Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
bureau 'SÖofersfraaf 50.
19de Jaarg.
Zondag 8 November 1896.
No. 5639.
TWEEDE BLAD.
Parijsclie Kroniek.
Vervolg Binnenland.
PRIJS TAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50
Franco per post door geheel Nederland -2.—
Afzonderlijke Nommers- 0.05
PRIJS der adverte;nti;ën:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
Op het feest van Allerheiligen benuttigde
'k den vooravond van Allerzielendag om in
het aangenaam gezelschap van drie Holland-
sche dames een bezoek, van eenige uurtjes,
aan Pêre-Lachaise te brengen. Deze enorme
begraafplaats gewoonlijk en met recht
de doodenstad genaamd, was toen wij er
aankwamen, reeds met zooveel levenden
bevolktmen zegt er dien dag 52.200 be
zoekers waren, dat wij soms met moeite
door hare lastige en meestal smalle straten
v°ort konden komen. Het regenachtige weder
§af aan het geheel een droefgeestig aanzien,
dat door de in rouw gekleede tusschen de
8''av«n ronddolende bezoekers niet weinig
Verhoogd werd. Dit treurige schouwspel kreeg
echter wat levendiger toon door de herfst
bloemen, violetten en chrysanthemums welke
de hier overgeblevenen aan de betreurde
dooden als laatste zichtbare schatting hunner
genegenheid komen brengen en met een
godvruchtigen eerbied in de ontelbare ka
pelletjes of op de grafsteenen nederleggen.
Op het zoo bekende monument van Hèloise
en Abelard hadden, zooals gewoonlijk, enkele
ongelukkige verliefden, uit pure sympathie
voor hen die reeds eeuwen geleden aan ge
broken harten geleden hebben, eenige rui
kertjes geworpen; en voor de graven der
door de Commune gefusilleerden generaals
Lecompte en Clement-Thomas evenals voor
die van La Fontaine, Molière en zoo vele
andere gaan onafgebroken rijen van men
sehen, die daar in pelgrimstocht, de laatste
rustplaatsen der gestorven helden en ge
niën bezoeken, voorbij.
In een openstaand kapelletje zagen wij
eene reeds bejaarde vrouw met groote innig
heid bidden en als in gesprek met den dier
baren overledene die daar rustte. Zij bracht
mij de woorden van den grooten Dominicaan
Lacordaire in herinnering dat de gedachten
aan de dooden de afwezigen weder in ons
midden brengen.
Een gebroken kolom »fa colonne du Sou
venir" genaamd en in de hoofdlaan ter ge
dachtenis aan de duizenden te Buzenval in
1870 gesneuvelde nationale gardes opgericht,
was als onder de kransen en bloemen be
dolven. Ook bij den grafsteen van den dichter
Alfred de Musset met zijn klein thans
bijna bladerloozen treurwilg, vertoefden vele
personen die de zoo bekende, onder zijn
borstbeeld uitgehouden verzen, lazen
»Mes chers amis, quand je mourrai,
»Plantez un saul au cimetière
«J'aime son feuillage éploré
ï>La paleur m'en est douce et chère
»Et son ombre sera légere
»A la terre ou je dormirai."
Weder naar boven geklommen, bezochten
wij nog even de groote kapel waar duizen
den kaarsjes branddendaarnaast het prach.
tige monument aan den eersten president
der Derde Republiek, Adolph Thiers, gewijd
en de laan links afgaande, het groote stand
beeld en tevens belangrijkste gedenkstuk
der geheele begraafplaats, dat van den be
roemden staatsman Casimir-Perier,die zeven
maal minister was en zulk een overwegen
den rol in de regeering van Louis Philippe
speelde.
Tusschen en langs nog ontelbare graven
van beroemde menschen, waaraan niemand
meer denkt en voor wien de vergetelheid
dus voor goed begonnen is, voortwandelend,
bereikten wij eindelijk de muur des féderés",
waartegen de Communards in Mei 1871 op
Père-Lachaise hunne laatste verschansingen
hopeloos verdedigend, werden heengdrongen.
Daar met honderdtallen doodgeschoten, be
groef men hen te zamen in een kuil tegen
den muur gelegen. De ontsnapten en bege
nadigden met hunne tegenwoordige vrien
den, de verschillende soorten van revolution-
nairen, socialisten, anarchisten enz., komen
bij dezen muur twee a driemaal 's jaars,
leve de Commune schreeuwen, en hem met
roode en gele immortellen en kransen be
hangen. De langdurige regen had de kleur
der bloemen wat verflauwd en de afge
dropen roode verf gaf den schijn alsof deze
beruchte muur thans nog met het bloed
der gefusilleerden bespat was.
Gelukkig drongen er op dit oogenblik
eenige stralen der ondergaande zon door
den nevelachtigen hemel en stortten na al
die tafreelen van strijd, dood en vernietiging
een verkwikkend gevoel van hoop op eeuwig
licht en vreedzame rust in ons beklemd
gemoet.
Na bijna drie maanden van staatkundige
rust is het parlementaire leven einde October
ook weder begonnen en de debatten in de
Kamer zijn sedert deze week reeds van
beteekenis geworden. Vooral de interpel-
latien over Frankrijks houding in de Arme
nische kwestie en die over de standjes te
Carmaux door den revolutionnair Jaurès, zijn
van belang.
Bij de eerste voerden de heeren Denys
Cochin, de graaf de Mun, Adolph Hubbard
en de minister Hanotaux het woord en deze
interpellatie kon best als aan al de regee
ringen van het Christelijk Europa gericht
beschouwd worden. »Er is, zoo riep de Mun
»met verontwoordiging, iets ergers dan de
smoorden van Armenië, dat is de laksheid
«waarmede Europa ze duldt." De minister
hield in antwoord op de drie speeches,
waarvan da twee eersten voornamelijk het
christelijk en de derde het staatkundig belang
behandelden, een interessante rede, doch
kwam evenmin tot een definitief besluit. Hij
sprak maar zeer vaag van een Europeesch
congres waarover eenige dagen vroeger,
geruchten loopende waren, en dat door Rus
land en Frankrijk aan de overige mogend
heden zoude worden voorgesteld.
Bij de tweede roerde de in den laatsten
tijd voortdurend op de planken verschijnende
Jaurès weder hevig zijn tong. Het hoofd
doel is hier kabaal te maken en indien hij
durfde, zoude hij ook hier even als bij het
feestmaal te Carmaux op de tafel springende
de Carmagnole willen aanheffen en den lof
van petroleum en dynamiet, dat is brand en
verwoesting, brullende verkondigen.
Zeer jammer ware het, indien deze bin-
nenlandsche strijd Frankrijks buitenlandsche
invloed, welke sedert het bezoek van den
Czaar en de onthullingen van Von Bismarck,
veel heeft toegenomen, afbreuk kwam doen,
want was er ooit een schooner gelegenheid
dan thans om de Oostersche kwestie een
groote stap ten goede te laten maken. Dq^h
wilde de Fransche politiek kunnen zege
vieren dan moest een minister van buiten
landsche zaken hier een langer bestaan
verzekerd zijn en niet door de eerste de
beste interpellatie jzijn portefeuille kunnen
verliezen. Zooals het totnutoe ging, zijn
die dagen echter nog ver in het verschiet.
Fidklius.
Parijs, 24 October/6 November 1896.
De Flandre liberale verbeidt met spanning
de beslissing, door onze Kamer te nemen in
zake de conventie over het kanaal van Ter-
neuzen. Als ze niet bekrachtigd wordt, ver
zekert het blad, zal de Belgische regeering
het parlement te Brussel voorstellen een
nieuw kanaal aan te leggen, van Gent naar
Herjst.
Alsdan zou Gent onafhankelijk zijn van
de doorvaart door Nederland en rechtstreeks
gemeenschap met zee hebben op de Belgische
kust.
naar de binnenlanden, nog te veel gevaar
voor verliezen was verbonden.
Z.Exc. mgr. Lorenzelli heeft gisteren
ochtend te 9 u. 10 m. definitief de Residentie
verlaten, zich begevend naar Luxemburg,
waar hij door den Groothertog in afscheids-
audiëntie zal worden ontvangen.
Van Luxemburg gaat de reis naar Freiburg,
in Zwitserland, waar Z.Exc., namens Z. H.
den Paus, de openingszitting der faculteit
van natuurwetenschappen aan de katholieke
Universiteit aldaar zal presideeren.
Daarna begeeft mgr. Lorenzelli zich naar
Rome, waar hij tot Aartsbisschop zal worden
gewijd. In den loop van December zal hij
zijn nieuwen post te München aanvaarden.
De datum, waarop mgr. Lorenzelli's opvol
ger bij ons Hof, mgr. Tarnassi, alhier zal
arriveeren, is nog niet vastgesteld. Tot diens
komst is mgr. Scapinelli de Leguino zaak
gelastigde van den H. Stoel.
De Engelsche gezant bij ons Hot, Sir
Howard, keert heden naar Parijs terug.
Gelijk reeds gemeld, wordt de gezant half
December weder te 's-Gravenhage verwacht
om definitief zijn post te aanvaarden.
Op de vraag waarom de verzending van
brieven en postpaketten mei aangegeven
waarde voor Neö.-Indië niet was toegelaten
antwoordde de voorzitter der Haagsche Kamer
van Koophandel, de heer Kruijne, dat aan
het vervoer van dergelijke zendingen, vooral
De vorderingen aan den strandmuur te
Scheveningen zijn van dien aard, dat het
werk einde dezer maand over de geheele
lengte, met inbegrip van afritten en trap
pen, voor boven de fundeeringen opge
metseld zal zijn.
Donderdag is op twee diamantslijperijen
te Amsterdam het werk door de gezellen
gestaakt, namelijk op de fabrieken Sophia
en Rudelsheim onder directie van de firma
Hamburger. Oorzaak van de staking is, dat
de heer Hamburger zijn woord heeft ge
broken tegenover de werklieden en de loonen
niet meer naar overeenkomst worden uit
betaald.
Donderdag-avond werd een manifest ver
spreid waarin de grieven worden uiteen
gezet en alle vakgenooten worden verzocht,
het werk dat nog op de molens is, niet te
gaan afwerken, vóór de billijke eischen zijn
ingewilligd.
Het manifest eindigt met de woorden
Leve de solidariteit 1 Leve de A. N. D. B.l
(N. R. Ct.)
Het Hbl. bevat eene zeer waardeerende
levensschets van den even uitnemenden als
bescheiden componist J. C. Boers. De schrij
ver meldt daarin ook het volgende
Was het zijn bescheidenheid, of was het
zijn rechtmatige trots, die hem op zijn
tachtigste jaar de Oranje-Nassau-orde deed
weigeren De historie verhaalt, dat toen
de postbode hem den brief, zijn benoeming
meldend, kwam brengen, hij dezen weigerde
omdat hij de port er voor moest be
talen.
sMaar, mijnheer, dat is een brief van de
Regeeringze zeggen, dat daarin uw be
noeming tot ridder staat."
«Best mogelijk, vriend, maar ongefran-
keerde brieven neem ik nooit aan."
En de bode kon met den brief naar het
kantoor terugkeeren.
Israëlitische huwelijken te Zaandam
In de raadsvergadering der gemeente
Zaandam is het voorstel gedaan het salaris
van een ambtenaar ter secretarie met f 100
te verhoogen. Als reden leest men in het
verslag het volgende «Ten gevolge van de
uitbreiding der bevolking neemt zijn werk
gestadig toe, terwijl de talrijke huwelijken,
welke hier tusschen Israëlieten gesloten
worden, zijne werkzaamheden, inschrijven
op en afvoeren van de bevolkingsregisters,
nog vermeerderen."
Voorzeker zullen velen buiten Zaandam
deze regels niet recht hebben begrepen en
gedacht aan een drukfout. Toch is (naar
men aan de Haarl. Ct. meedeelt) wat er
staat, volkomen waar. De kosten van het
kerkelijk Israëlietisch huwelijk namelijk
bedragen in de meeste gemeenten nogal
veel, daarentegen in Zaandam zeer weinig.
Dientengevolge komen vele Iraëlieten uit
de omliggende gemeente, en v.ooral uit
NIEUWE SCHIEDAHISGHE COURANT
„Le souvenir des morts c'est la
presence dans l'absence."
Lacordaike.