Dagblad voor Schiedam en Omstreken. "üidd _^<le Jaar£. Woensdag 27 November 1895. No. 5353 bureau TSofersfraaf 50. Cn Weder- er en de Leeuw. PRIJS VAN DIT BLAD: per 3 maanden1 50 "r ,°°r Schiedam «co per p0St hoor geheel Nederland 2°nderlijke Nommers PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. n de laatste dagen maar al HiHs' *6rd §evreesd, het is heden L WëeSChied we'eerw- pater chie VaJnljelhagen, kapelaan der paro- a'hi6rden H. Joannes den Dooper ^isselj'1 dettÖdige met het eeuwige 'aardige 1 "anvankelijk herstel van den deH Pr'ester, dien allen vereer- beter °°^acktten, een flauwe hoop ade v baP spoedig werd aan die "ageti. ^Wac'ltingen de bodem inge- ?teeds „teetls heviger werd de ziekte f.fitnatter werd het kranke ev'ge benauwdheden over- 56,1 Sthart ,.U'tgePutten lijder; en na 19^ z'ekbed gaf hij heden- ^e^r0ed Ure' d00F Z^ne heminde ^®Pper 6r^ °mrinSd> z\jne ziel haren Zo mst weemoed dezen waar in den H. Dominicus na, >P blÜde di, 0tldanK na, Zt>0y S Z^ne ^rankheid onder ons ..X^ hefde heeft gearbeid; wij 'X en-- dat hij bij Schiedams Katho- 6rX dankbaar en gezegend aan- SS; b'Üven. Die dankbare ge- e?h Za' Z'cb ook zeker uitspreken den ^ebed voor de zielerust ^e|, egaafden priester, die door *°%ei(1Sprekend wo°rd en stichtend dfiUffH Z°0Ve^en tQt de beoefening heeft opgewekt. ruste in vrede rede„ "n»'-ieivergaaeringen ge PaNcf!eester H?Steruder °rde bezat eei «bSSpen'onn! ogie en ander( S S VoorZtr7ees- 0ok hadden de |a °6rnd t. t pastoors van paro- k}<: dSten a k"nnen worden. F vbecüy L i Van Prernonstreit, Vds den ],,ad vee' Sedaan ter hand! D.HliX Zond i der <-)rde' niet voor- kX ,8. die pVloed van ongeloof en om- rJt\g d®r K'n-i semonstreit en de overige {NuiXn ertljnen, zoomede alle reli- st^di^'Sen bodemegVagen Frankrijk's Dq. hij ,j vóór de groote revolutie chool ,nieuvve leerstoelen in, aan «er abdij, de leerstoelen der ALGEMEEN OVERZICHT. 26 Nov. '95. De toestand in de Aziatische provincies van Turkije schijnt rustiger te zijner wordt van ongeregeldheden verder geen melding gemaakt. Hoewel de Porte het recht der mogendheden erkent om een tweede schip te stationeeren, meent zij toch dat aan de aanwezigheid daarvan een aan de verwachtingen tegenovergestelde uit werking zal hebben. De Mohamedaansche bevolking wordt, naar aanleiding van het verzoek van het verdubbelen van het aan tal schepen, onnoodig ongerust gemaakt, onnoodig om de maatregelen die door de Porte tot handhaving der orde worden ge nomen. Een verklaring in dezen geest is aan baron de Calice, den oudsten gezant, en verder aan de vertegenwoordigers der Turksche regeering in het buitenland ver zonden, om daarvan mededeeling te doen aan de regeeringen, en hierbij is de last gegeven om aan dezen het verzoek over te brengen, dat zij het gedaan verzoek zullen intrekken. De bevelhebber van het vierde legerkorps heeft aan den grootvizier geseind, dat de orde hersteld is in de zes provinciën. De maatregelen die in Siwas zijn genomen, doen ook daar herstel van de rust voorzien. De Sultan heeft op zijn persoonlijke ver- toogen te Berlijn en te Londen antwoord gekregen, respectievelijk van keizer Wil helm en van koningin Victoria. Het schrij ven van eerstgenoemde werd overgebracht door den buitengewonen koerier Toeikan- pasja, [die door Abdoel Hamid naar Berlijn was gezonden en het tweede door sir Philip Currie, den Britschen gezant, die Zaterdag van Parijs en Weenen te Constantinopel is weergekeerd. De inhoud dezer twee vorste lijke brieven, van grootmoeder Victoria en haar kleinzoon Wilhelm, is niet bekend, maar men zegt dat de Sultan er zeer door ver heugd is. De Russische Noivoje Wrémia maakt de opmerking, dat ook des Sultans letterkunde, der vreemde talen en der wis kunde. Zelf een letterkundige en geleerde verrijkte hij de bibliotheek van het klooster met een schat van zeldzame boeken. Helaas, de verwachtingen van dezen ijverigen vrier.d van godsdienst en wetenschap waren ijdel de storm der goddeloosheid en der vrijmet selarij brak los over het woud van Pré- montré de abdij werd verwoest, alle schatten van wetenschap en fraaie letteren werden in den wilde verstrooid. Een nieuwe bar- baarschheid was ingetreden, en 't werd andermaal wildernis, als in de heidensche tijden toen nog geen christen, ridders, mon niken en landlieden de woeste vlakten ontgonnen. Ten tijde der verdelging van de abdij, woonden er vijftig monniken, die verdreven werden, zonder dat hun eenige onderstand geschonken of een ander verblijt aange wezen werd. St. Norbertus, zoo zeiden wij, werd aan gezocht om in andere provinciën van Frank rijk en ook in het buitentand kloosters te vestigen, aan de abdii van Premor.streit gelijk. De provinciën Picardië en Vermandois, die thans het departement van Aisne uit- brief aan Salisbury particulier was en dus eigenlijk niet had mogen openbaar worden. Nu, dit is dan ook feitelijk niet geschied. Salisbury heeft er slechts enkele passages uit voorgelezen om zijn vroeger wantrouwen in de feitelijke tenuitvoerlegging der her vormingen te ontzenuwen, waar de Sultan op had aangedrongen, al had deze misschien een anderen vorm bedoeld. Naar de Times uit Constantinopel ver neemt, duurt de onverklaarbaar schijnenende paniek der Armeniërs aldaar voort. Ver mogende Armeniërs uit Skutari steken dage lijks den Bosporus over om in Pera's voorstad van Constantinopel, te overnachten. In de kringen der diplomaten te Constantinopel wordt een nieuwe Europeesche conferentie naar aanleiding van den toestand in Turkije onvermijdelijk geachthet samengaan des groote mogendheden zou allleen betreffen eenige bepaalde politieke kwesties, die on middellijk na afdoening zouden plaatsmaken voor andere. De weder opkomende Mace donische kwestie alleen zou een dergelijke conterentie noodzakelijk maken. De Times verneemt uit Athene, dat bij Canea op Kreta Woensdag een bloedig gevecht is geleverd tusschen de bewoners en Turksche troepen. De Turken hadden 16 dooden en 20 gewonden, onder wie hun bevelhebber. De opstand der Kretensers schijnt een beslissend tijdperk in te gaan, er heerscht gooote opwinding in de kringen der Kretensers die in Griekenland wonen. De Skuptchina is in Servië weer bijeen gekomen. De eerste zitting werd besteed tot het kiezen van eenige commissies. Eerst Woensdag zal de officieele opening geschie den door koning Alexander, met het voor lezen der troonrede, waarin waarschijnlijk bijzonderheden zullen worden medegedeeld over den financieelen toestand. In de zitting door de Kamer van afge vaardigden in Italië gisteren gehouden, deed de minister van financiën, de heer Sonnino, eenige mededeelingen over de begrooting. maken, bezaten verscheidene abdijen der Norberijnen, allen in de 12e eeuw gesticht. De volgende waren, zooals uit de.middel- eeuwsche kronijken blijkt, de voornaamsten De abdij van St. Martinus, te Laon, die algemeen als het tweede Huis der Orde werd beschouwd en slechts onderdeed voor Prernonstreit zelf. Een der monniken van deze abdij was de latere kardinaal Albertus Moira, die onder den naam van Gregorius VIII den pauselijken troor. beklom. De voor laatste prior, De Montcey, was een der grootste Fransche geleerden van zijn tijd en een zeer bekwame kenner en waardeer der van oude boeken en handschriften hij liet in de bibliotheek van het klooster een rijkdom van zeldzame geschriften na. Thans is deze abdij een hospitaal voor invalieden. De abdij van Mont St. Martin, nabij ChAtelet, door kanunnik Galembert van St. Quentin gesticht, werd omtrent het midden der vorige eeuw in nieuwerwetschen stijl opgetrokken en was, ook nog na de revolutie, een sieraad der omgeving, in 1860 nam lord Wellington er zijnen intrek. De aby van Valserey, op twee mijlen afstand van Villers Cotterets, werd reeds in de 12e eeuw gesticht door Hugo, landheer Volgens de verklaringen van den minister- sluit de begrooting van het jaar 1895/96 met een batig saldo van 1.270.000 lire en kan men verwachten dat het budget van 1896,97 een saldo van 802.000 lire zal aan wijzen, zonder dat de uitgifte van nieuwe schuldbrieven wordt vereischt. Alle gelden die noodig zijn om te voorzien in den dienst der buitenlandsche schuld, zijn voorhanden. Over het algemeen vertoont zich allengs verbetering in den toestand der schatkist. De positie van het ministerie Badeni in Oostenrijk blijft nog altijd onzeker. Alge meen wordt erkend, dat graaf Badeni's Kabinet aanmerkelijk is verzwakt tengevolge van de niet-bekrachtiging van Luegers benoeming tot burgemeester en de anti semitische beweging waartoe dat besluit aanleiding heeft gegeven. Dit is ook de meening van prins Aloïs Liechtenstein, den bekenden leider der katholieke partij in het Huis van afgevaardigden. Deze Staatsman, door een correspondent van de New- York Herald bezocht, achtte het evenwel zeker, dat graaf Badeni in elk geval aan de regeering zal blijven totdat de onderhandelingen tus schen Oostenrijk en Hongarije over de vernieuwing van het bekende tractaat zijn afgeloopen. Overigens stelde de leider der katholieke partij niet veel vertrouwen in den levensduur van het Kabinet gevormd door een Poolschen staatsman die de billijke aanspraken der Duitschers niet begrijpt. Het lot van het ministerie zal evenwel vooral afhangen van de kiesrechtkwestie. Ofschoon natuurlijk de zaak-Lueger den toestand van het Kabinet nog moeilijker maakt, zal het toch daardoor wel niet ten val worden gebracht. De spil waarom Oosten rijks binnenlandsche politiek draait is de uitbreiding van het kiesrecht. Tot dusver echter is het nog niet bekend, hoever graaf Badeni ten dezen opzichte zal gaan. Of deze minister meer kans heeft dan zijn beide voorgangers prins Windischgratz en graaf Taaffe om een schikking tusschen de van La Ferté-Millon. De kerk van dit kloos ter werd door koningen en prinsen begiftigd, men zag er ook kostbare praalgraven, o. a. de grafmonumenten van Catharina van Valois, gemalin van Karei van Frankrijk, graaf van Valois, zoomede van Margaretha van Sicilië. Eveneens waren de Norbertijner-kloosters, door Yves, te Braisne gesticht, te Beaurieux en te Genlis, beroemde abdijen. Het Moederhuis, de abdij van Prernon streit, werd in het midden der 18e eeuw aanzienlijk vergroot en in fraaieren stijl opgetrokken. Bouw- en beeldhouwkunst hadden gewedijverd, om er een gedenkstuk van architectuur van te maken. Ook curi euze werken der kunst behelsde deze abdij, b. v. een groote gebeeldhouwde wenteltrap met sierlijke leuning, die uit één stuk ge houwen scheen, de bewondering van alle kenners gaande maakte en tocli het werk was van een gewonen ambachtsman, ge naamd Bonhomme. Datgene wat alle be zoekers der abdij van Prernonstreit in be wondering staande hield, was een graftombe, van wit marmer, niet ver van het hoog altaar, voorstellende een ridder, in jacht- costuum, met zwaard en schilden aan - 0.05

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 1