Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Strijd en zegepraal. Be roode Hand. *9de Jaarg. Zondag 3 Mei 1896. No. 5483. bureau "góofersfraaf 50. EERSTE BLAD. Feuilleton. PRIJS TAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco per post door geheel Nederland -2.— Afzonderlijke Nommers- 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Als de oude Napoleon zijn ngarde'' in 't vuur riep, had het gescheld. Dan was het hoog tijd, zoowel voor hem- zelve, als voor den vijand. Kwam hij evenwel zelf in eigen persoon met uitgetrokken degen deelnemen aan het gevecht, dan was de nood aan den man, en moest alles op het spel gezet worden, om de nederlaag te voorkomen. Men denke hier aan Waterloo. Iets dergelijks heeft plaats in den strijd der elkander vijandige denkbeelden. Hevig is in onze dagen die wereldkamp; met hand en tand wordt er van weèrszijden gevochten. Geen wonder 1 de heerschappij der wereld is de inzet van dien strijd. Zal voortaan de denkende menschheid knielen voor den Christus Gods of voor den Lucifer Ziedaar de leus, welke de Vrijmetselarij, gerugsteund door al wat van Christus afviel of van zijn dienst vervreemd werd, te velde brengt tegen de Kerke van God. Deze Kerk heeft in haar bezit over oude oorkonden, welke, naar de mare luidt, beter gezegdde geschiedenis getuigt, tot dus- verie nog nooit werden gelogenstraft. Die oorkonden melden, dat de Kerk Gods uit eiken strijd, dien zij voor het welzijn harer onderdanen en den roem van haren Stichter voert, steeds als overwinnaresse zal wederkeeren. Straks negentien eeuwen, dit dient gezegd, heeft zij over allen, die tegen haar de wa penen aangordden, gezegevierd. Zal echter nu voor haar de uur niet slaan, dat zij op hare beurt het onderspit delve 1 2) Hij was de eerste die sprak. Ik behoef u niet te herinneren, broe ders en zusters, over wien wij spraken, toen we in de rede gevallen werden. Het is van geen nut te vragen of onze onverwachte bezoeker onze belangrijke op merkingen gehoord heeft. Het is ons vol doende te weten, dat hij ze gehoord kan hebben en dat hij voor eeuwig het stilzwij gen er over zal dienen te bewaren. Er is maar één enkele manier, waarop dat stilzwijgen verzekerd kan worden. Eene koude rilling ging mij door het lichaam, toen ik den wreeden nihilist het vonnis, hetwelk ik niet anders dan mijn doodvonnis beschouwde, hoorde uitspreken. Zijn de denkbeelden, door haar verkon digd en verdedigd, niet verouderd? Zij zegt van neen, en beroept zich op de Heilige Boeken, welke onder haar be rusten, en waarin onder anderen te lezen staat Christus heri et hodie, Ipse et in scecnla" Gelijk Christus gister was, is Hij heden en zal Hij morgen zijn. Wat Hij openbaarde en zij leeraart, is de waarheid voor alle volken en tijden, onveranderlijk ten eeuwigen dage. Even als God zelf is hare leer aan geen wijziging hoegenaamd onderhevig. In hetgeen zij bij haar opkomst leerde, tijdens de bloedige vervolgingen beleed, ten tijde van hoogen voorspoed en heerschappij over de wereld verkondigde, en zij heden ten dage aan Vorsten en volkeren voorhoudt, heelt zij nooit, iemand ter wille, jota of titel veranderd. Steeds zette zij, in onwrikbare vasthou dendheid, zich schrap tegen elke nieuwig heid, en wat met hare leer niet strookte, doemde zij als ketterij, als dwaling uit den booze. Plaats Petrus tegenover Nero, Sylvester tegenover Arius, Gregorius tegenover de Hohenstaufen, Bonifacius tegenover Filips den Schoone, Pius VII tegenover Napoleon, Pius IX tegenover de 19de eeuw, Leo XIII tegenover den Coburger, geen eisch, strijdig met de eenmaal vaststaande Wet, wordt door een hunner ingewilligd. Altoos en onveranderlijk luidt, hun oor deel Non possutnus I tot geen enkele schikking bereid, en in 't aangezicht van den dood zelfs niet te bewegen, om iets van de waarheid op te offeren, om de versprei ding hunner denkbeelden te staken. Indien dan de Kerk hare leer niet wil wijzigen, met de verlichting onzer dagen want wij zijn heel wat vooruitgegaan niet in minnelijke schikking wil treden, dient zij te worden bestreden. Dat wordt zij ook. Maar of gij haar be- Mijn tong kleefde aan mijn gehemelte, zoodat ik niet in staat was een woord te uiten. Ik zag de tafel rond, hopende op één gelaat slechts medelijden te lezen, maar helaas 1 neen. Ten laatste was ik in staat te spreken ik verklaarde dat ik bij toeval was binnen gekomen en weinig of niets gehoord had en dat ik alreeds vergeten had wat ik ge hoord had. Buitendien had ik machtige vrienden, die een onderzoek naar mij zouden instellen. Ongetwijfeld, zei de president, is het hard, dat ge zulk eene kleine dwaling zoo duur zult moeten betalen. Doch indien ge de onmetelijke belangen in oogenschouw neemt, die op het spel staan, zult ge moeten erkennen, dat we niets anders doen kunnen om uw stilzwijgen te verzekeren. De man was een tijger gelijk. Ik was bijna wanhopig toen een onverwachte advo caat ten mijne gunste optrad. Het was de jongste van de beide vrouwen. Ik geloof mijnheer de president, dat ik iets anders weet. De jonge man kan zijn straf ontkomen door een der onzen te worden. dreigt, vervolgt met welke wapenen gij verkiest, zij wijkt geen voetbreed af van hare baan. Dan moet zij maar vallen. Vallen gij kunt haar beuken en ram meien van welke zijde ook, zij wankelt niet eens. Elke aanval brengt haar voordeel aan. Men vergelijkt haar bij een rots, die te midden van den opgezweepten Oceaan op onverwoestbaren grondslag gebouwd ligt. De storm vaart over haar los, de wateren klotsen over haar heen, een oogenblik meent gij haar kruin in schuim te zien verdwijnen, doch dat duurt slechts een wijle. Schooner dan ooit te voren duikt zij weer op uit de diepte, en gaat de stormwind liggen, dan ontwaart gij, dat deze haar slechts van stof gereinigd, en hechter op hare grondslagen heeft vastgeschokt. De geschiedenis getuigt en zij-zelve ver kondigt het luide, dat tegen haar geen menschelijk kunnen noch durven, zelfs niet in verband met het woeden der hel, is opgewassen. Tegen haar zal ook de Vrijmetselarij het ten langen leste moeten afleggen. Kerk heeft de duivel tegen Kerk opge richt; tegen die van Christus de Loge in het strijdperk gevoerd. Jarenlang heeft de Vrijmetselarij ge huicheld. Aanvankelijk deed zij zich voor onder de mom der menschlievendheid, en het beweren, dat zij den Godsdienst aanrandde, bestreed zij als laster. Tegen een vijand, die zich schuilhoudt en u in 't geniep bestrijdt, is het kwaad vechten. Het Hoofd der Katholieke Kerk echter liet zich niet verschalkenhij trok der leugen achtige Secte het masker van het aangezicht en sprak het doemvonnis over haar uit. Nu waren de geloovigen gewaarschuwd en de Vrijmetselaarsbazen genoodzaakt, zich openlijk aan te binden voor den oorlog, dien zij liever van de hinderlagen uit hadden gevoerd. Debat. Met meerderheid van stemmen werd het voorstel aangenomen. De bezigheden werden vervolgd. Tot mijn afschuw werd het beslist of generaal Gri- banoff, een officier uit het Russische leger, gevonnist zou worden. Weer was de pre sident voor bloedvergieten. Dezen keer had zijne meening de overhand. De generaal werd ter dood veroordeeld. Nu dit geschikt is, sprak de president opgeruimd, rest ons het punt van uitvoering. Wie onzer zal de eer hebben het vonnnis te voltrekken We zullen op do gewone ma nier beslissen. Er werden vijftien kaarten in een doos gelegd en de jongste der vrouwen mijn advocaat gaf ze rond. Ik was de laatste. Terwijl ze mij de kaart overhandigde, straalde een onbeschrijfelijk droefgeestig licht uit hare oogen. Mijne kaart droeg het ongeluksgetal no. 13. Een rilling ging door mij heen. Ik zag den president vragend aan. Hij beantwoordde mijn blik. Het noodlot heeft beschikt, dat gij de uitvoerder zijn zult. Zes maanden worden Toch gold bij velen geen euvel vermoe dende lieden de meening, als gold het slechts een strijd tusschen den hedendaagschen vooruitgang en de aan oude denkbeelden wel wat al te zeer gehechte Kerk. En hooger liep de strijd. Oogenschijnlijk leed de Kerk een geduchte nederlaag, toen op 20 September 1870, de wereldlijke heerschappij van den Paus-Koning een einde nam, en ter Heilige Stede de duivel zijn Paus, den Oppergrootmeester der Loge, deed zetelen. Ir. zak en assche, meende men, zou de Kerk gaan zitten, den dag verbeidend, dat haar de genadeslag werd toegebracht. Het tegendeel is gebleken waarheid te zijn. In stede van te tanen, rees hooger steeds en hooger de zedelijke macht van het Paus dom, en de felst verbeten tegenstanders moeten met stomme verbazing erkennen, dat zelden 's Pausen invloed, niet slechts op zijn geestelijke onderdanen, maar ook op de geheele maatschappij, zulk een hoogte be reikt heeft als sedert hij te Vatikane zit gekerkerd. Vallen, wankelen, terugdeinzen doet de de Kerk niet. »Wij kunnen niet zwijgen," zeide inder tijd het Hoofd der Apostelen. Onverschrokken, als voerde zij onbetwist de wereldheerschappij, levensmoedig als ten dage van vrede en hoogsten bloei, gaat het Pausdom voort, de reddende waarheden, in de Goddelijke Oorkenden vervat, voor de volkeren te ontvouwen, en de dwaling te bekampen. Nu wordt op hare beurt de Vrijmetselarij in het nauw gebracht. Vele harer geheimen, het eene schande lijker dan het andere, lekken uitmet veront waardiging verneemt de menscheid, dat een veroordeelde Jood de hoofdaanvoerder is der 19de eeuwsche Luciteristen, en Lucifer- zelf door de bovengenoemde schootsvelbroe ders als God wordt vereerd. u gegeven. Denk niet, dat ge uwe taak ontkomen kunt. Het is gevaarlijker voer u ongehoorzaam te zijn dan te volbrengen. Onze vrienden bevinden zich overal. Wan neer ze zich aan u bekend willen maken, knijpen ze u in den arm zoo! De vergadering scheen geëindigd, toen een man, die tot nu toe gezwegen had, op harden onpleizierigen toon zeide Ge behoeft den heer Egerton (hij wist mijn naam!) volstrekt niet aan zijne gehoorzaamheid te herinneren. Hij weet welke straf zijn vriend Strogingskoff onder ging. Zóó sterven alle verraders van de Roode Hand1 Ik kende de zoekende oogen, hunne vree- selijke uitdrukking. Ik keek hem oplettend aan en herkende het onheilspellend gelaat, dat ik een jaar geleden te Londen gezien had, den nacht waarin Strogingskoff ver moord werd. Wordt vervolgd.) iih'.i'ü.iiiii, li.i.i n>-un Overgenomen uit de Maas- en Roerbode.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 1