Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
)rgeant-Majoor.
Zondag 29 September 1895.
No. 5304.
nxeaix peterstraat 50.
BLAD.
r^che Kroniek.
orWd!Van de hoogten van
tS
^SlWrd
?C d0» t™'»»1 s™u
U*£\
P ^r'7eM8daAer tte ^hrijven.
HsOd
P<
s<4
y,
Sk
iNr' n^ge StTj tCrUggetr°kken'
■do,
"l «v»t, i 'S door het Italiaansche
t"'"8 aan het hootd,
Vad brut r on^eëveiiaard samen-
a 'te't en huichelarij den
^UIII
e ton.
kijNer o
ïiaCgelakVanUN'n en hieri» la8
ALGEMEEN OVERZICHT.
IIEUWE SBHIEDANISGHE COURANT
v PRIJS VAN DIT BLAD:
'oor
Per 3
A.f2 ^er P°st door
aderlijk.
maandenf 1.50
reheel Nederland - 2.
Nommers- 0.05
i i ïfis
l;üriim!'U':i' i:iüvii<w>'I' wiin.»
111M
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van '16 regels0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
'and o
'ei .n Ptember van het voor de
/I
'ee<W„."tlg>iar'ge gedachtenis met een
sevoe] l 6c«J^viiLenis mei een
ijL erderikt, dat men het niet
ze alUv.
<lat dp n ^Ptember van dat onge
il» sParii7«^„D.
- Kanotinen
voor het eerst de
de hoogten van
rra„
k ^ch
Nu «1 ont ,W1
f\le l'S jaar l87n°°r de Katholieken 200
va, abift)S 's 200 rijk aan memo-
®0-twlt,V^aarvan men nu dageliji
ki
Hh 6 s°'dat eren en dat de eerste
rs Vier naar de Place Vendome
v l^2ières agen later staken de Duit-
•nattldetl daa 'n krand en vele onschuldi-
e eer> paar'fUl de v'ammen hun dood,
der l rarics'iireurs uit de ramen
(j' ke,.,eri hMden f6" het dorP °P hen
i? dis ^as er \°en z9 het binnentrokken,
die j6" dezer te klein om
^elke en heiligen dienst wilde
Z0 '6rs ^erd°°r de rust der zielen dier
J^d, kracht °Poe^ragfin, te bevatten.
ker' da» ^;U e.en kwart eeuw ge-
8«it
^2 - """II- ccuvv
^dkrpi!11 voor H" J°hstijdingen en neder-
®6d toet ,et wreed geteisterde
r°Sschatt'en Verne(4erende vrede en
ïfih, van 5 milliard pin-
Iim
6 Puitscher binnendrong,
P *rÜk 2" "«ïiitsuuiuug,
te kp n bezetting te Rome, om
t di aribalH- aan ^en revo"
^at dP 1 en zÜn benden ten prooi.
Virw °,Verweldigers, door de
°dt.
t-jjj Vipf oclöi u.uui uc
'acht ft kitirw j °r P"manuël gesteund, de
ri 'deriH gesieunu, ue
"udi06r ^dUspJ0]1®611' en wereldlijke
?ipu Wa
Se^dipp' als df.H„geen kooze man, doch
U ts! 6®le p beschm Z,enl»kste en rijkste
'do ,en deze 1 annette. Zco dacht
b do 'co 6 en deze'1,',' \annette. Zco dacht
v Stk ^dz'e n spPef„e achte werd gedeeld
NoSdiWad onbetw??k harer kinder"
,°dipk W ^"gen h .ti3aar detrischste
S sï\ren aï dle,ln den omtrek te
\tHt ^"nette ^°darng had hij vol-
S va J°dkr^°est hij ghPastdoch met even
SN^Rpa,n derJnUk.ennen' dat hij de
Nr& ^ekotv, 4 niet rrtS Was en dat Paste
vNoa"et £^tller(i hebU Z?U dezen echter
v\ d bad °?ta ineen Nannette ook
N'oh ^-estor' Jannette umenheid met Nico
\V £e" moeder u1 evenbeeld harer
a<tor vr^°°r Whs -ad zor|der het te
0lko«ien k te kinderlijk -
len heheerscht. Toen zij
20sten in Rome herdacht en gevierd. Bij
de inwijdieg toch van het monument van
Garibaldi op den Janiculus durfde de minister
president Crispi de wettigheid van de Ver-
eeniging van Rome met Italië te verdedigen.
De Paus, zoo liet hij er hecht Italiaansch
op volgen, is nu nog slechts aan God onder
worpen en een onafhankelijk souverein die
boven allen staat. Voor die diensten aan
den Paus bewezen, moesten de Katholieken
Italië dankbaar zijn.
Is het niet alsof men een advocaat aan
den bestolene hoort zeggen, dat hij den dief
voor hetgeen hij hem ontnam, dank schuldig
is. Dat Crispi een groot advocaat was, wist
ik weldoch dat hij den moed had zoo voor
de balie der geheele beschaafde wereld een
slechte zaak te bepleiten, alsof hij eenvoudig
voor de gewone rechters en juryleden stond,
dat is wat al te kras. En nu het bewijs,
dat die woorden om den grooten Leo XIII, die
zelfs door een Crispi tastbaar wordt gevreesd,
te verheffen, slechts huichelachtige phrasen
en een schijnvertooning zijn, vindt men in de
minder liefderijke bemerkingen welke hij
in die reden tot de geestelijkheid richtte.
Den geestelijken, zoo sprak hij, zal geen
kwaad geschieden, mits zij de perken van
de wet niet te buiten gaan. Wanneer zij
echter het vaderland belakken en zijne in
stellingen aanvallen, dan helpen zij de anar
chisten, die God en den Koning verloochenen,
en zulke daden zouden niet ongestraft kun
nen blijven. Dus de eenige zonen van dat
ïééne Italië," die bij dat heuglijk feest
moesten bedreigd en aangevallen worden,
waren de geestelijken, de bedienaars van
den godsdienst, van dien Paus, die alle
vrijheid geniet en alleen God boven zich
heeft. Hoe of een verstandig man in éen
adem zulke tegenstrijdigheden kan samen
voegen en uitkramen, is alleen verklaarbaar
als men er aan denkt, dat Crispi van het
zelfde ras is waaruit een Machiavelli gebo
ren werd, die na ruim drie eeuwen zijn
nu op zekeren mooien dag voor hem ver
scheen, in de eene hand de punt van haar
met rood omzoomde schort, terwijl zij met
de andere haar gloeiend gezicht half bedekte
en verlegen, juist als een leerjongen, die
zijn les niet kent en stottert, begon te ver
tellen, dat Nico zooveel van haar hield en
zij even zooveel van hem, dat deze haar
ook trouwen wilde trok vader Roclot
eerst een verwonderd, vervolgens een lang
gezicht en viel dan op de volgende wijze uit
»Wat? Die Nico, die arme slokkert, die
niets bezit dan het wambuis, dat hij aan
zijn lijf heeft, hij wil u trouwen Wel, wel
Arm is hij, maar niet domDaar komt
nooit of nimmer iets van, laat u dat voor
eens en voor altijd gezegd zijn, Nannette
Wat vader Roclot eens gezegd had, stond
in den regel zoo vast als de oude toren der
kleine kerk van St. Pierre, en dat wist
Nannette maar al te goed. Haar kinderlijke
heerschappij hield van dezer, dag af op en,
wat zij bijna nog nooit had bijgewoond, dat
ondervond zij nu namelijk dat haar vader
zeer boos kon zijn. Stijfhoofdig was Nan
nette niet en bet geschiedde ook niet uit
minachting van den vaderlijken wil, dat zij
nu en dan Nico ontmoette.
Dit werd echter toch aan haar vader
naam als politieke draaier nog niet verlo
ren heeft.
De Fransche bladen, zeer enkele anti-
clericale koolbladen uitgezonderd, laten zich
zeer koe! over die feesten uit, of zeggen er
weinig van, en om door daden duidelijk aan
te toonen hoe de vereeniging van vele pro
vinciën aan het Unica Italia de toen zoo
voorgespiegelde weldaden nooit heeft aan
gebracht, doch in sommigen op verschrik
kelijke wijze de armoede en ellende heeft
doen toenemen, halen enkele couranten de
beschrijving van den toestand in de zwa-
velmijnen van Sicilië, door een medewerker
van de Italiaansche Tribuna gepubliceerd,
die bijna aan het ongelooflijke grenst.
Deze reporter begint met te zeggen dat
hij al heel wat in de wereld gezien heeft,
doch niets heeft hem zoo ontroerd, als wat
hij bij een bezoek aan de zwavelmijnen
aanschouwde. Het barbaarsche werk wat
zwakke knapen moeten doen, schreit ten
hemel en is een schande voor de mensche-
lijkheid. Vol verontwaardiging roept hij
verder uit, dat hij zich schaamt, in een
land, waar zulke zaken kunnen gebeuren,
geboren te zijn.
En dat deze woorden niet door een op
gewonden Italiaan zijn neergeschreven,
blijkt uit wat hij er verder van schrijft.
De zwavelmijnen worden verpacht en die
pachters koopen van de bewoners dier stre
ken jongens van acht tot vijftien jaren voor
de prijs van 100 a 150 lire, wier werk be
staat door nauwe gangen, langs onmogelijke
trappen de erts naar boven te brengen.
Zoolang hun prijs niet betaald is, behandelt
de pachter de scarusi", zoo noemt men die
kinderen, letterlijk als slaven en het komt
bij niemand op, hem het recht daartoe te
betwisten. De ongelukkige martelaars ver
dienen vijftig scentisimi" per dag en gaan
daarvoor vijf-en-twintig maal per d<ig met
een last van 40 d 50 kilo, de 100 meters
diepe schacht op en neder. Zij eten brood
overgebracht, die nu zijn weenend dochtertje
streng in het verhoor nam
»Gij moet den hongerlijder laten loopen,"
beval hij toornig, »gij zult en moet hem
vergeten
Nu duurde het ook geruimen tijd, dat zij
Nico met meer sprak, doch haar hart hing
nog altijd innig aan hem. Dat haar vader
beweerde, dat Nico een hongerlijder was
en haar alleen om haren welstand wilde
huwen, dat bedroefde haar erg.
Zekeren Zondag na de Vespers, toen het
volk uit de kerkdeur drong, alsof de laatst
achtergeblevene een ongeluk zou overkomen,
hoorde Nannette achter haar fluisteren
»Morgennamiddag tusschen vijf en zes kunt
gij mij in den tuin verwachtenik moet u
wat zeggen."
Nico was een oolijke kwant. Te vijf uur
moest de Gemeenteraad bijeenkomen en
vader Roclot was het hoofd der wijzen van
St. Pierre. Nico had van deze Raadszitting
kennis gekregen en gedacht er partij van
te trekken.
Eindelijk wees de wijzer op vijf: Roclot
zette den steek op en trok tegelijkertijd
zijn ambtelijk gezicht aan, nam den stok
en toog naar het gemeentehuis. Nauwelijks
was hij om den hoek verdwenen, of Nico
en uien, en het water dat zij drinken, halen
zij uit bronnen in den omtrek. Het is bijna
onbegrijpelijk dat zij bij den arbeid r,iet
neervallen doch de vrees voor hun baas,
doet hen snikkend en zuchtend zich voort
slepen, om hunne gekneusde ledematen,
wanneer zij gaan slapen, op den bodem der
schacht uit te strekken. Men moet hen zien
om hunne smarten te kunnen medegevoe
len. Met gebogen rug en gekromde beenen,
staren zij u met diep in de kassen liggende
oogen aan, terwijl zware rimpels reeds hun
voorhoofd hebben saamgetrokken. Zij zijn
toonbeelden van hongerige en verhongerde
slaven. Het is onmogelijk het verhaal dier
lijders en hunne ellende, te lezen, zonder
er bij te schreien. Doch dit is nog niet
alles. De onmenschelijke pachters ontzien
zich niet die arme wezentjes soms op erger
lijke wijze te mishandelen en wordt er
al eens een in drift doodgeslagen, wat be-
teekent dat dan nog
Is het te verwonderen, dat zulke men-
schen tot opstand komen En, zooals men
weet, heeft de regeering dan ook moeten
besluiten, den arbeid in de zwavelmijnen te
doen ophouden. Die hoog geprezen eenheid
heeft Sicilië ver gebracht, en dit is nog
maar een enkel staaltje van den achteruit
gang en de ellende dier provinciën, waarvan
de bevolking onder hare vroegere vorsten
nooit zulke armoede gekend heeft, en de
vereeniging met het groote doch arme Italië
dus wel moet betreuren.
Parijs, 14,27 Sept. 1895.
Fidélius.
28 Sept. '95.
De verkiezingen voor den Weener gemeen
teraad trekken niet alleen in Oostenrijk
maar in geheel Europa bijzonder de aandacht.
De verwachting dat de anti-liberalen te
Weenen een meerderheid van twee derden
der 138 zetels van den gemeenteraad zouden
sloop van den anderen kant nader en eenige
oogenblikken later stond Nannette achter
het hek in den tuin en Nico ervoor op straat.
»Ach, Nannettezuchtte Nico.
»Acb, Nico zuchtte het aan den anderen
kant van het hek. Wij zijn toch arme
tobbers
»Ik wenschte dat gij nog veel armer
waart," antwoordde Nico »want dat gij
zóó rijk zijt is immers geheel ons ongeluk."
»En als ik nu volkomen arm ware, ik
bedoel dat ik zooveel had als gij, een goed
geweten en twee krachtige, vlijtige armen,
zoudt gij mij dan ook liefhebben
Gewis zou ik dat en dan eerst voor
goed. Maar waarom vraagt gij mij dat
altijd
»Omdat vader beweert dat gij mij alleen
liefhebt, wijl ik een rijk meisje ben en nu
ben ik altijd blij als ik hoor, dat dit niet
waar is."
»Hebt gij gehoord, Nannette, wat mijn
heer pastoor gisteren in de preek zei: »De
vrouw zal vader en moeder verlaten en den
man volgen I" Alzoo ik trouw u en wil van
uw vader niets hebben. Ik heb een goede
veertig francs gespaard en arbeiden kan ik
voor twee."
Wordt vervolgd