Dagblad voor Schiedam en Omstreken. eerste blad. 5$uram ^ofersfmaf 50. Aan 3e Redactiën Tan 3e HMieto flat- en wtMaiei in Nederland. Schiedam van voorheen. 19de Jaarg. Zondag 15 November 1896. No. 5645. GABRIEL. Feuiileton. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco per post door geheel Nederland -2.— Afzonderlijke Nommers- 0.05 prijs der adverte;nti;ëN: Van 1—6 regelsf 0.60 Elke gewone regel meero.io Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Met algeheele onderwerping aan het 1Sschoppelijk. gezag plaatsen wij onder- a°d schrijven, ons van hoogst eerbied- ardige zijde ter plaatsing toegezonden e waarheid en al wat goed is verdedi- en bevorderen, de dwaling en het kwaad ®stryden, anderen voorlichten bij de ge- "tigste vragen en omtrent de hoogste he anf6n ¥an het openbaar leven, dat is de eilijke taak der dagbladpers. De Aarts- sschop en (ie Bisschoppen van Nederland ^etuigen met vreugde, dat de Redactiën r katholieke dag- en weekbladen zich ®*ds naet Jotwaardigen ijver van die taak 6 Weten hebben, zoo dikwerf het gold de arheid der Katholieke leer te verdedigen, f te komen voor de rechten en de vrij- 'd der Kerk. Zij betreuren het echter, °P andere punten de gewenschte samen- ®rking somtijds werd gemist, en dat ver- '1 van meening aanleiding gaf tot strijd, aarbij de onderlinge liefde en waardeering ade leden. Dit te betreuren feit, Wij d»5en ^et n'et verzwÜoen> 's zelfs de aan pot niet ontgaan van onzen H. Vader, aus Leo XUL Qeheel in overeenstemming met het va- verlangen van Z. H. wil dan ook het ederlandsch Episcopaat hen, die geroepen J° om het Katholieke volk voor te lichten, 'lsporen tot eendracht en verdraagzaam- 5 en ten dien einde achten de Aarts- Sachop en de Bisschoppen zich verplicht, alle liefde, maar tevens met allen "drangde Redactiën der Katholieke aden te vermanen Om, zoowel bij het schrijven van arti- Herinnering uit de Missiën. 1) - ^et was een echt Chineesch landschap, 0 eigenaardig door zijne waaiervormig ge beide boomen, en de bouworde der wo rgen, doch by al dat schilderachtige was '"eestal door de aanleggers de perspectief ®rzuimd. Aan de eene zijde strekte zich een onaf- '^baar haverveld uit, overtogen als met j®r' groen waas, verruklijk door deszelfs lachheid en kleur, het geheel omringd door Perbeziënboomen, en de reeds ten onder ^gende zon wierp over deze landstreek jare breede en als getande schaduwaan j® zuidzijde werd de gezichteinder beperkt ®Qr heuvelen, geheel overdekt met boschaad- s> die in de verte het aanzien hadden van kelen, als bij het plaatsen van ingezonden stukken en het overnemen uit andere Bladen, zich met zorg te onthouden van beleedigende polemiek tegen personen, van kwetsende opmerkingen tegenover andere Redactiën, en in het algemeen van alle onnoodige en niet ter zake doende aanvallen, die slechts aanleiding kunnen geven tot nutteloos twist geschrijf. 2". Om bij het verdedigen van eigen meeningen zich altijd te laten leiden door de regelen der christelijke voorzichtigheid en bescheidenheid. Het Nederlandsch Episcopaat durft ver trouwen, dat de Katholieke Redactiën aan deze ernstige vermaning gaarne gevolg zullen geven. Utrecht, den lln November 1896. t H. yan de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht. f C. J. M. Bottemanne, Bisschop van Haarlem. -f P. Leijten, Bisschop van Breda. f Fr. A. H. Boermans, Bisschop van Roermond. "h W. van de Ven, Bisschop van 's Bosch. IX. Plaats- en straatnamen geven dikwijls aanleiding tot veel hoofdbrekens, hoe die naam toch in de wereld mag zijn gekomen. Dat ze dikwijls een eigenaardigen oorsprong hebben, voortkomende uit den mond der goê-gemeente en overgenomen in algemeen gebruik, is een bekend feit. Zelfs de bouw meesters geven aan straten hunnen naam we hebben er hier voorbeelden van. Zoo heb ik den juisten oorsprong van eenige straatnamen na-gezocht, en mij dikwijls met gissingen moeten vergenoegen, omdat uitgestrekte oranjekweekerijen ten noorden stroomde een lieflijke rivier, door welker helderschijnend water men eene menigte vreemdsoortige visschen kon zien, welke de reigers met hunne lange bekken langs den oever beloerden, en vervolgens, als goed gedresseerde honden, aan hunne meesters brachten, die vadzig in het gras lagen. Met eene pont stak men deze rivier over, die geleidde naar een even schoon dorp, welks lage huizen overschaduwd werden door het spitse en verglaasde dak van eene pagode, toegewijd aan den wijsgeer Foë, die tijdens hij aan zijne discipelen eenige zedekundige voorschriften onderwees, zich inderdaad ver beeldde, dat hij in gemeenschap met zijne voorneven tot den staat der godheid zou overgaan. Nu, deze dag was een dergene, welke aan zyne dienst was toegewijd. De chineesche Priesters lieten de tam-tam en zeehoorns aan de poorten des tempels weer galmen, en riepen de afgodendienaars op, om hunne oflers te komen plengen. Zoodra de tempel, na afloop der heiden- sche eeredienst, gesloten was, verspreidden zich de kindaren, die met hunne ouders mede waren gekomen, en begonnen langs de wegen van het dorp te speleneen van de tijd van benoeming meestal in het duis ter lag. Het «Frankenland" was mij ook lang een vreemde naam gebleven voor een gracht de oplossing ervan was toch eenvoudig. Reeds in 1336 is het Frankenland ge graven, op last van graaf Willem, uit het huis van Henegouwen. De volgende oorkonde behelst dit bevel «Wij Willem, grave van henegn. van «hollant van zelandt ende here van vrijs- «lant, ontbieden U hendrik van polanen, «onsen bailue van rinlant, gherit heijnsz. «onse rentmeester van noert-hollant ende «Jan van der Spange, onsen baeliu van «Schyedamme, dat ghy onse lueden van «Schyedamme laet delven ene havene doer »'t vranckelandt alsoe lanck ende alsoe wijt «als hem oerbaer is «Gegeven te Valentin des Woensdags na be- «loken pasen intjaer ons heren MCCCXXX VI". Jan van der Spange was de edelman die op het oude slot van Spangen woonde hij behoorde onder de voornamen van den lande, en was door huwelijk en misschien ook door afkomst, nauw verbonden met het adellijk geslacht der Mathenessen. Uit dit bevel van graaf Willem blijkt duidelijk, dat de naam «Vranckelant" reeds bestond, en dat daarmede de streek, tus- schen de stad en de rivier, werd aangeduid. Inderdaad vindt men op oude schetsteeke- ningen der stad ook deze naam aan de geheele uitgestrektheid gronds aan die zijde der stad gegeven, zooals de streeks noordwaarts den naam van »'s-Gravenland" draagt. Wie nu dien naam aan dat land gegeven heeft, en waarom, dat is niet uit te visschen. Zooals immer, zal ook daar de gewoonte het recht gemaakt hebben. De dusgenoemde «nieuwe" haven door het Vranckelant bracht een nieuw leven en meer handel in de stad,vooral toen in 1394 Willem van Beijeren aan de haven van Schiedam alle vrijheid gaf, en vrijdom van tollen. Reeds in 1339, dus waarschijnlijk bij het gereed komen van de haven, gaf graat Willem hen, tenger van gedaante maar te gelijk zachtaardig van uitzicht, zonderde zich, on der het opgooien van zijn vliegenden vogel, die bij de Chineesche kinderen den bij onze Europeesche jeugd zoo geliefkoosden vlieger vervangt, ongemerkt van de anderen af, en onder zijn overhaastigen loop, ontmoette hij een ander kind, dat langzaam voortliep, terwijl hij zijne les leerde van het schrijf plankje, dat hij in den hand hield. Zijt gij het, Ahyma? zelde deze' aan den onbesuisden speler. Ja, dat ben ik, antwoordde hij, ik kom van de pagode. Maar waar komt gij van daan, Tai-Tson, dat ik u niet gezien heb 1 Wij gaan nooit naar den tempel van Foë, noch naar dien van Confusius, noch van Lao Kiou, antwoordde het kind op ern- stigen toonmijn vader aanbidt den Heer des Hemels, en heeft ook mij dien leeren kennen. En heeft die Heer der Hemelen ook een tempel? vroeg Ahyma met eene uit drukking van levendige nieuwsgierigheid. Oh, jaen men ziet er zulke leelijke figuren met dikken buik en mismaakt ge zicht nietonze tempel heeft een wit ver sierd altaar, waarboven eene heerlijke beeld verlof tot het maken varTeene sluis, en het heffen van sluisgelden, waarvan de stad de baten zou mogen trekken, met uitkeering van een zeker gedeelte aan de geestelijkheid of de skercke." De «nieuwe" haven werd ook bestemd om er 't stads koggeschip te leggen, dat in tijde van oorlog den graaf met Schiedamsche manschappen moest ondersteunen. Want in dezelfde keure, waarin Willem van Hene gouwen den aanmaak der sluis goedkeurt, bepaalt hij nog eens uitdrukkelijk het aantal manschappen, dat mede zal trekken »ter heirvaart" van den vorst, en tevens de grootte en bemanning van het koggeschip, dat den graaf moest bijstaan in den krijg. Afbeel dingen van liet koggeschip, vindt men nog in oude boeken, en de beschrijvers van Holland's oude geschiedenis melden, dat in dien tijd op het Schiedamsche oorlogsschip bijna tweemaal zóóveel manschappen mede- trokken ten strijde, als er door het naburige Rotterdam werden opgeleverd. Een bewijs voor den meerderen bloei en macht onzer stede. «Het kan verkeeren!" zegt Breêro. Later werd de bestemming van het kogge schip een geheel andere. Toen de republiek was gevestigd, en de stad hare vaste ver tegenwoordigers had in 's land raadzaal, in de Algemeene Staten en in de Staten van Holland, diende het stads-jacht, zooals toen de naam was, om «Hunne Hoog- en Edel- mogenden" te water naar Den Haag over te brengen, wanneer de zittingen begon nen, en ze na afloop ervan weer naar Schiedam terug te voeren. Gedurende den tijd der zittingen woonden de Schiedamsche afgevaardigden met nog eenige andere uit de kleine steden van Holland, in het huis waar tegenwoordig de landsdrukkerij is ge vestigd, op den Fiuweelen Burgwal te 's Gra- venhage. g. g. tenis, eene jonge moeder en haren zoon voorstellende. Beide zijn zoo beminlijk, dat men zich gedrongen gevoelt om hen aan te roepen. En is dat uw God Foë? Dat is onze God en zijne moeder, en luister, voegde het Christen kind er bij, terwijl hij hem een rozenkrans, die hij onder zijn kleed om den hals droeg, lietzienjwij zeggen hen onze gebeden op, terwijl wij ze aan de kralen dezer ketting tellen. O zulke schoone gebeden, en die men beter begrijpt dan de verschillende namen van Brahma, Vichnou of Chrisna. En wie heeft u die geleerd? Welde Meester, de Vader. -— Waar is hij Wilt ge hem zien? Kom maar met mij mede Ik volg u. Wordt vervolgd.) NIEUWE SCHIEDAUE COURANT *«=M»Ug eil VUIl Li, JA. Wil Ui

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 1