Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
WERNER.
20ste Jaarg.
Donderdag 29 Juli 1897.
No. 5853.
"pureau ^Sofersfraaf 50.
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonaerlijke Nommers
f 1.50
o.
- 0.05
^FICIEELE BERICHTEN.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Kennisgeving.
^rkiezing voor den Gemeenteraad.
Burgemeester van Schiedam,
to ter algemeene kennis
dat in de plaats van den heer Mr. W.
H. JANSEN, die met den eersten Dins
dag van September van dit jaar voor
kiesdistrict III zitting zal nemen, in
Kiesdistrict I (waarin hij ook als raads-
'jd gekozen was) eene verkiezing van
één raadslid zal worden gehouden op
dinsdag den \0dm Augustus a. s. van
des voormiddags 9 tot des namiddags
4 uur, gedurende welken tijd ten
Baadhuize overeenkomstig art. 52 der
kieswet opgaven van candidaten kun-
2q nen worden ingeleverd.
dat de formulieren, bestemd voor de
bovenbedoelde opgave ter secretarie
dier gemeente kosteloos verkrijgbaar
zijn van heden tot en met 10 Augus
tus a. s. van des morgens 8£ tot des
namiddags 4| uur.
c h i e d a m, den 28ste11 Juli 1897.
De Burgemeester voornoemd,
VISSER, L». B.
Kennisgeving.
Torpedo-oefeningen.
0 Burgemeester van Schiedam brengt,
yerzoek van den heer Commissaris der
v0>gin in de provincie Zuid-Holland, het
Lf<*de bericht ter kennis van belang-
benden bij de scheepvaart.
F euilleton.
Episode uit den oorlog in Algiers.
(jjk mag zeggen, dat dit voorstel mij zoo-
(Ji'g vertoornde, dat ik hem in mijne
v eenen slag in het aangezicht gaf. Hij
..genoegde zich met te zeggen, dat, bij-
'en de beleediging hem in het openbaar
5(,,ro aangedaan geworden, hij er mij reken-
jj ,aP van zou vorderen maar dat hij er
nu niets van aantrok. Zoo veel laag-
Uj-'Ui zoo als ik het noemde, boezemde
ijjJ eenen grooten afkeer voor dien man
j.ik verliet dat lafhartige wezen met de
.Psie verachting.
ken!1 was daarmede mijne noodlottige
^«makmg met dat mensch nog niet ten
kunt beschermer, zoo gij wel denken
>Ya s'00t zijne deur voor mij dicht; ik
s nu zonder woning, zonder brood, ik,
Schiedam, 28 Juli 1897.
De Burgemeester voornoemd,
VISSER L°. B.
ALGEMEEN OVERZICHT.
28 Juli '97.
De beraadslaging over het rapport van
de Zuid-Afrikaansche enquête-commissie
in het Lagerhuis in Engeland gevoerd, is
het onderwerp van tal van beschouwingen
in de Engelsche pers. De Daily Chroniele
en de Daily News spreken op zeer bitteren
toon over den afloop van net debat in het
Lagerhuis te dezer zaken gehouden. Beide
bladen achten het Jamesonisme begraven,
maar begraven op een allertreurigste manier.
De Daily News zegt: Twee zonderlinge
leerstellingen schijnen gisteren ingang ge
vonden te hebbenten eerste dat geen
parlementaire commissie ooit verkeerd kan
handelen, en ten tweede dat in de politieke
chantage waaraan Rhodes zich schuldig
maakte, niets oneervols gelegen was. Cham
berlain's verklaring, dat de minister verder
geen grieven tegen Rhodes meer heeft,
moet onder deze omstandigheden strekken
om de bestaande onzekerheid nog te ver
ergeren. Waarom drong de minister niet
aan op overlegging van de bescheiden
waaruit zijn onschuld toch zonneklaar blijken
moest. Ook de Chroniele stelt deze vraag.
De conclusie, zegt zij, waartoe het Lagerhuis
met Chamberlain schijnt gekomen te zijn,
dat nl. de Chartered Company en Rhodes,
ofschoon schuldig aan verfoeilijke dingen,
welke de parlementaire commissie met
Chamberlain gebrandmerkt heeft, niettemin
geen straf verdienen, moet de vreemdelin
gen in de meening bevestigen, dat Engeland
het groote huichelaarsvolk is.
De Times vestigt de aandacht op het
onbevredigend verslag gisteren, bij het
die de weelde en den overvloed gewoon
was. Toen schaamde ik mij niet, den man
te gaan opzoeken, van wien ik eenige dagen
te voren nog walgde. Ik vond hem in een
prachtig gemeubeleerd vertrek. Toen hij
mij zag, glimlachte hij op eene wijze, die
mij wee deed. Gij ziet, zeide hij, dat
niet alle menschen zoo naauwgezet zijn als
gijik heb eenen bondgenoot gevonden,
en zie hier de vruchten onzer industrie.
Bij deze woorden opende hij eene kas,
waarin het goud bij hoopen lag opgesta
peld. Hij nam er eene handvol uit, kwam
naar mij toe en zeideals gij geld noodig
hebt, ziedaar, wess niet verlegen, wraak
zuchtig ben ik niet. Daar stond ik als ver
steend. Ik stamelde eenige onduidelijke
woorden, die ik zelf niet verstonddoch
waaraan hij waarschijnlijk de uitlegging
gaf als' wilde ik zijne schande en zijn goud
deelenwant van dien oogenblik af hield
hij mij in het net, en maakte van mij een
even zoo verachtelijk mensch, als hij
zelf was.
Ons schandelijk bedrijf kon niet lang
verborgen blijven. Op zekeren avond waren
wij in een der voornaamste gezelschappen
van Weenener werd grof gespeeld en
Lagerhuis ingediend door de parlementaire
commissie betreffende dejhandelsmerken. De
commissie was verdeeld in partijen van ge
lijke sterkte, die lijnrecht tegenstrijdige
rapporten en conclusiën hebben voorgesteld.
Slechts de eene helft der leden is van oor
deel, dat de wetgeving op de handelsmerken
goed werkte maar zelfs zij beveelt aan,
de doorvoerartikelen vrij te stellen en de
aanhouding der artikelen bij de douane
kantoren af te schaffen, behoudens in bij
zondere gevallen, alsook het afschaffen der
verplichting om de waren te merken met
het land van oorsprong. De andere helft
der commissie veroordeelt onze wetgeving
op de handelsmerken nadrukkelijk, op grond
dat zij jden vreemden handel bevoordeeld
heeft ten koste van den Britschen. De Times
erkent, dat deze helft der commissie de
meeste handelkennis en ervaring aan hare
zijde had.
In het Hoogerhuis heeft lord Salisbury
gezegdMen heeft uit de redevoering van
Chamberlain kunnen zien, dat het niet in
de bedoeling der regeering ligt het charter
van de Britsche Zuid-Afrikaansche Maat
schappij in te trekken, maar wijzigingen
zijn noodig. Meer kon de minister niet
zeggen. De maatregelen kannen niet be
kend gemaakt worden voor zij in werking
treden.
Het wetsontwerp, waarop de Londensche
universiteit tot een onderwijzer.de instelling
verheven wordt, is door het Hoogerhuis in
derde lezing aangenomen.
Bij de beraadslagingen over de marine-
begrooting in het Lagerhuis legde Goschen
gisteren het doel uit van het gevraagde
aanvullingscrediet van L 500.000. Rekening
houdende met de verhoogde marine-begroo
ting van andere mogendheden, stelt de
regeering zich voor, den aanbouw te be
ginnen van vier sterke kruisers en vier
torpedo-jagers en tevens den aanbouw van
schepen, waaraan reeds begonnen is te
verhaasten.
wij wonnen eene zeer aanmerkelijke som.
Een der spelers, die het meest verloren
had, kwam naar mij toe, en terwijl hij mij
scherp in de oogen zag, zeide hij zoo luid,
dat men het door de geheele zaal kon
hooren Mijnheer, ik sta bekend als een
goed speler, maar ofschoon het mij om
't even is, of ik win of verlies, kan het mij
echter niet onverschillig zijn, of ik al dan
niet bestolen worddientengevolge, en
dewijl ik niet bepaaldelijk weet voor hoeveel
ge mij hebt afgezet, vraag ik u niet mij
eene enkele dukaat terug te geven, maar
ik wil toch iets hebben voor mijn geld
dit zeggende, sloeg hij mij met zijnen
dikken lederen nandschoen vlak in het aan
gezicht. Ik stampvoette van woede en
eischte voldoening; maar hij verklaarde
uitdrukkelijk, dat hij voor een afzetter zijn
leven niet in de waagschaal wilde stellen.
Daar hij een persoon van hooge geboorte
was, en er zich in de zaal wel duizend
stemmen begonnen te verheffen tegen mij
en mijr.en medeplichtige, zag ik mij ge
noodzaakt, mijne woede te verkroppen, en
maar zoo spoedig mogelijk het gezelschap
te verlaten. Na zulk een schandelijk tooneel
kon ik in niet een huis van Weenen mij
Het bericht dat in de Borinage, de mijn
streek van België, algemeen het werk was
hervat, is niet geheel juist. Het aantal sta
kers is van 20.000 op 13000 verminderd.
Van dezen hebben velen polderwerk gezocht
aan het in aanbouw zijnde kanaal van Ghis-
lain of in de kolenmijnen van het Centrum
De meesten echter loopen in troepen rond
bedelend en korsten brood oprapend. De
hulp die de socialisten hun hebben toege
zegd, blijft onbeteekenend. De kleinhandel
in die streek is geknakt en vele winkels
zijn gesloten.
Ongelukkigerwijze hebben nu ook te
Gosselies, bij Charleroi, een 600 mijnwerkers
den arbeid gestaakt wegens een geschil over
het loon.
Prins Hohenlohe, de Duitsche rijkskan
selier, is Zondag te Ischl door den keizer
van Oostenrijk ontvangen en ten eten ge-
noodigd. 's Avonds is de prins naar Alt
Aussee teruggekeerd, na een onderhoud gehad
te hebben met den Hongaarschen minister
president Banffy.
De premier van het Oostenrijksche Staats
bestuur, graaf Badeni, schijnt onbevreesd
te zijn en er niet aan te denken om voor
zijn tegenstanders te wijken, en nog minder,
om af te treden. Dit geeft stof tot naden
ken. De vraag dringt zich met nieuwe
kracht op of de ministerieele regeling van
de Czechische taalkwestie wel zoo erg tegen
het Oostenrijksch belang is als de Duitsch-
gezinden van allerlei schakeering willen
doen gelooven.
Vooral is men op die vraag teruggekomen
na de inmenging van een achthonderdtal
niet-Oostenrijksche Duitschers, meest pro
fessoren van Duitsche universiteiten als
Heidelberg, Berlijn, Jena,Konigsberg,Leipzig
enz., die blijkbaar door de vrijmetselaars-
loge's en het cosmopolitisch jodendom in
Oostenrijk verzocht zijn den algetneenen
aanval tegen de tegenwoordige regeering
te steunen Zelfs de Neue Freie Presse,
een Israëlitisch blad, keurt die vreemde
meer vertoonen. Ik maakte al wat ik bezat
te gelde, vertrok naar Amsterdam, waar ik
een schip aantrof, dat zeilree lag naar
Napels, en scheepte mij in.
Ik had wel gezorgd, dat de deugniet, die
de oorzaak was van al hetgeen mij over
kwam, mijn spoor niet zou ontdekken. Het
laatste voorval had hem in mijn oog aller
hatelijkst gemaakt. Maar alsof de° booze
er zich mede bemoeide, bij vatte het denk
beeld op, naar Napels te gaan. Toen ik
ik hem daar toevallig ontmoette, keerde ik
hem den rug toe. Nu was ik het voorwerp
zijner aanvallen geworden. Op zekeren nacht
wist hij in mijne kamer te sluipen, hij ont
stal mij al wat ik bezat; het leven alleen
hield ik over.
Ik verdroeg dit nieuwe ongeluk met veel
gelatenheid, dat men van mij zou hebben
kunnen verwachten. Mijn dief werd aange
houden maar er werd niets teragegeven
van hetgeen mij toebehoordemen veroor
deelde hem tot de galeistraf, maar zijne
straf verschafte mij geer. brood. Ik nam nu
een manmoedig besluit. Onder den naam
van Werner nam ik dienst bij een Duitsch
regiment, hetwelk te Napels in garnizoen lag.
Wordt vervolgd.)
Torpedo-oefeningen in Haringvliet en Volkerak
Y 5de District
t0. Sens mededeeling van den Inspecteur over het
awezen in het 4de en 5de district d°. 22 Juli 11.
^tr 'n ket Haringvliet, Zeegat van Goeree, 4de
ongeveer 400 M. beneden Hellevoetslnis,
'"deels buiten het grootscheepsvaarwater, en in
2(>oy °'kerak, Zeegat van Brouwershavens, 5de District,
1 mogelijk buiten het bonde vaarwater, ter hoogte
«a fort „de Kuijter" van den 18den Augustus tot
'Hh s'en September 1897, oefeningen plaats
jj e'i in het leggen van ongeladen torpedo's.
^^^nveilig^^errei^in^het^Haringvliet zal door
spitse of stompe tonnen buiten het vaarwater worden
gebracht en in het Volkerak zal het onveilige terrein
door bijplaatsing van tonnen worden afgebakend (Zie
„B. a. Z." N». 91/723 1896 „Ned.krt." N". 209).