Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
c "6
l8d
e Jaarg.
Zondag 1 September 1895.
No. 5280.
bureau *§$oter$ixaat 50.
DE BLAD.
PRIJS TAN DIT BLAD:
^°°r Spi,-
eaarn per 3 maanden
if er Post door geheel Nederland
•Mr
ndei3ijite Nommers
f 1.50
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
06
keh jn ®ertiee;
OVERZICHT.
31 Aug. '95.
!ne
Ven uUit«»v.i Teroadering van Katholie-
Ce ,ln(^ beboort weder tot het
Qti(J ^etl Kath ^atste openbare vergadering
ge^buU^ "jekendag werd Donderdag
kptuj 6ri. °nen toeloop te Munchen
Ie '-e 'aödcrperSte sPreker was onze be-
J'e,<nio« ;n°ot dr. Schaepman, die over
>ord7Uo^.
6|,de
°r(i °estrebungen des Pausen het
d«6] den 'w Paus 's een vredevorst.
er6
HitL^erde welsprekende redenaar
dKneir) 'n Cal.,,. r
^e) yen Vr
Sew Uat 8) Qe vestigen in ons wereld
je '>eflde Vf ,S een schijnvrede kent, een
hi!*1 ditpm G' d'e de krachten der vol-
e'd (jes Sekuischte taal de persoon-
«ncy8r.Pchtigh 'l.Usen> wiens mond wijsheid
Vfej0''el(en y6' aan de wereld predikt. De
ty- 6 aan an ^eo XIII verkondigen den
kaf^^ppij U°ez'n> Staat, Wetenschap en
kn ^4, (jj V°0ra' de encycliek van het
terp *'er' Vre,i„e ^treflende de openbaring
opp"en p der Katholieke Kerk. Oos-
iv.jl^'^rder t^nSe'schen roept de Paus als
ei». hÜ beir|0t de eenheid des gelools, ter-
On^krdj 6 v"n—
J«s „7, 8hed,
all
en
Volken behandelt naar hun
6ri et» bijzondere behoeften.
°ot helpe °P dwalende broe-
et\ V°°r Dnitn door ijver en gebed. Dat is
eeop66'1 eer C ''ands Katholieken een plicht
be^i^'d hebp,6 P°?r bet bewaren hunner
^0()s ^egevegn Zd een schitterend voor-
Die^ diep Qj '"n zij voeren het zwaard
^e. Germ Muror Teutonicus," maar
v'e>1(%e .aanscbe kracht ter eere Gods.
CieL ari<i in j5= aische graaf Zicliy over den
C6tl 6r' een ,j °n®arÜe had uitgeweid en dr.
het [j' eet)6' VOornaarnste leden van het
it) at^olieke |n^ru''Wekkende rede over
hie|^et bedene e'eren en zijne beteekenis
alle preSi j6n ver'eden had gehouden,
®en ^Ittetjjg1 e,lt de slotrede waarin hij
eknopt aan bet Congres dankte,
her n^en en °Verzicht gaf van de beraad-
^u^^de v°°ral wees op het krachtig
be rt)6ri Iolest tegen den toestand
borstë,e" w0orr Paus heeft gebracht. In
o LS'aatste n sPrab bij over Windt-
te» S| ^-Ugtjst ?f'treden te Coblenz, waarna
kt) alletl e'cbensperger herdacht en
^erk aansP00rde thans de handen
j) C Leflu,}': s'aan- Arbeitt statt der
ijVVar'he 0vu ''ott und vergelts Gott.
bfi .redeetl v tl° Werd den president voor
\)tr*nsbisschoptleftelijke leiding gebracht.
kg6D Schonk Van Munchen» mgr- van
^krtia d.r'U der vergadering zijn
da Woor,j afsevaardigde Gerger nog
8,1 ha9'1'1 der 0v ^ree®' om den president
digersmens de katT8rdeiing over te brenSen
vaj l0^eke volksvertegenwoor-
ari"g af te leggen, dat zij
Hkenhei<1 ïuUe'n uS a' 16 le§Sen' dat Z1J
VVde,Chr'3teUikpraren' Met den gebrui"
ïe D Qg 61) h groet werd daarop de
Hit» Ctl; congres gesloten.
Zlcb fbans een commissie
van generaals gevormd om van generaal
Munier te eischen, dat hij de namen zal
noemen van de Duitsche officieren die zich
volgens hem aan de bekende ongerechtig
heden gedurende den Fransch-Duitschen
oorlog hebben schuldig gemaakt. Mocht de
genoemde Fransche generaal niet in staat
zijn de verlangde ophelderingen te geven,
dan zal hij als een leugenaar worden ge
brandmerkt.
Het proces-Magnier houdt in Frankrijk
nog steeds aller aandacht bezig. Te Parijs
wordt beweerd, dat de heer Magnier, de
senator van het departement du Var, Frank
rijk niet heeft verlaten. Naar men zegt,
bevindt de heer Magnier zich te Combes-
la-ville (Seine-et-Marne). Den rechter van
instructie, den heer Dopffes, is opgedragen
de zaak te onderzoeken. Waarschijnlijk zal
de heer Magnier in het begin van Septem
ber voor de jury worden ontboden. Of hij
dan zal verschijnen, wordt ten zeerste be
twijfeld. Wegens de ontvluchting van den
heer Magnier is de procureur der republiek
bij de Seine-rechtbank, de heer Chenest,
door den minister van justitie, den heer
Traneux, van zijn ambt ontslagen. Wie
hem zal opvolgen, is nog niet bekend.
In het Elysée te Parijs werd gisteren
weder een ministerraad gehouden, onder
voorzitterschap van president Faure, die
daarvoor uit Havre naar Parijs was geko
men. Aan de orde was natuurlijk de expe
ditie op Madagascar. Generaal Zur Linden,
de minister van oorlog, deelde mede, wat
generaal Duchesne, de commandant der
Fransche troepen hem over der. staat van
zaken aldaar had gemeld. Het rapport van
den generaal door den minister overgelegd,
dagteekent van 22 Juli. Daarin wordt be
vestigd, dat de Fransche troepen steeds
vorderingen maken. Het aantal der zieken
bedraagt tien percent van het effectief,
derhalve niet zooveel als van andere zijden
wordt beweerd. In het geheel zijn tot dusver
22C0 manschappen wegens ziekte naar
Frankrijk gezonden. Verder werd in den
ministerraad nog gesproken over den toe
stand in Armenië, maar natuurlijk kon
daarover nog geen besluit worden genomen.
De buiteniandsche aangelegenheden kwa
men gisteren in de vergaderingen door het
Parlement in Engeland gehouden opnieuw
ter sprake. In het Hoogerhuis zeide lord
Salisbury, dat in China en Frankrijk een
stemming heerscht om de eischen en rechten
van Engeland op de beide oevers van de
Mekong te gering te schatten. Hij had
evenwel onderhandelingen met Frankrijk
aangeknoopt van den meest vriendschappe-
lijken geest bezield, en hij hoopte op een
uitkomst, welke beide regeeringen zou be
vredigen. In het Lagerhuis deelde Curzon
mede, dat de regeering besloten heeft een
spoorweg aan te leggen van Mombaza tot
Oeganda, teneinde de hulpbronnen van den
Nijl en van de landstreek aan het Victoria-
meer. Indien Engeland de lijn slechts over
de helft van den weg had aangelegd, zou
Duitschland haar verder aangevuld hebben
tot aan het meer.
Sedert de troonsbestijging van den jeug
digen sultan Abdul Aziz is de toestand in
Marokko steeds onzekerder geworden. De
Daily News schrijft dit hier aan toe, dat
de jonge sultan minder gezag heeft dan zijn
vader Muley Hassan, die ook al de grootste
moeite had om de orde onder de oproerige
stammen te handhaven. Overtuigd van de
machteloosheid des Sultans treden de opper
hoofden, vooral in het noorden, steeds hooger
op en wordt het er met de orde in het
land niet beter op, getuige de herhaalde
gevechten die tusschen de verschillende
stammen plaats hebben.
De ongunstige tijdingen onlangs uit den
Congo te Brussel ontvangen, worden nu
bevestigd door de Indépendance Beige. Dit
blad deelt althans den dood mede van den
Belgischen luitenant Casait, die bij een der
jongste gevechten tegen de Derwischen
sneuvelde. Deze officier, die van 1891 tot
1893 met kapitein Delcommane deelnam
aan een onderzoeking van het Catanga-
gebied, was na een kort verblijf in Europa
eerst onlangs naar den Congo-Staat terug
gekeerd. Verder heeft de Indépendance
nog vernomen, dat behalve luitenant Cas-
sart 19 Belgische soldaten in dezen strijd
den dood vonden. Dit bericht, dat strookt
met hetgeen dienaangaande uit Parijs werd
gemeld, is echter nog niet bevestigd.
De in China zooveel gesmade en indertijd
zelfs door zijn keizerlijken meester van rijvest
en pauweveer beroofden Li-Hoeng-Tsjang
welke onderscheidingsteekenen hij echter
bij zijn zending naar Japan terugkreeg
is eindelijk, dank zij ongetwijfd de voort
durende gunst der Keizerin-Moeder, tot een
nieuw ambt van onderscheiding en hoog ver
trouwen bevorderd. Hij is namelijk kanselier
geworden bij den Keizer te Peking, en zal
dus dagelijks de eerste raadsman van zijn
meester zijn. Als onder-koning van Petchili
is hij vervangen door Weng-Wew-Tsjoe.
Deze verheffing van Li-Hoeng-Tsjang zal
ongetwijfeld der verspreiding van de Wester-
sche begrippen in China bevorderlijk zijn.
In het zegepralende Japan is men nog
niet tevreden over de wijziging van het
vredestractaat van Simonoseki, waartoe de
Japansche regeering door Rusland, Frank
rijk en Duitschland werd genoodzaakt. De
Japanners moesten, naar men weet, het eiland
Lia-Tong met de gewichtige haven Port
Arthur ontruimen. Tot dusver is dit nog niet
geschied, want de Mikado meent behoudens
de oorlogsschatting welke hem door de
Chineesche regeering is toegestaan, nog aan
spraak te hebben op eene buitengewone
vergoeding wegens het teruggeven van Lia-
Tong. De Moskovskya Wjedomosti beweert
nu op gezag van officieele mededeelingen
dat de Japanners Port-Arthur niet zullen
verlaten, tenzij hun nog een extra schade
vergoeding ten bedrage van 300.000 taels
worde toegestaan, maar aan dat oor blijft
de Chineesche Keizer doof, zoodat de Mikado
deze buitengewone vergoeding niet zoo ge
makkelijk zal krijgen.
Yervolg: Binnenland.
Te Utrecht wordt een groote weldadig
heids-verloting op touw gezet, ten bate van
de volgende verenigingenle Comité voor
het bijeenbrengen van een nationaal fonds
ten behoeve van de nagelaten betrekkingen
van in Indië gesneuvelde militairen
2e Vereeniging »Trouw aan Koning en Vader
land" (oud-strijders 1830,32)3e Vereeni
ging van gepensioneerde onderofficieren en
minderen van het Nederlandsche leger;
4e Ondersteuningsfonds van den Neder-
landschen Bond van oud-onderofficieren.
Het getal loten zal bestaan uit 21,000
stuks a f5 per lot. De trekking der 351e
Staatsloterij zal de nummers en volgorde
der prijzen aanwijzen.
De gemeente Gouda staat wederom voor
't geval, dat er geleend moet worden. In
de raadzitting van gisteren is andermaal een
voorstel ingediend tot het aangaan van een
leening groot f 43.000. Inmiddels nemen d
leden der commissie van voorlichting in zak
de plaatselijke directe belasting gedurig on
slag; gisteren wederom een zevental.
Van Burgemeester en Wethouders is I
den raad der gemeente Gouda ingekomr
de groote weg tusschen Rotterdam (Hoflat
en Gouda) óf door het Rijk óf door de pr
een schrijven, waarin betoogd wordt, d
vincie moet onderhouden, en dat de g
meente niet verplicht is voor dat onderhoud
eene uitgaaf te doen. Sedert 1895 had de
gemeente in de onderhoudskosten van dien
weg een som van f900's jaars bijgedragen.
Burgem. en Weth. achten het niet wen-
schelijk deze «onverplichte en onnoodige"
uitgaaf te bestendigen, nu de financieele
toestand der gemeente minder gunstig is
dan in 1894 het geval was. Zij stellen daarom
voor het daartoe betrekkelijke besluit van
1859 in te trekkenende bedoelde uitgaaf niet
meer op de gemeentebegrooting te brengen.
In de Raadsvergadering van Kuilenburg
deed zich eergisteren het volgende voor
Een boertje kwam de raadszaal binnen,
terwijl de secretaris de notulen der vorige
vergadering las. Toen deze hiermede klaar
was, vroeg de voorzitter, als naar gewoonte
of er nog heeren waren, die aanmerkingen
op de notulen hadden te maken. Allen zwe
gen, zoodat de president den hamer liet
vallen met de woorden»dan zullen we ze
arresteeren". Hierna stond ons boertje van
de publieke zitbank op en vroeg allen heeren
het woord, hetwelk natuurlijk door niemand
verleend werd, daar men niet wist wat er
komen zou. Hij verzocht of hij zijn keind
op school kon krijgen. De burgemeester
maakte hem opmerkzaam, dat het raads
vergadering was en hij straks maar terug
moest komen, waarop de landman ant
woordde «Dan zal ik Deinsdag wel ko
men.
^PCO r>
o
- 0.05
H"