Dagblad voor Schiedam en Omstreken,
19de Jaarg.
Woensdag 10 Juni 1896.
No. 5512.
bureau *g$oter$tvaat 50.
Feuilleton.
PRIJS TAN DIT BLAD:
^oor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
- 0.05
ALGEMEEN OVERZICHT.
9 Juni '96.
In de vergadering door de Kamer van
hofd g FrankriJk gisteren ge
houden interpelleerde Jaurès over de jongfte
P electorale verplaatsingen; hij verweet het
h ktf ePle Z'C^ met- reactionairen te
e en verbonden. De minister Barthou
antwoordde, dat de staatkunde der regeering
eslist republikeinsch is, maar met uitsluh
lng van de socialisten. De minister-presi
dent Méline, de opmerkingen van Isambert
beantwoordende, verklaarde dat de regeering
bet clericalisme niet verwart met, de gods-
ienstige kwestie. Men verwijt ons, zeide
ijj de hulp van de rechterzijde, maar ook
f e radicalen hebben niet altijd deze hulp
ersmaad. Wij weten wel, dat ons programma
de socialisten mishaagt.
Isambert stelde eene motie voor, inhou
dende dat de Kamer vast besloten is, haar
vertrouwen slecht te geven aan een Kabi
net dat regeert met eene republikeinsche
meerderheid. Een andere motie, doorSaus-
set voorgesteld, luiddeDe Kamer, de ver
dringen der regeering goedkeurende, gaat
Over tot de orde van den dag. De minister-
President Mélinie aanvaardde deze motie,
waarvan de prioriteit werd aangenomen.
,e motie van Isambert werd nu verworpen
met 312 tegen 225 stemmen, die van
kusset aangenomen met 318 tegen 238
stemmen.
De Keizer van Duitscliland heeft in het
over ij en van Jules Simon aanleiding ge-
on en weder een bewijs van sympathie
voor frankrijk te geven, dat den weg tot
a ge eele verzoening tusschen de beide
rij en effenen moet. Naar aaaleiding van
et overlijden van Jules Simon seinde hij
aan president Faure«Frankrijk treurt
4) (Slot.)
Omstreeks vijf uur jn den ochtend toen
de dag begon aan te breken, hoorde ik klok
luiden en zag in de verte een groote stad.
Aangezien ik toen niet verder durfde gaan,
zocht ik een schuilplaats in het dikke kreu
pelhout ter zijde van den wegzoodra de
avond gevallen was, zette ik mijn reis voort
maar de honger dreef mij weldra naar een
der kleine dorpjes langs den weg. Ik sloop
heimelijk tusschen de huisjes door en klopte
aan de deur van den predikant. Hij deed
zelf open, en ik vertelde hem mijne ge
schiedenis. Hij gaf mij wat te eten en te
drinken, een oude jas in ruil voor de mijne
®n een paar francs.
Op den vijfden dag na mijne ontvluchting
bit Toulon bereikte ik het Italiaansche grond
gebied. Al bedelend zette ik mijn weg van
de eene plaats naar de andere voort, totdat
PRIJS DER AD YERTENTIËN
Van 16 regels.f 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
opnieuw bij het lijk van een zijner grootste
zonen. Jules Simon is dood. Ik zal altijd
onder de bekoring blijven zijner persoon
lijkheid en denken aan de dagen, waarop
hij mij zijn kostbaren steun verleende om
het lot van den werkman te verbeteren.
Ontvang, mijnheer de president, de betui
ging van mijn levendige sympathie.
Wilhelm I R."
Den Duitschen gezant te Parijs, graat
Münster, werd telegrafisch last gegeven om
mevrouw Simon persoonlijk het rouwbeklag
van zijn monarch over te brengen. Met zijn
edele en vaderlandslievende rechtschapen
heid, zeide de Keizer, had Simon niet ge
aarzeld het voorzitterschap te aanvaarden
van de Fransche gemachtigden op het
sociale congres te Berlijn, en hij heeft zijn
best gedaan om de vredelievende denkbeel
den door te zetten, die door het geheele
congres gunstig ontvangen werden. Onge
lukkigerwijze is de algemeene ontwapening,
die voor beide natiën een weldaad geweest
zou zijn, gedwarsboomd door een kinder-
tige betooging van de Patriottenliga. De
Keizer zal zich bij Simon's begrafenis door
een bijzonderen afgezant doen vertegen
woordigen.
Het Lagerhuis in Engeland was gisteren
weder vergaderd. De minister van koloniën,
Chamberlain, verklaarde dat maatregelen
genomen zijn om de groote ellende, in het
Betsjoeana-protectoraat door de veepest
veroorzaakt, te verzachten. De onder
staatssecretaris voor buitenlandsche zaken,
Curzon, zeide, dat sedert December reeds
verscheidene malen bij de Porte vertoogen
zijn ingediend met het oog op den ernsti-
gen stand van zaken op Creta. De Britsche
consul op Creta is dezer dagen gemachtigd
om in vereeniging met zijn ambtgenooten
onderhandelingen aan te knoopen met de
ik te Rome kwam, waar ik bezigheden en
misschien ook wel vrienden hoopte te vinden.
Ik huurde een klein kamertje, bleef er
een paar dagen en deed mijn uiterste best
om werk te vinden. Avond aan avond kwam
ik teleurgesteld thuis. Het weinigje geld,
dat ik met bedelen opgezameld had, smolt
weg als sneeuw voor de zon. Ten slotte
kon ik mijn huisheer niet meer betalen,
zoodat hij mij zonder veel omslag op straat
liet zetten.
Werktuiglijk volgde ik den stroom der
voorbijgangers, die mij naar de St, Pieters
kerk voerde. Afgemat en uitgeput sloop ik
er binnen en liet ik mij in de schaduw der
groote deuren neervallen. Twee mannen
stonden in mijne nabijheid een plakkaat te
lezen, dat op een bord aan der kolommen
was opgehagen en noemden het een lastig
werkje.
Ik sprong haastig op en ging het aan
plakbiljet lezen. Er stond boven «Illumi
natie der St. Pieterskerk" en bevatte ken
nisgeving, dat er tachtig mannen gevraagd
werden voor het aansteken van de lampen
op den koepel en driehonderd voor de lich
tjes langs de zuilen. Ik ging naar den op
zichter, liet mijn naam op de lijst zetten,
kreeg de helft van mijn loon terstond uit
betaald en moest zorgen, dat ik daar den
volgenden ochtend om elf uur present was
Ik was er stipt op mijn tijd, te midden
Tui'ksche autoriteiten en de plaatselijke
overheden, om uitspattingen te voorkomen,
en een vredelievende oplossing in de hand
te werken. De wali, door de Porte be
machtigd, zal zich met den consul in be
trekking stellen. Het Lagerhuis heeft bij
tweede lezing de Iersche landwet zonder
stemming aangenomen.
De Times verneemt uit Boeloewajo dd.
6 Juni. Een colonne met maxims heeft
een talrijk impi van Matabelen een paar
mijlen van hier aangevallen en geheel ver
slagen. De Matabelen verloren 150, de
Engelschen 3 dooden.
Het schijnt dat het noorden van Spanje,
met name de havenstad Barcelona, weer
het tooneel zal worden van revolutionaire
woelingen. Een bom is Zor.dag-avond ont
ploft in de straat Nuevos Cambios te Bar
celona, terwijl de processie, welke aldaar
onder het octaaf van H. Sacramentsdag
gehouden werd, door de straat trok. Men
vermoedt, dat de aanslag gemunt was op
generaal Despujols, die de processie volgde.
Er werden 8 personen gedood en 32 ge
kwetst. Bij verscheidene personen is huis
zoeking gehouden. Het schouwspel, dat de
straat na de ontploffing aanbood, was
verschrikkelijkstukken van menschelijke
lichamen lagen overal verspreid. De meeste
slachtoffers behooren tot de werkmansklasse.
In de provincie Barcelona is tengevolge
dezer schrikwekkende gebeurtenis de staat
van beleg afgekondigd.
Naar aanleiding van den verjaardag der
kroning van keizer Frans Jozef als koning
van Hongarije richtte de voorzitter der
Kamer van afgevaardigden een toespraak
tot den Keizer, waarin hij wees op de eens
gezindheid, welke bestaat in den Hongaar-
schen Staat, de constitutioneele onafhan
kelijkheid en de noodzakelijkheid van een
eener menigte mannen van een deernis
waardig voorkomen. De deuren van het kan
toor werden al spoedig geopend en wij ston
den dicht opeengepakt in de niet zeer groote
kamer. Mijne oogen schenen met onweer
staanbare kracht naar een bepaalden hoek
van het vertrek gericht te worden. Mijn
hart stond stil, ik had mij niet vergist,
ik herkende GasparoIk liep] heimelijk
naar hem toe, tikte hem eens aan en
vroeg
Gasparo, ken je mij niet meer?
Hij richtte zich met een lustelooze bewe
ging op en zeide
Zoo, Francois 1 Ik dacht, dat je nog
goed en wel in Toulon zat
Ik heb het niet aan jou te danken,
dat ik daar niet meer ben I Luister eens
goed, als wij beiden het er dezen nacht
goed afbrengen, zalje mij rekenschap geven
van je trouweloosheid
Hij keek mij met een onverschillig ge
zicht aan en legde zich te slapen 's Avonds
om zeven uur werden wij alle geroepen
en beklommen wij de trappen, die naar den
koepel leidden1 Mijne plaats was omstreeks
de halve hoogte en ik zag Gasparo nog
hooger gaan. Toen wij allen gereed waren,
kropen wij door de venstertjes naar buiten
op smalle planken, die daar in touwen hin
gen. Aan elk onzer werd een brandende
fakkel gegeven, waarmede hij de lampen
nauw samengaan van Oostenrijk en Hon
garije.
In zijn antwoord constateerde de Keizer
de trouw van Hongarije aan koning en gods
dienst. Z. M. sprak met erkentelijkheid
over de Staten die Hongarije hadden ge
steund in haar worsteling voor de onafhan
kelijkheid en hij voegde er bij, dat de
Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie nood
zakelijk was voor Europa. Hij eindigde met
een lofrede op de vereeniging van beide
deelen der monarchie.
De kroningsfeesten in Rusland zijn afge-
loopen. De Keizer en de Keizerin zijn naar
St. Petersburg teruggekeerd.
Een belangrijk incident, dat bij de kro
ningsfeesten in Rusland heeft plaats gehad,
heeft ook vooral in Duitschland de aandacht
getrokken. Particuliere telegrammen uit
Moskou maken melding van het volgende
opmerkelijke voorval. Aan het feestmaal,
door de Duitsche kolonie te Moskou ge-
gegeven en waarbij prins Heinrich van
Pruisen en de overige Duitsche prinsen
aanzaten, stelde de voorzitter Camesarca
een dronk in op prins Heinrich en alle
prinsen, die in het gevolg van dezen ver
tegenwoordiger van den Duitschen Keizer
te Moskou verschenen waren. Onmiddellijk
stond prins Ludwig van Beieren op, om
verzet aan te teekenen tegen de uitdrukking
«gevolg". «Wjj zijn geen gevolg", zeide
hij, «geen vasallen, maar bondgenooten van
den Duitschen keizer. Als zoodanig ston
den wij, zooals Keizer Wilhelm I altijd
erkend heeft, 25 jaar geleden den koning
van Pruisen ter zijdeals zoodanig zullen
wij weer naast elkander staan als Duitsch
land wederom in gevaar verkeertmogen
de Duitschers dat overal bedenken, en naast
hun groote vaderland ook de aanhankelijk
heid aan hun eigenlijken geboortegrond en
moest aansteken, die hij voorbij kwam,
terwijl men de in touwen hangende plank
jes liet zakken. Nadat ik al mijne lampen
had aangestoken, keek ik eens rond in mijne
omgeving. Plotseling voelde ik mijn touw
schudden en toen ik naar boven keek, zag
ik, dat een man het met zijn fakkel trachtte
te naderen en aan te steken. Het was Gas
paro. Met de vlugheid van een kat klom ik
langs het touw naar boven, hield mijn fak
kel onder het gezicht van den schurk, om
hem te verjagen, en greep het touw boven
de plaats waar het gezengd was.
Gasparo, verblind en razend van de pijn
slaakte een hartverscheurende gil en viel
als een steen naar beneden. Boven al het
gegons van een menschenzee, beneden mij
uit hoorde ik den doffen smak, waarmede
mijn doodsvijand op de straatsteenen te
pletter sloeg. Ik was ternauwernood weder
op adem gekomen, toen wij omhoog ge
trokken werden en ons weldra in veiligheid
bevonden.
Ik verhaalde den directeur wat mij weder
varen was. De waarheid mijner mede-
deelingen bleek zonneklaar uit het halfver
brande touw en ik ontving geld genoeg om
Rome te verlaten.
Sedert dien tijd heb ik nog velerlei avon
turen gehad maar nooit ben ik weer in
zulk afschuwelijk gezelschap geweest als toen.
O