Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
SAVOHAHOLA.
fie
is eener Fes
19de Jaarg.
Zaterdag 17 October 1896.
No. 5620.
IButreaxx ~g$oter$tvaai 50.
Feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
- 2.—
- 0.05
PRIJS DER ADVERTE;NTI'ËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer.
0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Als
III.
Het Offer.
een offer van haat en afgunst, offer
ste&tkunde en naijver, offer van eigen
tonti
rola
en en trots niet het minst, is Savona-
§evallen. Den dag vóór het feest van
eeren Hemelvaart, in het jaar 1498, is
0 het marktplein van Florence de boete-
Prediker, (je staatsman, de bestierder der
epubliek den misdadigers-dood gestorven,
°P het schavot.
hare
Wilt
ge weten hoe de republiek Florence
groote mannen eert?
aar was het huis der Medici. Het had
°rence groot gemaakt in dagen vol roem
et had aan de republiek de eereplaats
^schonken in de rij der steden van Lom-
ardië; ondanks zijn tekortkomingen had
et de wetenschap en geleerdheid en kunst
Verzatneld binnen hare muren, en een we-
r®'dnaam bezorgd aan Florence, hoog boven
^deren. En na den dood van Lorenzo zijn
afstammelingen dier Medici verbannen
de
uitgeworpen, zijn hunne namen gevloekt,
Aln hun bezittingen verwoest, zijn hunne
°stbare bibliotheken, de kroon van Florence's
Wetenschap, verbrand en vernietigd. Dat
^as de dankbaarheid der Florentijnen voor
6 bannen, die hunne stad hadden groot
Setnaakt.
Daar was Paolo Vitelli. Hij had de legers
er republiek aangevoerd in zegepraal op
*®gepraal. Tegen de woede der verbannen
edici had zijn sterke arm de stad beschut;
,eer op keer bracht hij de vijanden van
land bloedige nederlagen toe juichend
men hem binnengehaald als den over-
^'hnaar, den redder. En vier maanden na
a' die glorie nam men hem gevangen te
ascinahij werd naar Florence gevoerd,
*®toordeeld, onthoofdzijn misdaad bestond
"erin, dat hij Pietro dei Medici, dien hij
2)
i daar stond ik nu, verkleumd van
°hde, weder buiten op de straat. Op het-
e'fde oogenblik schoot mij echter te binnen,
a* een mijner kennissen, in de stad, die
lJ juist verlaten hadden, mij gesproken
■*ad van een man, bij wien gewoonlijk too-
*|®elspelers logeerden, doch voor wien hij
bepaald waarschuwde, zonder echter
®n reden hiervoor op te geven. De naam
■1a" den man was mij bijgebleven en daar
I °P dit oogenblik niet te kiezen had,
°eg ik de waarschuwing van mijn vriend
n den wind.
^en jong persoon, die in den donkeren
®Urpost van een huis stond, wees mij, op
'Jh verzoek, het nabijgelegen huis van den
zoo vaak had overwonnen, niet had kunnen
gevangen nemen in den strijd. Dat was
het loon voor den man die Florence had
bewaard en groot gemaakt.
Nog meer voorbeelden aan te halen uit
dien tijd, is niet moeielijk. De namen van
alle groote mannen wijzen dadelijk op ver
banning, op miskenning, meestal op moord.
Bernardo del Nero, Pietro Soderini, Fran
cesco Valori, ze zijn allen gevallen door
de ondankbaarheid van Florence
Kan het dan verwondering wekken als de
prior van San Marco, één jaar nadat hem
alle macht was in Florence, tot den strop
en het vuur werd veroordeeld, en viel als
een offer van haat, naijver en afgunst?
Maar het is niet alleen het volk van
Florence, dat hem heeft verwezen naar het
schavot, gebracht op den brandstapel.
Daar was, bij de vele staten en staatjes
waarin Italië toen verdeeld was, bij al de
twisten en oorlogen welke men onderling
zonder ophouden voerde, steeds ééne macht,
die door invloed en overwicht, door dwang
en geestelijke kracht, het zwaartepunt naar
eigen keuze kon verleggen, en wier hulp
of tegenstand in Italië's staatjes eene levens
vraag was. En wanneer bij die geestelijke
macht, bij die doeltreffende middelen, de
leiding was gelegd in handen van een man,
die niets of niemand ontzag waar het gold,
zijn vastgesteld doel te bereiken, dan was
er geen strijder bestand, geen tegenweer
mogelijk, geen weerstand denkbaar tegen
diensi kracht. En die macht was de Heilige
Stoel, en die man was Alexander VI.
Toen Innocentius VIII, in Augustus 1492
was gestorven, bood Rome een tooneel van
wanorde en bandeloosheid, dat zijn wederga
niet vond. De geslachten der Manfredi, der
Colonna's, der Baglioni hadden zich van de
steden in den Kerkdijken Staat meester ge
maakt, en heerschten er onbeperkt, als
souvereinen. In de weinige weken die ver
liepen tusschen den dood van Innocentius
man aan, waarop ik, in afwachting van een
roovershol of iets dergelijks te vinden, toch
zonder aarzelen toetrad.
Op mijn bellen werd de deur geopend
door eene jonge, goed gekleede vrouw, wier
zachte oogen en vriendelijk gelaat een aller-
aangenaamsten indruk op mij maakten. Nadat
zij met eene zeer welwillende stem mijne
vraag naar logies bevestigend had beant
woord, verzocht zij mij nader te treden.
Eene verrassing, die mijne stoutste droomen
verre overtrof, wachtte mij thans. Het ver
trek namelijk, waarin de jonge vrouw des
huizes mij binnenleidde, was keurig gemeu
bileerd en helder verlicht en daarbij was
het er behaaglijk warm.
Het was mij of ik eensklaps uit de koude
werkelijkheid in een tooverpaleis verplaatst
wasik wist niet of ik waakte of droomde. On
willekeurig kwam mij echter de waarschu
wing van mijn vriend weder in de gedach
te en liet ik mijne oogen besluiteloos dwalen
van de warme, gezellige kamer naar de
vriendelijke huisvrouw. Deze keek mij van
haren kant verwonderd aan, als wilde zij
vragen wat ik op deze aangename omgeving
nog aan te merken zou hebben.
Op hetzelfde oogenblik wordt er gebeld,
VIII en de keuze van zijn opvolger, werden
er twee honderd lijken geteld in de straten
van Romegoederen en schatten werden
door de adellijke familie's opgehoopt in hunne
paleizen, door diefstal op diefstal en afper
sing en bedreiging verkregen. Zwaar drukte
de ijzeren arm der roofridders op het arme
volk, dat zijn goed, zijn kinderen, zijn eer
zich zag ontnemen er was een man noodig
van ijzeren wil en onverzettelijke kracht,
om orde te brengen in dien chaos. En de
eenige die er toe in staat was, Rodrigo
Borgia, de Spanjaard, werd gekozen. Het
volk ademde op, als iemand wien een last
is van de borst genomende roofridders
gevoelden de kracht van den Paus, de steden
buiten Rome keerden terug onder zijne
macht, de orde herstelde zich.
Rodrigo Borgia heeft een naam verworven
in de geschiedenis, welke geen benijders
heeft. Het Diarium van Burchard, zijne
zoogenaamde levensbeschrijving heeft van
den Paus gemaakt een monster, een ellen
deling, een boosdoener. Onpartijdige ge
schiedschrijvers, protestantsche eveneens,
hebben de onbetrouwbaarheid van Burchard's
geschrift aangetoond, en vele vlekken, on
verdiend op Borgia's naam geworpen, doen
verdwijnen. Toch is er in het bijzonder
leven van Alexander VI nog veel, dat een
zware schaduw werpt op zijn daden, op zijn
karakter. Doch men schelde den Paus van
den menschRodrigo Borgia moge zijn
geweest wat wil, aan Alexander VI kan en
mag de roem niet worden onthouden, een
Paus te zijn geweest die zijn tijd beheerschte,
die aan Rome en aan de Kerk groote dien
sten heeft bewezen, die in dien tijd de
aangewezen man was voor den Stoel van
Petrus.
En deze Paus was de tegenstander, tegen
wien Savonarola zijne stem verhief, toen
de grootheid van zijn werk in Florence hem
begon te bedwelmen. En deze Paus ook
was de man, die door zijn overwicht den
val van Savonarola mogelijk, noodzakelijk
de vrouw des huizes opent de deur en
wie beschrijft mijne ontzetting 1 de pre-
mier-amoureux van ons gezelschap treedt
binnen. Na een enkelen onderzoekenden blik
in het rond geworpen te hebben, vraagt hij
kortafvMadam, hoeveel huur doet deze
kamer Waarop ik, vol angst, dat mijn
collega mij deze met moeite verkregen
heerlijkheid voor den neus zou wegkapen,
haastig uitroep »Ons contract is dus ge
sloten, mevrouw 1"
Zoo was ik dan gelukkig geborgen en
nam, nadat mijn collega met een vervaar
lijken vloek afgetrokken was, dadelijk mijn
dorado in gebruik. Bij nadere kennismaking
bevond ik mij hier in eene omgeving zoo
gezellig en vriendelijk als ik in langen tijd
niet gehad had. Mijne gastvrouw was de
opmerkzaamheid in eigen persoon ook met
haren echtgenoot, die door zijne in 't oog
vallende schuwheid mij in den beginne wei
nig aantrok, geraakte ik langzamerhand op
een vertrouwelijken voet, terwijl hun eenige
spruit, een allerliefste krullebol, mij al da
delijk met het kinderlijke noom" betitelde.
In dit ;gezellig verblijf wachtte mij echter
nog eene verrassingnaar aanleiding van
eene piano, die ik er vond, uitte ik de ver
maakte. Als een offer van den najjver der
Florentijnsche geestelijkheid, een offer van
den haat zijner tegenstanders, een offer van
de afgunst der adellijke geslachten, die vroe
ger den scepter zwaaiden in Florence, is
Savonarola gevallen; maar hij-zelf heeft zijn
val voorbereid en zijn schavot opgericht en
zijnen brandstapel ontstoken, door het ver
metel zelfvertrouwen en den trots, die hem
verleidden tot ongehoorzaamheid aan den
Roomschen Paus, zijnen wettigen meester.
Voegen we er bij, dat hij dóór en in het
uur van zijnen dood heeft geboet, zijn mis
stap uitgewischt.
Zooveel in een kort bestek mogelijk was,
heb ik de redenen ontvouwd, die Savona
rola als offer deden vallenrest mij nog de
geschiedenis van zijnen verminderenden
invloed, en het treurige verhaal van het
onwaardig rechtsgeding, tegen hem gevoerd,
mede te deelen.
Het al te strenge, en daarom ook onrecht
vaardige vonnis, dat een zwarte bladzijde
vormt in de geschiedenis van Florence, en
voor altijd de Florentijnen van 1498 onteert,
dat vonnis en zijne uitvoering zal de
inhoud vormen van eene volgende schets.
S. S.
ALGEMEE* 0VEEZICHT.
16 October '96.
De Nijverheidstentoonstelling te Berlijn,
die niet alleen in Duitschland, maar in
geheel de beschaafde wereld levendige be
langstelling heeft gewekt, is gisteren-middag
officieel gesloten. Het was nu den laatsten
dag prachtig weder, terwijl nog in den
jongsten tijd, evenals trouwens gedurende
bijna heel den zomer, het bezoek sterk be
lemmerd was geworden door den aanhou
denden regen. In zijne sluitingsrede sprak
dan ook de eere-voorzitter, de gewezen
minister Von Berlepsch, op droeven toon
over de koude en den regen welke van deze
onderstelling, dat mijne gastvrouw muzikaal
was en niet weinig werd ik verrast, toen
ik bij haar eene der welluidendste stemmen
ontdekte, die ik ooit gehoord had. Van
toen at werd ik nog meer aangetrokken
tot dit aardig gezin en voelde ik mij ner
gens gelukkiger dan in dit tijdelijk tehuis.
Ik, die gewoon was elk vrij oogenblik in
bier- of koffiehuis door te brengen, werd
op eenmaal zoo huiselijk mogelijk. Deze
plotselinge verandering in mijne levenswijze
gaf aanleiding tot de dwaaste praatjes.
Mijne collega's plaagden mij er mede en
zelfs werd een goed oog op mij geslagen
door eenige huismoeders, die in het bezit
waren van een of meer huwbare dochters.
De waarschuwing van mijn vriend had ik
reeds lang als overbodig beschouwd.
Veertien dagen had ik aldus in mijne
nieuwe omgeving recht aangenaam door
gebracht, toen ik op zekeren morgen, op
het oogenblik, dat ik mij naar de repetitie
wilde begeven, in de huiskamer, die tegen
over de mijne gelegen was, luid om hulp
hoorde roepen.
{Wórdt vervolgd
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT