Dagblad voor Schiedam en Omstreken. bureau "SSofersfroaf 50. 20ste Jaarg. Donderdag 8 Juli 1897 No. 5835. PRIJS TAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco Der post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers S - 0.05 PRIJS DER ADTERTENTIËN: Van 16 regels ƒ0.60 Elke gewone regel meer-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. jgFlCIEELE BERICHTEN. Kennisgeving. Scj|E Burgemeester en wethouders van ^o^Edam die'1 te weten, dat door den raad dier ge in zijne vergadering van 22 Juni is vastgesteld de volgende verordening VERORDENING op de keuring van vleesch te Schiedam, j Artikel 1. Zijnde deze verordening aan de Gedepu teerde Staten van Zuid-Holland volgens hun OQstcn Juni bericht van den 2den Juli ^97, B no. 452 (2e afd.) G. S. no. 15 in afschrift mede gedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 6den Juli 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈDE. Kennisgeving. Burgemeester en wethouders van Schiedam, doen te weten, dat door den raad dier ge meente in zijne vergadering van 22 Juni 1897 is vastgesteld de volgende verordening VERORDENING op de keuring van visch te Schiedam. Zijnde deze verordening aan de Gedepu teerde Staten van Zuid-Holland volgens hun (2e afd.) G. S. no. 15 in afschrift mede gedeeld. En is hiervan afkondiging geschied op heden den 6don Juli 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈDE. "leze verordening wordt verstaan onder de De eenhoevige en de herkauwende dieren en *»ken8 "iti 5 ADe deelen van genoemde dieran met °nderir,g van huid, hoornen en klauwen a], ,ecschvcrkoof>ers Ieder, die den handel in vleesch i r'jf uitoefent \'"r>"eisterEen ambtenaar door Burgemeester en l0Uders benoemd voor de keuring van vleesch. Art. 2. te e' '8 verboden het beroep van vleeschverkooper uit Kevi°e^e®en' tenzÜ hiervan vooraf schriftelijk kennis- h,.t n8 ia gedaan aan den keurmeester met opgave van Perceel of de perceelen, waarin dit geschieden zal. VE, "Rten acht dagen na het in werking treden dezer L°rd«unz moeten de alsdan bestaande vleeschver- P?rs aan den keurmeester de perceelen opgeven, tln zij hnn beroep uitoefenen. <'°or (D'" keurmeester af te geven bewijs van ^Öet i5oV8»? der bovenvermelde aangifte moet op de eerste v. Vr*ag van de ambtenaren, met de handhaving dezer ,d«uing belast, terstond vertoond worden. Art. 3. 'ee U''en 'le' ?eva^ Tan noodslachting is het verboden v te slachten, wanneer niet ten minste 12 nur te de tijd ea de plaats der slachting aan den keur- dCt|ea'er zijn opgegeven. Van noodslachting moet aan u *eurmeester gelijke kennisgeving zijn gedaan bin- 2 uur na den aanvang dier slachting. Art. 4. ,e is verboden, na den dood van een stuk vee, Sedeelte daarvan aan de keuring te onttrekken. 3 'li die de slachting verrichten, zijn gehouden te Ij 8en, tl«t alle deelen van het dier zoodanig worden Ha dat er bij de keuring geen twijfel kan ont- aangaande den aard van elk deel, noch ook tot stuk vee het behoord heeft. «/"geboren vruchten mogen niet verwijderd worden, l0o^dat het onderzoek van den keurmeester is afge- Art. 6. is verboden tnsschen zonsonder- en opgang eesch in te voeren, j «et vleesch, dat van een andere gemeente wordt "gevoerd, moet onmiddellijk en wel langs een der SetnJe wegen worden overgebracht naar het lokaal, i aWege de gemeente voor de keuring van vleesch s'8md d.''0" Vim de zijde van Overschie aankomende, langs d 11 Dverschieschen weg, het Stationsplein, den Singel, l Droêrsvest en den ltotterdamschen dijk tot aan het !£'ngslckaal de ^an de zijde van Rotterdam aankomende, langs 0 Kotterdamschen dijk tot aan het keuringslokaal, Van de rivierzijde aankomende, langs deHoofd- 'aat, de Tninlaan, de Gerrit-Verboonstraat, de Koe- Karzt en den Rotterdamschen Dijk tot aan het keu- "Sslokaal j^o. Van de zijde van Vlaardinger-Ambacht aan- Q 'Pznde, langs den Vlaardinger dijk, de Westvest, de '«t-Verboonstraat, de Koemarkt en den Rotterdam- -ea Dijk tot aan het keuringslokaal Van de zijde van Kethel aankomende, lang3 den ^ethelweg, de Damlaan, de Vellevest, de Westvest, de ,rrit-Verboonstraat, de Koemarkt en den Rotterdam- Dijk tot aan het keuringslokaal. 'j aanvoer met openbare middelen van vervoer, ^atvan 3e losplaats niet aan een der bovengemelde 8cn i8 gelegen, moet het aangevoerde langs den U'ten weg naar dien der genoemde wegen worden ha "i welke het meest nabij is, om daarlangs verder het keuringslokaal gevoerd te worden. Det met openbare middelen van vervoer aangebrachte lyecsch wordt eerst dan gerekend te zijn ingevoerd, "itieer met de lossing is aangevangen. Art. 6. Öet ia verboden vleesch door te voeren, dat niet I ®®kt is door een geleibiljet, vermeldende de hoeveel- 'd, soort, afzender, ontvanger, middel en tijd van et'oer van het vleesch. Art. 7. Set is verboden vleesch, dat niet binnen de ge ënte is goedgekeud, te verkoopen, te koop te stellen, in gebruik te brengen of in- of op panden of erven voorhanden te hebben, of buiten de gevallen in de artt. 5, 6, 13 en 20 vermeld, te vervoeren. Art. 8. Het in de gemeente aangevoerde vleesch zal op kosten van den eigenaar in het kenringslokaal worden gekeurd. Vleesch op andere uren aan het keuringslokaal aan gevoerd, dan door Burgemeester en VVethouders*voor de keuring yan het lokaal is bepaald, zal voor risico van den eigenaar aldaar kosteloos worden opgeborgen tot de keuring heeft plaats gehad. Art. 9. De bepalingen van de artikelen 5—8 zijn niet toe passelijk op lo. Vleesch ingevoerd door anderen dan vleeschver- koopers bij hoeveelheden van minder dan 10 KG. en tot eigengebrnik bestemd, mits het vervoer geschiede met openbare middelen van vervoer of door de ver bruikers of hnn bedienden. 2o. Toebereid vleesch en vleesch verpakt en ver kocht in hermetiseh gesloten blikken of flesschen. Art. 10. Het is verboden vleesch, dat ondeugdelijk of scha delijk voor de gezondheid is (hetzij al dan niet gekeurd,) te koop te stellen, in verbruik te brengen of voor handen te hebben, of zonder politiegeleide te vervoeren. Art. 11. Ieder, die vleesch vervoert, is op de eerste aanma ning van de met het toezicht op de naleving dezer verordening belaste ambtenaren verplicht lo. Op te geven naam, beroep en woonplaats van zichzelf, van den persoon, door wien het vleesch is afgezonden en van dien, voor wien het bestemd is 2o. Te vertoonen het vleesch, het bewijs van keuring en het geleibiljet, in deze verordening voorgeschreven 3o. Het vleesch naar bet keuriugslokaal over te brengen, te doen overbrengen of ter overbrenging op zijn kosten aan deze ambtenaren af te geven. De sub. 2 en 3 hiervoor gestelde verplichtingen gelden ook voor de vleeschverkoopers en veehouders ten aanzien van het vleesch, dat hij hen voorhanden is, in of op panden of gronden voor hun berijf ge bezigd, of daarmede gemeenschap hebbende. Art. 12. Het van elders aangevoerde vleesch wordt niet ter kenring aangenomen, wanneer de vliezen van borst en buikholte zijn verwijderd of de verschillende organen niet door hunne natuurlijke hechtmiddelen aan het vleesch bevestigd zijn geb'even. Bij het bestaan van zwangerschap mag de baarmoe der worden uitgenomen, mits zij los wordt medege bracht. Van het bij dit artikel voorgeschrevene kan worden afgeweken, wanneer ten genoegen van den keurmeester de noodzakelijkheid der afwijking is aangetoond, of het vleesch afkomstig is van vee, dat na de slachting aan een openbaar slachthuis of door een gediplomeerd vee arts, tevens keurmeester, is goedgekeurd. Art. 13. Vleesch, dat overeenkomstig het in art. 12 bepaalde niet ter keuring is aangenomen, wordt, mits het niet ondeugdelijk zij, ter beschikking van den eigenaar gelaten, onder verplichting om het onmiddellijk uit de gemeente te verwijderen overeenkomstig de aanwij zingen, in het door den keurmeester af te geven ge leibiljet vermeld. Art. 14. Ten bewijze, dat de keuring heeft plaats gehad, worden op het vleesch stempels gedrukt, waarvan de vorm en het aantal door Burgemeester en Wethouders zijn bepaald. Het is verboden de op het vleesch gedrukte stempels geheel of gedeeltelijk onkenbaar te maken of daarvan te verwijderen. Art. 15. Wanneer het vleesch bij de kenring niet wordt goed gekeurd, heeft de belanghebbende het recht binnen 24 uren na de keuring bij Burgemeester en Wethouders een herkeuring aan te vragen. Deze herkeuring zal geschieden door 3 deskundigen, door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen. Wanneer de deskundigen niet eenstemmig zijn, geven zij bij meerderheid van stemmen een eindbeslissing. Geen aan aanvraag om herkeuring is geldig, wanneer daarbij niet het bewijs wordt overgelegd, dat door den aarvrager een bedrag van f25in de gemeentekas gestort is als cautie voor de kosten van herkeuring. De cautie wordt teruggegeven, indien het vleesch wordt goedgekeurd en, in geval het vleesch wordt af gekeurd, zoodra de kosten van herkeuring zijn voldaan. Art. 16. Belanghebbenden moeten gedoogen, dat de keur meester in het aan de keuring onderworpen vleesch de insnijdingen maakt, die hij noodig oordeelt. Art. 17. Vleesch, dat is afgekenrd, wordt in beslag genomen en onder politietoezicht voor de gezondheid onscha delijk gemaakt. Art. 18. Het is verboden werkzaamheden van ambtenaren te beletten, voor zoover die werkzaamheden strekken ter uitvoering van deze verordening. Art. 19. Met het opsporen van overtredingen dezer verorde ning zijn belast, de keurmeester van het vleesch en de beambten van politie. Art. 20. Ter handhaving der bepalingen van de artt. 2, 3, 7,10 en 17 Wordt aan de keurmeesters en de beambten van politie de last verstrekt, om de woningen en alle an dere gebouwen en getimmerten, bergplaatsen en erven, ondanks de bewoners, gehru kers of eigenaars ten allen tijde binnen te treden, met inachtneming van de voor schriften der wet van den 31 sten Augustus 1853 {Staatsblad No. 83.) Art. 21. Aan den beambte, die eene overtreding constateert, bedoeld bij de artt. 5, 6, 7 en 10, wordt de last ver strekt het vleesch, waarmede de overtreding is ge pleegd, in beslag te nemen en daarvan in zijn proces verbaal melding te maken. Wanneer het in beslag gcnomene door den keur meester niet ondeugdelijk of nadeelig voor dc gezond heid wordt bevonden, kan het aan den eigenaar worden teruggegeven tegen storting, ten kantore van den ge meente-ontvanger, van de door den keurmeetter te be palen waarde en de eventueel voor het overbrengen naar het keuringslokaal gemaakte kosten. De belanghebbende is in dat geval gehouden, het teruggegeven vleesch onmiddelijk uit de gemeente te verwijderen met inachtneming van de aanwijzingen van den keurmeester, tenzij het in beslag genomene overeenkomstig art. 12 ter keuring kan worden aan genomen en de belanghebhende het aan de keuring wil onderwerpen. Art. 22. Overtreding van de bepalingen dezer verordening wordt gestraft als volgt die van artikel 2 met geldboete van ten hoogste tien gulden die van de overige artikelen met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogte f 25. terwijl bij overtreding van een der artikelen 5, 6, 7 en 10, of van artikel 18, jancto artt. 5, 6, 7 of 10, het vhesch, waarmede de overtreding is gepleegd, of de waarde, overeenkomstig de 2de alinea van artikel 21 bij den gemeente-ontvanger gestort, bovendien zal worden verbeurd verklaard. Art. 23. Bij het in werking treden dezer verordening wordt ingetrokken de verordening van 11 September 1894 (gem. blad n°. 12). Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van den gemeenteraad van Schiedam, den 22sten Juni 1897. Dc Burgemeester VERSTEEG. De Secretaris VERNÈDE, Artikel 1. In deze verordening wordt verstaan onder VischAlle versche, gedroogde, gezouten of ge rookte zee- en riviervisch en alle eetbare week-, schelp en schaaldieren. KeurtneesterEen ambtenaar door Burgemeester en Wethouders benoemd voor de keuring van viseh. Art. 2. Het is verboden visch, die bedorven of schadelijk voor de gezondheid is, te vervoeren, te verkoopen, te koop aan te bieden, te koop te stellen of rond te venten. Bovendien is het aan iederen vischverkooper ver boden, bedorven of voor de gezondheid schadelijke visch in zijne woning of bergplaats voorhanden te hebben. Art. 3. Ieder vischverkooper is verplicht de visch, die hij aan huis heeft, en een ieder is verplicht de viseh, die hij binnen de gemeente rondvent of vervoert, aan dei keurmeester op zijne eerste aanvrage te vertoonen en de keuring daarvan toe te laten. Art. 4. Wanneer visch bij de keuring niet wordt goedge keurd, heeft de belanghebbende het recht binnen 12 uren na de kenring bij Burgemeester en Wethouders eene herkeuring aan te vragen. Deze herkeuring zal geseheiden door een door Bur gemeester en Wethouders aan te wijzen deskundigs aan wiens uitspraak men zich zal hebben te onder werpen. Geen aanvraag om herkeuring is geldig wanneer daarbij niet het bewijs wordt overgelegd, dat door den aanvrager een bedrag van f10,in de gemeentekas gestort is, als cautie voor de kosten vau herkeuring. Deze cautie wordt teruggegeven, indien de visch wordt goedgekeurd eu ia geval de visch wordt afge keurd, zoodra de kosten van herkeuring zijn voldaan. Art. 5. Belanghebbenden moeten gedoogen, dat de keur meester in de aan de keuring onderworpen visch de insnijdingen maakt, die hij nood;g oordeelt. Art. 6. Visch, die als bedorven of als schadelijk voor de gezondheid wordt afgekeurd, wordt in beslag genomes en o der toezicht der politie voor de gezondheid on schadelijk gemaakt. Art. 7. Het is verboden werkzaamheden van ambtenaren te beletten, voor zoover die werkzaamheden strekken ter uitvoering yan deze verordening. Art. 8. Met het opsporen van overtredingen dezer verordening zijn belast de keurmeesters van de visch ei de be ambten vau politie. Art. 9. Ter handhaving der bepalingen van de artikelen 2 en 3 wordt aan de keurmeesters «n de beambten van politie de last verstrekt, om de woningen en alle andere gebouwen en getimmerten, bergplaatsen en erveu, ondanks de bewoners, gebruikers of eigenaars ten allen tijde binnen te treden, met inachtneming van de voor schriften der wet van den 31sten Augustus 1853 Staatsblad no. 84.) Art. 10. Aan den beambte, die eene overtreding constateert, bedoeld bij de artikels 2 ea 3, wordt de last verstrekt de visch, waarmede de overtreding is gepleegd, in beslag te nemen en daarvan in zijn proces-verbaal melding te maken. Art. 11. Overtreding van de bepalingen dezer verordening wordt gestraft als volgt: Die van artikel 3 met ten hoogste tien gulden. Die van de artikelen 2 en 7 met hechtenis van ten hoogste 6 dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden, terwijl bij overtreding van artikel 2 of van artikel 7, juncto artikel 2, de visch waarmeda de overtteding is gepleegd, bovendien zal verbeurd verklaard worden. Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van den gemeenteraad van Schiedam, den 22sten Juni 1897. De Burgemeester, VERSTEEG. Dc Secretaris, VERNÈDE. 29»ten Juni bericht van den ju|[ 1897, B no. 452

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1