politie, overal elders worden zij opgespoord en onder het minste voorwendsel gearres teerd, zoodat de gevangenissen overvol zijn. De bijzondere rechtbank voor wie zij moeten terecht staan, kan het werk niet af, zoodat een tweede rechtbank is ingesteld. Het ge- rechtelijk onderzoek is echter niet meer dan een wassen neuszij worden allen schuldig bevonden. Ook worden er steeds Mahomedanen gearresteerd, onder de ver denking te heulen met de Jong-Turksche partij deze worden meerendeels naar Anatolië getransporteerd. De grootste moeilijkheid waarmede de Sultan echter te kampen heeft, is geldgebrek. Het is al sedert maanden gebleken, dat de haute finance in Europa niet geneigd is, op wat voorwaarden en welke garantie ook, nog verder geld aan den Sultan te leenen voordat er een volkomen reorganisatie van het beheer der rijksfinantiën heeft plaats gehad, en daarnu een dusdanige reorganisatie nooit doorgedreven zal kunnen worden, en ook nooit eenig practische uitwerking zal hebben, zoolang die administratie in Turksche handen blijft, zoo komt de eisch van de Europeesche financiers welke in deze op de medewerking der mogendheden schijnen te kunnen rekenen, eenvoudig neer op een Europeesche controle over de Turksche finan ciën. Het is nu de zaak van de diplomatie om de manier te vinden, waarop deze den Sul tan op de meest verschoonende en voor zijn volk het minst in het oog loopende wijze kan worden opgedrongenwant Abdul Ha- mid zal, met het oog op zijn eigen veilig heid nooit te bewegen zijn, om in een der- gelijken maatregel toe te stemmen, als tegen over de Moslemsche bevolking de schijn niet volkomen gered wordt, zoodat er uiter lijk niets van te merken is, dat hij ook maar in het geringste in zijn souvereiniteitsrechten is verkort. Tot dusver, zegt de particuliere correspondent der N. R. Ct., is er tusschen de ambassadeurs en de Porte leest den Sultan nog geen overeenstemming om trent dien modus vivendi verkregen, doch alles wijst er op, zoowel in de hoofdsteden van Europa als hier, dat men het ten leste hierover eens zal worden. Het zal vooral aan den Franschen gezant, den heer Cambon, te danken zijn, wanneer dat resultaat wordt bereikt. In Macedonië moet weer een ernstige botsing plaats gehad hebben tusschen de Turksche troepen en de opstandelingen onder Jasjkir, die verscheidene dooden verloren ook namen de Turken eenige opstande lingen gevangen. Stads- en Gewestelijk Nieuws! Schiedam, 14 October 1896. Burgemeester en Wethouders van Schie dam brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het le suppletoir kohier der plaatselijke Kent gij den schuldeischer dan vroeg de baron, die geheel verbluft was, Ja, en gij ook: hetisJear.ne De Rosel. Het jonge meisje was stilletjes binnen gekomen. Ja, Paul, sprak zij, ik heb u nooit uit het oog verlorenik wist, dat bij al uw dwaasheden uw hart goed was gebleven. Ik kon beschikken over het fortuin mijner moeder, en met toestemming van mijn vader heb ik er het gebruik van gemaakt, dat gij weet. Nu rest mij nog, u terug te betalen. En als ik dat niet aanneem. Wij moeten wel een arrangement vin den. Mijnheer Plantier zal ons helpen. Ik zie er niets anders op dan een huwe lijkscontract, zei de notaris, en ik heb dat al klaar gemaakt. O, Jeanne, zei de baron, gij hebt mij de deur van het geluk heropend, welke ik voor altijd gesloten waande. Hoe zal ik u danken De oude Pierre had zwijgend het tooneel gadegeslagen. Ik zei het u wel, baron, dat ik u niet zou verlaten Gij zijt van de familie, oude huichelaar. Je moest het eens probeeren, heen te gaan. Op dit oogenblik werden de deuren der eetzaal geopend. Op de tafel schitterde het familiezilver. Er is gediend, mevrouw, zei De Rosel schertsend. Paul, geef uwe aanstaande vrouw een arm en open de rij. j directe belasting, dienstjaar 1896, op den 29n September 1896 door den gemeente raad vastgesteld en den 5n October daaraan volgende door heeren Gedepupeerde Staten dezer provincie goedgekeurd, aan den ont vanger der gemeente ter invordering is uit gereikt en in afschrift gedurende vijf maanden, te rekenen van 12 dezer, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Wordende voorts een ieder aangemaand zijnen aanslag op de bepaalde termijnen te voldoen, op strafte van vervolging volgens de wet. De Burgemeester en Wethouders van Schiedam doen te weten, dat door den raad dier gemeente, in zijne vergadering van 29 September 1896 is vastgesteld de volgende verordening Verordening tot wijziging der ver ordening op het bouwen en betrek ken van nieuwe of gedeeltelijk vernieuwde woningen, de verplich tingen van eigenaars van naburige erven en het sloopen; uitbreken en herstellen van bouwvallige gebou wen te Sbhiedam. Eenig artikel. In de verordening op het bouwen en betrekken van nieuwe of gedeeltelijk ver nieuwde woningen, de verplichtingen van eigenaars van naburige erven en het sloopen, uitbreken en herstellen van bouw vallige gebouwen te Schiedam, vastge steld den 12den Juni 1894 en gewijzigd den 17den September 1895, wordt artikel 9 gelezen als volgt «De eigenaars van bestaande openbare «straten zijn verplicht die onder behoor- «lijk afwaterend profiel te verharden of «te bestraten en de verharding of bestra ling voordurend in goeden staat te «onderhouden." Aldus vastgesteld in de openbare verga dering van de* gemeenteraad van Schiedam; den 29sten September 1896. Re Burgemeester, VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈDE. Zijnde deze verordening aan de Gedepu teerde Staten van Zuid-Holland volgens hun bericht van 6/8 October 1896, B. no. 693 (2e afd.) G. S. no. 31, in afschrift mede gedeeld. Vergadering van Molenaars. De molenaarsvereeniging «Eensgezindheid'^ na de jongste arbeidersbeweging opgericht, had tegen gisteren-avond alle molenaars in openbare vergadering, in het café «De Bruinvisch", aan de Korte Kerkstraat alhier, bijeengeroepen. In de oproeping aan de katholieke molenaarsknechts was als noot bijgemeld«met goedkeuring van den Advi seur". Van wege het bestuur van den Ned. R.-K. Volksbond, afd. Schiedam, was het in een circulaire onwaar genoemd, dat de geestelijke adviseur zijne goedkeuring aan deze vergadering zou verleend hebben. Ook de geestelijke adviseur, de weleerw. heer A. G. van den Berg, is, zooals men weet, tegen het misbruik maken van zijne kwa liteit in dit blad opgekomen. Het doel, de katholieke molenaars in de vergadering te doen komen, bleek intusschen te zijn bereikt, want zij waren met tal van andersgezinde vakgenooten in het lokaal van «De Bruinvisch" vereenigd, 'twelk dan ook geheel bezet was. De Voorzitter van «Eensgezindheid", W. van der Knaap, de vergadering openend, herinnerde er aan, dat nog slechts kort geleden den molenaars eene verhooging van loon was toegestaan. Maar nu zien zij zich met een intrekking van dit verhoogde loon bedreigd, als het maalloon niet met eenige centen verhoogd wordt. Het was zeker jammer dat de zaak niet afdoende beslist was, toen alle hoofden zoo heet, ja allen als 't ware bootwerkers waren. In Juli 11. is dank zij de inmenging der bootwerkers eenigen opslag op het loon verkregen, thans kregen de knechts van de «Cycloop" aan zegging, dat die loonsverhooging Zaterdag over 8 dagen zou worden ingetrokken en alsdan het oude loon weer zou worden uit betaald. De directie van de «Cycloop", waar de minste arbeid verricht wordt, ziet zich genoopt |het minste loon uit te betalen zij verklaart hare inkomsten niet toereikend om het verhoogde loon uit te betalen Daarom heeft het bestuur van «Eensgezind heid" besloten bemiddelend op te treden en den branders per circulaire te verzoeken het maalloon te verhoogen. Spr. weer legde de bewering dat de betrokken loon lijst door de bootwerkers was opgemaakt die loonlijst was door hem alleen opge maakt en de patroons hadden toegegeven, dat die eerlijk en rechtvaardig was en er niets in werd overvraagd. Is er later toch verandering in gebracht, de molenaarsknechts hebben er zich mede tevreden gesteld, maar nu verlangen zij ook, dat het eenmaal toe gekende loon zal worden gehandhaafd. Voor de belangen van den patroon en den werk man beiden willen de betrokken werk lieden strijdenhij hoopt, dat de patroons ook de belangen v^n den werkman zullen behartigen. Daarop werd de circulaire voorgelezen, die door het bestuur van «Eensgezindheid aan de branders zai worden gezonden. In die circulaire wordt er op gewezen, dat het verhoogde loon den molenaars in de maand Juli 11. toegestaan, hun thans weer zal ont nomen worden, doordat de directies het niet meer kunnen uitbetalen, tenzij het maalloon met eenige centen/wordt verhoogd. Wanneer éen directie daarin voorgaat, vreezen toch de molenaars, dat meerdere zullen volgen. Beleefd maar dringend wordt de medewerking der branders verzocht om door eene verhooging van het maalloon den molenaars het hun toegekende loon te doen behouden. Van de gelegenheid iot debat werd 't eerst gebruik gemaakt door W. Kuil, die als bestuurder van de vakafdeeling molenaars knechts van den Ned. R. K. Volksbond het woord voerde. Er was heden een manifest ver schenen (een circulaire van het bestuur der afd. Schiedam van den Ned. R. K. Volks bond), dat kwaad bloed had gezet. Spr. is verleden Zondag met anderen als bestuurder van bovenbedoelde vakafdeeling bij den geestelijken adviseur geweest om permissie te vragen tot het bijwonen dezer vergade ring, hetgeen was goedgekeurd. De gees telijke adviseur had hun toen gezegd, dat zij gerust naar de vergadering konden gaan maar hij heeft die vergadering niet goed gekeurdalleen heeft hy toegestaan haar bij te wonen. Spr. erkent, dat er een groote fout is begaan, met onder de oproepings biljetten te plaatsen «met goedkeuring van den adviseur", maar het is gedaan ter goeder trouw, alleen met de bedoeling dat de katholieke molenaarsknechts in grooter getal ter vergadering zouden opkomen. Daarop was het woord aan baas Juffer mans, die als zijne meening te kennen gaf, dat men te ver ging met de circulaire van «Eensgezindheid" aan alle branders toe te zendenhij meende, dat men zich wenden moest tot de directies van de groote aan- deelen-molens, zooals «de West" en «de Draak", dan zouden de overigen wel volgen. De Voorzitter meende, dat de directies van «de West" en «de Draak" hierin niet het meest toeschietelijk zouden zijn, omdat die molens participant-molens zijn, waarvan de branders de aandeelen in handen hebben. Juffermans hield vol, dat men bij de branders over 't algemeen aan een doove- mansdeur zou kloppen en begreep niet, wat de aandeelhouders der participant-molens tegen het betalen van een hooger loon konden hebben, daar het overschot toch in de kas komt. Het verledene, zoo besloot spr. nog, na eene opmerking van den Voorzitter, is niet te herroepen, maar zoeken wij verbe tering voor de toekomst. H. Kuil sloeg desondanks nog een blik in het verledene en herdacht, hoe nog eerst zes jaren geleden door een knecht van f 20 tot f60 winstaandeel, na verloop van 13 weken, werd verdiend en hij bovendien nog voor overwerk betaald kreeg. Na de con currentie van «Nederland" hield dat op. De molenaar leed en zweeg tot de boot werkers kwamen. Na de eerste verg9 ringen werd het meerdere loon reeds t0®, gestaan, wel een bewijs dus, dat het verd'®^, was. De patroons erkenden dan ook z® J dat het verdiend, zelfs nog te weinig maar zij niet meer konden geven. Nu de gemoederen bedaard zijn, deelt men n>®'e' dat men het hooger loon niet kan blijv' uitbetalen als de knechts niet zorgen, het maalloon verhoogd wordt. Daai moeten de branders bewogen word®"j immers, men zal inzien, dat een verhoog"1" van het maalloon billijk is als men nag" dat vroeger f 5.25 nu t 4.50 per last graaö wordt betaald. Het maalloon is zoo 1"°' dat halen, brengen en op- en afdragen branders alleen meer zou kosten dan de" n« het geheele malen en billen inbegrepei1' Wanneer een knecht van 6 uur 's merg"® tot 6 uur 's avonds gewerkt heeft en b!) kan niet meer billen, dan moet hij v°°! 11.50 een plaatsvervanger stellen. Voor - cent heeft hij dar, een dag gewerkt; <°eet houdt hij niet over. Spr. meent, dat branders zullen inzien dat het loon, d®D molenaars uitbetaald, te weinig is 0<<> van te leven. Na een opmerking van den Voorzit'®1 omtrent de handelwijze van den boekhoud^ van «Den Draak", die na de loonsverhoog'"^ 5 man in plaats van 6 man voor tw®e wagens geeft, waardoor die verhooging e®r' der der directie dan den molenknechts t®" goede komt, sprak Kuil nog als zijne m®e' ning uit, dat de branders langs geleidelijk®"' ordelijken, leidzamen weg tot verhooging ¥9° het maalloon moeten bewogen word®"' Blijven zij echter stijfhoofdig, dan zou he"1 een werkstaking der molenaars »zuive' gerechtvaardigd" voorkomen; immers h"" zwaren arbeid wordt met f 10.50 per wee^ niet beloondzij staan in dat opzicht h'J de zakkendragers ten achter, al hebben zlJ ook vast werk. Bewilligen de branded niet in een verhooging van het maalloo"' dan acht hij een werkstaking van molenaa^ gerechtvaardigd. (Bravo). Eenige discussie werd gevoerd over h®' weigeren door een paar firma's om het ex'r" draagloon voor den 2n en 3n zolder te b®* talen. De Voorzitter noemde de firma I. M. Nolet; later ging er een stem uit d® vergadering op dat ook de firma Geb>"' Meijer deze loonsverhooging weigerde. Voo' den brand van den stoommolen «Nederland had de Voorzitter den heer Nolet 1 een' meer gevraagd voor den 2n zolderhij kreeg uitstel. Toen die brander zelf zijn maalloo" van 20 tot 25 ets. zag verhoogd, klop'" »pr. bij dien patroon aan een doovem»ns' deur, maar nadat hij bij het herbeginne" van «Nederland" slechts 18 ets. maalloo" te betalen had, herhaalde spr. zijn vraag' hoewel die brander aldus 7 cents minder betaalde, kon er echter ook toen geen ce"' voor den 2n zolder overschietende patroo" verzekerde zelfs die nooit te zullen betale"' bewerend het graan moest gebracht worden* waar hij het wenschte. Daarop stelde H. Kuil een motie voof iuhoudend dat een commissie van 3, 4 a f° man zou benoemd worden, die met den heer Nolet zou gaan spreken en hem ee" maand bedenktijd zou geven. Na verloop van een maand zou zonder bijbetaling geen mee' voor hem op den 2n zolder meer worden g®' bracht. Uit de vergadering gingen stemme" op, den bedenktijd op 8 dagen te bepale"' maar spreker verzette zich daartege"» vooropstellend dat de heer Nolet netjes moest behandeld worden. Door H. Kuil werd nog in 't licht g®' steld, dat het betalen van het loon voord® hoogere zolders der molendirecties niet aan gaat zij moeten het alleen op den eerste" zolder doen bezorgen. Wil de brander he' hooger hebben, dan moet hij daarvoor den molenknecht betalendie zaak moet dus alleen tusschen branders en molenaarsknechts geregeld worden. Daarop deelde de,Voorzitter mede, dat de bedoelde motie van Kuil was ingetrokken die zaak zou nader in een huishoudelijk® vergadering geregeld worden. Onder op-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 2