Dagblad voor Schiedam en Omstreken. eerste blad. savoetauola. fie is eener 19de Jaarg. Zondag 18 October 1896. No. 5621. ISttrcau ^otevztxaat 50. PBIJS TAN DIT BLAD: ^oor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco per post door geheel Nederland - Afzonderlijke Nommers- 0.05 III. Het Offer. {Vervolg.) 'k V, 2a' een eenvoudig verhaal zijn, dat dat 'er n0^r schriJven- ^en ver'laa' a's de Van ^en schipbreukeling, die langzaam de| °^dergang ziet naderen, die alle mid- in het werk stelt, er aan te ontko- maar een verkeerd middel aangrijpt daardoor des te zekerder den dood gemeet gaat. Een verhaal, eenvoudig van ndeling, eenvoudig van verwikkeling, voudig, maar daarom des te verschrik- e'ljk( ta>0'a s dood eischt rijpe overdenking, geen ditrn'^ 00rdeelzooals ook geheel zijn leven e,scht. Veroordeeling zijner fouten past t6r niïl'n a^s toorn tegen den strengen rech- r> die hem vonnissen zalde geschiedenis eti vóór de rechtbank van het nageslacht. ^Jzachtende omstandigheden pleiten er van afloop. Het verhaal van Savo- voor Savonarola was dan ten toppunt van aan- n gestegen, groot door invloed van voor- 6e'd en woord. En hij ging voort te .ken van den kansel der kathedraal, nu et alleen ter bestrijding van den heidenschen §s6st en het ongeloof, maar en dikwijls veel ter persoonlijke bestraffing zijner kritieke tegenstanders. Violli heeft ons, et fra Bettini, zijne preêken bewaard, en hebben het ons doen inzien, hoe het °§elijk was dat de aartsbisschop van Flo- nce en zijne geestelijkheid verschrikken °n hij het hooren dier stoute woorden, die Str°omden als een stroom van koper, weg de lippen des predikers, als een stroom, 6 °eiend van geestdrift, bruisend van energie, ziinen vijanden tegemoet. Want wie de Feuilleton. 3) Verschrikt ijl ik naderbij, om te zien wat ,e reden is van dit angstig geschreeuw, °ch blijf doodelijk ontsteld op den drempel ''aan. Met woest rollende oogen, verwron- gelaatstrekken, en met schuim bedekten mond en een groot voorzijmes in de aand, staat de heer des huizes met dreigen- 6 gebaren voor zijne vrouw. Help, helphij wil mij vermoorden °ept zij mij vol vertwijfeling toe, terwijl zij goed mogelijk den woestaard op een 'stand tracht te houden. Het kind, dat |etuige is van dit akelig tooneel, komt "gstig schreiend op mij toeloopen en even ts om hulp smeeken. Hoewel deze plotselinge verandering in seas PBIJS DEB ADTEBTE;NTIJËN Van 16 regelsf 0.(>0 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten scherpe slagen van zijn woord opmerkt in die snerpende taal, en de kracht zijner verge lijkingen en de macht ervan op het gemoed der Florentijnen bevroedt, voor hem zal het niet moeielijk zijn te begrijpen, dat geen staatkunde alléén, noch haat, geen partijzucht alleen, geen naijver zelfs en afgunst alleen de factoren waren, die Savonarola's invloed hebben vernietigd. De inzichten en de poli tiek van Alexander VI waren niet die van Savonarola, en hij, die geen vijand spaarde, geen tegenstander ontzag, stortte zijn mach tig woord in stroom op stroom uit tegen den Paus die daar zetelde in Rome, niet deelend zijn gevoelen en •politiek. En zoo werd er een nieuwe partij ge schapen door Savonarola's woord in Flo rence, eene partij die zich tegen hem stelde, eerst berispend en vermanend, weldra vij andig en strijdend, eene partij die de hulp inriep en verkreeg van dien machtigen strijder op den zetel van Petrus, eene partij die met die hulp Savonarola's invloed zou neerslaan, hem vonnissen, ter dood brengen. Dan, daar is een daad begaan door Sa vonarola, die aan hem, den onbuigzamen man, alleen gedreven door liefde tot zijne stad, om te doen wat voor haar het beste zijn zou, de aangewezen weg kon toe schijnen, maar die het nageslacht en de historie heeft veroordeeld als eene onpoli tieke daad minstens, eene fout zeer zeker. De Medici gaven nog steeds hunne po gingen niet op, het verloren gezag te her winnen in Florencehet was Juni 1497, toen Pietro, na een mislukten aanval op de stad, met eenige voorname aanhangers een nieuwe samenzwering had gesmeed. Sa vonarola was ervan onderricht, en de samen zweerders, waaronder mannen die eens het bestuur der republiek hadden in handen gehad, werden gevangen genomen en ver oordeeld ter dood. Het was uitdrukelijk bepaald in de constitutie, door den prior van San Marco zei ven gemaakt, dat elke ter-dood-veroordeelde het recht had, zich te den oogenschijnlijk bedaarden man mij voor het oogenblik een raadsel was, begreep ik toch zeer goed, dat ik nog juist vroeg ge noeg gekomen was, om een ongeluk te verhoeden. Op gevaar af zelf door den ra zende aangevallen te worden, plaatste ik mij moedig tusschen hem en zijne vrouw en trachtte door minzame woorden het ge vaarlijke mes uit zijne handen te krijgen. Dit gelukte mij echter eerst na veel moeite De woede van den man scheen daarop te bedaren zijn bewustzijn keerde langzamer hand terug en niet lang duurde het of schaamte en berouw overstelpten hem onder hartstochtelijk schreien viel hij op een stoel neder. Ik stond als aan den grond genageld. Mijn vermoeden werd zekerheid. Onder tranen deelde de arme vrouw mij mede, dat haar aan den drank verslaafde man nu en dan vlagen van verstandsverbijstering had. Vóór mijn komst ten hunnen huize had zij tijdens deze aanvallen veel van haar man moeten verduren en hadden er meer dan eens tooneelen plaats gehad, als waar van ik nu getuige was geweest. Sedert mijn aankomst scheen het echter alsof er een geheele omkeer in haar man beroepen op den Grooten Raad, de souve- reine volksmacht. Maar Macchiavelli, de be kende geschiedschrijver en staatsman deelt het ons mede hoe het beroep van deze mannen op het volk, door Savonarola werd geweigerd. En hunne hoofden vielen Bernardo del Nero, de 75-jarige grijsaard, Ridolfi, Pucci, Giovanni Cambi en nog eenige anderen, allen van de beroemdste namen der stad Florence. Toen was de naam van Savonarola's rechtvaardigheid en grootheid merkelijk geschokt; nog één slag slechts van een krachtige hand was noodig, om zijn val zeker te maken. En die krachi^e hand was er, en die slag kwam. Klacht op klacht hadden zijne tegenstan ders gezonden naar Rome, waar de gebieder der Christenheid, de Roomsche Paus, de beslisser in alle moeielijke gevallen, zetelde. En ton laatste ontbood Alexander VI Savo narola tot zich. Doch de monnik, hetzij zich door den haat zijner tegenstanders niet veilig achtende te Rome, hetzij bevreesd, dat zijne schepping te Florence met zijn vertrek zou te niet gaan, de monnik van San Marco weigerde tot tweemaal toe den Paus te gehoorzamen. Dan is Alexander VI, die niemand tegen zich wil zien en gewend is alles voor zich te doen buigen, miskend in eigen oog. En den 18 Juni 1497 slingert hij het banvonnis, de kerkelijke excommu- catie, tegen den prediker van Florence. Dan vertoont zich de monnik in al de kracht van zijn woord, in al den trots van zijn geest, met al de majesteit van een grootheid die zich verongelijkt rekenthevig storten zijn bedreigingen, zijn vervloekingen zich uit, bliksemend zwaait hij zijn scherp woord rond in de rijen der tegenstanders, maar hij kan ze niet meer nedervellen de kracht en de geestelijke macht van den Roomschen Paus gaan boven den invloed had plaats gehad, want terwijl hij anders gewoonlijk halve nachten buitenshuis door bracht, leefde hij thans weder even fatsoen lijk als vóór den tijd, waarop de ellendige drankduivel zich van hem had meester ge maakt. Reeds had zij in stilte 't toeval ge prezen, dat mij in hun midden bracht en zich gelukkig gevoeld bij het bemerken van den gunstigen invloed, die mijn omgang op hem scheen uit te oefenen, toen de oude kwaal zich heden met vernieuwden woede vertoonde. Thans helderde alles zich voor mij op. Dit was dus de reden waarom mijn vriend mij voor dit huis gewaarschuwd had, waarin mij nu dan ook een langer verblijf niet zeer verkieslijk voorkwam. Daar ik echter mede lijden had met de ongelukkige vrouw en ik zeer goed begreep, dat zij thans nu haar man weder tot zijn oude kwaal vervallen was en haar telkens, als hij uit de herberg thuis kwam, het leven verbitterde, meer dan ooit hulp en steun noodig had, besloot ik vooreest nog te blijven. Mijne gastvrouw droeg haar lot met gelatenheid, geen klacht kwam meer over hare lippen. Zang en mu ziek waren echter verstomd, alle vroolijk- heid was uit het huis verdwenen. Mijn zijner rethorica. En nu mengt zich in den strijd opeens die menigte van tegenstanders die vroeger zijn sterk woord kon bedwingen, maar die zich nu veilig rekenen door den steur, des Pausen. Be Franciscanen, in de kerk della Santa Croce, prediken dag aan dag tegen den staatsman-priester van San Marco, zooals deze het had gedaan tegen de Medici en hunne aanhangers, en de ontevredenheid breidt zich uit, de haat wordt aangewakkerd. Het volk, altijd medegesleept door dengene, dien het 't laatst gehoord heeft, en altijd ontevreden op hem die het gezag in handen heeft, wordt oproerig, eischt bloed. En het was Zondag, 8 April 1498, na de Vespers in de Kathedraal. Daar begon de opstand: »te wapen, naar San Marco." Men had Savonarola's naam verguisd, zijn daders afgekeurd, zijn streven gebrandmerkt, zijn afzetting geëischt, en nu de menigte, opgezweept en misleid, zijn bloed vroeg, nu traden de mannen van het woord terug. Men herinnerde zich wat de prior van San Marco had gedaan voor de stad en hare burgers, men wilde hem in veiligheid brengen. Doch te laat, de stroom was niet meer te keerenmen omsingelde het klooster; Valori, de edele grijsaard en vriend van Savonarola, werd vermoord op de trap van de kerk bij de verdediging van zijn meester; en de gewapende benden die in de oproerige stad, door het verraad der vijandige regeeringspersonen, waren ver zameld, drongen door in het klooster. En in de bibliotheek vonden zij, in het witte kleed gehuld, de kap over het hoofd geslagen, Savonarola biddende geknield voor het kruisbeeld. Met Dominico de Pescia, zijn getrouwen leerling, voerde men hem gevangen mede, en tusschen soldaten en door de woedende menigte heen, bracht men hem naar het Palazzo Yecchio, de ver blijfplaats der overheden. Savonarola is gevangen, het einde nadert. S. S. gastheer ontweek mij, waarschijnlijk uit schaamte, sedert het voorgevallene zooveel mogelijk en toen ik eens eene poging aan wendde, om hem op den goeden weg terug te brengen, kwam ik tot de treurige over tuiging, dat alle moeite tevergeefs was en dat hij met rassche schreden het ver derf tegemoet ging. Toch zou het einde van dit treurspel nog eerder afgespeeld worden, dan ik gedacht had. Toen ik eenige dagen later van eene re petitie huiswaarts keerde, zag ik reeds van verre eene menigte menschen vóór mijne woning staan. Ik verwachtte weinig goeds van dezen oploop en vernam bij mijn na- dertreden dan ook de treurige tijding, dat mijn gastheer, die zich kort te voren meer dan ooit was te buiten gegaan, zoo juist dood was thuis gebracht. Eene beroerte, die hem op straat had getroffen, had een einde gemaakt aan zijn treurig bestaan. Slot volgt.), NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT O „over het slechte voorbeeld dat men geeft door het met-onderhouden eener wet, vooral nis men die zelf heeft gemaakt".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 1