Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 19de Jaarg. Zondag 3 Mei 1896. No. 5483. ■prnreau ISofersfvaaf 50. TWEEDE BLAD. m*x&m Vervolg Binnenland. i Op post in Atjeh. I. E COURANT PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.— - 0.05 1 r PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Aan een particulier schrijven uit Atjeh, gedateerddetachement Senelop 25 Februari, °ris welwillend ter inzage verstrekt, ont- leenen wij het volgende Den 31n Januari 11. was ik overgeplaatst naar Atjeh met een geheele colonne ter aanvulling, die wellicht nog binnenkort zou versterkt worden, indien het noodzakelijk zou blijken te zijn. Nu na een zeereis van dagen met het ss. Reaél, een reis die gepaard was gegaan met nu en dan, zeer stormachtig en onstuimig weder op zee, na een reis van horten en stooten, want 't schip dobberde als een notendop op de golven en ging nu aan d' eene zijde, dan aan d' anderen kant over, na die akelige reis kwamen wij eindelijk te Oleh-leh aan, alwaar het schip midden in de haven ankerde. Wij werden met de stoomsloepen afgehaald. Gelukkig was het mooi weder en de zee kalm en 't water compleet glad, zoodoende ging de debarkeering vlug en zonder stoornis van de hand, echter ging er toch eenige uren mede gemoeid, eer alles aan wal was. Daarna werden wij allen ingedeeld, zoowel de Infanterie, Artillerie, Cavallerie als Genie ieder naar zijn bestemd bataillon, korps, escadron of wapen. Ik verbleef een paar dagen in de hoofdvesting te Kota-Radja, genaamd de Kraton. Wat was die ver anderd sinds ik van Atjeh was vertrokken in die ruim 4^ jaar. Een prachtige laan om te loopen, of te rijden, aan weerskanten beplant met schaduwrijke boomen, aan de rechterzijde bevonden zich de verschillende kazernes achter elkander in blokken van ruim 30 a 40 Meter lang, waarin de ver schillende troepen gelegerd zijn, zoowel Europeanen als Amboneezen en Inlanders, en achter aan de laan, het zoogenaamd paleis van den generaal, den gouverneur van Atjeh Z. Exellentie Deijkerhoff, naar wien ook deze laan is genoemd. Rondom de Kraton is een steenen muur gemetseld met ruim 990 schietgaten, verder 24 bas tions bewapend met kanonnen van verschil lende kalibers, dus hier zal de vijand wel uitbljjven en 't laten oin ons er uit te drijven. Nu worden er van verschillende wapens gedetacheerd naar d' een of d' anderen post, voor 1 jaar of korter, doch dit zijn meest groote posten in de binnenlinie, alwaar ze omtrent net zoo min vuur meer krijgen als te Kota- Radja, doch de buitenpost is slechts voor 14 dagen of men moet verlenging vragen, doch de generaal staat dit niet meer toe als slechts aan de artillerie. Nu, den 6e Februari 11. aangekomen te Kota-Radja, gir.g ik met de aflossing voor den post Sene lop de 11e Februari op marsch, nadat zij eerst te Kota-Radja met den trein naar Lambaroe waren gestoomd. Lambaroe is de hoofdpost der binnen- en buitenlinie, en dus de zoogenaamde residentie van den liniecommandant. Na een kleine inspectie over de troep door Z. Edele en voorzien van 'tnoodige, zooals vivres, munitie en drar.ken enz. enz. voor 14 dagen en verders voor reserve en aanvulling van 't onbrekende, dat reeds op de post was of moest zijn of blijven, gingen wij voorwaarts, en het pad af dat door dichtbegroeide boschjes en struikgewassen loopt. De geweren waren geladen en -jdiepen de Infanterie voor ons uit, daar zij ons moesten dekken zoowel de dwangarbeiders die de verschillende goederen moesten dragen alsook de tandoes (draag- netten, waarin voor't geval er dooden of gewonden komen, deze in gedragen worden) deze werden ook gedekt door Infanterie. Zoo legden wij den weg af, zoo nu en dan kwamen ons wel Atjehers tegen, die van top tot, teen gewapend waren, doch zij gingen óf naar de markt te Kota-Radja óf naar huis en waagden het niet om ons aan te vallen ze zouden ook van een koude kermis thuis gekomen zijn, die sloebers Wij gingen eenige posten voorbij, alwaar wij een weinig halt hielden om te rusten en nog meer volk mede te nemen die bij voorbeeld gedetacheerd werden van d' eenen post naar d' anderen. Zoo kwamen wij dus te Sirven, en Lamsoet en eindelijk te Sene lop. De bezetting had in die 14 dagen niet stil gezeten en een loopgraaf gemaakt in de nabijheid van de benting, zoodat de vijand ons niet meer zoo goed zou kunnen zien loopen daar. De overgave van den ouden postcomman- dant aan den nieuwe, zijn vervanger, ging vlug van de hand en de nieuwe bezetting had de plaats betrokken van de oude die nu naar huis ging om een weinig meer pleizier te maken in de hoofdversterking, want daar kan men alles doen als op Java in 't garnizoen, doch hier op zoo'n post in de buitenhnie moet je, je eigen vei maak ioeken en maken, en mag je op bepaalde uren van de dag slechts een paar meter van de benting weg, en als't u blieft niet te zichtbaar want anders is het rang, een kogel fluit boven't hoofd of langs je ooren, van den vijand zoo ook behoeven wij niet boven de borstwering uit te zien of ze poffen op ons. Over dag gaat de poort open om 6 uur tot 11 uur en van 4 tot 6£ uur; wordt er echter veel geschoten, dan wordt hij gesloten den geheelen dag is er een wacht voor, die alle Atjehers die met koopwaren of anderzins de benting naderen, hunne wapens afvraagt, die dan ook worden afgegeven tot zoolang zij weder weggaan. De meeste Atjehers die zoo dicht bij komen of met koopwaren komen handelen, zijn zoogenaamde bevriende Atjehers en volge lingen van een Atjehsche Radja(Koning) die zich verbonden heeft om ons te helpen en te dienen voor dit noodig mocht wezen. Deze Radja is de zoogenaamde Toekoe Oemar, thans heetende Toekoe Djohan. Ik moet ronduit verklaren dat ik ze toch niet veel vertrouw, zoo gemeen ais ze je aan kijken, en 't is trouwens ook d' eerste keer niet dat zij ons bedrogen hebben. In de nabijheid op circa 600 Meter rechts en linkg van de benting staan een paar blokhuizen, die als wachtlokaal dienen voor een circa 20 bevriende Atjehers, die bewapend zijn met hetzelfde geweer als wij en ruim 2000 patronen hebben om zoo noodig de vijanden te beschieten en te beletten om ons aan te vallen. Nu ik moet zeggen, ze houden zich voorloopig goed en beschieten de vijanden even goed als wij, ja trekken er soms op uit om ze achter na te zitten. Een Atjehsche gids verblijft bij ons in de benting en brengt zoo nu en dan eenig nieuws, alsook deze of gene opperhoofd van bevriende Atjehers, hoe of wat ze van plan zijn de vijanden. Zooals u begrijpen kunt, is er overdag en 's nachts een sterke wacht die voor de rust en veiligheid der bezetting waakt. Onze dagelijksche dienst is van 's morgens 6£9 uur werken of exerceeren en verders niets meer te doen als eten en slapen en drinken niet te vergeten, echter water, koffie of thee en oorlam (jenever), krijgen wij drie maal daags een glaasje, andere dranken zooals bier, selzerwater of limonade of cherrie- wijn kan men koopen bij een Chinees, die hier een winkelnering heeft, doch a con tant en daar ontbreekt het ons aan, want tractement krijgen wij op dezen post niet, dus schieten die andere dranken er naast en daarenboven is alles peperduur. Ziezoo nu heb ik u een klein overzicht van den post gegeven en verklaard hoe of die post gelegen is, namelijk dicht bij de versterking der vijanden en op dezelfde plaats alwaar voorheen hun versterking was nu zal ik u verhalen wat er sinds den Hen Februari tot den dag dat ik ben afgelost, is voorgevallen. Maar daar dit blaadje bijna vol is en ik veel slaap heb, want 't is nu 1 uur 's middags, zal ik wachten tot morgen en dan weder vervolgen met mijn geschied kundige voorvallen. In de Westduinen te Scheveningen zijn 8 daar uitgespreide netten verbrand. Zij zijn vermoedelijk in vlam geraakt door vonken uiteen voorbijrijdende stoomtram-locomotief. Dezer dagen werd gemeld, dat de Holl. IJz. Spmij. voornemens is den overweg aan den Kruisweg van de spoorlijn bij Haarlem te overbruggen, mits de gemeente Haarlem de helft in de kosten bijdraagt. Thans blijkt, dat de spoorwegmaatschappij het voorne men heeft, een houten brug te bouwen voor voetgangers, waarvan de kosten zijn geraamd op f 3000 a f 4000, zoodat de tot standkoming de gemeente zal komen te staan op hoogstens f 2000. B. en W. van Haarlem adviseeren den Raad die som toe te staan. De bevolking van Amsterdam is gisteren nacht met ongeveer 22000 zielen vermeer- deerd door de aanhechting van Nieuwer- Amstel. Gisteren had de plechtige overgave plaats van het raadhuis en het archief van Nieuwer- Amstel. Daartoe begaven zich gisteren-mor de burgemeester en wethouders der gemeente Amsterdam met den secretaris naar het raadhuis aan den Amsteldijk, waar zij ont vangen werden door de wethouders der nu verdeelde gemeente. Nadat de overdracht had plaats gehad, keerde het Dagelijksch Bestuur met den secretaris naar het Raadhuis te Amsterdam terug, waar de burgemeester mr. S. A. Vening Meinesz., den wethouders en den secretaris een dejeuner aanbood. Op initiatief van het Centraal Bestuur van den Ned. R. K. Volksbond zal, ter gelegen heid van het gouden priesterfeest van Z. D. H. mgr. Bottemanne, in den loop van dezen zomer op een nader te bepalen dag te Amsterdam een Oratorium (orchest, soli en koor) worden uitgevoerd, onder leiding van den heer Ph. Loots uit Haarlem. De liedertafels der verschillende afdeelingen zijn uitgenoodigd tot deelneming aan de uitvoe ring, zoodat het aantal executanten op 5 a 600 personen kan geschat worden. de Hoogte Kadijk te Amsterdam, zijn gisteren avond laat door brand geheel vernield. Men wil den 300jarigen gedenkdag van den tocht naar Nova—Zembla den 10 Mei '1596 zeilden Heemskerk en Barendsz uit vieren door het oprichten van een Willem Barendszfonds voor hulpbehoevende weduwen en weezen van verongelukte zee lieden. Het Duitsche eskader te Helder 1 Op de bepaling dat met meer dan 3 vreem de oorlogschepen van één natie een van onze havens mogen binnenloopen, is voor dezen keer een uitzondering gemaakt, en zoo komt het, dat men Dinsdag op de reede van Helder heeft zien ankeren het geheele Noordzee-eskader der Duitsche vloot, 7 ko lossale oorlogsbodems met 3U00 koppen be mand. Is het een manifestatie tegen Engeland, daar het eskader andere jare - eds Engel- sche havens aandoet óf is het ^en bij zondere beleefdheid jegens ons meenin gen welke door velen als redenen van 't be zoek worden opgegeven. Zeer zeker is er nog wel een andere oorzaak, die de Duitsche regeering heeft doen besluiten zulke zware schepen, die men algemeen geloofde dat te Helder niet binnen zouden kunnen komen, daarheen te zenden. Maar afgezien van de staatkundige be doelingen, die de Duitsche regeering er dan toe hebben geleid, is het voor velen een bron van genoegen geweest, dat het eskader te Helder en niet ergens anders is binnen gevallen. Ten eerste voor de inwoners van Helder, winkeliers enz. die goede zaken maken, en ten tweede voor hen die van een maritiem schouwspel houden. De Hollandsche zeeofficieren zijn al druk bezig met hun Duitsche collega's feest te vieren, en de feesten en contrafeesten heb ben nu al de geheele week, dat het eskader zal blijven, in beslag genomen. Maandag vertrekken de gasten weer. De lompenpakhuizen van den heer Gom- pertz staande tusschen de Nieuwe Vaart en Een droevig ongeluk heeft in het Stede lijk Ziekenhuis te Utrecht plaats gehad en een jong meisje tot het slachtoffer van haar edel beroep als pleegzuster gemaakt. Mejuf frouw Schotman, uit Zwolle, was Donderdag morgen te omstreeks 10 uur in de diphtherie- barak bezig een inhalatie-toestel in orde te maken, toen plotseling door nog onverklaarde oorzaak hare kleederen vlam vatten. De arme pleegzuster stond in een oogenblik in lichterlaaie. Op haar hulpgeroep snelde men toe, en vond haar in den meest be- klagenswaardigen toestand. Men bluschte de vlammen, en nu bleek het, dat het ongeluk kige meisje vreeselijke brandwonden had aan armen en beenen. Natuurlijk werd aanstonds het noodige gedaan om hare pijnen te verzachten en haar in het leven te behouden. Deze pogingen mochten echter niet baten. Des middags te half drie over leed zij. D.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 5