Dagblad voor Schiedam en Omstreken. tweede blad. ISktveau 133ofersfraaf 50. 19de Jaarg. Zondag 27 September 1896. No. 5603. PRIJS TAN DIT BLAD: 'voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers Schiedam, 20 September 1896. ^et Onderzoek der Gemeentebegrooting-. II. 92. Onderhoud van wandelplaatsen en Plantsoenen. De toelichting op'.het voorstel, een des kundige in het boomkweeken aan te stellen, tverd eenigszins aangevuld B. en W. zoudan hem ook willen belasten met het toezicht ÜP onze landerijen en grienden. De voorz. der 3e aid. deelde mee, dat de post van f 150.en de toelichting omtrent de fontein niet juist is. De rapporteurs achten een ^nadere opheldering wenschelijk. 95. Onderhoud van havens, vaarten, kaaimuren, sluizen en andere waterwerken. Men vroeg naar de regeling van het diep en schoonhouden der havens na 31 Dec. e. k-> op welk tijdstip de tegenwoordige rege- "hg eindigt. 100. Kosten van aanleg en onderhoud der ulgemeene begraafplaats. Er werd aangedrongen op verandering van de onstichtelijke wijze van begraven het neerlaten in het grat behoort door ge oefende handen te geschieden. 101. Onderhoud van huizen, torens poorten en dergelijke. In 2 afdeelingen werd ernstig geklaagd over den slechten toestand van de glasbe dekking der beurs. 108. Kosten van toezicht en van invor dering der plaatselijke belastingen. De vraag werd gedaan of de uitgave van flOO— voor den bootsman aan de kraan Wel gewettigd is. bij het geringe gebruik dat van dit werktuig wordt gemaakt. 113. Onkosten voor de nacht- en stille ^achten. Een lid stelde voor dezen post met 20% te verhoogen en den burgemeester te ver- verzoeken een verbetering der loonen voor te bereiden. Het thans bestaande uurloon f0.125 des zomers en f 0.15 des winters werd onbehoorlijk laag genoemd. Tegenspraak vond dit nietalleen merkt men op, dat de nachtwachts een deel van hun diensttijd rustend kunnen doorbrengen. De burgemeester deelde mee, dat van den commissaris reeds een plan tot verbe tering bij hem ingekomen was enfin onder zoek is, waarop het bedoelde lid zijn voorstel introk. Ook in een andere afdeeling werd een verhooging dezer loonen noodig geoordeeld. 117 Belooning en premiën aan de brand- spuitlieden en beambten. De toelichting van dezen post, dat het bedrag gelijk is aan dat van het vorig jaar, is onjuist, daar nu 1200 minder wordt uit getrokken. 123. Kosten wegens maatregelen in het belang van den algemeenen gezondheids toestand. In een afdeeling werd door den voorz. medegedeeld, dat B. en W* uit dezen post ook een straatbesproeiing wenschen te be kostigen. 141. Jaarwedden der onderwijzers. Bij dezen post werd een opgaat gevraagd van het aantal kinderen en van de klassen waarin ze geplaatst zijn, voor zoover ze geen schoolgeld betalen op de scholen met uitgebreid leerplan. 150. Rosten van belooningen en eere blijken. Tegen de voorgestelde verhooging werd bezwaar gemaakt en opgaaf gevraagd, hoe veel er voor prijzen aande herhalingsschool - 0.05 aancegaan. PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten is uitgetrokken, en welken leeftijd de leer lingen in de verschillende klassen hebben. 165. Kosten en justeerloon in zake den ijk en herijk der maten en gewichten. Daar dit jaar geen ijk zal plaats hebben, wenschte men den post van flO.— te zien vervallen. 172. Toelage aan het St. Jacobs-Gasthuis, ingevolge raadsbesluit van 16 Juni 1896. De uitdrukking «toelage" zou het ver moeden doen rijzen, dat het St, Jacobs- Gasthuis werd gesubsidieerd. Daarom wordt voorgesteld in plaats van toelage het woord schadeloosstelling te gebruiken, hetgeen in overeenstemming, is met het indertijd ge nomen raadsbesluit. Inkomsten. 7. Plaatselijke directe belasting. 9. Plaatselijke directe belasting naar het inkomen. Een uitvoerige discussie werd in een der afdeelingen gevoerd over de betrekkelijke waarde dezer beide belastingen. Een lid betoogde, dat de inkomstenbe lasting belemmerend werkt op de produc tiviteit van het kapitaal; dat hare heffing met groote willekeur gepaard gaat en nood zakelijk gepaard moet gaan, gelijk alle be lastingen op personen in tegenstelling met die op zaken, welke een veel vasteren grond slag hebben. Hij beval afschaffing der inkomstenbelasting en verhooging der andere directe belasting in de studie van alle raads leden aan. Ook in Rotterdam heeft men onlangs in dezelfde richting trachten te werken. Wel zou een wijziging der oude belasting dienen vooraf te gaan, om den onwettigen aanslag der naamlooze vennoot schappen te lichten, welke trouwens slechts het weinig belangrijke bedrag van f 1543 opbrengen ook het maximum-percentage zou van 5 op 6 of 7 moeten gebracht worden. De gemeente-wetgever zoo ging dat lid voort door in art. 245 in het algemeen te spreken van directe belastingen, heeft in zijn eigen systeem een fout begaan. Hij wilde te recht voorkomen, dat personen op dezelfde grondslagen in hun vermogen of inkomsten, door verschillende gemeenten en dus dubbel of zelfs meervoudig zouden worden aange slagen, Jdoch bedacht niet, dat er ook zoo genaamd directe belastingen zijn waardoor niet personen, maar het genot, gebruik of verbruik van zaken wordt getroffen. Voor deze laatste soort van directe belastingen bestaat bovengenoemde ratio legis niet. Diezelfde ratio legis vordert dat in directe belastingen op personen drukkende, alleen physieke personen mogen worden aange slagen zij bestaat wederom niet bij directe belastingen welke het genot, gebruik of verbruik van zaken treffen. Naar aanleiding van deze uiteenzetting werd gevraagd of willekeur in de aangiften of willekeur in de aanslagen werd bedoeld. Willekeur in de aanslagen was het ant woord, een willekeur waartegen geen goed geregelde reclame overstaatimmers de bewijslast is op den belastingplichtige gelegd in plaats van op den fiscus, geheel tegen den rechtsregel in. In dit verband werd er van verschillende kanten op aangedrongen, dat B. en W., indien zij een aangifte aanmerkelijk te laag achten, den aangever tot een samenspraak en tot het geven van inlichtingen zullen oproepen alvorens tot een verhoogden aanslag te besluiten ook bij de vermogensbelasting wordt zoo gehandeld. Veel scherpte en ver bittering zou op deze wijze voorkomen worden. De voorzitter wees er op, dat thans spoedig een regeerings voorstel tot regeling der gemeente-financiën te wachten is, een reden om nu geen wijziging in de directe belas tingen voor te stellen. Vervolg Binnenland. Uit Venlo wordt gemeld dat de zeereerw. zeergel. heer dr. W. Nolens, thans professor te Rolduc, officieel candidaat gesteld is voor het lidmaatschap der Tweede Kamer in de plaats van mr. Haffmans. Mgr. Boermans, bisschop van Roermond, zou zijn goedkeuring hebben gehecht aan deze candidatuur. Daarentegen verneemt de L. IC. van welingelichte zijde dat de heer Diechof, gep. kapitein der marechaussees te Maastricht, cendidaat gesteld zal worden. En in hetzelfde blad leest men in een correspondentie dat de broeder des overle denen, de heer E. F. A. Haffmans, lid der Provinciale Staten, daartoe aangezocht, zich bereid heeft verklaard de candidatuur te aanvaarden. De Limb. Koetder schrijft omtrent de candidatuur-Nolens »De candidatuur van dr. Nolens wordt hier algemeen met ingenomenheid begroet. Het is voor tal van Venlonaren een groote voldoening in de gelegenheid gesteld te worden een Venlonaar van geboorte, die door zijn jarenlange omgang met de bevol king de wenschen en verlangens van het kiesdistrict Venlo door en door kent, ter Tweede Kamer at te Vaardigen. En dit te meer, daar dr. Nolens iemand is, die door zijn voorbereidende studiën en schitterende examens zich een weg heeft gebaand tot een staatkundigen werkkring. »De weleerw. zeergel. heer W. Nolens, meester in de rechten, doctor in de Staats wetenschappen, R.-K. priester en professor te Rolduc, maakte zijne voorbereidende studiën aan het college St. Jozef te Weert. Zijne universitaire studiën volbracht hij aan de hoogeschool te Utrecht. Na de H. Pries terwijding ontvangen te hebben, promo veerde hij den 18n Febr. 1890 te Utrecht met de hoogste onderscheiding cum laudé) tot meester in de rechten met proefschrift. »De leer van den H. Thomas van Aquine over het recht" en tot doctor in de Staats wetenschappen met «Stellingen". Sedert 1888 is hij professor te Rolduc, in welken werkkring hij reeds de vruchten van zijn onvermoeiden zegenrijken arbeid inoogsten mocht." In de nu trekkende Staatsloterij is Dinsdag de flCO.OOO gevallen op no. 719. Iemand, te Gouda woonachtig, had de onvoorzichtig heid eenige dagen vóór de trekking een twintigje van dat nummer te verscheuren, waardoor nu de daarop gevallen prijs, f 4250, r.iet kan worden uitbetaald. Dit strekke tot waarschuwing van de houders van loten, tegen de vernietiging van briefjes, zoolang de trekkingen niet zijn atgeloopen en zoolang de mogelijkheid be staat dat nog fouten in de trekkingslijsten voorkomen. Omtrent dit geval behelst het Ilaagsche Dagbl. nog het volgende verhaal Bij den Inspecteur der Registratie in den Haag vervoegde zich iemand uit Gouda om zijne hulp in te roepen «Mijnheer kunt u mij ook helpen, ik ben zoo ongelukkig 1 «Wat seheelt er dan aan? «Och mijnheer, ik heb een twintigje ge kocht in de loterij en daar is me nu het groote lot opgevallen «Nu dan felici «Neen mijnheer, feliciteer me niet, ik ben radeloos. Ik ben een arme man, ik werk hard voor mijn vrouw en kinderen en daar valt me nu het groote lot op mijn twintigje eu mijn vrouw heeft het ver scheurd «En de stukken weggegooid «Ja, och ja, en nu weet ik geen raad." Met bedaardheid werd hem nu aange toond, dat als zijn verhaal waar bleek te zijn, door het inleveren van de andere negentien twintigjes, er er wellicht kans was, dat hij zijn aandeel nog kreeg over een jaar. In een te Utrecht gehouden vergadering van spoorwegpersoneel is besloten tot oprich ting van eene vereeniging zoude zijn als wel eene leerschool voor het spoorwegpersoneel, dat tot heden tot de politiek-onmondigen behoorde en dus uit den aard der zaak nog weinig aan politiek heeft gedaan. Van de 70 aanwezigen traden 33 als leden toe. Uit Sittard wordt aan de lijd dd. eer gisteren geschreven Woensdag-ochtend, omstreeks 11 uur, kwam de schrijnwerker J. V. op het Stad huis en vroeg naar den burgemeester. Hij had een beitel in de hand en gaf voor, hem daarmede te willen dooden. Daar de burgemeester afwezig was, begaf hij zich naar diens woning, waar hij aanbelde en toegelaten werd. Toen hij den burgemeester in een der vertrekken zag zitten, viel hij hem aan, onder den uitroep «Gij zijt de oorzaak, dat mijn vader gevan gen heeft gezeten en nu sla ik u dood I" De burgemeester ontweek den slag, die in de tafel terechtkwam, en nu ontstond tusschen beiden een worsteling, die tot op de straat voortduurde, waar hulp werd ver leend en den aanvaller het wapen ontnomen werd. V. werd gearresteerd, en des avonds arriveerde de justitie uit Maastricht, die bij den burgemeester een onderzoek instelde, waarbij de dader geboeid tegenwoordig was. Nog des avonds werd hij naar Maastricht overgebracht, om te onderzoeken of hij toe rekenbaar is voor zijn daad. Hier meent men dat hij in een vlaag van delirium tremens heeft gehandeld. V. is gehuwd en vader. NIEUWE SCHIEDAMSGHE COURANT iMii'mM'.'.'iw ininn

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 5