet meer
worden gewijzigd.
De terugkomst van generaal Baratieri,
den bevelhebber der Italiaansche troepen
in Oost-Afrika, verwekt in Italië nogal
opspraak. De generaal zal zoo spoedig
mogelijk naar Rome vertrekken, teneinde
met den heer Crispi te overleggen, wat in
de Italiaansche kolonie aan de Roode zee
moet gedaan worden. De toestand van deze
kolonie is bekend. De koning van Abessinië,
Menelik, verzet zich tegen de bezetting van
Kasala door de Italianen. Aanvankelijk be
toonde koning Menelik zich vriendschappelijk
gezind jegens de Italianen, maar toen de
Italiaansche regeering in overleg met Enge
land haar gebied westwaarts uitbreidde,
spoorde Menelik de Abessinische hoofden tot
verzet tegen de «indringers" aan. Vandaar dat
de beweging onder de inboorlingen tegen
de Italianen steeds veld won en nu al zoover
gekomen is,'dat te Rome een oorlog tusschen
Italië en Abessinië als onvermijdelijk wordt
beschouwd.
De Turksche regeering begint allengs
meer neiging te betoonen om de Engelsche
1' ransche en Russische regeeringen in de
kwestie van Armenië ter wille te zijn. Nu
weer heeft de Sultan een decreet uitge
vaardigd, waarbij kwijtschelding van straf
wordt toegestaan aan alle Christenen in
Armenië, die zich wegens de jongste onge
regeldheden nog in hechtenis bevinden. Dit
«Och wat, dat moet ik beter weten",
riep overste Saint-Pré, «wat weet generaal
Bonaparte van de cavalarie Een mensch,
zoo klein, dat men hem op een paard nauwe
lijks ziet. Laat hem maar komen."
Nauwelijks was het woord gevallen, of
korporaal Murat bemerkte, dat alle officieren
haastig opsprongen en voor een klein officier
salueerden, die eensklaps uit het duister het
nachtvuur genaderd was. Op het hoofd droeg
hij een kleinen hoed, e# het eenigszins
tengere lichaam was in een eenvoudigen
donkergrijzer officiersmantel gestoken.
«Overste Saint-Pré I" riep hij met scherpe
stem.
«Generaal I"
Nij herkende Murat opeens den kleinen
luitenant Bonaparte. Hij zag de doordrin
gende oogen, het ernstige voorhoofd, het
marmeren gezicht, als voor acht jaar, en
wist onmiddellijk, dat hij den bevelvoeren
den generaal voor zich had.
Wordt vervolgd.)