Dasblad v oor Schiedam en Omstreken 20ste J aars. Donderdag 18 November 1897 No. 5948. bureau ISofersfraaf 50. DE BURGGEEST. PRIJS TAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco per Dost door geheel Nederland Afzonderlijke Nummers f 1.50 2. - 0.05 PRIJS DER ADTERTENTlféjI: Van 16 regelsƒ0.60 Elke gewone regel meer-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. OFFICIEELE BERICHTEN. Kennisgeving. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gelet op de bepalingen der Hinderwet Geven kennis aan de ingezetenen, dat bij hun besluit van den 10 ten November jl. aan de Vergunning, dd. 25 October 1888, verleend een de firma H. Jansen Co., en haie rechtverkrijgenden, tol oprichting van een Btoommolen aan de Boterstraat alhier, de Voorwaarde is toegevoegd >dat vóór 1 April een voldoende innen- Hing moet zijn aangebracht^ tot het terug houden van fijn kolengruis." Schiedam, den llien November 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd. VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈDE. AliOFiMEKK OVERZICHT. 17 November '97. De minister van buitenlandsche zaken, Hanotaux, heeft in den ministerraad gis teren in Frankrijk gehouden, medegedeeld, dat de Fratisch-Engelsche commissie haar onderzoek van de grensgeschillen üi het Niger-gebied geregeld voortzet, en de minis ter van oorlog, dat hij in den aanvang der Kamervergadering de interpellatie van Basile over Dreyfus zal beantwoorden. Een broeder van den banneling op het Duivelseiland noemt thans in een briet aan den minister van oorlog als schrijver van het borderel, volgens hem de eenige basis van beschuldiging, graaf Walsine Esterhazy, oud-majoor van het 74e regiment, laatstelijk te Rouaan in garnizoen, thans wonende te Parijs. Esterhazy, verwant aan de Hon- gaarsche lamilie van dien naam, gehuwd met gravin Nettacourt en vader van twee dochters, zou nog niet teruggekeerd zijn van zijn zomerverblijf. Hij moet een be kende figuur zijn in speelzalen en cercles Als een gerucht, dat hem van vertrouw bare zijde is medegedeeld, vermeldt de Pa- rijsche corres pondent van de iV. R. Cf., die bovenbedoelde bijzonderheden mededeelt nog, dat de eerste inlichtingen, waarop Scheurer-Kerstner cum suis hun beweging zijn begonnen, afkomstig zijn uit hooge Duitsche kringen welke gemeend hebben, een onschuldige te moeten redden. Volgens een Reuter-telegram uit Parijs heeft majoor Walsine Esterhazy, dien de broer van Dreyfus in zijn eer heeft aange tast, aan den minister van oorlog den volgen den brief geschreven «Ik lees in de krant de schandelijke beschuldiging die tegen mij is ingebracht en verzoek u een onderzoek in te stellen. Ik ben bereid om op alle aantijgingen te antwoorden." In de Earner antwoordde minister van oorlog op een vraag aangaande den veldtocht dien Scheurer-Kerstner en de broer van Dreyfus hebben begonnen, dat Scheurer-Kerstner gemeend had de justitie niet in de zaak te moeten mengen, maar daar de familie van Dreytm een oficier beschuldigd heeft, zal de minister haar in gebreke stellen haar beschuldigingen te bewijzen. De minister moet waken voor de eer van het leger en zal met te kort schieten in zijn plicht. In den Senaat verzocht Provost de Lau- nay, dat voor de volgende vergadering op de agenda zou worden gesteld de wet op het spionneeren, in de hoop dat dit voor den minister en een van zijn collegas de aanleiding zou zijn om eenige inlichtingen te verschaffen over een zaak, welke thans de gemoederen warm maakt. De spreker verklaarde de tot dusver door het ministerie openbaar gemaakte nota's onvoldoende te achten. De minister vau justitie vroeg uit stel, ten einde in staat te zijn het ontwerp nadei te onderzoeken. Het voorstel van Provost de Launay werd verworpen, waar bij ScheurerKerstner zich van stemmen onthield. De moord op twee missionarissen uit het missiehuis van Steyl, bij Venlo, door Chineesche heidenen van Zuid-Shangton gepleegd, heeft der regeeiing inDuitscliland er toe gebracht, niet alleen in naam maar ook metterdaad hare bescherming aan de Duitsche missionarissen in China te verlee- nen. Zij heeft aan het in de Oost-Aziatische wateren kruisende eskader last gegeven om onmiddellijke voldoening af te dwingen door het aan land zetten van troepen. Men zal zich herinneren, dat Mgr. Anzer indertijd in eon audiëntie bij keizer Wilhelm per soonlijk de Missie van het «Goddelijk Woord" in China in de bescherming der regeering van het Duitsche rijk heeft aanbevolen, hoe de Keizer bereidwillig dat protectoraat aanvaarde en hoe vervolgens den paters van Steyl ook in de Duitsche kolonie van Togoland een arbeidsveld werd aangeboden. De Keizer, die niets ten halve doet, zal thans zijn woord gestand doen en tevens tot ver hooging van Duitschlands prestige in t Ven e Oosten China voor het vermoorden van Duitsche missionarissen voldoening opleggen, en dus den mandarijnen een lesje geven, dat hun heugen zal. Het bedoelde Duitsche eskader onder bevel van den schout-bij nacht Von Diedrichs (opvolger van den tob minister van Marine be vorderden schout-bij-nacht Tirpitz) bestaat uit vier schepen, met te zamen 1642 man nl. het vlaggeschip Kaiser met 644 man, de kruisers 2e kl. Irene en Prinzess Wil helm, elk met 365 en de kruiser 3 kl. Ar- eona, met 268 man terwijl het gezamenlijke aantal oiücieren, afgezien van de machine- ingenieurs, dokters en betaalmeesters, juist 50 bedraagt. Het oude vlaggeschip zal in het volgende jaar vervangen worden door den onlangs ngedoopten" kruiser le kl. Fürst Bismarck, en de divisie-commandant Vun Diedrichs staat op het punt vice- a'imiraal te worden. Aan deze divisie nu is Feuilleton. i) In een aangenaam dal, tusschen den Rijn en den Neckar, ligt een bekoorlijk dorp, hetwelk wegens zijn vruchtbaarheid en de arbeidzaamheid zijner bewoners onder de Welvarendste der streek geteld wordt. Op oenen heuvel, in de nabijheid des dorps, Prijkte in de veertiende eeuw de schoone Purg van den graaf van Sonnenstein, destijds de machtigste familie van den ganschen om trek. Zij had zich door deugd en dapperheid de achting in het binnen- en buitenland verworven, en nog is hare nagedachtenis in dankbare herinnering; en men verhaalt elkan der in die streken nog menige schoone daad van de edele ridders dezes geslachts, die door de mondelingen overlevering van vader op zoop, tot op onze tijden toe in het ge heugen der menschen zijn bewaard gebleven maar niemand kende nauwkeurig de wijze, waarop deze stam ten gronde gegaan en uitgestorven was. Het sprookje was, dat een dolende ridder dezer lamilie zich drie maal in hel jaar liet zien, alsdan met statigen tred om het kasteel wandelde en daarna plotseling verdween. Wilt gij mij eens vergezellen, jeide op zekeren dag de ambtman Schart tot zijnen zoon, die slechts drie dagen geleden van universiteit was teruggekeerden willen wij dan eens de ruïne onderzoeken, niet om het spooksel te zien, want gij kent hieromtrent mijne begrippen, en weet zeei goed, dat ik mij aan de praatjes der domme menigte niei stoor neen, mijn plicht maakt mij dit onderzoek noodzakelijk, en wilt gij mij vergezellen, het zal mij zeer aangenaam wezen. De zoon nam het voorstel des vaders gretig aan. Den volger Ier. morgen bij het beklimmen van den heu el zeide de ambtmansedert uwe atwezif beid is hier iets gebeurd waarover ik mij het hoofd reeds dikwijls heb warm gemankt. Gij kent de spleet in den omgevallen muur aan de oostzijde van den burg? Gij hebt als'fcinderen er dik wijls steenen ingeworpen, en vondt er dan verleden week per telegraaf bevel gegeven onverwijld naar de haven Kiao-Tsjou, in Zuid-Sjangtong, koers te zetten, en zooals reeds gisteren in een dépêche uit Berlijn medegedeeld werd, zijn daar eergisteren reeds troepen aan land gezet om pressie uit te oefenen tot verkrijging van onmid- delijke voldoening voor den moord en de aan de Missie toegebrachte schade De haven van Kiao-Tsjou zal bezet blijven tot volle dige voldoening verkregen is. De Kia-Tsjou ligt 325 K.M. van len-Tsjoe, waar de moord heeft plaats gehad de Duitsche landings troepen zullen dus zeker niet den langen weg van bijna 60 uren gaans afleggen, om met eigen hand de moordenaars bij hun staart te pakken, maar als zij de beste haven van Zuidelijk China in onderpand houden totdat voldoening is gegeven, dan kan men wel zeker zijn, dat de staartmannen zeiven de ware schuldigen zullen weten te vinden. Li-Hoeng-Tsjang heeft op zijn reis door Europa wel zooveel afgekeken, dat hij weet er met keizer Wilhelm II niet valt te spotten. De juiste bijzonderheden omtrent den moord ontbreken nog, maar deze schijnt op dan feestdag van Allerheiligen le hebben plaats gehad, toen juist een groot aantal missionarissen zich in het missiehuis be vonden. Langen tijd was den missionarissen de toegang tot Jen-Tsjoe streng verboden, omdat dicht bij die plaats zich het graf bevindt van Confucius, en de Chineezen vreesden, dat de christen-vreemdelingen op dat voor de heidenen zoo dierbaar graf het Kruis zouden planten. Eerst aan den onver- moeiden ijver van den te Zining wonenden bisschop Mgr. Anzer mocht het eenigen tijd geleden gelukken, ook tot deze streken toegang te verwerven en er een missiehuis ie bouwen. Het is dus zeer wel mogelijk dat het schrikbeeld eener gebeurlijke schen ding van Confucius' graf opnieuw gebruikt is om het gepeupel tegen de missionarissen op te zetten. Dat gepeupel is echter steeds genoegen in, dat bij het nedervallen zich uit de diepte een dof en hol geluid deed hoorei:. Welnu, deze spleet is sedert ander half jaar zoo groot geworden, dat wij er eeue heming hebben moeten om plaatsen, uil vrees, dat een der aldaar spelende kinderen in de diepte mocht neêrstorten. G steren werd mij bericht, dat de heining was omver gerukt, en nu zullen wij gaan zien, wat er van de zaak is. Onder dit gesprek waren zij bij den be- wusten muur gekomen. Het was inderdaad zoo; d6 heining lag tegen den grond, en de opening was zoo groot dat een volwas sen mensch er gemakkelijk kon doordringen. Gij ziet nu zelf, zeide de vader, het ge vaarlijke van deze plaats maar zoo dikwijls ik dit oord betracht, komen er zonderlinge gedachten in mij op Wat dunkt u, zou dit niet vroeger een onderaardsche gang van het kasteel, de schuilplaats eener roover- bende geweest zijn, of mogelijk nog wezen Want sedert eenigen tijd zijn deze streken onveilig gewordener wordt gestolen en zelfs gemoord, zonder dat men tot hiertoe de daders heeft kunnen ontdekken. Meent gij ook niet, Ferdinand, dat een nauwkeurig onderzoek hier een vereischte is De zoon verklaarde, dat hij tot elke onderne ming bereid was. Goed, mijn zoon, zeide de vader, maar voor alles dient hier de grootste voorzichtigheid en stilzwijgendheid in acht genomen te worden, en om onge hinderd ons onderzoek te kunnen doorzetten, zullen wij den nacht te baat nemen, dewijl zich alsiian geen inwoner des dorps hier heen durft begeven. Den volgenden dag werden er nu nieuwe sterke palen in den grond geslagen, en deze gevaarlijke plaats werd andermaal met planken omheindin de omheining bevond zich eene deur, waarvan de ambtman den sleutel had. Nauwelijks was de zon onder, of de ambtman en zijn zoon benevens een ge spierde knecht, begaven zich op weg, om het avontuur te wagen. Goed gewapend en van al het noodige voorzien, want het onderzoek gemakkelijk en zonder gevaar maken kon, togen zij aan het werk. God fried, zoo heette de knecht, moest het begin maken. Er werden twee sterke touwen om de palen gebonden, met eene houten zit plaats, waarop een mensch gemakkelijk kon zitten. {Wordt vervolgd NIEUWE SCHIEDA t 7

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1