Stads- en Gewestelijk Nieuws. Jaarverslag van de Kamer van Koop handel en Fabrieken te Schiedam. VII. (Slot.) DE KAMER EN HARE WERKZAAMHEDEN. Mr. W. H. Jansen, vrijbuiters, al ondersteunen zij opstan delingen die door geen enkele natie als oorlogvoerende mogendheid erkend zijn, ter dood mag veroordeelen door een krijgs raad. Men zal nu moeten afwachten ot de nationale ijver in het geschil met Spanje even spoedig zal bekoeld zijn als eertijds in het geschil met Engeland. Wellicht zal het veel tot kalmeering der opgezweepte hartstochten bijdragen, dat Spanje zich tot overleg bereid heeft ver klaard. Van bevoegde zijde wordt gemeld, dat de Spaansche regeering, op verzoek van die van de Vereenigde Staten, de voltrekking van de doodvonnissen tegen de aan boord van de Competitor aangehouden Amerikanen zal uitstellen, totdat de zienswijze van de Unie-regeering aangaande de toepassing van het verdrag van 1795 en de protocollen van 1877 over zulke gevallen ingediend en overwogen kunnen worden. Te Washington loopt het gerucht dat de Spaansche regeering de zaak der opvarenden van de Competitor voor het hof te Madrid wil brengen, een goeden indruk gemaakt. Weyler moet geseind hebben, dat hij zijn ontslag neemt als het vonnis van den krijgs raad niet ten uitvoer wordt gelegd en men schijnt het te Havana voor zeker te houden, dat de opstand nooit zal onderdrukt worden als de regeering altijd gedwarsboomd wordt door de Vereenigde Staten. Schiedam, 12 Mei 1896. Werkstaking te Rotterdam. In zake de werkstaking der Rotterdamsche bootwerkers meldt de N. R. Cf. het volgende Gisteren-ochtend vroeg werden de werk zaamheden aan de Harwiehbooten Chemls- forden Vienna, liggende aan de Westerkade hervat. Zoo ook aan de stoomschepen Ret ford en Britannia, liggenden aan de Wil- lemskade en de Bergsche boot in de Wes terhaven. Bij het lossen van de Retford dreig den aanvankelijk wanordelijkheden. Een 400 a 500 bootwerkers waren daar saamge- komen om de werzaamheden te beletten en de politie was blijkbaar niet tegen hen opgewassen. Toen werd de militaire macht gerequireerd en weldra zag men een 100- tal gewapende mariniers onder bevel van hunne officieren door de Boompjes langs Willems- en Westerkade patrouilleeren. Op het zien van de millitairen ging men uiteen en viel er niets voor. Tegen den middag rukte de soldaten weer in: Op de rivieren waren voorts eenigemet po litie bemande bootjes en twee torpedobooten op te merken. H. Ms. kanonneerboot Dufa heeft onder stoom ligplaats genomen nabij de Katendrechtsche haven. Op een verga ring van bootwerkers Zondag-avond gehou den in het café Den Ouden te Katendrecht werd ook daar tot algemeene werkstaking besloten. De kennigeving van den Burgemeester houdende verbod van samenscholingen werd gisteren-middag allerwege in de stad en ook aan den linker Maasoever aangeplakt. Niettemin togen velen naar de Boompjes en de kaden wachtende op de dingen die komen zouden. Vooral de Boompjes bleek een uitgezochte verzamelplaats en velen die klaarblijkelijk niets met de zaak te maken hadden, hielpen daar de samenscholingen vermeerderen. Bootwerkers waren er daaren tegen na afloop van het werk op de schepen zeer weinig. De grootste drukte in de Boompjes was tusschen 6 en 9 uren, toen kon het aantal der zich aldaar bevindende lieden, verreweg nieuwsgierigen, gerust op enkele duizenden geschat worden, Noemenswaardige onge regeldheden vielen er echter niet voor. Patrouilles uit politie en mariniers samen gesteld liepen af en aan, slechts eenmaal echter, omstreeks half acht, was het noodig dat men handelend optrad. Op dat tijdstip trok een dergelijke pa trouille die al geruimen tijd door een aantal jongens van 10 tot 14 jaar was gevolgd, in de richting van de Groote Draaisteeg naar den Terwenakker. Toen zij nabij de Potte- bakkersteeg was gekomen, werd uit den hoop jongens met steenen naar de patrouille gegooid, waarop onmiddelijk een charge uit gevoerd en ruim baan gemaakt werd. Een gedeelte van het volk werd de Leuvebrug over, een ander gedeelte de Leuvehaven op gejaagd. Een douw en een stomp uitge zonderd bekwam niemand eenig letsel. Na negen uren was het vooral in het gedeelte van de Boompjes tusschen de Groote Draaisteeg en het Bolwerk op te merken, dat de volksmenigte langzamerhand aftrok Nog een tijdlang verzamelde men zich voor het gebouw van den Bond bij de Potte- bakkerssteeg om eindelijk ook huiswaarts te keeren. Eenige winkeliers in de Boompjes hadden als voorzorgsmaatregel hun onderluiken voor de ramen geplaatsthet bleek echter over bodig. Op verschillende beurtschepen, waar onder politietoezicht gewerkt werd, ondervonden de werklieden geen last en er werden zelfs geen pogingan aangewend om het werk te belemmeren. Nog schrijft men aan de Tel uit Rotter dam van den lln Mei: Op een granenlichter in de Wijnhaven alhier waren heden-middag de patroons en het kantoorpersoneel aan den arbeid getogen om de schuit te lossen bij gemis aan werk krachten. Verscheidene transporten van goederen ge schieden onder politie toezicht, ten einde conflicten met de stakers te voorkomen. Naar wij vernemen zal Dinsdag, wanneer geen verandering in den onhoudbaren toe stand komt, de schutterij onder de wapens geroepen worden. Van de politie worden zware diensten gevorderd, zoodat slechts met groote moeite in den surveillancedienst in de andere stadsgedeelten kan worden voorzien. Reuter seinde gisteren uit Londen De leider van de werklieden die niet tot een syndicaat behooren, heeft toestemmend geantwoord op een telegram, hem heden ochtend toegezonden, waarin gevraagd werd of er vijfhonderd lossers, niet tot een syn dicaat behoorende, naar Rotterdam konden worden gestuurd, als de werkstaking daar voortduurde. Omtrent eene vergadering welke gisteren avond in het caféJurgens aan de Hoofd straat alhier vanwege de Rotterdamsche bootwerkers werd gehouden, werd aan de N. R. Cf. het volgende gemeld Hedenavond^ uur werd in het café Jurgens de door N. N. Bootwerkersbond een Neerl. Vlag aangekondigde vergadering geopend, door den van Rotterdam afgevaardigden bootwerker N. de Heer. Het doel en streven der verbonden boot werkers uiteenzettende, somde hij de grie ven op, die de bootwerkers hadden. Soms ruw schertsend, deelde hij mede hoe velen ten hunne koste leefden, met het hun ontfutselde loor. grove verte ring maakten, en hun echtelijke leven in ge aar brachten. Aan het slot vroeg hij steun bij de Schie- damsche vakgenooten wekte op om, even als te Amsterdam, Dordt, Zaandam en elders was geschied, ook te Schiedam een afdee- ling van den bond te vormen. Niet alleen zouden de Schiedammers daar door mede de vruchten kunnen genieten, die bij voldoenden steun uit coöperatie zouden kunnen voortvloeien maar de Schie dammers konden dan verzekerd zijn, dat de Rotterdamsche bootwerkers aan hen de voor keur zouden laten, wanneer te Rotterdam voor Schiedam bestemde granen enz. gelost moesten worden. De heer W. F. Tak wees er op hoe noo dig het voor Schiedam was, dat de gewone Engelsche beurtbooten geregeld blijven varen, daar een staking van die vaartuigen de branders buiten de mogelijkheid zou stellen hun gist naar Engeland te blijven zenden, wat voor vele patroons met ondergang ge- iijk zou staan. De inleider verklaarde dit bezwaar reeds te kennen, en zei dat het noodig was, dat hij zich naar de heden-avond in Rotterdam gehouden wordende vergadering begaf, om te bewerken, dat de vaste trade booten geregeld blijven varen. De vergadering, die hoe druk bezocht, een zeer kalm ver loop had, werd gesloten nadat verschillende personen zich hadden opgegeven voor de te Schiedam op te richten afdeeling van den Bootwerkersbond. Heden-ochtend vroeg bevonden zich met Schiedamsche werklieden weer een aantal Rotterdamsche bootwerkers aan het Hoofd, blijkbaar met de bedoeling hier een oog in 't zeil te houden. Dat dit van hun stand punt niet slecht gezien was, bleek al ras, toen eenige Rotterdamsche werklieden, voor zien van proviand, hier aan het Hoofd kwamen met de bedoeling zich hier in te schepen voor den iloek van Holland, om aldaar op een boot te gaan werken. De Rotterdamsche en Schiedamsche confraters beduidden hun, dat het niet aanging zich aldus aan de gemaakte afspraak te onttrek ken en de Schiedamsche werklieden merkten op, dat wanneer de Rotterdammers aan den Hoek gingen werken, zij ook in allen deele gerechtigd waren tot het lossen van het op stroom liggend kolenschip over te gaan. Daarop zijn bedoelde werklieden weer naar Rotterdam vertrokken. Van het hier op stroom liggend kolenschip Langdon is een klein gedeelte van de lading gelosthet zal naar Londen vertrekken. Voor de lossing van bedoeld stoomschip waren Zaterdag dragers van het St. Antho- niusgilde alhier gevraagd zij kwamen echter onverrichterzake van het Hoofd terug, niet omdat zij niet wilden werken, maar omdat het bleek, dat er niet te dragen was, maar het schip op de gewone wijze met de stoomlier moest worden gelost, een werk dat zij niet gewoon zijn te doen. De verklaring door een Schiedamschen bootwerker namens het St. Anthoniusgilde gedaan, blijkt geheel bezijden de waarheid te zijn: die peisoon had niet het minste recht namens het gilde te spreken, waartoe hij niet behoort. De Schiedamsche bootwerkers hebben zich nu schriftelijk verboden, elke lading die direct voer hier bestemd, hier komt, onmiddellijk te lossen. De Schiedamsche werklieden gedragen zich over het geheel ordelijk en rustig, waartoe vooral het beleidvol optreden der overheid veel bijdraagt. De Burgemeester sprak gisteren de werklieden in verzoenen den geest toe en vermaande hen tot orde en rust. Ook heden-ochtend waren de commissaris van politie en inspecteurs met een 12-tal agenten weder aan het Hoofd hunne taak werd echter door het kalm er. ordelijk gedrag der werklieden zeer verlicht. Heden-ochtend omstreeks 10 uren is door een stadswerker in de grienden aan de Maas gevonden het lijk van een onbekend mans persoon op bloote voeten. Het lijk, dat in vergaanden staat van ont binding verkeerde, is na gekist te zijn, over gebracht naar het Drenkelingenhuisje op de Stadsmetselwerf. Uit Oud Charlois wordt gemeld De hoofdduizen der waterleiding liggen nu tot aan het eind van den Schulpweg, zoodat de openbare school no. 4 met onder wijzerswoning aldaar thans ook van leiding water kan worden voorzien. Indien ergens behoefte bestond aan goed drinkwater, dan zeker in de eerste plaats in deze buurt, het meest afgelegen gedeelte van Rotterdam. Voor f8050 is de heer H. Stahlie, te Vlaardingen, minste inschrijver voor het bouwen eener dokterswoning te Ketel. De heer A. De Bruijn, te Overschie, had van de 13 inschrijvers het hoogst ingeschreven n.l. f9888. {R N.) Gedurende het jaar 1895 had er in de samenstelling van de Kamer geen verande ring plaats. Zij bleef dus bestaan uit de Heeren J. J. G. Nolet, Voorzitter, S. A. Maas, Voorzitter-Plaatsvervanger, J. T. Wittkampf, H. R. A. M. van Gent, D. F. W. Prins, J. H. Houtman, P. M. J. A. Lagerweij, M. L. Honnerlage Grete en J. Hoogendam, Secretaris. In de dit jaar door de Kamer gehouden vergaderingen, werden o. a. de volgende onderwerpen behandeld Een verzoek aan de betrokken Ministers, om meerdere publiciteit aan de aanbeste dingen van Gedistilleerd, van Rijkswege, te doen geven. Een adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, houdende verzoek, het op 13 Nov. 1894 ingediende Wetsvoorstel «nadere bepalingen, omtrent de heffing van Invoerrecht naar de waarde der Goederen, niet aan te nemen. Een dito aan de Regeering, waarin deze uitgenoodigd wordt, een ander ontwerp te willen voorbereiden, dat geen subjectieven, maar objectieven grondslag heeft, namelijk een helfing naar Maat, Telling en Gewicht «waardoor een einde zal kunnen gemaakt worden aan de reeds te lang bestaande willekeur op dat gebied het privilegie voor den oneerlijken aangever zal verdwijnen, en de heffing der Invoerrechten op ieder ge lijkmatig zal drukken." Een adres aan Z.Excell. den Minister van Financiën, houdende verzoek, de herziening der belastbare opbrengst van de gebouwde eigendommen, welke volgens de Wet op de Grondbelasting van 26 Mei 1870, Staatsblad No. 82, art. 59, tweede alinea, elke twintig jaren herhaald moet worden, en derhalve vóór 1 Jan. 1895 had moeten plaats hebben, daar de laatste herziening voor 1 Jan. 1875 geschiedde, zoo spoedig mogelijk te doen bewerkstelligen, zoodat er niet worde voortgegaan naar een verouderd type te schatten. Een verzoek aan den Raad van Admini stratie, Hollandsche IJzeren Spoorwegmaat schappij, dat ook hier ter stede de gelegenheid woide gegeven, voor den zelfden plaatselijken prijs als te Rotterdam, plaatskaartjes naar Londen via den Hoek te verkrijgen, en men, zooals nu, niet genoodzaakt zij, de reiskosten naar den Hoek nóg bij te passen. Een adres aan Z.Excell. den Minister van Financ ën in zake het tusschentijds stilstaan der Branderijenen wel, teneinde den spontanen overvloed van eenig aldaar ge produceerd wordend artikel, voornamelijk thans in het belang van den Gisthandél, te voorkomen of tegen te gaan, dit eventuëele stilstaan ten allen tijde, dus zonder men tot den tijd van indiening der nieuwe declaratie behoeft te wachten, te willen toestaan. Een verzoek aan denzelfden Minister, waarbij de Kamer aandringt, maatrege len te nemen, dat het werkvolk in de branderijen na afloop van de dage- lijksche werkzaamheden aldaar, niet meer door letter der Wet genoodzaakt worde, tot het wettelijk tijdstip van sluiting dier fabrieken daar noodeloos te verblijven. Een verzoek aan B. en W. van Schie dam, om het Beursuur, in plaats van 12J tot 1| ure van 12 ure te willen stellen. Een gevraagd advies aan den Gemeente raad, aangaande de wenschelijkheid en uit voerbaarheid van de oprichting eener Bran derij vakschool te dezer stede. Op aange voerde gronden luidde de conclusie der Kamer dat, hoewel méér vooruitgang op het technisch gebied van het branderijvak en de aanverwante vakken ongetwijfeld hoogst wenschelijk te noemen is, de Kamer voor het oogenblijk niet kan verklaren, dat het tegenwoordig tijdstip het geschiktste is, tot oprichting van zulk een vakschool van gemeentewege over te gaan, wijl het nut nu daarvan niet zou opwegen tegen de vermoedelijke kosten, aan de oprichting daarvan verbonden. Een verzoek anri Z.Excell. den Minister van Financiën, stappen te doen, om, door eenige uitbreiding van het ambtenaarsper- soneel hier ter stede, eene betere regeling mogelijk te maken der tijdstippen, waarop de werkzaamheden, in en ten behoeve der branderijen, aldaar moeten aanvangen en

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 2