Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Eerste blad. J9de Jaar< Zondag 23 Februari 1896. No. 5425. ~g$xxveaxx ^oier^tvaat 50. Een klein berichtje. VaCht Een ijselijke nacht. ?i6r iS het: Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: ^°or Schiedam per 3 maanden franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 2. - 0.05 Gr fyjj °ot is het zeker niet, het berichje, dat Of ^en Courrier de Bruxelles vonden, ^er(f ^aarom n'et waard is, even gerele- «teu^ te worden? Ons dunkt, de vraag eri' is haar beantwoorden. tot Z f ''ankrijk neemt men jaarlijks 1000 f*cht kinderen *n hechtenis, en het ge- tUrensh°f der Seine, samengesteld uit crea- g0ll Van het republikeinsche vrijdenkend lie V^rrieinent, verschaft zelf de statistiek, Opvo 6ert' dat 89 percent daarvan hunne lai>°eding Senoten op de zoogenaamde écoles es tegen 11 op de écoles congréganistes. bgr'e^r2aarn, uiterst leerzaam zijn zulke j lJes. Voor de zooveelste maal wordt bewezen, dat van geene opvoeding eigenlijken zin sprake kan wezen, tn, n'et enkel het kruisbeeld niet wordt Selaten en den dfitT ltt'en' maar waar °°k het noemen van eaam van God niet wordt geduld. l'ch '6 Z'C^ aan een ander spiegelt, spiegelt ha at haten de krachtigste, de meest hard- Zgt 'ge middelen om kinderen terecht te en' zoo niet liefde en nog eens liefde oelen en als 't ware vruchtbaar maken 0pverre van ons, dat wij in de wereldlijke °eding de algeheele oorzaak van zoovele willen zien. Zeker, we weten 1 kunnen hartstochten ontkiemen en °egmnen te werken in het jeugdige 6r^art' zoodat de goede hoedanigheden jg ®el verstikt wordenwij weten hetook 6 horst van hem, die eene godsdienstige °Pv, °oding heeftgenoten, kan een moord- g plan b. v. rijpen, en het rijpt er maar vaak. Maar, wie zal twijfelen aan de het"en zwarte Decembernachtzwart als 4<jg Srafeen woedende storm, die den Vgr a, belemmert, het bloed in de aderen en dichte sneeuwvlokdrommen voor uitwervelt.Hemel en aarde één 6 zwarte slagschaduw, zondenzwart, 6r lichtpuntflikkeringen. Zelfs de vesting muur artlen zijn uitgedoofd door het wind- Sees?en> als krijschen en lachen van booze ''Pst 1° 'n middernachtelijk uur. In rustige h)0r 'ggen daar zwijgend de beide wallen 0 Vestingmuren en torens. het wachthuisje raast de stormwind, S«r6n gebloemde ruiten sneeuw slin- d, over het dak voortrollend, dan eenige V ken machteloos vóór nieuwen aan winnen in de officiersafdeeling ligt de kracht, aan de alles verwinnende kracht eener echt godsdienstige opvoeding aan die liefderijke opvoeding, waarbij in de aller eerste plaats op de bestemming van den mensch het oog wordt gericht? Wat toch is de mensch? Het antwoord op deze vraag beheerscht het stelsel van opvoeding. Is de mensch alleen een integreerend deel der maatschappij Is hij vóór alles wereldling? Houdt met den dood alle leven, alle bovennatuurlijk leven op? Geef dan uw kind eene zuiver weten schappelijke opvoeding, laat hem dan het leven genieten, zooals het zich aanbiedt, Iaat hem dan schatten vergaderen. Maar is de mensch eene afspiegeling, eene af schaduwing van het Goddelijk Wezen, heeft hij eene hoogere bestemming dan deze aarde, is hij geschapen voor een eeuwig, een onvergankelijk leven, richt dan uwe opvoeding daarnaar in. Wat dus is de mensch? Wij slaan onzen catechismus open; net antwoord luidtEen redelijk schepsel Gods, bestaande uit eene onsterfelijke ziel en een sterfelijk lichaam. En welke is zijne bestemming? In dit leven God te dienen en Hem hier namaals eeuwig te aanschouwen. Ziedaar het doel van het leven. Geen schatten zal de mensch vergaderen, zegt de Schrift, schatten, die door den mot verteerd worden, maar schatten, maar verdiensten voor den Hemel. Sluiten wij daarom eene meer weten schappelijke opvoeding uit? In geenen deele. Maar een onderwijs, dat niet op, in en door godsdienst werkt, is een onvruchtbaar onder wijs en leidt tot niets. De opvoeding beslist in eene groote mate voor 't geheele volgend leven. Is de opvoeding eene godsdienstige geweest, de vruchten zullen niet uitblijven. Het is daarom, dat Z. H. Paus Pius IX z.g. als Opperste Leeraar der Volkeren het godsdienstloos onderwijs heeft veroordeeld. Godsdienstloos onderwijs leidt tot een den PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. wachthebbende luitenant op lederen sofa. Hij mijmert in het klimopprieel zijner her inneringen ver, ver weg van de inge sneeuwde vesting. In het klagen en huilen daarbuiten licht het als een lichtwaduwing voor hem op, als een zoet welzijn en zacht suizende concertmuzieken dan als een nieuw droombeeld. Weg zijn ze, niets dan ijle lucht. De onderofficier staat voor hem. Waarom «De koude neemt toe. De koudemeter teekent 25 graden I" «Wat te doen de luitenant gaapt men losse elk half uur de schildwach ten af! «Bij wacht 5 zal het moeilijk gaan. De kerels kwamen terug als uit een damp badzij moesten tot de knieën in de sneeuw waden." Wacht 5 bevond zich op een afgelegen redoute, welke als kruidmagazijn dienst deed. Daarvoor een breede ijskorst onder sneeuw kleed er achter eindelooze wouddiepte. «Geduld is hoofdzaak dezen nacht. Nog iets anders? «Neen." »Ge kunt gaan." godsdienst vijandig onderwijs. «De Katho lieken, aldus heeft de Paus gesproken, mogen geen stelsel van opleiding der jeugd goedkeuren, dat gescheiden is van het Katholiek geloof en het gezag der Kerk en zoo niet uitsluitend, dan toch hoofdzakelijk niets anders beoogt dan de kennis der natuur lijke dingen en de oogmerken van het aardsch maatschappelijk leven." Aan duidelijkheid voorwaar laten deze woorden niets te wenschen over. En toch, hoe vaak in streken met gemengde bevol king schuilt voornamelijk het kwaad redeneeren de Katholieken in dezer voege «Die meester van de stads-, van de dorps school is een uitstekend man. Hij is strikt eerlijk en rechtvaardig en laat ieder gelooven, wat hij wil. Hij ergert onze kleinen niet. Hoewel Protestant, of eigenlijk ongeloovig, kunnen wij het best met hem vinden. Wat eene verdeeldheid brengt de stichting eener Katholieke school niet voortenz. enz." Ziedaar de redeneering. Eens en voor altijd heeft Paus Pius IX denzulken aange toond en in eene stelling saamgevat, dat onderwijs zonder godsdienstige opvoeding tot niets leidt. Waar in de jeugd niet over God gesproken wordt, zal de toekomst over 't algemeen genomen slechts wrange vruchten opleveren. De voorbeelden zijn voor 't grijpen. Welsprekend daarvoor is het berichtje, dat we boven meedeelden. Moge het niet nalaten velen, wien het mocht aangaan, tot leering te verstrekken. De zaak der opvoeding is, als Z. D. H. Mgr. P. M. Snickers, de verleden jaar over leden Aartsbisschop van Utrecht heeft gezegd, de zaak. ALGEMEEN OVERZICHT^ 22 Febr. '96. Nadat de Kamer van afgevaardigden in Frankrijk eergisteren opnieuw door een votum van vertrouwen het ministerie Bourgeois had gehandhaafd, heeft gisteren de Senaat door eene motie weder hare In de manschapkamer ging het luidruch tig toe. De afgelosten waren teruggekomen. Zij stampten sneeuw van hunne traanlaarzen, schudden de blanke pelzen. «Nu, kameraad, dat is een weertje!" lachte een der soldaten, een krachtige knaap met zonneoogen en goedhartig gezicht. «Bevries maar eens, dan lach je niet meer, bromde een ander en hing den pels op de kapstok. De overigen zaten aan tafel en een las er voor uit «Soldatenleven". De nieuwgekomenen traden in den licht kring van de kleine, gekapte lamp. De voorlezer brak at. «Hoe staat 'tbuiten?" vroeg hij. «Wassili Petrowitsch is bijna bevroren wacht 5De storm is hevig, zelfs het schilderhuisje vult de sneeuw 1 Men kan er niet aan ontkomen. «Wat is dat ging plotseling een zachte stem op... van den kant van den vloed... «Wat dan «Hoort ge 'tniet?... Dat is wolfsgehuil. De soldaten keken elkaar aan. Daar spotte een: WolfsgehuilDe storm is het, anders niet De eerste spreker stond pal. «Wolven afkeuring over het ongrondwettig gedrag der tegenwoordige ministers uitgesproken. De senator Demóle las onder tusschenroepen van de linkerzijde een verklaring voor van den volgenden inhoud. Na hetgeen de minister-president in de Kamer gezegd heeft, oordeelen wij het on- noodig ons voornemen tot een interpellatie ten uitvoer te brengen, aangezien deze geen reden van bestaan meer zou hebben en de houding van het ministerie haar van te voren de constitutioneele sanctie heeft ont zegd. Het ministerie is van plan te regeeren zonder Senaathet meent van de eene Kamer een beroep te mogen doen op de anderehet beweert dat ministerieele ver antwoordelijkheid aan den Senaat niet kan worden staande gehouden. Wij protesteeren tegen dezen aanslag op de Constitutie. Wij zijn van zins dat deel van het Staatsgezag dat de grondwet der Republiek in handen van den Senaat stelde, ongeschonden te bewaren. Wij herhalen dat het recht van controle ons toekomt en dat de ministers aan beide Kamers verantwoording verschuldigd zijn. In parlementairen zin zou ons antwoord kunnen zijn een volstrekte weigering om onze medewerking te verleenen. Maar de Senaat wil de wetgevende machine niet doen stilstaan. Ondanks de houding van de ministers zullen wij onzen plicht doen. Wij zijn van zins onze rechten onverkort te hand haven. Eens zullen wij het ministerie ver antwoording vragen. Het land zal uitspraak doen tusschen ministers, die er niet voor terugdeinzen de ernstigste crisis in het leven te roepen en een vergadering welke het conflict niet wil verergeren. De minister-president Bourgeois protes teerde. De eenvoudige orde van den dag, door de democratische linkerzijde voorge steld, werd daarop metl74tegen 88 stemmen verworpen. Een motie van Labiche luidende De Senaat, zijn goedkeuring hechtende aan de voorgelezen verklaring, gaat over tot de orde van den dag, werd aangenomen zijn het I Daar ginds bij den vloed.tegen over wacht 5. Wie lost af Allen zagen naar Pankaatieff, een jong recruut, die toornig opstond. De soldaten lachten als negatie van innerlijk bang zijn. «Neem jij je in achtJou vreten de wolven op Een der knapen vloog tandknarsende, dolwoedend op den recruut los. Daar rees de onderofficier op. «Houdt op I schreeuwde hijis dat de manier om wacht te houden Vlug De volgende aflossing make zich gereed." De soldaten staken zich in hunne pelzen en grepen naar de geweren. Strakke ernst teekende hunne gezichten bij het open- stooten der deur. Sneeuwstorm en ijzige koude sloeg hun tegen. Het donker liet den blik niet door van hunne lichtdronken oogen. Zij sneeuw- waadden den storm tegen en werden één met de zwartheid. «Halt!! Werda (Slot volgt.) k ^gezonden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 1