zijn, naar mate het meer op het Kruisoffer
gelijkt. Dit onder-werp beloofde spr. te be
haalden in minder strengen zin dan hij het
eerste deel zijner rede behandeld had.
Na de pauze werd door het harmonie
orkest allereerst ten gehoore gebracht:
Grande Fantaisie de V Opera Freischutz
van C. M. von "Weber, welk nummer met
een krachtig applaus werd beloond.
Zeer eigenaardig vond de geachte spreker
in het gebed van Weber's Freischutz aan
leiding voor het vervolg zijner rede, waar
hij na het offer geschetst te hebben, uiteen
zette dat het geheele leven van den geur
des offers moet doortrokken zijn. Spr. schetste
ons als het beeld des offers de geschiedenis
van een meisje, dat geheel haar levensgeluk
ten offer bracht uit liefde voor haar te ver
zorgen familie en wees vooral naast de offers
van heldenmoed der martelaren en toe
wijding der maagden, op het offer van den
dagelijkschen plicht. Dat offerlijden is voor
hem die er de waarde niet van begrijpt
wat een blad papier met noten is voor hem
die geen muziek kent: een blad bemorst
met inktvlekken, maar evenals door de kunst
uit die vlekken de harmonie der tonen
ruischt, verkrijgt het offerlijden waarde
voor hem die er de beteekenis van inziet.
Het christelijk leven is als een weefsel van
geloof, hoop en liefde, waardoor de geest
des offers als een gouden draad is gestikt.
In dit beeld vond spreker aanleiding om
te schetsen de offers van geloof, hoop en
liefde in het christelijk leven te brengen.
Als de offers van geloof schetste nij ons de
onderwerping van den wil en het verstand
aan de waarheden des geloofs, het slacht
offeren van de driften op het altaar des
geloofshet offer gebracht door hen die
alles verlaten om zich te midden van wil
den als 't ware levend te begraven, teneinde
hun de boodschap des heils te brengen.
Oogenschijnlijk is het alsof de hoop geen
offers vordert, toch eischt ook zij van den
Christen een offerend leven immers, vordert
het geen offer vooral bij den honger naar
de rijkdommen, de razernij naar de goe
deren dezer aarde, zooals zij zich in het
socialisme uitdrukt, de wereldsche goederen
te versmaden om alleen de hoop op de on
vergankelijke goederen te vestigen Als een
offer der hoop schetste spr. ook de aalmoes
waardoor wij in den persoon van Zijn armen
aan God terugschenken wat hij ons gege
ven heeftdie aalmoes vordert het offer
van onthechting aan de aardsche goederen
hij is voor den rijke het offer der hoop,
omdat zij hem de hemelpoort ontsluit, want
de Kerk is als een vergadering der armen,
waarin zij het burgerrecht hebben en de
rijke als genaturaliseerd wordtdoor den
arme moet de rijke komen tot het rijk des
hemels. Een offer van hoop is ook de vrij
willige armoede, die den religieus het
offer doet brengen van zijn tijdelijk bezit,
om alleen het oog te vestigen op de
eeuwige goederen die hem hierna wachten.
Als offers van liefde schetste spr. de opof
fering van de eigenliefde, de verloochening
van zich-zelven, de aanneming van het lijden
dat God ons overzendt. God heeft het zoo
beschikt, dat deze groote wereld als 't ware
te eng is voor het hart vervuld van liefde
tot God, en wij er in als in een kooi zijn
opgesloten, maar opdat wij ons in die tijde
lijke gevangenis niet te veel thuis zouden
gevoelen, laat hij toe, dat wij ons bezeeren
aan de tralies; dat is het offer des lijdens
gebracht vooral in de vervulling van den
dagelijkschen plicht. Een treffend voorbeeld
van dit offer der liefde schetste spr. ons in
het verhaal van een pastoor uit Bretagne,
die zich stervend naar een stervenden
parochiaan liet brengen, toen dit het eenige
middel bleek om dien parochiaan met zijn
God te verzoenen, en als lijk in de pastorie
wederkeerde. Een aangrijpend beeld van
opofferende liefde vertoonde spr. ons ook in
het geval van een dochter van goeden huize,
die vader en moeder verliet en zich tot
aller verrassing in het gewaad van een
nederige Zuster van St. Vincentius a Paulo
vertoonde op het bal, waar ten slotte moeder
en dochter beiden het offer der liefde
brachten.
Aldus de offers van geloof, hoop en liefde
schetsend en er op wijzend dat het leven
niet is een overwinning maar een strijd,
niet een glorieweg maar een offerpad, wekte
spr. zijn gehoor op ook de kinderen reeds
vroegtijdig met den geest des offers ver
trouwd te maken en het oog steeds geves
tigd te houden op het groote offer van
Golgotha; dan zouden de kruisen liefkozin
gen en de liefkozingen kruisen worden. Gaan
wij dan uiterlijk bedroefd daarheen; de
vrede zal in ons hart wonen en wij zullen
vervuld zijn met de blijdschap Gods. Komt
dan de storm van het lijden, hij zal de geur
des offers medevoeren, en wij zullen zingen
het lied der liefde, de hymne der blijdschap!
Nadat het daverent applaus, dat den
gevierden spreker aan het eind zijner prach
tige rede te beurt viel, eindelijk was ver
stomd, nam de geachte president der St.
Willibrordus-Stichting het woordDe zeer
eerw. pastoor Daniels wees op den leerrijken
en genotvollen avond hier doorgebracht,
een ware bekroning van de schitterende
feesten ter gelegenheid van het gouden feest
der Zustersscholen met steeds hooger geest
drift gevierd. Het was het bestuur der St.
Willibrordus-Stichting een aangenome vol
doening op deze wijze de rij der feesten
te kunnen sluiten. De faam was hier voor
waar geen leugenbode geweest. Toen men
hier hoorde van de reeks van conferentiën
door den gevierden spreker het vorig jaar
te Rotterdam gehouden rees het verlangen
hem ook hier eens te mogen hooren; immers
tusschen de beide Zusterssteden aan de Rotte
en de Schie bestaat een edele rivaliteit in
het nastreven van het goede schoone en
nuttigeen zeer verheugd is het bestuur
dat het spreker niet heeft laten glippen,
toen hij niet kon komen op den tijd door
het bestuur gewenscht. Uit het applaus dat
den spreker ten deel viel, leidde de president
af, dat zijn woord een fakkel en een spoor
slag zou zijn om op den weg des offers
voort te gaan, ook waar het aangaat het
brengen van geldelijke offers in het belang
van de groote zaak van ons katholiek onder
wijs, dat tot verheven doel heeft de redding
van de ziel van het kind. Getrouw aar. de
leuze zij zullen haar niet hebben de schoone
ziel van 't kind 1 zullen wij alles doen om
door het katholiek onderwijs te behouden
de ziel van het kind, die behoort aan den
Man des lijdens den Man des offers, den
Koning der eeuwige glorie 1
Nadat de geachte president der St. Willi-
brordus Stichting nagenoeg in deze bewoor
dingen den gevierde spreker dank had be
tuigd en de vergadering door een krachtig
applaus getoond had, dat deze woorden haar
als uit 't hart waren gesproken, scheidde
de feestgenooten in de meest wel voldane
stemming onder de opwekkende tonen van
de marche finaledie door het harmonie
orkest ten gehoore werd gebracht.
Met de laatste klanken van dat toonwerk
stierven ook de feestklanken die hier ge-
gedurende vele weken herhaaldelijk zijn
gehoord, en die zeker velen nog lang in de
ooren zullen ruischen, als de echo van het
heerlijk, hartverheffend, schitterend feest te
dezer stede ter gelegenheid van het vijftig
jarig bestaan der Zustersscholen met zoo
veel opgewektheid gevierd.
ALGEMEEN OVERZICHT.
9 September '96.
De Czaar en de Czaritsa hebben alvorens
Duitschland te verlaten nog een bezoek
gebracht aan prins en prinses Heinrich te
Kiel. Zooals men weet, is prinses Heinrich,
Irene van Hessen, de zuster van de Czaritsa
Het Russisch keizerlijk paar is gisteren
ochtend te 10 uur met een extra trein te
Kiel aangekomen. Aan het station waren
prins Heinrich in Russische uniform, prinses
Heinrich, de jgeheele administratie en alle
officieren die geen dienst deden op het es
kader. De bevolking juichte de vorstelijke
personen met geestdrift toe. Na het in-
specteeren der eerewacht stegen de Czaritsa
met prinses Heinrich in het eerste, de Czaar
met prins Heinrich in het tweede rijtuig
zij'reden naar Jenserburg, van waar de tocht
te water werd voortgezet naar het slot.
Het manoeuvre eskader prijkte in galados
het groette met de Russische vlag in top.
Gisteren-avond omstreeks zeven ure is het
Russische keizerpaar weer uit Kiel vertrok
ken. Prins en prinses Heinrich namen aan
boord van de Poolster afscheid van den Czaar
en de Csaritsa en begaven zich vervolgens
aan boord van de Hohenzollern, vanwaar
zij het vertrek aanschouwden. Op het oogen-
blik van de atuaart speelde de kapel en
donderden de oorlogschepen het saluit. Het
muziekkorps aan boord van de Poolster
speelde het Pruisische volkslied en toen het
schip de Hohenzollern voorbij voer, vuurde
het zijn geschut af tot afscheid. De man
schappen aan boord van al de schepen salu
eerden met luide hoera's.
Van blijkbaar daartoe gemachtigde zijde
(vermoedelijk van prins Radolin zeiven)
wordt thans het volgende ter kennis van
het publiek gebracht.
Gedurende den rit van Breslau naar
Görlitz onderhielden de twee keizers zich
levendig met hunne gezanten, den Russischen
te Berlijn graaf von Osten-Sacken en den
Duitschen te St.-Petersburg prins Radolin,
over de hooge politiek. Daarbij verklaarde
de Csaar zich wat de Oostersche politiek
aangaat, met Oostenrijk op dit punt een
stemmig, dat een «aanstoken" van welken
aard ook van de zijde eener derde mogend
heid met kracht onderdrukt moest worden.
Verder moet de Csaar op den ontmoe
tingsdag der twee keizers in Silezië ook
zijn bezoek aan Frankrijk op de voor het
Drievoudig Verbond aangenaamste en wel
willendste wijze hebben gemotiveerd. Als
volkomen ongegrond moet voorts de beschou
wing verklaard worden, volgens welke de
jonge Russische keizerin haar Duitsche
nationaliteit reeds zou vergeten hebben.
Niet alleen heeft zij voortdurend het gesprek
in het Duitsch gevoerd maar ook meerma
len haar Duitsche afkomst ter sprake
gebracht.
Uit de wijze, waarop de Csaar te Breslau
aan Duitsche politieke personen ordeteeke-
nen verleend heeft, alsook uit het feit dat de
Csaar tot groote vreugde van keizer Wilhelm
geheel uit eigen beweging de Duitsche
vaandel-compagniën van het paradeveld
terugleidde, worden dan verdere gevolg
trekkingen aangaande de vriendschappelijke
gezindheid van de beide keizerlijke paren
jegens elkander gemaakt.
Naar luid van Petersburgsche telegram
men aan te Berlijn verschijnende bladen
moeten de commandant en tal van officieren
van het Russische dragonder-regiment no.
35 een demonstratie tegen den Keizer van
Oostenrijk als eere-chet van hun regiment
gehouden hebben. De commandant is
naar aanleiding daarvan afgezet en de
officieren zijn gedegradeerd.
Heden, 9 Sept. viert groothertog Friedrich
van Baden zijn 70sten verjaardag. Reeds
Maandag ontving de hertog de gelukwenschen
der te Karlsruhe gevestigde diplomaten en
gisteren die van verschillende deputaten
uit steden, hoogescholen en vereenigingen.
De aanwezigheid van vreemde eskaders
in de wateren van Tnrkije heeft de vrees
doen onstaan voor nieuwe Armeensche on
lusten. De regeering stelt thans alles in het
werk, zegt een telegram uit Constatinopel,
om nieuwe bloedige botsingen te voorkomen,
want zij vreest, dat, dat bij de eerste ge
legenheid de vreemde vloten handelend
zullen optreden. Ook uit Bulgarije komen
onrustwekkende berichten het heet dat de
Bulgaarscho troepen aan de grens worden
versterkt. In haar antwoord aan de gezanten
werpt de Porte alle verantwoordelijkheid
voor de laatste ongeregeldheden op de Ar
meniërs.
De Armeniërs die uit Constantinopel te
Marseille zijn aangekomen, zijn in deze
laatste plaats in hechtenis genomen. De te
Parijs wonende Armeniërs zijn voornemens
daar tegen te protesteeren bij den heer
Hanotaux, minister van buitenlandsche zaken.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 9 September 1896.
Met ingang van 1 October a.s. is benoemd
tot directeur van het telegraafkantoor te
's Gravenhage, de heer J. H. Mooren, thans
in gelijke betrekking te dezer stede.
De 13-jarige Holswilder, werkzaam in de
smederij van den heer H. Vredenbregt in
de Boterstraat alhier, had eergisteren-middag
door eigen onvoorzichtigheid het ongeluk
met zijn linkerhand tusschen de boormachine
bekneld te geraken tengevolge waarvan
de voorste vinger en de pink van de iech-
terhand werden gekwetst. Door den heer
dr. D. N. Janssen werd de hand verbonden,
de jongen zal den pink vermoedelijk moeten
missen.
Gisteren-ochtend omstreeks 7 ure is een
handwagen, waarin de 10-jarige B. van den
Berg gezeten was, ir, de Schie nabij het
Stationskoffiehuis te water geraakt. De knaap
werd door R. Huisman gered.
Gisteren-avond omsteeks 8 uren zijn door
de politie aangehouden een viertal jongens,
die in een keet van polderwerkers aan het
Oosterhavenhoofd eenige voorwerpen van
waarde, o. a. een horloge, zouden hebben
ontvreemd. Na door de politie in verhoor
te zijn genomen, zijn ze weder op vrije
voeten gesteld.
Heden-ochtend omstreeks 8£ ure is de
36-jarige vrouw Baumhoër, wonende in het
Proveniershuis, terwijl zij bezig was hare
nieuwe woning in een hofje aan de Kreu-
pelstraat schoon te maken, met de trap
in den kelder gevallen, waarbij zij zich deer
lijk aan het hoofd heeft gekwetst, zoodat
de schedel gespleten was. Nadat zij ten
huize van hare aan de overzijde wonende
moeder, de wed. Bergman, was gebracht,
is de wonde door dr. D. N. Jansen gehecht.
Naar omstandigheden bevond de vrouw zich
daarna vrij wel.
Moord-A. F. Hoogsteden.
De wagenverhuurdersknecht J. In't Hout,
die in de eerste onderzoekingen betreffende
den moord op den jongen Hoogsteden te
Rotterdam een rol van eenig belang speelde-
heeft ons verklaard, dat hij bij zijn getuigenis,
toen afgelegd, blijft.
Hij vraagt, hoe het mogelijk is dat Bons,
als hij om half vijf 's middags De Vos met
een jongen zag loopen, dezen jongen kan
aanzien voor den kleinen Hoogsteden. De
school in de Jozefstaat ging om half vijf uit
en van de Jozefstraat naar de Kerkstraat
is een vrij groote afstand.
Van verschillende zijden is In 't Hout
wederom gevraagd naar bijzonderhedenhij
wil en kan daarop geen ander antwoord
geven dan dat, 't welk hierboven is afge
drukt.
Nog moeten wij mededeelen, dat het be
richt in ons blad van Zaterdag-avond niet
moet worden opgevat alsof De Vos een be
kentenis heeft gedaan. Hij had niet geant
woord op de vragen, wie de knaap was,
met wien hij op den bewusten avond liep,
hoe hij aan de lange jas kwam en wie de
persoon was, die in heerenkleeding naast
hem ging. RN.)
Er gaat te Overschie een adres aan den
gemeenteraad ter teekening rond, waarin er
op wordt aangedrongen om afwijzend te
beschikken op het verzoek van een Belgische
maatschappij,, die in deze gemeente een
zinksmelterij en pletterij wil oprichten. Deze
fabriek zou vervolgens het plan worden
gebouwd op een terrein aan de Schie, bij
den spoorweg naar Schiedam, schuin tegen
over Delftshaven. Men vreest dat de belen
dende perceelen, tengevolge van de schadelijke
dampen, ernstig zullen lijden, en dat vooral
het vee en de groenten en vruchten daardoor
nadeelige gevolgen zullen ondervinden.
Zondag passeerde een achttal wielrijdende
dames en heeren Pijnacker. Plotseling
maakte een der dames, mej. M. G. uit
Amsterdam, eene verkeerde wending, met
met het gevolg, dat zij van den hoogen
kant van den weg in de vrij diepe vaart
plofte. Spoedig was zij gered en stond zij
diuipend en bemodderd, omringd door Pijn-
ackers jeugd, weder op den vasten wal, doch
ten einde raad hoe aan droge kleeren te
komen. Gelukkig bleek dit dorp zeer vrien
delijke en hulpvaardige ingezetenen te be
zitten. De familie B. toch voorzag haar
van droge kleeren, waarop een paar uur
later de terugtocht naar Rotterdam werd
ondernomen.