Stads- en Gewestelijk Nieuws. BINNENLAND. 6e' hiervan niets naders zeggen alvorens hare beslissing ten aanzien van elk onderdeel bekend is. In het Lagerhuis heeft Balfour eene ge lijkluidende verklaring afgelegd. De minister van koloniën, Chamberlain, verklaarde in het Engelsche Lagerhuis, dat het wetsontwerp strekkend om het hoog gerechtshof in Transvaal ondergeschikt te maken aan den Volksraad en om de rech ters te plaatsen onder het Uitvoerend Be wind wel bij den Volksraad is ingediend, maar hij heeft nog geen bericht ontvangen, dat dat ontwerp aangenomen is. In ieder geval zijn de rechten van de Engelsche burgers in Transvaal verzekerd door de conventie, welke de Engelsche regeering verklaard heeft in haar geheel te handhaven. De staatssecretaris Curzon heeft in het Lagerhuis medegedeeld, dat het doel van de voorgenomen zending naar Abessinië is, keizer Menelik de verzekering te geven van de vriendschappelijke bedoelingen, te trachten nauwere betrekkingen op politiek en handelsgebied aan te knoopen en zekere vraagstukken tot oplossing te brengen wel ke gerezen zijn tusschen de Engelsche autori teiten in het protectoraat van de Somali-kust. De jongste berichten uit Transvaal ge wagen van een constitutioneele crisis die een ernstigen toestand in 't leven heeft ge roepen. Naar aanleiding van zeker besluit van den Volksraad, waarvan het hoogge rechtshof de rechtsgeldigheid betwist, is een strijd ontstaan over de bevoegdheid van het hooggerechtshof. De Volksraad heeft nu een wetsontwerp aangenomen, waarin ver klaard wordt, dat het hooggerechtshof alleen het recht heeft weten te interpreteeren en de Volksraad de hoogste macht is in den Staat. De rechters hadden verschillende voorslagen aan de regeering gedaan om uitstel van behandeling te verkrijgen, ten einde tot eene vriendschappelijke oplossing te geraken, maar het Uitvoerend Bewind kon zich daarmede niet vereenigen en beval den Volksraad het ontwerp goed te keuren. De zitting van den Volksraad gaat heden uiteen tot Mei. Men verwacht belangwek kende gebeurtenissen. De pauzes werden, vooral voor ons Schie dammers die op het stuk van oikest-uit- voering bij tooneelvoorstellingen niet ver wend zijn, aangenaam door een orkest van dilettanten met eenige muziekstukken aan gevuld. Het eigenaardig tooneelgezelschap heeft niet alleen het vrij talrijke pubhek een genotvollen avond* bezorgd, maar ook in den meer gebruikelijken vorm een liefde werk voor de armen verricht. De opbrengst dezer tooneelvoorstelling zal toch, zooals men weet, aan de verschillende kerkelijke en par ticuliere armbesturen te dezer stede voor een extra bedeehng ten goede komen. Door B. en W. van Rotterdam is bij den Gemeenteraad een voorstel ingediend om den minister vergunning te vragen, tusschen de Parkhaven en den Schiemond te Oud- Delfshaven 15 boeien in de rivier te leggen, alsmede 325 meter grond aan den rechter Maasoever at te graven. De kosten worden geraamd op f210.000. Deze maatregel wordt voorgesteld, omdat de Charloische haven eerst over drie jaren gereed komt en de mogelijkheid zou kunnen bestaan, dat er gelijktijdig groote erts- en graanladingen komen. Schiedam, 26 Februari 1897. Door eenige dames en heeren dilettanten werd gisteren-avond in de zaal der Offi cieren-Vereeniging alhier eene tooneelvoor stelling gegeven, waarbij werd opgevoerd »Dr. Wespe", blijspel in 5 bedrijven van ftoderich Benedix. Dit tooneelstuk door een jeugdig stad genoot uit het Duitsch vertaald, doet een blik slaan in het leven der groote wereld het stuk speelt in een.badplaats het bevat als veelal dergelijke stukken, een liefdes historie met een niet onaardige ontknooping. Overigens schijnt dit stuk, waarbij de auteur zich blijkbaar alleen een voorstelling uit het hedendaagsche leven der hoogere standen ten doel heeft gesteld, bijzonder geschikt om door een dillettanten-gezelschap te worden opgevoerd. De dames en heeren, die gisteren voor het voetlicht traden, brachten het werke lijk goed tot zijn recht. Het ligt niet op onzen weg in bijzonderheden te treden, maar in 't aigemeen mogen we voorzeker getuigen, dat de actrices en acteurs soms in hun verdienstelijk spel een oogenblik deden vergeten, dat zij dillettanten waren. In 't bijzonder verdient bewondering het uitnemend spel van haar die de rol van Thekla vervulde, waar zij eerst Dinsdag die rol wegens ernstige ongesteldheid der voor die rol aangewezen dame op zich heeft genomen. Ook de andere dames en heeren, die de hoofdrollen in het stuk vervulden, waren blijkbaar geheel met hun rol ver trouwd en bewogen zich daarin zoo gemak kelijk als waren zij gewoon in tooneelspelen voor het publiek op te treden. Aan het eind der voorstelling werd hun verdien- «telijk spel door het aanbieden van fraaie kransen gehuldigd. Zooals men weet, is voor eenigen tijd te Rotterdam een comité opgericht om tot de oprichting van een standbeeld voor Maarten Harpertszoon Tromp te geraken. Met de bijeenbrenging van de noodige gelden schijnt het echter nog niet te willen vlotten. Van de 1400 circulaires die het comité rondzond, om bijdragen, heeft het op meer dan duizend [welke een gefrankeerd inteekenbiljet bevatten geen antwoord ontvangen. Het comité heeft zich dan ook nog niet de helft der som kunnen verzekeren, die als minimum voor de verwezenlijking van zijn denkbeeld moest worden gesteld. Het comité doet daarom een nieuw beroep op de burgerij. Het herhaalt, dat er voor Rotterdam in het jaar der huldiging onzer Koningin en van den 300ste herdenking van Tromp's geboorte geen schooner historische feestviering denkbaar is dan de oprichting van een standbeeld voor Rotterdam's burger, den zeeheld Tromp, die onder alle tegen spoed het Huis van Oranje onwrikbaar trouw bleef. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 25 Februari. Vanwege de behandeling der interpellatie- Lohman in zake de ontslag-aanvrage van dr. Bredius was een groote toevloed van bezoekers op de tribunes. De heer DeSavornin Lohman, de interpellant, beweerde dat de minister door benoeming van den heer Waller een voor dr. Bredius stuitende handeling ver richtte en vroeg of de minister aan dr. Bredius een voordracht gevraagd heeft met belofte den voorgedragene te benoemen of hij buiten Bredius een ander ter benoeming voordroeg en aan dr. Bredius medegedeeld had dat hij een ander zou benoemen. De minister van binnenlandsche zaken, de heer Van Houten, ontkende woord breuk te hebben gepleegd tegenover dr Bredius en betoogde uitvoerig dat er tus schen den heer Bredius en hem verschil be stond over het karakter der benoeming van een onder-directeur, daar dr. Bredius wilde een beambte zonder toekomst en de minis ter iemand die zijn opleiding voor de kunst zou voortzetten. Ook had dr. Bredius een benoeming bij het museum te Amsterdam afgeslagen. De minister beriep zich vooral op het verlangen van dr. Bredius om op een of andere wijze een eind te maken aan de vacature. De Minister meende naar staats belang door de benoeming van den heer Waller, die reeds bij het prenten-kabinet werkzaam was, aan het verzoek te hebben voldaan. Deze benoeming is niet het gevolg van protectie en de referendaris De Stuers had er evenmin de hand in. De Minister be treurde het besluit van dr. Bredius voor de kunst, maar was tot de uiterste grens zijner waardigheid gegaan, volhoudende datdr. Bre dius kon verwachten dat hy diens candidaat Iniet zou benoemen. De heer Lohman bleef 's Ministers handelwijze afkeuren tegenover een ver dienstelijk man als dr. Bredius en wees den Minister, die zich op een aanbeveling van den heer Franken voor den heer Waller beriep, erop, dat den heer Franken geschre ven had, dat hij den heer Waller voor onder directeur van het Mauritshuis ongeschikt achtte. Spreker wilde geen motie voorstellen, ofschoon het zeker is, dat een motie, de wenschelijkheid uitsprekende van het behoud van dr. Bredius, algemeene instemming zou vinden handgeklapmaar hij verklaarde te meenen dat dr. Bredius de zaak te hoog heeft opgevat, en er voor dezen geen reden bestond om bij zijn ontslag-aanvrage te vol harden. De Minister bleet ontkennen, zich aan den heer Bredius in eenig opzicht te hebben vergrepen hij zeide ook tegenover hem als ambtenaar de discipline te zullen handhaven. Als hij voortgaat de benoeming te critiseeren en publiek in debat te bren gen, zou hem zijn ontslag zelfs niet eervol kunnen worden verleend- De heer Lohman meende, dat kunstenaars fijngevoelig zijn, en niet elk woord hunner- moet misduid worden, en drong er opaan, de zaak tot een goed einde te brengen Hiermede was de interpellatie afgeloopen. De behandeling van het wetsontwerp van de Kamers van Arbeid, daarna nog voortgezet, is niet ver gevorderd. Aan de orde was art. 3 definieerende wie patroons en wie werklieden zijn. De kwestie rees daarbij, waaronder men mees tertneclits, onderbazen enz. moet rang schikken. De heeren Drucker, Kerdijk, L oh- man, Kuyper en Held zijn het niet geheel eens met de zienswijze der regee ring, die bedoelde personen als werklieden wil beschouwd zien. Zij erkennen, dat zij geen patroons zijn, maar hebben ook be zwaren hen als werklieden te beschouwen, omdat zij in zekeren zin als bazen tegenover werklieden staan en het vertrouwen van den werkman met hebben. De Minister, beweerde, dat de werklieden hen dan ook wel niet tot lid der Kamer zullen kiezen, doch de heeren D r u c k e r en H e I d t e. a. vreezen, dat dit onder pressie toch wel zal gebeuren. De heeren Drucker c. s. hebben daar om amendementen voorgesteld om het voor stel der regeering in hun geest te wijzigen. Tot stemming daarover is het echter nog niet gekomen, te minder omdat er nog andere amendementen en wijzigingen der reeds voorgestelde amendementen zijn aan gekondigd. Door de Commissie van Rapporteurs uit de Tweede Kamer zijn op het wetsontwerp tot oprichting van Kamers van Arbeid de volgende amendementen voorgesteld lo. Om aan art. 3, eerste lid, toe te voe gen dat deze wet ook onder patroons verstaat hen, die, werkzaam of werkzaam geweest in een bedrijf, dat in de Kamer vertegen woordigd zal zijn, wegens den aard van hun werkzaamheden met patroons worden ge lijkgesteld. 2o. Om art. 5 te lezen als volgt: »De Kamer bestaat voor de eene helft uit pa troons, gekozen door patroons, voor de ander» helft uit werklieden, gekozen door de werklieden, werkzaam of werkzaam geweest in het bedrijf of de bedrijven in de Kamer vertegenwoordigd. H. M. de Koningin-Regentas heeft aan de afdeeling Leiden en Omstreken der Nederl. Maatschappij voor tuinbouw en plantkunde twee zilveren medailles geschonken als grijzen voor de tentoonstelling van genoemde afdeeling, te houden van 7—11 Juli 1897. Door het overlijden van den Staatsraad mr. Swart is mr. C. A. J. Heijdenrijk thans het oudste lid naar tijd van benoeming van den Raad van State en treedt hij volgens de voogdij wet op als lid van der. Saad van Voogdij over Hr M. de Koningin. De Minister van Buitenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de heer jhr. mr. J. E. de Sturler. benoemd consul-generaal te Bangkok, aan zijn depar tement te spreken zal zijn op Dinsdag 2 Maart, van 1 tot 4 uren 's namiddags. (Sfcf.) De Residentiebode verhaalt Zooals gemeld werd, trad de heer Waller in den loop der vorige week in functie, nog vóór het vertrek van den heer Bredius naar Berlijn. Als een aardige bijzonderheid maken wjj melding van de eerste werkzaamheid st het Mauritshuis een album, waarin &"eS wat met betrekking tot ons museum d°ot graveerstift of zefhaak op papier is gebracht» verzameld wordt. Het bijhouden dier verzameling behoof tot de werkzaamheden van den onder directeur. Toen de heer Waller, daarnoed® in kennis gesteld, met het valbum" ee° aanvang wilde maken, was het eerste, ^at zijn hand te doen vond, het opplakken d®r plaat van De Nederlanaschen Spectator va® 13 Februari, eer. in sommige opzicht®11 minder gepaste, maar toch ondeugende parodie leverende op zijn eigen benoemi®?' In de vergadering met gesloten deur®11 van 22 Febr. jl. werd den gemeenteraad t® Leiden mededeeling gedaan van den bn® van commissarissen der bank van leening' houdende kennisgeving dat de control®®r dier instelling, D. de Bruyn' op grond va(l de daarin medegedeelde feiten, in zijn betrek' king met ingang van 21 Februari is geschofl met verlies van tractement. Naar aanleiding daarvan is De Bruyn do°r Burg. en Weth. gehoord en zijn de in de® brief van commissarissen der bank va® leening vermelde feiten door hem erkend- De raad had daarom in overweging gegev®® D. de Bruyn voornoemd als controleur d®r bank van leening te ontslaan. De raad heel' gisteren aldus besloten, (IV. R. Ct.) In het N. v. d. D. werd de vraag g®' steld. wie in 1898 koningin Wilhelmina d® kroon op het hoofd moet plaatsen, of da' zij die zelve neemt. Het IV, v. d. D. beantwoordt deze vraag met erop te wijzen, dat hier te Lande e®° eigenlijke »kroning" niet bestaat. De drie vorige Koningen hebben den eed op de Grondwet afgelegd, en de Stated' Generaal, als vertegenwoordigers van h®1 Nederlatidsche volk, deden den eed aan de® Koning. De kroon was wel in de onmidde'" lijke nabijheid van den troon aanwez'g' doch bleef rustig op haar plaats liggen. Er is geen enkele reden waarom h®1 thans anders zou geschiedenmaar b®' veelal gebruikte woord skroniugsplechtig' heid", kan allicht menigeen hieromtrent de war brengen. De Grondwet spreekt al' leen van huldigen, en niet van kronen. Naar aanleiding hiervan geeft de b®®r J. W. D. Roëil in genoemd blad het v°' gende denkbeeld »Wij verkeeren in eer. buitengewone o®1 standigheid. Wij hebben geen Koning, d1® zichzelf zou moeten kronen. »Maar nu zou het m. i. een heerll) oogenblik zijn voor de Koningin-Regent®'' als zij Haar kind de kroon op het hoo' mocht zetten, als Koningin van Nederland Te Amsterdam had gisteren de plechtig® teraardebestelling plaats van het stoff®'lJ overschot van mr. J. J. W. van den Bies®11' In den vroegen ochtend werd het lijk de kerk aan de Vondelstraat gebracht, waa^ de plechtige requiem mis gecelebreerd door den zoon des overledenen, den welee' heer Chr. van den Biesen, professor te M Hill, geassisteerd door de weleerw. heef®® J. van den Biesen, kapelaan te Leur, a'9 diaken, J. Goense en M. A. Thomps°°' kapelaans der Vondelkerk, als subdiaken cei emoniarius. Nadat daarop eene stille mis gevolgd ^ftS' werd de begrafenisstoet samengesteld, f stoffelijk overschot werd door de oud"1® leden van de cunferentiën der St. centius-vereeniging in den lijkwagen ëe dragen. In den geest des overled® was overigens alle uiterlijke praal verreed®® geen enkele krans bedekte het zwarte ®J kleed dat alleen het kruis deed zien. Ach den lijkwagen volgden een menigte ver'®^ genwoordigers van onderscheidene veree® gingen en corporatiën. Omstreeks twaalf kwam de stoet op het kerkhof liefde" aan. g In de kapel der begraafplaats werde® plechtigheden verricht door den hooge® waarmee de nieuwe onderdirecteur werd belast. Zooals bekend is, bestaat er cp 1 assisteerd door de zeereerw. heeren heer Dankelman, deken van Haarlem» Sch*fllt'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 2