Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 19de Jaarg. Donderdag 30 Juli 1896. No. 5553. "•JSureau ISofersfraaf 50. Een onaangenaam reisgezel. algemeen overzicht feuilleton. PRIJS TAN DIT BLAD; ^00r Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.-— - 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.40 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. 29 Juli '96. Enlldirgadering d00r het Lagerhuis in nister g,Ten geh0Uden heeft de eÏÏeLVr Chamberlain) mede gedeeld. Generaal sir F. Carrington rappor- eert, dat hij, om den opstand in Rhodesia -ne en afdoende te dempen, ongetwijfeld gehinderd wordt door gebrek aah troepen, jnaar werden hem hulptroepen gezonden, niJ zou ze wegens den last met de trans- Porten niet kunnen voeden. Generaal Goode- nough doet het mogelijke, om de levens middelen vóór het invallen van het regen seizoen, dat over drie of vier maanden eg'nt> ter plaatse te krijgen. Het zou Vei eert zijn, zeide Chamberlain, den generaals troepen op te dringen, die zij niet onderhouden kunnen. Na levendige beraadslagingen werd gis- eren in de vergadering van het socialisten- c°ngres of te wel «internationaal congres ^an den arbeid" te Londen gestemd over o handhaving van het Zuricher besluit, a 'e vakvereenigingen en socialische partijen ei1 organisatiën, die de noodzakelijkheid van organisatie der arbeiders en parlementaire actie erkennen (en deze alleen) tot de con gressen toegelaten worden. Achttien landen stemden voor. twee (Nederland en Frank- aft 'egen het Zuricher besluit. Onder de a eevaardigden, die gisteren spraken, was Domela Nieuwenhuis ken 6 geavanceerd Engelsche socialisten blij- 6t internationale arbeiders-congres Hard86^erd te bobben. Vandaar dat Kerr 7 6 man van de sociolistische Inde- .f1' Labour Party gisteren niet alleen P esideerde, maar ook de toelatingen van - anarchisten bepleitte, hetgeen Tom Mann s oo sommige Franschen steunden. Doch yodmann verzette zich daar sterk tegen, 6 geen een hevigen woordenstrijd met een'ge bultenlandsche anarchisten uitlokte. Bij de voortzetting van het procesJame- 2) Ik doorzocht al mijne zakken, mijne por tefeuille, mijne papieren, doch alles was vruchteloos, doorsnuffelde mijn handkoffer, Joch zonder eenig gevolg. Zou die kerel mij mijn brief met ontfutseld hebben Het kwam mij zeer verdacht voor. «Hebt gij mijn brief dan uit den zak »e- haald, mijnheer?" beet ik hem toe. »Ik zal uwe beschuldiging niet opnemen, 2°oals zij het verdient," antwoordde hij kalm en bedaard. «Ik verontschuldig u met het o°g op uwe jeugdige onervarenheid en zeer ogrijpelijke ontsteltenis." »Doch waar is de brief dan toch, wanneer ö'J hem niet hebt «Gij verdient eigenlijk niet, dat ik u dit son te Londen waren eergisteren de ver dedigers Clarke en Lockwood aan het woord. Het publiek dat bij de eindelooze getuigen- verhooren op het laatst van verveling was weggeloopen, was voor de pleidooien weder talrijk opgekomen. Sir Edward Clarke, als verdediger van Jameson, Willoughby en de gebroeders White, betoogde opnieuw, dat de Foreighn Entlistment Act (betreffende het organi- seeren van strijdkrachten op Britsch grond gebied tot bestrijding van een met Enge land bevrienden staat) noch te Mafeking, noch te Pitsani van toepassing was, toen Jameson van daar naar Johannesburg op rukte. Ook ontkende hij ten stelligste, dat Jameson van plan zou geweest zijn om het Transvaalsche gouvernement om ver te werpen. Te Mafeking was niet anders gebeurd dan het politiekorps van Beetsjoeanaland, dat op last der regeering zelve ontbonden was, weder aan te wer ven voor de Chartered Company, en toen nu Jameson te Pitsani eer. korps van enkele honderden mannen verzameld had, en men zijn hulp inriep te Johannesburg was het niet meer dan hoogst natuurlijk, dat hij den aldaar door de Boeren bedreigde Engel- schen en Amerikanen ter hulp(snelde. Stelt u eens voor, zeide Clarke, dat wij de stad hadden aangevallen en honderden Britsche onderdanen gemolesteerd waren geworden, zonder dat de in de nabijheid staande Britsche legermacht een voet verzet hadde, welke een verontwaardiging zou er niet zijn opge gaan. Lochwood, die als verdediger van Crey en Coventry optrad, sloot zich bij deze fraaie theorie van Clarke volkomen aan. Maar de Attorney General wees er op, dat uit Ja meson's toespraak tot zijn troep wel dege lijk van vijandige bedoelingen tegen de Zuid-Afrikaansche republiek gebleken is en concludeerende, dat de beschuldigden allen met haar doel bekend waren. Gisteren heeft het gerechtshof in deze niet zeg, maar ik wil geen wraak nemen tegenover uwe jeugdige onbezonnenheid. Herinnert gij u niet, dat gij dien brief op uw toilettafel in het hotel te Edinburg hebt laten liggen?" Ja, dat herinnerde ik mij nu. Doch hoe kon hij dat weten. Wie mocht toch die kerel wel zijn? «Ik weet niet wie gij zijt, mijnheer," zeide ik, «doch er ligt iets geheimzinnigs in uwe wijze van optreden en handelen, waar van ik zelfs het eerste woord niet begrij pen kan." Er was niets van den oude los te krijgen. Niet wetend wat te doen, haalde ik een nieuwsblad te voorschijn, dat ik vóór mijn vertrek gekocht had en begon te lezen, om zoo mijn reismaker tot stilzwijgen te dwin gen, doch ook dit mislukte. «Ik heb het steeds zeer ongezellig gevon den," begon hij thans weer, «wanneer er in gezelschap gelezen wordt." «Ik wil even zien hoe de fondsen staan." Daaromtrent kan ik u alle inlichtingen geven." »Ik wensch de troonrede te lezen." «Die ken ik van buiten." «En ik moet ook even zien, hoe oud een geruchtmakende zaak uitspraak gedaan. De jury heeft al de beklaagden schuldig ver klaard. Jameson is tot 45 maanden veroor deeld, Willoughby tot 40, majoor White tot 7, Conventry Grey en kolonel White elk tot 5 maanden. Lord Claud Hamilton zeide gisteren, de halfjaarlijksche vergadering van de Great Eastern spoorwegmaatschappij te Londen presideerende, dat de ontvangsten van het vastelandsverkeer met 943 waren toege nomen, hetgeen uitsluitend aan den Hoek- van-Holland gelegen had, aangezien de ont vangsten van het verkeer met Antwerpen, wegens vermindering der vrachten, gedaald waren. De spreker bleef hopen, dat de Engelsche postmeester ten slotte aan de Great Eastern Railway het vervoer van mails zou geven, waarop zij recht had. Hij veroordeelde krachtig de handelwijze van de Belgische regeering. die door de oprich ting van een staatsgoederenlijn tusschen Ostende en Tilbury eene onedele mededinging voerde, vooral tegen de Great Eastern Railway, die hare stoomvaartlijn op Ant werpen feitelijk op aansporen der Belgische regeering geopend had. Spreker verwachtte echter, dat de nieuwe staatslijn spoedig opgeheven zou worden, aangezien hij zoo weinig winst opleverde. Sedert verscheidene dagen worden te Zurich in Zwitserland betoogingen gehouden tegen de Italiaansche arbeiders. Ettelijke werkplaatsen zijn geheel vernield. De politie trachtte met het blank geweer, maar tever geefs, de straten schoon te vegen. Infanterie is toen met de bajonet er op ingegaan. Zes politie-agenten werden gewond. De Italianen hielden zich schuil. Volgens nader bericht uit Zurich had de politie meer dan 70 menschen in hechtenis genomen. Verscheidene personen waren gewond. Eene dichte menigte school voor het Italiaansch consulaat samen. Vele Italianen maakten zich op om de stad te verlaten. Het Italiaansche gezantschap te vriend mijner familie geworden is, die nog pas is gestorven." «Die moeite kunt ge u wel besparen. Hij was zeven en zestig jaar." Met verbazing zag ik, dat hij den ouder dom juist had opgegeven. Groote God! Wie mocht die man toch wel zijn «Ik begrijp niet, hoe gij op de hoogte van dat alles zijn kunt, doch ik moet u nog eens zeggen, dat uw bemoeizucht mij hoogst onaangenaam is." «Ik heb steeds mijne gezelligheid hooren roemen. En hoe ik aan mijne wetenschap pen ben gekomen, kan u volkomen onver schillig zijn." «Daar hebt gij volkomen gelijk in. En om van u verlost te worden, zal ik aan de zijde van den koetsier plaats nemen, zoodra wij het naaste station bereikt hebben." «Dat kan ik u niet aanraden, want de koetsier is stom." Des te beter." Zoodra wij de eerste pleisterplaats be reikten, deed ik zooals ik gezegd had. Wer kelijk, de koetsier was stom. Dat verveelde mij zeer, want ik zou van hem gaarne eenige bizonderheden over mijn zonderlingen reis makker vernomen hebben. Ik verdiepte mij Bern was in overleg met de Zuricher over heid. Vier bataljons werden in de stad verwacht. Latere berichten melden, dat nadat de Bondsraad zich met de voorvallen te Zurich had bezig gehouden en de Zuricher over heid om telegrafisch verslag gevraagd had, de beweging tegen de Italianen is geëin digd. De Italiaansche consul heelt maat regelen genomen om landgenooten naar Italië terug te zenden en heeft de autori teiten verzocht, het leven en de eigen dommen van Italianen te beschermen. Hoe de toestand in Turkije is, blijft een raadsel. Volgens de Times zijn de vertegenwoordigers der mogendheden ont stemd op de Cretenzers, die aan hun eischen vasthouden en op de Grieken, die hen steunen. En de onhandelbaarheid der op standelingen zou wel eens oorzaak kunnen zijn, dat de Porte van de mogendheden vrijheid kreeg om te handelen. Volgens een ander blad is het evenwel niet te verwonderen, dat onder de bevolking van Macedonië een gisting heerscht, die gesteund wordt van Grieksche zijde. Het is der Grieksche regeering niet mogelijk de gewapende benden tegen te houden, die de grenzen overtrekken. De toestand is zoo danig, dat een algemeen verzet tegen de heerschappij der Turken op het Balkan schiereiland volstrekt niet tot de onmogelijk heden behoort. Europa zit stil en houdt zich bij vertoogen tot de Porte en tot de Grieksche regeering en juist deze houding der mogendheden doet de verbittering stijgen. Armenie, Creta waar volgens geruchten de fanatieke Osman-pacha tot gouverneur zal worden benoemd alles lijdt onder de heerschappij der Turken en alles wapent zich tot een verzet, dat heviger zal worden, naarmate het langer uitblijft. In Macedonië worden Lebel-geweren verstrekt door een geheim comité. De Russische bladen nemen een alles behalve vriendelijke houding tegenover in allerlei gissingen over dat zonderlinge schepsel, dat werkelijk in staat was mij tot vertwijfeling te brengen. Toen wij ongeveer twintig Engelsche mijlen hadden afgelegd, overkwam ons een ongeluk, dat ons verhinderde denzelfden avond nog verder door te reizen. Gelukkig lag er een herberg in de nabijheid, waar wij hoopten kwartier te vinden. Een sterkgebouwd en goedgekleed man, een mager persoon, wiens oogen niet veel vertrouwen inboezemden, en ik namen een der kamers in bezit en ik gevoelde mij zeer gelukkig hier althans van dien myste- rieuzen oude verlost te zijn. «Een ruwe nacht mijnheer," zeide de sterke man. «Dat is niet aangenaam op reis «In 't geheel niet," antwoordde ik. «En wat nog erger is," voegde de andere er bij, «deze streken zijn in onze dagen in 't geheel niet buiten gevaar. Onlangs nog is de post door baanstroopers aangevallen, die alle brieven en waarden hebben mede genomen." 't Is in 't geheel niet aangenaam hier veel te moeten reizen," meende de eerste. (Wordt vervolgd.) NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 1