Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
- --sa- *»»»- S58MS8nBS
VIIFTIGIARIG IVBILÉ VAN LIEFDE.
i
($)p Lnnf ^nncenftuo feestgetij.
sfc*
SINT YINCENTIVS ZII IN MVLDE GEBRACHT
«*lo
20ste Jaarg.
Zondag 7 Februari 1897. Eerste Blad.
No. 5713.
^ureau ~3$oter$tvaat 50.
Bil DIT
Ja
Met Christus arm.
F
a#*-
s. s.
i
(fê§fr
v#-
0
PRIJS TAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederiand
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
- 2.
- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
■«tfP
Uit 't Paradijs gaan,
Helaas, helaasSchuwt vrij, o Vromen-oog,
Het lompenkleedRas streng en deugdzaam sparen
Daar draagt de mensch reeds 't blinkend hoofd omhoog
In 't rijk gewaad de schand reeds weggevaren;
Maar neen; geen drop ontvlood aan 's hemels boog;
Hoe de oogst mislukt!. Daar dreigen krijgsgevaren i
Verbroken ach, ligt alle menschenkracht,
Tot 's vaders schand de deugd zelfs weêrgebracht.
Dus schande altoos?.. Neen, driewerf heil, U, Armen!
Daar daalt op aard' de Vlek'looze onschuld neer
Nooit droeg, o neen, bij 't eindeloos erbarmen,
De zondedrift in 't heilig vleesch de Heer
Maar 't zondekleed, de lomp, moest Hem verwarmen.
In Bethlem reeds Juicht, Armen, in uw eer
Hij, die omhoog nooit 't armoekleei kon dragen,
Schoon rein en vrij uit wondren Doop herboren,
Gij Adams zoon, wischt 's vaders schande niet
Wil Christofoor den sterksten Heer behooren,
Toch dreigt de vloed, de kamp in het verschiet
Wat driften wet doet 't dierlijk vleesch nog hooren
Zie, 't voorhoofd bloost, schoon 't harte weerstand biedt
En vreugde en rust?O ziet, bij 't eeuwenkarmen,
half-gekleed, steeds de Armen.
f
Hij kwam 't op aard' een
koningsdochter
s&SLa
•«.•If, n
iiv
Hij
Droef, schamelarm door gansch het leven heen
Wat karavaan daar naar Egyptes Staten
't leerambt, zwaar, rest Hem geen enk'le steen,
Die, tot de rust, 't vermoeide hoofd kan baten
Di 't eind: op 't Kruis, bij 't moederlijk geween
Ter nauwernood een lendendoek gelaten
Wat verder ooit Hem 's moeders liefde spon,
hoe de beul des Kruislings kleedren won.
Leiden.
r^P-S^SdSZSZSZSttZSttZSZSRSPS'cïSPSP.SPSÏS-tlSPSZ
Maar, Bethlems-lomp, IJ eerde, kussend, 't Oosten
Egyptes palm! Ge omwuifdet 't goddlijk Kind!
Maar Thabor-glans zou bij zijn leerambt troosten
Den Arme, door den Vader 't meest bemind;
Maar zon en aard', ja rotsen angstkreet loosten
Als aan het Kruis, Hem Judas gouddorst bindt;
Dus 't zondekleed, ter glorie omgeschapen,
Spreidt Armen, U een Godsglans om de slapen.
Nu rijze uw beeld, VincentiusOok gij
Hebt de armoe hoog in Christusglans verheven
Stond zonde en schand op nieuw heur kleed nabij,
Gij hebt der Bruid heur Bruidegom hergeven,
En heel uw kroost, 't juicht thans bij 't feestgetij
»Door ons ook kwam weer God in de armen leven"
Zoo juich dan voort, gij, feest der lieflijkheên,
Hoe 't Paradijs gij oproept uit 't verleên!
Liduina's kroost in Sint Vincentius eere
Liduina's kroost heur lijdenden ter kroon
Liduina's kroost wijdt zich der Armen Heere
Liduina's kroost der kranken hulpbetoon!
O, dat Uw macht, Uw liefde, o God, vermeere
Heur wondervolk, slechts heldendaan gewoon
Breng' vloot bij vloot een schat van goud en
Uw Arme, o God, zal 't Koningsdeel behooren.
P. M. Bots, R. C. priester.
ijen a,».
Jl
Ij;»
tnLUfu
koren
1®v Cf)U
m
sfo
UT
O)
a"0
I
t'itt