Bijna alle rivieren in Noord-en Midden -
Italië zijn buiten haar oevers getreden.
Vooral de Tiber heeft verwoestingen aan
gericht. Te Cita, Castello (Umbrië) stond
het water gisteren-nacht vier meters boven
de kadeenkele bruggen, waaronder de
spoorbrug werden weggeslagen en een stuk
van de vestingwerken werd vernield. Er
zijn, voorzoover men weet, vier menschen
verdronken.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 11 November 1896.
De uitslag der verkiezing van een lid van
den Gemeenteraad, vacatureSchuurman,
is als volgt:
Het getal kiezers bedraagt 1215
Uitgebracht zijn 692 stemmen
Van onwaarde 11
Geldige stemmen 681
Volstrekte meerderheid 341
Er werden uitgebracht op de heeren
C. J. Wouterlood 318 stemmen
Dr. B. de Bruijn 250
J. O. Bender 93
Herstemming tusschen de heeren C. J.
Wouterlood en Dr. B. de Bruijn.
{Reeds per bulletin aan onze lezers in
de stad medegedeeld.)
Met genoegen vernemen wij, dat het be
stuur van den Nieuwlandschen polder, bij
gelegenheid van den hoofdschouw van dien
polder, gelegenheid heeft gevonden om de
hand te slaan aan de slooten, die sedert
jaren de Ronijnenbuurt en den Dam met
hare kwalijk riekende geuren vervullen.
Het pogen van het polderbestuur om al
dus de polderbelangen te vereenigen met
de eischen van welstand en gezondheid, ver
dient zeker alleszins waardeering. Gaarne
brengen wij het een woord van lof voor den
ernst waarmede het zyn plan uitvoert en
het geduld waarmede het aanvankelijken
tegenstand in medewerking weet te doen
verkeeren.
Wanneer het polderbestuur zijn doel be
reikt, heeft het der gemeente werkelijk een
goeden dienst bewezen.
Gisteren-avond omstreeks 5 ure hebben
eenige baldadige jongens een ledigen wagen
van de molen »De Walvisch" van de helling
aan de Westvest in de Nieuwe Haven doen
loopen. Door de knechts van den molen
werd het voertuig spoedig weder op het
droge gebracht.
Gisteren-avond omstreeks 7^ ure is de
59-jarige eerw. Broeder Placidus van het
Trappistenklooster te Achel, het huis van
den heer Herm. Jansen aan de Lange
Haven verlatend, aldaar, zich in de riehting
van de brug bewegend, te water geraakt. Op
zijn geroep schoot de heer C. van der Linden,
van Rotterdam, mr. loodgieter, werkzaam aan
den bouw van het nieuwe postkantoor alhier,
die zich aan de overzijde der haven bevond,
te hulp, stak den drenkeling zijn jas toe en
wist hem zoo met behulp van den brug
wachter van de Koemarktbrug, den aldaar
stationeerenden politie-agent, en eenige om
standers behouden op het droge te brengen.
Ten huize van den heer W. A. J. Wittkampf
gebracht, werd aldaar den ontstelden geeste
lijke de noodige hulp verleend, waarna hij
bij de eerw. Broeders der St. Jozefsscholen
zijn intrek heeft genomen.
Heden bezocht Broeder Placidus weder
verschillende ingezetenen der stad, zoodat
het ongeval blijkbaar voor hem geen nadee-
lige gevolgen heeft gehad.
Heden-ochtend omstreeks 11£ ure trof
den 31 jarigen A. W. Büller, eerste meester
knecht in de branderijen van den heer H. P.
van der Drift aan de Westmolenstraat alhier,
bij het nazien van de temperatuur van den
pas beslagen maïsbak het ongeluk door het
uitglijden van zijn voet in den bak te vallen.
Met brandwonden aan hoofd, handen, kuiten
en rug overdekt, werd Büller door de
andere kechts uit zijne benarde positie
geholpen. Nadat zij hem zooveel mogelijk
hadden geholpen, werd hem door dr. El
zevier Dom in de branderij hulp ver
leend, waarna hij, per rijtuig naar zijn
woning aan de Mariastraat gebracht, aldaar
door dr. De Bruijn verder geneeskundig
werd behandeld.
Heden-ochtend omstreeks 11^ ure had de
55-jarige timmermansknecht Corn, van Doorn,
werkzaam bij den bouw van het nieuwe
postkantoor alhier, het ongeluk met het
rechterbeen in een steekbijtel te geraken,
waardoor hem een pees boven den enkel
werd afgesneden. Nadat hem door dr. De
Bruijn de eerste hulp was verleend, is Van
Doorn per rijtuig naar het ziekenhuis te
Rotterdam, zijne woonpaats, overgebracht.
Zaterdag hadden te Rotterdam verschil
lende proefnemingen vanwege de brandweer
plaats. Voor de handspuiten gold het de
vraag of de vergaarbak, die zich om de
perspomp bevindt, al of niet kon worden
weggelaten en het water uit de waterlei
ding onmiddellijk in het pompwerk te bren
gen. Het bleek daarbij echter, dat het
pompen er aanmerkelijk door verzwaarde
wegens den meerderen druk van het water.
De linnen slang op de waterleiding, door
den heer D. J. Brantenaar ingezonden, bleek
voor kleine branden zeer goed te voldoen.
Ook hadden de heeren Parqui Hagen
Co. veel succes met de beproeving van hun
»ball nozzle" mondstuk, waarbij een kegel
vormige straal wordt verkregen, waarmede
de pijpleider een breedte van ongeveer
2£ M. kan bestrijken en zich dus tegelij
kertijd tegen de hitte van het vuur kan
beschermen. Evenzoo had de firma A. Bik
kers en Zn, succes met een door haar
vervaardigd mondstuk, dat aan hetzelfde
doel beantwoordde.
Bij de politie te Rotterdam is aanhouding
verzocht van den 23jarigen handelsbediende
A. Pfeilschmidt uit Greiz, vorstendom Reusz,
die voortvluchtig is naar Noord- of Zuid
Amerika. Hij moet zich aan het vervalschen
van chèques, groot 500 en 27.000 francs,
hebber, schuldig gemaakt. Op zijn aanhouding
is een belooning' van 500 francs gesteld.
De stuurman van de te Vlaardingen bin
nengekomen Scheveningsche bomschuit het
Huis van Oranje, reeder D. Verbaan, heeft
gerapporteerd, dat zijn vaartuig, terwijl het
aan de vleet lag, is aangezeild door den
Franschen logger Boulogne 2104, waardoor
het belangrijke averij heeft bekomen. Bij
den waterschout is aangifte gedaan.
Men schrijft uit Vlaardingen
De proef door de Doggermaatschappij
alhier genomen om met 3 harer schepen,
die zij daartoe 1 October uitzond, de soort
van haring te vangen, van ouds bekend
onder den naam van Noordharing, kan be
schouwd worden als totaal mislukt.
De loggers Voorbode, stuurman A. Pape-
veld, Voorwaarts, stuurman A. Storm Cz.,
en Voorlichter, stuurman H. Kennijssen,
kwamen binnen zonder vangst. Ze brachten
te zamen 2£ ton haring en hadden daarvoor
met honderd netten 14 malen gevischt.
Het programma voor de feesten ter her
denking van het 50-jarig bestaan der studen
ten sociëteit »Phoenix" te Delft is gisteren
vastgesteld. Donderdag 26 November ten
half twee ure komen de reünisten in Stads
Doelen daarna te 3 ure matinée musicale
op de soc. vPhoenix" en ten 6 ure diner
van oud-commissarissen, eere-leden van het
bestuur, aangeboden door de sociëteit; ten
slotte om half twaalf officieele kroegjool.
Vrijdag 27 November 's namiddags 2 uur
receptie van het bestuur der sociëteitten
half zes uur diner van oud-leden en leden,
café Chantant in de sociëteit »Eensgezind-
heid".
Zaterdag 28 November tot sluiting der
feesten 's avonds ten 11 ure kroegjool,
opgeluisterd door voordrachten van eenige
leden der Internationale Geheel-onthouders-
Vereeniging.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 10 November.
Bij de opening der vergadering bracht
de voorzitter hulde aan de nagedachtenis
van den waardigen volksvertegenwoordiger
den Minister van Staat mr. Cremers, den
vroegeren talentvollen en onpartijdigeu lei
der der vergaderingen, in wien allen be
treuren den man die het land in verschil
lende hooge betrekkingen met toewijding
en onkreukbare trouw heeft gediend en
aan wiens karakter ook zijne tegenstanders
hulde brachten.
Verder werd medegedeeld, dat de heer
Farncombe Sanders, in leven fid der Kamer,
zijne belangrijke verzameling boekwerken
aan de bibliotheek der Kamer heeft ver
maakt. Onder dankbare herrinnering aan
den overledene heeft de Kamer, op voorstel
des voorzitters, het legaat aanvaard.
De heer Macaré, nieuw benoemd afge
vaardigde voor Haarlem, heeft, na beëedi-
ging, zitting genomen.
Als de afdeelingen tijdig gereed zijn
zullen Donderdag 1| ure en zoo niet Vrijdag
11 uren in openbare vergadering verschil
lende wetsontwerpen worden behandeld o.a.
de overeenkomst met België betreffende
het kanaal Gent—Terneuzen de wijziging
der pensioenwet en ten slotte de Indische
begrooting voor 1897.
De Kamer vergaderde in de afdeelingen
tot onderzoek o.a. van de financieele wetten.
De afdeelingen der Tweede Kamer be
noemden tot rapporteurs over het ontwerp
tot regeling der financieele verhouding
tusschen rijk en gemeenten en over het
voorstel-Bahlmann tot wijziging der schut-
terijwet de heeren Van Dedem, De Lange,
Zijlma, Van Karnebeek en Goeman Borgesius.
Zondag hebben Hare Majesteiten de
Koningin en de Koningin-Regentes in den
omtrek van Aix-les-Bains een bergtocht
gemaakt. Daarna begaven Hare Majesteiten
zich naar de Protestansche kerk waar zij
den dienst bijwoonden. Des middags werd
weder een rijtoer gemaakt naar Tresserves
en het bois Lamartine.
De gewone audiëntie van den minister
van koloniën zal op Vrijdag 13 November
1896 niet plaats hebben.
Onze Atjeh-politiek.
Over onze Atjeh-politiek komen in de
pas verschenen Memorie van Antwoord op
de Indische Begrooting belangrijke beschou
wingen voor
Omtrent den afval van Toekoe Oemar
heeft de minister geen r.ieuwe gegevens.
Hij meent dat de oorzaak van Oemar's han
delwijze alleen gezocht moet worden in zijn
opzien tegen den tocht naar Lamkrah, waar
hij een ernstigen tegenstand verwachtte,
die hem met de geestelijke partij in vol
slagen vijandschap zou hebben gebracht. De
minister spreekt tegen, dat tusschen den
afval en het bezoek van generaal Vetter
aan Aljeh eenig verband zou bestaan.
Aan generaal Vetter was geen bepaalde
instructie meegegeven. De vroegere instruc
ties, voor publiciteit niet geschikt, bedoelden
handhaving der geconcentreerde stelling met
actief optreden daarbuiten.
Op de kust meeten onze etablissementen
voldoende beveiligd worden. Verstrekking
van wapenen en munitie blijft verboden.
Alleen aan de hoofden binnen da gecon
centreerde linie is het bezit van een bij het
bestuur bekend aantal tromplaadgeweren
tot zelfverdediging toegestaan. Hoofden en
bevolking worden naar hun handelingen
beoordeeld.
De Regeering ziet in het gunstig verloop
der werving in de eerste helft van dit jaar
het verblijdend bewijs, dat het niet ont
breekt aan wakkere Nederlanders, die bereid
zijn de eer der vlag in Inaië te helpen
handhaven, en brengt harerzijds huïde aan
het Indische leger en de steeds toevloeiende
vrijwilligers.
De minister, thans in het bezit van de
voorstellen der Indische Regeering omtrent
de te volgen gedragslijn, is gaarne bereid
de Volksvertegenwoordiging zooveel moge
lijk in te lichten omtrent hetgeen gedaan
moet worden.
Na een korte uiteenzetting van den toe
stand concludeert de minister, dat de gebeur
tenissen in Maart ons tot een staat van
zaken hebben teruggebracht, die groote
Eunten van overeenkomst vertoont met dien
ij het einde van het bestuur van den
luitenant-generaal Van der Heijden, maar
toch in zoover zich daarvan gunstig
scheidt, dat, naar den ondervonden jeo,
stand in de XXII Moekims te ,e\[\W
het weerstandsvermogen der vijand
partij geringer is dan toen. vgl>
Dit stelsel, dat niet de verovering
geheel Atjeh ten einddoel heeft, maai' a
wil dwingen tot bestendiging van de ®<?ng
dwongen rust en tot werkelijke eerbied'*
van ons gezag, is het stelsel, dat naalnflg
meening van de Indische Regeering
gedurende een niet vooraf te bepalen
moet worden volgehouden. sfi.
De minister meent dat door den gu
ger toestand in Groot-Atjeh, nadat in et
tijdelijke versterkingen waren opger'c ij,,e
grond, is te vertrouwen, dat ook gunS (gn
resultaten van blijvenden aard ver j:en
zullen worden, wanneer de staat vaI1,zli()e-
gedurende een voldoenden tijd word'
stendigd. Daartoe zal noodig zijn het
staande overcompleet bij het leger K's
te handhaven. D
De daaraan verbonden uitgaven Z'J
onze krachten niet te boven gaan.
schen bepaalt de minister er zich toe»
de beide hoofdstukken der Begroot';e
1300.000 meer aan te vragen, ten elU fl
in 1897 tot aanvulling van het leger 600
meer te kunnen uitzenden dan waaf0«
oorspronkelijk gerekend werd. Met het 0
op de diensten van het korps maréchaussL'
in Atjeh is de aandacht van den gouvern®^.
generaal nog speciaal gevestigd op de vraa!g
in hoeverre uitbreiding van het korps nu' 0
zou zijn en tevens mogelijk.
Uit de bij het departement van Kolon'®
ingekomen stukken is den minister 1,1
gebleken, dat de dood van den gener»as
majoor De Moulin indirect het gevolg 1
geweest van nalatigheid, van wien ook-
Een kaart met duidelijke aanwijzing va_
de streken en plaatsen, in de officieele r®P
porten vermeld, zou zulk een eerbiedwaa
dige afmeting moeten bezitten, dat d
minister betwijfelt of de vervaardiging
dergelijke kaart in de bedoeling van
Kamer ligt.
Volgens het Vad. komt het meest in a*n
merking voor het lidmaatschap der Eei's'e
Kamer, vacature Cremers, mr. C. J. SickeSl
oud-lid dier Kamer.
Aan tal van Rijks-normaallessen moeste°
in den laatsten tijd parallelklassen wordfitl
opgericht wegens den grooten toevloed va(1
leerlingen.
Daar er kans bestaat voor mogelijk®11
overvloed van onderwijskrachten, stelt d®
minister van binnenlandsche zaken eel1
onderzoek in of het ook noodig zal zijn n°el
1 April een maximum vast te stellen v8tl
het tot iedere normaal-inrichting toe l®
laten getal kweekefingen en tevens of b®'
wenschelijk is, de toelatings-exajpens vel"
gelijkend te doen zijn. {N. R. Ct
Voor de schutterij is in bewerking een®
nieuwe recrutenschool, die, wat handgrepeP
en vuren aangaat, gebasseerd is op hft
ongetransformeerde Beaumontgeweer, mode'
1871.
Atjeh.
(Officieel). Een compagnie uit Samahan'
blijft te Medsjid-Indrapoeri ten gerieve va®
mobiele colonnes, ageerende in de boven'
streken der XXII Moekims.
Zondag het gebergte bezuiden Biloel
Lamkrah tot een hoogte van 500 Mete®
doorzocht, waarbij een militair beneden de"
rang van officier van vermoeienis bezweken 's'
De Parijsche correspondent van de Indr
pendance Beige meldt, datde Fransche reg«e'
ring zich met de kwestie van de Doélwtf1
bezighoudt en de belangen zal behartige°
van den Franschman, die het schip
bevracht.
De minister van buitenlandsche zake®
Hanotaux wil tegen de inbeslagneming
het vaartuig opkomen, omdat de Italiaansch®
regeering reeds drie weken voor het aan'
houden van het schip had geproclameerd
dat de oorlog met Abessynië geëindigd w»s»
en het niet aangaat om in vredestijd een
schip in beslag te nemen onder voorwendse'
dat het oorlogscontrabande aan boord had-
Bovendien bevond de Doelwijk zich tijden8
de aanhouding buiten het gebied der B8*
liaansche wateren.
Jgl"'