"fA A •ktuig\y/: «De gevoelens der menschelijkheid zegt de Paus zelfs in eere gehouden door hen, wier geest door hartstocht wordt beheerscht, deden ons hopen, dat men eer bied zou betoonen voor or.zen hoogen leeftijd, maar deze verwachting is volkomen teleur gesteld. Men heeft ons zelfs gedwongen om, als het ware, getuige te zijn van de verheerlijking van de Italiaansche revolutie en de berooving van den Heiligen Stoel. »"VVat ons echter aldus gaat de Paus voort bijzonder trof, is het voornemen, dat er bestaat, om het bestaande conflict te handhaven, in plaats van het in der minne bij te leggen. De noodlottige gevolgen van dit geschil zijn niet te voorzien. Bovendien heeft men weer een stap verder gedaan tot verwezenlijking van een ideaal, dat volkomen in strijd is met het streven der Kerk, want het doel van Rome's bezetting, welke door de afvallige Katholieken werd beraamd, was niet alleen de totstandkoming van Italië's politieke eenheid te bevorderen. Het voor naamste doel was, om, door het wereldlijk gezag des Pausen te vernietigen, tevens een aanval te doen tegen het geestelijk gezag, hetwelk de Paus uitoefent. Het doel was Rome's lot te veranderen en de Heilige Stad tot eene onchristelijke stad te maken." jDit is het hoofdzakelijk" aldus gaat de Paus voort «hetgeen men heeft wil len tot stand brengen, door de bekrachtiging van eene nieuwe wet en door opgewonden betoogingen, opgewekt door een secte, welke zich tegen God verzet. Het volk zal daar onder lijden, want men heeft de belofte niet gehouden, welke is afgelegd, nl., dat het stoffelijke welzijn van het Italiaansche volk geen nadeel zou lijden. «Nu is Italië in verschillende partijen verdeeld. De omwentelings-partij bedreigt de staatsinstellingen, en er kan geen sprake wezen van eene werkelijke zelfstandigheid van het Pausdom, zoolang de Paus niet in zijn wereldlijk gezag is hersteld. Men be beweert, dat ons de handhaving onzer juris dictie is verzekerd, maar de vervulling van deze voorwaarde is weer van anderen afhan kelijk. Zelfs heeft men ons onlangs bedreigd met de opheffing der nu bestaande waar borgen." De Paus eindigt zijn manifest met te wijzen op de weldaden, welke men aan het Pausdom is verschuldigd en doet ten slotte een beroep op alle Italianen, die niet tot de vijanden der Kerk behooren,om rijpelijk te overwegen, hoe nadeelig het voortduren van den strijd tusschen Kerk en Staat zal wezen. «Indien de Italianen - aldus besluit de Paus zijn schrijven het juk der vrij metselaars kunnen afwerpen en naar ons willen luisteren, dan zouden wij nog op de verwezenlijking onzer dierbaarste verwach tingen kunnen hopen. Anders zijn wij voor nieuwe gevaren beducht". Stads- en Gewestelijk Nieuws. Schiedam, 10 October 1895. De Stoomtram. Onze opmerkingen omtrent het voorstel van B. en W. van Rotterdam in zake het rijden van de stoomtram op den N. Binnen weg vermeldende, voegt de Maasbode daar aan harerzijds het volgende toe Tot zoover de Nieuwe Schied. Courant Blijkbaar heeft het blad de stukken niet voor zich gehad, want dan zou het daaruit hebben gezien, dat een snelheid van 8 K.M. per uur nog minder is dan die van een gewone paardentram. Verder meenen wij het blad te moeten opmerken, dat het provinciaal reglement, waarover het spreekt, niet van toepassing is op den Nieuwen Binnenweg, daar deze geeri provinciale maar een gemeentelijke weg is. Dit reglement is wel van toepassing op het traject Delftshaven—Schiedam, en daarom zal, zooals ook duidelijk in de stukken wordt gezegd, de Rott. Iramw. Mij. aan Ged. Staten moeten verzoeken, om op dat gedeelte te mogen rijden met een maximum snelheid van 20 K.M. per uur, zooals dat reglement toelaat. Wij kunnen op de opmerkingen van de Msb. slechts antwoorden, dat wij ze over 'tgeheel onjuist vinden. Wel hadden wijde stukken niet voor ons, toen wij onze op merkingen schreven, maar 't was ons toch bekend, dat 8 K. M. in de stukken een snelheid wordt genoemd, minder dan die van een gewone paardentram. Doch waar mede men die snelheid ook gelieft te ver gelijken, 8 K. M. is meer dan 7! en de geachte redactie van de Msb. houde het ons ten goede, dat wij het prov. reglement 'twelk een snelheid van 7! K. M. voor schrijft, wel van toepassing achten op den Rotterdamschen Binnenweg. Die weg toch behoort tot «de wegen lig gende ten dienste van het algemeen" en niet tot de uitzonderingen in art. 1 van het prov. reglement op de wegen en voetpaden genoemd En nu blijft ons hoofd bezwaar, dat officieel zou gesanctionneerd worden (door het Rotterdamsch gemeente bestuur) dat de tram harder zou rijden dan bedoeld reglement voorschrijft. Dat de goedkeuring van Ged. Staten noodig is om het traject DelftshavenSchie dam met een snelheid van 20 K. M. te berijden, was ons evenzeer wel bekend maar dat neemt toch niet weg ons bezwaar, dat door B. en W. van Rotterdam wordt voorgesteld, om op dit traject, voor zoover het onder hun bestuur behoort, te rijden met eene snelheid die wij voor dit gedeelte van den Tramweg zeer bedenkelijk achter,. Een ingezetene van Schiedam ontving in de vorige week bij een der Rotterdamsche winkeliers abusievelijk een bankbiljet van f 50, in plaats van een muntbiljet van f 10. Een paar dagen later, toen de Schiedammer het abuis had ontdekt, bracht hij het bij den winkelier terug, die het abuis nog niet had bemerkt. Uit blijdschap over dit buiten kansje, gaf de winkelier een bedrag van f5 aan de armen. Woensdagmiddag kwam de bakker P. de Koning, wonende op het Sluisje te Oud- Charlois, tot de ontdekking dat bij hem door middel van inklimming en braak eene som gelds was ontvreemd. Aan de politie mocht het gelukken een paar uren later den vermoedelijken dader aan te houden, zijnde een 50-jarig schilder, in de Poort straat woonachtig. In zijn bezit werd het geld gevonden. Hoe gevaarlijk het is een brandend pe- troleumtoestel thuis te laten staan, als men uitgaat, bleek gistermiddag weder aan het Kralingsche veer. Vrouw G. had even haar woning verlaten, om bij haar terugkomst te bemerken dat het toestel in brand had gestaan. Reeds bij het openen der deur kwam haar een rookwalm tegemoet, terwijl groot roetvlokken door de kamer dwarrel den. De vlam, die eenigszins ook het af gehaald bed had aangestast, was waar schijnlijk door een gelukkig toeval uitge doofd. Memorie van Antwoord op liet verslag van het onderzoek der Gemeente- begrooting. III. HOOFDSTUK III. Volgn. 100. Slechts éen pakhuis, dat in 't Hol, wordt niet gebruikt. Het komt ons voor, dat de gemeente juist dat pakhuis, waarvoor bij mogelijke uitbreiding van de 2de openbare kostelooze school beschikt moet kunnen worden, in geen geval mag verkoopen. Bij de tegenwoordige lage waarde der panden zouden we tot afbraak of verkoop van de overige pakhuizen, waaraan slechts geringe kosten van onderhoud worden be steed, ook thans niet durven adviseeren. HOOFDSTUK V. Volgn. 112. De opmerking, dat in de toelichting tot dezen post abusivelijk f150.— in plaats van f 125, - is gesteld, is juist. Volgn. 115. De onnauwkeurigheden en abuizen, die herhaaldelijk ontdekt worden iu de weekstaten, die van het College van brandmeesters worden ontvangen, waardoor die staten in den regel ter verbetering moe ten worden teruggezonden, zijn oorzaak, dat de betaling der verschuldigde loonen ook zeer tegen onzen zin dikwijls ver traagd wordt. Om de betaling dier arbeidsloonen zooveel mogelijk te bespoedigen, werd het College van brandmeesters nog zeer onlangs door ons aangeschreven die staten, uiterlijk bin nen 14 dagen na afloop van iederen brand, aan ons in te zenden. HOOFDSTUK VIII. Volgn. '124. Eene verordening tot regeling van de salarissen van de leéraren bij hooger en middelbaar onderwijs en van een maxi mum aantal lesuren voor de leeraren is zooals Uwer vergadering reeds bekend is bij ons in bewerking en zal U eerstdaags worden aangeboden. Volgn. 125. De verhooging van dezen post met f'150.is, zooals in de 2de sectie terecht werd opgemerkt, door curatoren voornamelijk gevraagd voor de bibliotheek. Bij den hoogst onbeduidenden toestand, waarin die bibliotheek waaraan zelfs de aller noodzakelijkste boeken ontbreken verkeert, hebben we volle vrijheid gevonden, de verzochte verhooging voorste dragen. Volgn. 140. In overleg met- en onder medewerking van de hoofden der scholen is deze post, die in: 1890 f3182.82 1891 -3180.40J 1892 -3094.78 1893 -3025.87! 1894 -2728.33 bedroeg, tot het uitgetrokken cijfer, dat voor het volgende jaar voldoende wordt geacht, verlaagd. Volgn. 141. Daar de model-begrooting deze onderscheiding vordert, die tot geen administratieve moeilijkheden ten aanzien van pensioen kan leiden, en het ook alle aanbeveling verdient, dat steeds officiéél blijke, hoe deze jaarwedden verdeeld zijn, heeft deze splitsing plaats gehad. Volgn. 142. Uitbouwing van de openbare kostelooze scholen zal op den duur wel niet kunnen uitblijven. Nu van de zijde van het bijzonder onder wijs uitbreiding van schoollokalen plaats heeft, waardoor het niet onwaarschijnlijk is, dat de bevolking op de openbare scholen eenigszins zal verminderen, hebben we ge meend de plannen tot verbouwing, die bij ons reeds gereed liggen, U nog niet ter overweging te mogen aanbieden. De zienswijze van de 2de sectie met be trekking tot de wenschelijkheid der oprich ting van gemeentewege van een vakschool voor branderij en aanverwante bedrijven, wordt door ons College volkomen gedeeld. Wij verklaren ons gaarne bereid, de zaak nader te onderzoeken en U voorstellen ter voorbereiding aan Ie bieden, zoodra de noo- dige tijd daarvoor door ons beschikbaar kan worden gesteld. Van de opvatting der tegen woordige regeering omtrent het nut van vakscholen eene opvatting die zij omzet in voordrachten tot het verleenen van rijks subsidie aan dergelijke scholen zou, op het voetspoor van Enschedé, misschien in het financieel belang onzer gemeente te profiteeren zijn. De vraag of er hier voldoende gebruik van de school zou worden gemaakt, ware voorat te onderzoeken. Het verband tusschen opbrengst van school gelden en kosten van onderwijs kan ons College niet inzien. «Opleiding in de eerste plaats taak der ouders," is naar onze meening in strijd met de wet, welke de opleiding tot alle christelijke en maatschappelijke deugden aan de school ten taak stelt. Toe gegeven dat de vakkennis bij de ambachts lieden te wenschen overlaat, moet dit veeleer leiden tot pogingen om dezen misstand te verbeteren; met het betreuren alleen der groote uitgaven voor onderwijs, verbetert men het niet, aangenomen zelfs, dat de resultaten zoo bedroevend zijn, als in de 2de sectie wel werd beweerd, maar niet bewezen. Het in diezelfde afdeeling hierop gegeven antwoord wenschen we dan ook tot het onze te maken en herinneren met betrekking tot de wijze van schoolgeldhef fing er alleen aan, dat een voorstel tot invoering van proportioneel schoolgeld, ten vorigen jare door den Raad werd verworpen. HOOFDSTUK VIII. Volgn. 151. Het Stads-ziekenhuis is een instelling van weldadigheid, bedoeld bij art. 2, litta. a der wet tot regeling van het arm bestuur, bestemd tot huisvesting, verzorging en oppassing van behoeftige zieken en ge wonden. Niettemin kan ieder particulier wiens verpleging in een ziekenhuis noodig is, zich daarin doen opnemen tegen betaling van 25 50 cents daags, ter beoordeeling en beslissing van het Burgerlijk-armbestuur. Van verschillende klassen is echter geen sprake. Mocht de Raad een uitbreiding in dien zin wenschen, dan twijielen we niet ot de Commissie voor het Burgerlijk-armbestuur zal bereid bevonden worden daartoe hare medewerking te verleenen. HOOFDSTUK v0igO«Jcl.t Volgn. 155. Het onder door de rapporteurs aang geen beantwoording. HOOFDSTUK Volgn. 173. Het onder-d» is, vermelde aandeel ad fge0'1 ui' door den Voorzitter der medegedeeld, reeds uitbeta taling had plaats nadat de ons werd ingediend. Dit bedrag behoeft dus veerd te blijven. De ministers van justitie, van oorlog hebben nu eenig® a leden de heeren prof. H- va Sc^, te Leiden, den kapt. ter zee He®1^ en generaal-majoor H. 's-Gravenhage in commiss,e te overwegen, welke wijzing® rige regeeringsontwerp va° ,cn<)g van militair strafrecht hun 8 f lijk voorkomen. ngs Naar men verneemt, is °n.yl(]g noemde heeren naar aanle' opdracht een uitvoerig raP? ffioëel herzien ontwerp aan de regee' 0 Bij de behandeling der Sta^ pi en wellicht reeds vroegef ^je1' lichting van den Rotterdam*® ,9k® r ter sf ook in de Tweede Kamei gebracht. Uit Engeland is bericht, komst van de regeering ald',ïl j,eFr [1!' om de onze te wijzen op ee^J"" lichting van het Noorder 'iaVo0tt®),^ licht aldaar (van de 5de 8 de December-stormen van ijk® tii«e hir weggeslagen en door een j n het If'"" Z'1 ting vervangen, waarvan g V>. weder en mist niet ver g en ofschoon 10 meter hooD ie" door de golven is gebluscht- In de N. JloU.' Cl. <f/ met nadruk de noodzakelj j[i doende verbetering betoog fl(l J tusschenkomst van het buite belang van de veiligheid S en wel door den nieuwen ee s is, 20 meter hoog te zeer veel te versterken. 0e wezen dat IJmuiden heeft van de echter onder het depar staat, handel en nijverheid den Hoek van Holland b® de "C Liit vf" beheer van het departem^^ V De minister van marine 0p ongunstige beslissing 8e"°^;g zoek der scheepvaart. e ^0(i te nemen, zooals te versta8® F '-partem -« dat men aan zijn depart®" rjj voelt voor den handel waterstaat. De veiligheid op v£pi d de® Waterweg is echter een 28 de ..je beteekenis, dat zij de aa«d* r* de |0ting J ijz 1! zonder verhooging van Kamer overwaard is, nU scheepvaart ernstig gekl8®1 In de waterstaatsbegr° •ging^jpi11 zijn voorgesteld eenige bief^Vj" geschieden. Een dezer is het op vorige dienstjaren "^.^pF t ,-1 voor het drukken der jjei1""/1 van de waterhoogten orl^ jpP ven en daartegenover ^e" 1894 veel g den aangewezen dan wa worden. De andere meerde»e ue anuere mee- ¥0" „ol" p materiaal en arbeidsl®0 p op de spoorwegdienst®' eb,-oi_ ee^_ j-' veroorzaakt door het 111 je J een tweede gebouw v 0l) ov t0t den Raad van Toezie de aanschaffing van Rotterdamschen Wate ving van spoorwegln He, bedrag. ,rf i» kan, tengevolge dei ,trtó rlnnn dnn \T r\f\T>rt 14 f OT* H fil* .1 P veiuieiuc aauucci p V8® iti" 10B hl i: - - twee o VA O Jj V8 j nU v "J" '—s—hetein ru£G ve® ver

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 2