Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
19de Jaarg.
Woensdag 1 Januari 1896.
No. 5381.
xxveaxx ~3&oter$txaat 50.
NIEUWJAAR.
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 50
Franco per post door geheel Nederland -2.
Afzonderlijke Nommers0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Wegens het Hoogfeest van 's HEEREN
BESNIJDENIS zal de SoJWe-
dttmsche Courant Woensdag
avond niet verschijnen.
Weder heeft een jaarkring zijn loop vol-
ein .weder staan wij voor een nieuwe aera,
et egin van een nieuw tijdperk. Het is
er eene eigenaardige gewoonte, die vrien-
en en magen elkaar op den eersten dag
k Jaars de beste wenschen voor de toe-
omst doet toespreken. De eerste dag des
jaars, hoewel als tijdsverloop in alles aan
2yne vele honderden volgelingen gelijk, heett
s eeds een eigenaardig cachethij is als
een mijlpaal in het leven, de dag die ons,
wijzende op den afstand dien wij reeds op
s evens rozendoornigen weg hebben afge-
^eg oog en hart doet richten naar de
oe 'omsti die ons ondanks het duistere
onbekende toch met onweerstaanbare kracht
aantrekt. Aller oog en hart zijn inderdaad
gericht op den jonggeborene, die ons met
en blijden lach der onschuld tegemoet
treedt en onze hope is voor de toekomst.
De hoop dat het nieuwe jaar ons zal bren
gen wat het oude ons deed ontberen, ver
vult aller hart en met moed en vertrouwen
gaan wij dan ook de nieuwe aera in, waarvan
deze dag ons de eerstelinge biedt.
Met het koor der heilwenschenden stem
men wij bij de intrede van het nieuwe jaar
van ganscher harte in, en uit de volheid
des harten brengen wij onzen getrouwen
lezers den gebruikelijken heilgroet, die thans
°P aller lippen ligt. Zij toch hebben het
eerste recht op onze heilwenschen. Het
geheele jaar verkeeren wij als vertrouwde
vrienden met elkaar. Volgen wij met elkaar
de geschiedenis van den dag, de feiten, die
eene algemeene wereldbeteekenis hebben,
of waarin wij als burgers van het eene vader
land of bewoners van dezelfde stad belang
stellen. Het is dan ook billijk, dat wij bij
bet intreden van den nieuwen tijdkring
den gebruikelijken heilgroet met elkander
wisselen.
Sedert wij het laatst dien vriendschap-
Pelijken heilgroet tot onze getrouwe lezers
richtten, is er in stad en wereld weder
heel wat omgegaan. Hoevele achtenswaar
dige ingezetenen heeft de stad onzer inwo
ning niet moeten missen burgers die hetzij
in hoogen stand of bescheiden positie ge
plaatst, naar best vermogen tot haar welzijn
hebben medegewerkt. Gelukkig kunnen wij
naast veel dat wij hier in het afgeloopen
jaar te betreuren hadden, ook wijzen op
eenige gunstige voorteekenen voor de toe
komst. Het begint inderdaad voor onze stad
aan den horizon te gloren. Onze aloude
industrie, die onder de malaise van zooveel
jaren gebukt ging, heeft zich een weinig
kunnen opbeurenen de toestand van het
Schiedamsche hoofdbedrijf in 1895 wettigt
de hoop, dat, zoo het al niet evenals vroe
ger een bron van overvloedige verdiensten
zal zijn, het toch, gesteund door andere
nieuwe industrieën, inè'de toekomst weder
welvaart en bloei in onze zoo gunstig ge
legen stad zal brengen.
Minder reden tot tevredenheid gaf in den
loop van 1895 de toestand van ons Vader
land. Zien wij aan de eene zijde landbouw
en nijverheid nog steeds kwijnen onder de
gevolgen onzer vreemdsoortige handelspoli
tiek van den anderen kant wekt het steeds
voortwoekerend kruid der ontevredenheid,
dat in de revolutionaire woelingen onzer
dagen zijne wrange vruchten biedt, reden
tot ernstige bezorgdheid.
Niet minder geeft de toekomst van ons
werelddeel veel te denken. Europa tot aan
de tanden gewapend, met den voet bij het
geweer, slaat ernstige bezorgde blikken
naar het zuidoosten van ons werelddeel. De
verwikkelingen in het Oosten, die reeds tot
een begin van uitbarsting zijn gekomen,
vervullen Europa's leidende staatslieden met
vrees en zorg voor de toekomst. En al
leeft ook in menig christenhart de blijde
hoop dat het kruis weer de halve maan
zal vervangen op den tempel der Hei
lige Wijsheid, die reeds zoovele lotsverwis-
selingen binnen zijne muren zag, toch is
ook de groote massa van Europa's volkeren
voor eene uitbarsting der Oostersche kwes
tie, die wellicht in hare gevolgen geheel
Europa in vuur en vlam zou zetten, beducht,
en uit zij den wensch dat die ons in het
jaar 1896 bespaard blijve.
Met weinig minder bezorgde blikken rich
ten richten zich allen die de wereldgebeur
tenissen aandachtig volgen naar het uiterste
Oosten. Al is de verwoede krijg tusschen
de twee groote toongevende natiën in Oost-
Azië voor het oogenblik beslecht, niets
waarborgt dat hij in een niet ver verwij
derde toekomst niet met vernieuwde hevig
heid zal ontbranden, en dat het groot-histo
rische werelddeel het tooneel zal worden
van een broedertwist niet alleen der Aziatische
natiën, maar ook der Europeesche volkeren,
die elkaar de hegemonie in dit deel der
aarde bestrijden.
Ook in het verre westen dreigt het gevaar.
De Monroëleer moge ook al in de naaste
toekomst niet die gewelddadige toepassing
vinden welke velen op grond van de jongste
gebeurtenissen hadden verwachtde ver
onderstelling dat zij op een niet te verwij
derd tijdstip zal leiden tot een geduchten
strijd om het bestaan tusschen de zich meer
ontwikkelende staten in Amerika en de
koloniseerende mogendheden van Europa,
behoeven wij niet te ver gezocht te achten,
waar wij dit reeds gedeeltelijk, op Cuba, tot
werkelijkheid zagen worden. Evenzoo dreigt
ook in de andere werelddeelen de levens
strijd tusschen de oude inboorlingen en de
nieuw ingekomen volkeren van Europa.
Waar er aldus zooveel brandstoffen liggen
opgehoopt, is het niet te bevreemden, dat
velen met bezorgdheid den blik naar de
toekomst richtem Toch gaan wij weder
met moed en vertrouwen den nieuwen tijd
kring in. De gedachte dat er Éen is Die
de lotgevallen der menschen regelt en de
wereldgebeurtenissen beheerschtde zeker
heid dat wat de toekomst ons ook moge
brengen, er ons niets zal overkomen zonder
Gods H. Wil, doet ons met vertrouwen in
dezen nieuwen arbeidstijd de hand aan den
ploeg slaan. De berusting in Gods H. Wil
zal ons zeker nieuwen titel doen verwerven
op Gods overvloedigen zegen. Moge die
Hemelsche zegen in het nieuwe jaar het deel
zijn van al de ingezetenen dezer stad
ondervinden zij in ruime mate de goedheid
en de weldaden Gods zoowel in hunne
familie-aangelegenheden als in hunne zaken 1
Voor onze aloude industrie, die in den
loop der eeuwen reeds zoovele lotsverwisse-
lingen heeft ondergaan, wenschen wij in
het bijzonder dat het jaar 1896 zal zijn een
rijk gezegend jaar. Zij het haar gegeven
zich meer en meer te ontwikkelen en voort
gang te maken in de verbetering die wij
in het aigeloopen jaar reeds hebben mogen
bespeuren Komt het Schiedamsche bedrijf
weer tot nieuwen bloei, dan zal de geheele
burgerij daarvan de weldadige gevolgen
ondervinden. Spannen wij daartoe al onze
krachten in, maar bedenken wij vooral dat
dit niet zal bereikt worden door overmatigen
Zondagsarbeid, waar die eenigszins kan ver
meden worden. Toonen wij wat meer ver
trouwen in de Goddelijke Voorzienigheid,
waar het geldt eenige moeite of opoffering
van eenig gewinHandelen wij aldus, dan
zullen wij ondervinden dat de geleden beproe
ving tot ons heil was.
Brenge het nieuwe jaar verbetering in
den in vele opzichten nogmoeielijken toestand
onzer stad! Geve het aan het Vaderland
de zoo noodige rust en orde om op den
weg der geleidelijke ontwikkeling voort te
gaan I Worde het voor geheel de wereld
een jaar dat licht brengt in de duisternis,
ontspanning in den verwikkelden toestand
en een voldoende vrede over geheel het
aardrijk doet heerschen, dan zal het zeker
zijn, zooals wij het voor allen en in het
bijzonder voor onze stadgenooten van harte
wenschen
een heilvol, een gezegend nieuwjaar!
ALGEMEEN OVERZICHT.
31 Dec. '95.
Een keizerlijk rescript aan den Rijks
kanselier gericht, bepaalt de wijze waarop
de 25ste verjaardag van de nieuwe grond
vesting des Rijks in Duitschland zal worden
herdacht. Op den 18n Januari, des morgens
om kwart voor elf, zal in de Witte zaal van
het koninklijk paleis te Berlijn de plechtige
herdenking plaats hebben. De Keizer zal
een toespraak houden. Des avonds heeft er
een gastmaal plaats, waartoe zijn uitge-
noodigd de leden van den Bondsraad en
van den Rijksdag, alsmede de nog inleven
zijnden die vijf en-twintig jaren geleden deel
van die lichamen uitmaakten verder zij die
zich bij de grondlegging van het Rijk uit
nemend verdienstelijk gemaakt hebben.
Krachtens het rescript zal aan de plechtig
heid een godsdienstoefening in de slotkapel
voor de Protestanten en in de St. Hedwigs-
kerk voor de Katholieken voorafgaan.
Uit Athene wordt aan de Times gemeld,
dat de Grieksche regeering Von Hammerstein
niet heeft uitgeleverd, want dat tusschen
Duitschland en Griekenland geen uitleve
ringsbedrag bestaat. De regeering verbande
hem als een gevaarlijk journalist, die onlangs
leugenachtige brieven over Griekenland aan
een Duitsch blad geleverd had. Hij ging
daarop met een Oostenrijksche Lloydstoom-
boot over Brindisi naar Triest, terwijl een
Berlijnsch politiebeambte zich aan boord
bevond. Te Brindisi werd Hammerstein
gisteren-ochtend te half vijf in hechtenis
genomen door twee ambtenaren der ge
heime politie in tegenwoordigheid van den
onderprefect. Hij werd naar de gevangenis
overgebracht.
De zaak-Arton wordt in Frankrijk met
gespannen aandacht gevolgd. De Parijsche
justitie zet het onderzoek voort naar den
oorsprong der lijst van 104 namens door
la France gepubliceerd. De heer Aubey,
de hoofdredacteur van dit blad, verklaart ze
gekocht te hebben van den heer Paul Pascal,
Toen Pascal werd verhoord, zeide deze ze
verkregen te hebben van den heer Pierre
Denis. In diens woning werd insgelijks huis
zoeking gedaan en werkelijk vond men daar
een lijst met 104 namen, dezelfde die op
de lyst der Trance voorkwamen. Pierre
Denis had naar zijn zeggen de lijst gekocht
van den heer Vitrac-Desroziers. Veel verder
is men dus nog niet gekomen.
De zaak van den Madridschen gemeente
raad blijft in Spanje nog steeds aller aan
dacht bezig houden. Bij het gerechtelijk
onderzoek, dat is ingesteld in zake de
bekende beschuldiging van oneerlijkheid
tegen een aantal leden van den gemeente
raad, heeft de rechter van instructie in
beschuldigingstelling gevraagd van negen
raadsleden en drie oud-raadsleden.
Uit de Italiaansche kolonie Erythraea
luiden de berichten niet zeer gunstig. Koning
Menelik begint weer te praten over het
sluiten van den vrede. Te oordeelen naar
vorige ervaringen verwacht men daarom te
Rome, dat Ras Makonnen spoedig tot een
aanval tegen Adigrat zal overgaan. De
Italiaansche generaal heett echter zooveel
tijd gehad om zich daarop voor te bereiden,
dat hij den storm der Abessiniërs wel zal
kunnen weerstaan.
De toestand in Transvaal blijft bij voort
during zeer gespannen. Te Johannesburg,
waar de meeste juitlanders" wonen, open
baart de crisis zich het meest. Er gaan al
meer en meer vrouwen en kinderen weg.
De treinen zijn vol. Voor graan en meel
worden hooge prijzen besteed. Talrijk zijn
de vergaderingen, waarop verschillende
klassen der bevolking over den toestand
raadplegen. Men verwacht, dat verscheidene
mijnen zullen gesloten worden. Er blijkt
nog van geen beslissende handeling van de
National Union, maar allerlei oorlogszuch-
OURANT