Dagblad voor Schiedam en Omstreken. ^steblad. Invoerrechten. 20ste Jaarj Zondaar 2 Mei 1897. No. 5783. l&xxveaxx ^otev&txaai 50. l i 11: BEBICHTËnT K e luus g e Y i n g. te?en aan a van"rmKlgezetenen' dat°P Kennisge ving. Konnisgeyinff. PRIJS TAN DIT BLAD: J°°r Schledam per 3 maanden Fran 'co per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers ilji PRIJS DER ADTERTENTIËN: Van 16 regels I f 0.60 Elke gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. nriChinTrnkunnoe g6Taar' schade of r Kunnen veroorzaken. dam, Rgemeester en wethouders van Schie- l ^even kennit ^PMingen der Hinderwet; ^Jgenden verin- en zlJne 'echtver- lchUnq eenl! f verleend is tot op- en zinkw„rk inh%PfS Van ko<>er^ bllk- l9d, kadaster pandaan de Hoofdstraat Sch' L-no> 1206 Bur den 29St6n APril 1897- 9emeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. -He secretaris, vernède. SCHUTTERIJ. 61 ^ehoortrIfn a/kondiging geschied, waar BUrge T"> den l8tc" Mei 1897. ster en Wethouders van Schiedam, VERSTEEG. De secretaris, VERNÈDE. Open dng tot inschrijving voor de Schutterij. ^Meester en wethouders van Schie- K-flri|2lir827e /W,et ?P de schutterijen van 11 N^nder de 17k ®n in het lft6 hebben te dier wet' die betrek- op he jaarhjksche inschrijving, zoo tot de bestaande registers van vroegere jaren als tot de inschrijving die in de laatste helft der maand Mei van ieder jaar moet geschieden Doen te weten dat de registers voor de SCHUTTERIJ, van de geborenen in de jaren iZóf tot en met z8?2, zulleu worden geopend ter inschrijving van alle mannelijke ingezetenen, die tot bet laatstgemelde jaar behooren, alsmede van hen, die, in de vorige jaren geboren zijn en sedert de vorige inschrijving zich alhier metterwoon hebben gevestigd, waaronder ook begrepen zijn de mi litairen, na dien tijd gepasporteerd, en de vreemdelingen, van buiten het rijk gekomen, die alhier zijn komen wonen, voor zooverre deze iaatsten het voornemen om zich in dit rijk neder te zetten, hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door de werkelijke overbrenging van den zetel van hun vermogen en de hoofdmiddelen van hnn bestaan "aar hier, zonder dat de tijdelijke uitoefening van eenig bedrijf of handwerk, in eenige ondergeschikte betrekking, als zoodanig voornemen wordt aangemerktallen wel ken zullen worden ingeschreven in dat register, waar toe zij volgens hunne ouderdom behooran op Zaterdagden 15d«i Mei of Maandag, den 1711™ Mei 1897, op beide dagen des voormiddags van 40 tot des middaqs 12 ure, ten einde zich te laten inschrijven. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den l8'™ Mei 1897. Burgemeester en wethouders van Schiedam VERSTEEG. De secretaris, VERNÈDE. De naderende verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal hebben het vraagstuk der te volgen handelsstaatkunde weder meer dan ooit aan de orde gesteld. In verschillende vergaderingen met het oog op den aanstaanden stembusstrijd belegd, is het vraagstuk der beschermende rechten door voor- en tegenstandets besproken. Het blijkt meer en meer, dat de vraagvrij handel of bescherming, door het nieuwe kiezerskorps bij de aanstaande verkiezingen zal worden beslist. Onder deze omstandig heden is zeker eene bespreking van het vraagstuk der invoerrechten niet misplaatst en behoort men met aandacht kennis te nemen van hetgeen door mede- en tegen standers omtrent deze belangwekkende kwestie in 't midden wordt gebracht. Reeds vroeger is er op gewezen, dat het katholiek en het antirevolutionair program hierin overeenstemmen, dat zij beiden wijzi ging, d. i. verhooging van invoerrechten, vorderen. Omdat het vraagstuk der invoerrechten zulk eene uitnemende actueele beteekenis heett, meenen wij onze lezers geen ondienst te bewijzen door hun een bladzijde uit de Standaard onder de oogen te brengen, waarin Dr. Kuyper den zin en de strekking van deze paragraaf, de uitgebreidheid van de gevorderde verhooging en de motieven dezer vordering uiteenzet. Die uiteenzetting werpt weer nieuw licht op deze zoo fel besproken kwestie, en toont ue onhoudbaarheid van het tegenwoordig stelsel aan met eene duidelijkheid, die wel in staat is den verstokte vrijhandelaars zoo niet te bekeeren dan toch in verlegenheid te brengen. Dat ons tarief van invoerrechten, aldus de Standard, geheel afgezien van het vraag stuk der bescherming, en met name van dat der graanrechten, velerlei wijziging be hoeft, wordt niet ernstig betwist. Ook op wijziging in den zin van verhooging en uit breiding daarentegen dient, waar het be werkte artikelen betreft, te worden aange drongen, in verband met de sociale kwestie, ter bevordering van den nationalen arbeid. Zelfs indien men het profijt van lagere prijzen, als gevolg van goedkoopere bewer king, door aanwending van natuurkrachten enz., ter plaatse van oorsprong, aan den kooper wil laten, is er toch in geen geval reden om het gebruik van buitenlandschen arbeid ten koste van den nationalen arbeid ook daar ongehinderd te laten, waar dit profijt niet aanwijsbpar is, en het buiten land door hooge invoerrechten voor onzen arbeid de concurrentie met den zijnen feite lijk afsnijdt. Vooral een volk gelijk het onze, dat zjjn grondstoffen voor een zoo aan merkelijk deel uit het buitenland moet ontr bieden, geraakt daardoor noodzakelijkerwijze ten achteren. Wij laten op die manier, ook bij die artikelen, bij welke elke geldige reden van voorkeur ontbreekt, den ons vreemden werkman voor ons bearbeiden, onthouden dat werk aan onze eigene werk lieden, en zien het lijdelijk aan, dat de buitenlander door zijn hoog tarief het aan onze werklieden onmogelijk maakt deze schade op aan het buitenland te leveren arbeid te verhalen. Vrije concurrentie op het terrein van den arbeid ware uitnemend mits ze wederkeerig zij. Dan kon bij elk volk die soort nijverheid bloeien, die het best bij zijn aard en bij de natuur van het land past. Zoo zou het buitenland ons voor zien van die artikelen, die hier minder goed koop ot minder goed te maken zijn, en wij zouden omgekeerd het buitenland voorzien van wat hier beter kan gedijen. Maar de kracht van dezen gezonden regel is feitelijk gebroken, nu de meeste andere landen den invoer van onze artikelen op ernstige wijze belemmeren, onderwijl hun artikelen bij ons zoo goed als vrij inkomen. Van protectie in eigenlijken zin is hier bij geen sprake. Deze bedoelt, heel anders door afsnijding van buitenlandschen invoer tijdelijk het opkomen van nieuwe indus- strieën te bevorderen, ot duurzaam bestaande industrieën te doen bloeien, door stelsel matig den ruilhandel tegen te gaan. Wat het Program vraagt is daarentegen niets anders, dan dat van industrieën, die hier inheemsch zijn, en die thans het slachtoffer dreigen te worden van de ongelijke concur rentie met het buitenland, de ondergang worde afgeweerden zulks overmits van den bloei dezer industrieën het belang van de werkende klasse voor een zoo aanmer kelijk deel afhangt, overmits waar deze industrieën ondergaan, de alsdan ontslagen werklieden elders geen nieuwen arbeid vinden. Het kapitaal kan elders nog gelegenheid tot aanwending vinden, en de kunstvaardig heid in het buitenland emplooi zoeken maar de werklieden, wier natuurlijk werk men aan de werklieden m het buitenland over doet, worden het kind van de rekening. Zij kunnen niet in massa naar het buitenland trekken, en waar dit op onze Oostergrens reeds nu op niet zoo geringe schaal plaats vindt, strijdt dit met het nationaal belang. In het waken hiertegen steekt alzoo niets dan zelfverdediging, naardien deze maat regel slechts dan en in zooverre ware toe te passen, als de feiten uitwezen, dat zoo d.eigend gevaar aanwezig is. Tevens zou de Regeering in zulk een maatregel het middel bezitten, om bij het sluiten van handels verdragen betere conditiën te bedingen, teneinde, waar dientengevolge de tegen ons gekeerde tarieven daalden, ook zelve tot partieele verlaging over te gaan. Bedoeld is alzoolo. zulk een wijziging van het tarief van invoerrechten, als noodig is, om bijzondere onregelmatigheden weg te nemen, en 2o. zulk een uitbreiding, ook door verhooging, als geëischt wordt om de concurrentie van den nationalen arbeid met den arbeid in het buitenland bij hier te lande uit haren aard thuis behoorende in dustrieën mogelyk te doen blijven, of weer mogelijk te doen worden. Wel was lange jaren de openbare meening, door de uitkomsten van een eenzijdige staat huishoudkundige school voorgelicht, tegen eiken maatregel van dezen aard gekant, maar hier staat tegenover, dat de invloed rijkste deskundigen in Duitschland.Frankrijk, Oostenrijk en de Vereenigde Staten, om nu van kleinere staten niet te gewagen, sinds na overtuiging de verantwoordelijkheid op zich namen, om den dusver gevolgden koers te wijzigeniets wat te meer zegt, waar meer dan één hunner voorheen persoonlijk van tegenovergestelde meening was. iiiiiii''! iiii''Oiiiiiiiii'iiuiiiiiiiiiii'Mi|i'iin;iii|iaiii',i['i;iiii;niii;miiiii'i»'ii PA.M, Qemeester en wethouders van Schie- d'". 7.September lsasw 1 koninklijk besluit m a Perron (staatsblad no. 55,) roepen bij Of kinderBP' -dl\ &ls gebuwd ot weduwnaars sehun .iu tweed" kL» afg<do°Pen jaar, dien ovlv-V'j «ju i n algemeen* rol der Veri Hen hunn. 8edert dien door het alJ"ten hebben °.f,k:ndere", de bevoegdheid aW ltt de eerste H 86 'e verbliJTen, en dus du.imeeile rol ir e r Voor dit jaar op te maken ge. 'Se velnfr-ngSChikt moeten. ™den, om van aa/®' of Wel zich'd"8 f™". om8timd'gheden kennis te "ehttH l0e'dcn vo'or d te/secretarie. dezer gemeente i<D 'ji des aan te vangen inschrijving der C"t dezer ¥a aanstaande; zullende bij °re?!e°gev»lge nfet Z bebl.nShebbende, ingeval hij beshf^Wen dadervP blJzondere ro1 m°eht zijn Van bij fe sehm? VOlï?M art' 8 Tan voornoemd Verm- die in T ea lngelijfd, tegen ontslag brt oaderd de t Z1Jne.Plaats 18 opgeroepen, alles on- V der wet epa8!m8 Yan de straf, bedreigd bij Wurts Wordt n? 1 A?nl 1886 (s(aatsbtadro. 64.) en dat zii kenms Tan belanghebbenden ge- daart"-1 de resèr™ 348te •>aar bebben voleindigd aftike)J viJf jaren hf^001611' alsmede van ben, die zij 25 en 2« 1 be? ge8taan' °P gr™d van de balve"1- 8 verki^l der bovenaangehaalde wet, indien uUr ,i bezo fte^kZ<te ga^eento te brengen, door een verklaring tii ï?eil> Pitei-liiif11' 'Cn ^er 88cre^arie voornoemd te Vrj: d'e zulks niet 'T 30 Jnni a™staande, vermits Vj. i'igers die en doen, gehouden worden voor Mi» Vol&pvvj Q- vJ"oeger dao in de maand Juni j' ktunen am ontslag op bovenstaande Er» }s aanvragen. JX dat van deze inschrijving niemand der hiervoor be doelde personen is uitgezonderd, maar dat allen zonder onderscheiddaarin begrepen zijn, al ware het ook, dat zij zouden vermeenen, volgens de wet, tot vtijge- stelden of uitgeslolenen te behooren; zullende der halve, al de bovengcmelden, daartoe bij deze opgeroepen, moeten verschijnen ten raadhuize der gemeente-. De opgeroepen zullen verplicht zijn, bij hunne inschrijving opgave te doen van hunne namen, voorna men, van de plaats en den tijd hunner geboorte, hunner woonplaats met aanduiding van straat en nommer, het beroep hunner ouders en dat van hen zelf, of zij zijn gehuwd, ongehuwd, of weduwnaar, het getal hunner kinderen van beider geslacht, sedert wanneer zij inge- tenen der gemeente zijn en vanwaar zij alhier zijn komen inwonen, en eindelijk de redenen, die zij ver meenen te hebben, om van den schutterlijken dienst te worden vrijgesteld of uitgesloten. Wordende voorts ieder hunner, builen deze gemeente geborenaangemaand, om zich tijdig van een geboorte akte te voorzien, en zich alzoo van zijnen ouderdom te verzekeren, ten einde de inschrijving behoorlijk kunne geschieden, ea om te voorkomen, dat iemand door eene verkeerde opgave van zijnen ouderdom, vervalt m de straf bij de wet bepaald. De hierbij belanghebben worden mitsdien gewaar schuwd, om zich van hunne verlichting in deze te kwijten vermits uit kracht van art. 6 van het konink lijk besluit van 21 Maart 1828, al degenen, die zich voor het sluiten der registers op den eersten Juni eerstkomende, niet hebben laten inschrijven, alsnog ambtshalve zullen worden ingeschreven, en dat zij dientengevolge zullen worden verwezen in eene geld boete, en bovendien zonder loting bij de schutterij ingelijfd, indien het zal blijken, dat er, tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien hestonden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1