Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
20ste Jaarg
Zondag 21 November 1897
No. 5951.
bureau l?8oterstraat 50.
TWEEDE blad.
jf
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 1-50
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nummers
- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels
Elke gewone regel meer "°-10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Vrijdag 19 November.
afloop der behandeling van de Indische
egrootsng zullen nog eemge eenvoudige
^atsontwerpen aan de orde komen, o. a.
het traciaat van Frankrijk over Tunis,
r ^6 beraadslaging over de onderdeelen der
^discue begrooting is aangevangen,
i Hij de aideeling Financiën brachten de
,*eeren Van V 1 ij m e n en V a u L i m-
hrg Stirum ter sprake de brochure
Vah den heer Roessingh van Herson aan
bande het zijns inziens gebrekkige gelde-
'jke beheer in indië en drongen op onderzoek
a&n van de daarin uitgeorachte beschul-
'gingen.
He Minister van Koloniën, de heer Crerae r,
^as bereid de klachten ter kennis te brengen
Vatl de Indische regeering, maar sprak met
Veel reserves over het vertrouwen daaraan
te hechten, met het oog op de kundige
hennen die achtereenvolgens de Indische
hnanciën beheerden.
Het voorstel tot vestiging van het bestuur
het Neuerlandsch gedeelte van Nieuw
dinea werd ondersteund door den lieei
lJyttersen, die echter de Humbold-baai uit
een gezondheidsoogpunt als vestigingsplaats
aanbeval en bestreden door den heer Van
^°l) die opkwam tegen het daaruit sprekende
breven tot uitbreiding van ons gezag in
d<Jn Maleischen Archipel en de bezwaren
°ht\ouwde tegen het onder ons geregeld
hestuur brengen van da Papoea s. Meei
VfirWacht hy van den humanen invloed dei
^ending op Nieuw-Gumea, zoodat hij met
hen begrootingspost tot steun dier zending
etl dan voorgesteld door de rechterzijde, zal
begaan.
He heer M a c k a y ondersteunt de invoe
Hhg van rechtstreeksch bestuur buiten ver
band met ons optreden in Atjeh en zonder
haarin annexatiezucht onzerzijds te zien.
Zijn genoegen betuigende over den lot door
*an Kol aan de zendelingen toegezwaaid
'«n Hol aan ae zenuemigc"
betoogde spr. dat door de zending het doel
hiet wordt bereikt, onder mededeeling dat
juist de zending heelt aangedrongen op
hivoering van direct bestuur als het beste
huddel tot ontwikkeling van landstreek en
tot vruchtbaarmaking van haar arbeid.
He heer Rastert acht dezen post nog
n'et voldoende gemotiveerd en niet wegge
t'Otnen de vrees, dat de bestuursvestiging
Vefbittering zal wekken bij de bevolking,
hellicht expeditiën uitlokken.
He Minister verdedigt het verzoek der
Zending om rechtstreeksch bestuur, welke
Verstigmg noch verovering, noch annexatie
beoogt en veeleer in het voordeel is van de
bevolking dan van de Regeering en Euro-
Peesche industrieelen en vreemde nederzet
ting kan voorkomen. Het voornemen is er
sPeciale gezaghebbers te vestigen, vertrouwd
•het de belangen der bevolking, die uitsluitend
he vestiging beheerschen.
He heer Van Kol handhaaft zijn verzet
doet te wijzen op de verwikkelingen die in
bet verschiet liggen en waarschuwde voor
®en Atjeh herhaling. Hij vroeg of er soms
fioudmnuen of petroleum-bronnen op Nieuw-
Huinea gevonden zijn en waarschuwde dan
tegen vreemde exploitanten.
He heer Pynacker Hordijk dee t
he bezwaren tegen de vestiging en gee.t
hen Minister in overweging den post voor
lopig terug te nemen en later een atzonder-
hjk voorstel te doen.
He Minister acht de zaak vo.doende
Voorbereid eD urgent. In de sectiën heeft
niemand uitstel noodig geacht. Hij verzekert
aan den heer v. Kol, dat op Nieuw-Guinea
geen goudmijnen of petroleumbronnen he
kend zijn, maar moreele waarde heeft dat
stuk grond, omdat wij souverein zijn en
zonder vestiging juist internationale geschil
len zouden kunnen rijzen. Ook toen wij
net land niet bezaten, zijn expeditiën noo
dig geweest en zouden ze veel meer noodig
worden dan bij bezetting.
De heer Balhmann is bovenal voor
het voorstel, omdat hij zonder geregeld
bestuur vreemde avonturiers vreest.
Na verdediging door den Minister is de
post tot vestiging op Nieuw Guinea aange
nomen met 49 tegen 23 stemmen.
De heer Van Limburg Stirum
bespreekt bij post 38 (vermindering van
heerendier.sten) dat bij heerendiensten niet
altijd de belangen der bevolking in het oog
gehouden worden.
Re Minister zegt dat bij niet-gebrui-
ken van heerendiensten de werken om de
kosten achterwege zouden blijven. Be
perking wordt overwogen en heeft plaats
gehad. Allerwege echter kunnen heeren
diensten met door een hoofdgeld worden
vervangen om den oeconomisctie toestand
van den Javaan.
De heer Van Limburg Stirum
bespreekt bij art. 39 nog nader de zaak
van de besteding van het excedent Van het
hoofdgeld van heeren-dienstplichtigen. Spr.
meent, dat de minister hem vroeger niet
heeft begrepen.
De Minister wijst er op, dat de ge
vallen van heerendiensten uiteenloopen. In
elk gewest gaat men met afschaffing der
heerendiensten zoo ver mogelijk.
De heer K u y p e r maakt bij art. 41
(publieke feesten) bezwaar om gelden te
besteden voor heidensche offerfeesten op
Lombok. Zal daar in het volgend jaar geen
geld meer voor worden gegeven?
Op de opmerking van den Minister,
dat dit geld ook voor andere feesten dient,
merkt de heer Kuyper op, dat hij du met
wist. Hij stelt voor den post met f350 te
verminderen.
De heer Pijnacker Hord ij k wijst
er op, dat aan de Bahneezen wellicht reeds
beloften gedaan zijn, hetgeen de Minister
beaamt.
De heer Kuy pe r handhaaft zijne meening.
De heer M a c k a y zegt, dat de commissie
van rapporteurs tegen het amendement is,
schoon zij in beginsel meent, dat voor de
offerfeesten geen gelden benoeven te worden
uitgetrokken.
Nadat de heeren Van VI ij men en
Lieftin ck hun stemmen gemotiveerd
hadden en de heer Kuyper verklaard had
den raad van den heer 8 e r e t, zijn amen
dement in te trekken, niet te zullen volgen,
werd het amendement verworpen met 34
tegen 24 stemmen.
Alle aanwezige Katholieken stemden met
den heer Kuyper.
Bij art. 46 (landbouw) behandelde de
heer Pijnacker Hord ij k de vraag
omtrent de te nemen proef met demonstratie
velden. Hij meent, dat ze geen succes hebben
en dat de bevordering van proefstations,
van zoo groot belang voor den landbouw,
er door zal worden belemmerd.
De Minister doet opmerken, datj't hier
niet geldt proefvelden maar demon-
stratievelden onder toezicht van de
ambtenaren van binnenlandsch bestuur en
onder controle van den directeur van
'sLans Plantentuin; daarvan verwacht de
minister veel nut, en hij raadt dus aan om
te zien hoever men er mede komt. Van
de wenken van den heer Hordijk zal in
middels met dankbaarheid worden gebruik
gemaakt.
Bij art 50 (koffie) stelt de heer Van
Limburg Stirum voor het debat te
verdagen.
De Voorzitter ontraadt dit advies
en verzoekt den spreker althans zijn rede
aan te vangen.
De heer Van Limburg Stirum
wijst op het nadeelig effect tegenover den
inlander van de wisselende denkbeelden
bij de toepassing van het bijslagstelsel. Hij
treedt in eene historische herinnering ten
betooge, dat het bijslagstelsel moest voor
zien in de onvoldoende betaling aan de be
volking van het plantloon overeenkomstig
eene reeds voor een halve eeuw aan hun
gedane belofte.
Dinsdag zal de spreker zijn rede voortzetten.
De »Vereeniging tot Behartiging der
Stoomvaart-Belangen in Nederland" heeft
zich gewend tot de Tweede Kamer der
Staten-Generaal om niet goed te keurende
verordaningen op het heffen van scheep
vaartrechten voor het vaarwater Harlingen
Leeuwarden—Nieuwezijlen, vastgesteld door
de Provincialen Staten van Friesland, op
grond dat de rechten te drukkend zijn en
oehoort plaats gegeven te worden aan een
stelsel van abonnement voor de vaartuigen,
die in vaste diensten varen, dus in den
regel niet met volle ladingen van het vaar
water gebruik maken, drukkende de hooge
rechten op eene gedeeltelijke lading veei
te zwaar.
De Eerste Kamer der Staten-Generaa
zal op de laatste dagen dezer maand worden
bijeengeroepen in verband met de heden
door de Tweede Kamer vastgestelde rege
ling van werkzaamheden, o. a. tot onderzoek
der Indische begrooting over 1898.
Koloniaal Bezit.
Het Handelsbladis zeer ontstemd over
hetgeen door een der liberale afgevaardigden
van Amsterdam, den heer Groen van
Waarder, in het koloniaal debat is gezegd.
Het blad schrijft in zijn nummer van
gister-avond
De minister van Koloniën heeft gisteren
aan een der Amsterdamsche afgevaardigden,
den heer Groen van Waarder, een »uit-
brander" gegeven, die waarlijk niet onver
diend was.
Getuigde het niet van een zeer bekrompen
opvatting van ons koloniaal bezit, te beweren,
dat bij het behoud of het verlies onzer
koloniën niet veel meer op het spel zou
staan dan de gelegenheid van sommige
jongelieden om in Indië een baantje te
krijgen Vooral nu wij door de afschaffing
van° differentieele reciiten den voorsprong
missen dien we weleer hadden? Weet die
afgevaardigde dan niet, dat het grootste
deel der Indische producten nog altijd naar
Nederland komt eu kent hij de beteekems
van het koloniaal bezit met voor onzen
handel en Scheepvaart?JuistopdeJ>Eilanden,"
waar de heer Groen is gekozen, komt het
zoo duidelijk uit, welk belang het bezit van
Insulinde voor ons volk heeft.
En gaat het aan, Indië ais een dreigenden
»lastpost" voor te stellen, nu alleen voor
de Indische staatsspoorwegen - die ongeveer
4 millioen opbrengen tot en met 4898
130 millioen zullen zijn uitgegeven, terwijl
de Indischs schuld, die nu 44 millioen
bedraagt, slechts tot 90 millioen behoeft
verhoogd te worden en tevens de kosten
van zooveel andere groote werken en van
den Atjehoorlog geheel bestreden zijn
De maidenspeech van den heer Groen
heeft dan ook in de Kamer algemeene
verbazing gewekt, en niet minder ergems
bij de partijgenooten onder wier vlag hij
mede is gekozen.
Donderdag werd door heeren hofdigni-
tarissen van het paleis het Loo eene jacht
partij gehouden op klein wild. Aan deze
jach was ook genoodigd de heer H. P. J.
Tutein Nolthenius, burgemeester van Apel
doorn. Op dezen jacht, gehouden onder
leiding van jhr. mr. J. H. van Haersma de
With, jagermeester van Gelderland, werd
70 stuks wild geschoten.
De koningvan Siam heeft een herinnerings-
medaille doen slaan aan zijn bezoek in
Europa.
De medaille draagt op de eene zijde het
borstbeeld van den Siameeschen monarch,
omgeven door zijn naam en titels de keer
zijde behelst een Siameesche inscriptie
herrinnerende aan de voornaamste feiten
van de reis.
De buitengewoon, gezant en gevolmachtigd
minister van Siam te Parijs, Ptiyva Surcya
is door zijn souverein belast met de over
brenging en aanbieding van drie exemplaren
der medaille aan de hoofden der Staten,
aan wie de Koning een bezoek heeft ge
bracht, in goud en zilver en in brons. De
medailles zijn besloten in doozen van rood
marokijn, omringd door gouddraadwerk.
De vier hoeken der doozen zijn versierd
met de wapens van siam in goud. Dagbl
Stembiljetten en Stemmen.
Naar aanleiding van bedenkingen, die
het Handelsblad aanvoert tegen het denk
beeld geopperd in de Haarl. Ct. om den
kiezer voortaan een schaar, in plaats van
een potlood, in de hand te. geven, geeft
het blad in overweging, liever iederen kie
zer de namen der candidaten op afzon
derlijke kaarten te verstrekken. Die van
den candidaat, welken hij kiest, zou hij
dan in de Stembus werpen, de andere
kaarten in een daarvoor bestemden bak.
Deze methode ware de eenvoudigste,
zegt de Arnh. Ct. zóó eenvoudig zelfs,
dat wij niet begrijpen waarom daartoe niet
dadelijk is besloten. De ontwerper der
wet heeft zich laten verleiden door het
stelsel in het buitenland aangenomen.
Maar bij dit stelsel zon van geen bedoelde
of onbedoelde bijvoeging sprake kunnen
zijn en geen andere vergissing mogelijk
dan dat men een verkeerd biljet in de
bus wierp.
De afgevaardigde dr. Nolens, die ook
een ander model van stembriefjes heeft
voorgesteld (men zou bijv. op het biljet
vóór de namen der candidaten de zwarte
vierkanten kunnen weglaten en deze ver
vangen door strookjes papier, driehoekig
van vorm voor het gemak van afscheuren)
bepleit ten slotte de weuscuelijkiieid om de
biljetten vóór de opening naar een hoofd
bureau over te brengen. Daardoor voorkomt
ynri'iunim