Het Duivelseiland. Stads- en Gewestelijk Nieuws. BINNENLAND. Kronauer by een ingezetene van Amsterdam ciardini of op eon snelle oplossing der crisis door de aanvaarding der portefeuille van oorlog door generaal Pedotti ot generaal Heusch, terwijl de Italië weet te vertellen, dat de premier 's konings opdracht tot vorming van een nieuw bewind heeft beantwoord met een verzoek om bedenktijd. De gezant van Rusland in Frankrijk, die zooveel tot de goede verstandhouding tus- schen de beide rijken heeft bijgedragen, zal weldra aftreden. Officieel wordt mede gedeeld, dat aan baron Mohrenheim ontslag is verleend als gezant te Parijs. Hij blijft echter lid van den Raad van State. De Duitschers blijken het met hunne eischen tegenover China ernstig te meenen. De North China Daily News heeft een telegram uit Tsi-nun ontvangen, meldende, dat de Duitschers den 3n dezer de stad Kmotsjou op achttien mijlen van de baai, bezet hebben. De Chineesche troepen trok ken terug. Reuter's bureau verneemt, dat China de bezetting van Kiaotsjou door Duitschland niet te rechtvaardigen en een inbreuk op het volkenrecht acht. Het zal nimmer goed keuren. dat Duitschland daar blijft, en zal het als een onvriendelijke daad beschouwen, ais de mogendheden bij verdrag een annexatie van Chmeesch grondgebied door Duitschland zonder China's goedkeüring, erkennen. De regeering van Haïti heeft eieren gekozen voor haar geld, nu zij de Duitsche schepen op het eiland heeft zien aan ste venen. In een draadbericht uit Port-ao- Prince wordt gemeld, dat het geschil met Duitschland schijnt bijgelegd Haïti heeft de Duitsche vlag gesalueerd. Het Duivelseiland is in den laatsten tijd interessant geworden, want deze enkele vierkante meters steenredig land zijn het, Waarop de kapitein Dreyfus levend begraven is. De N. Fr. Fr. schildert het eiland en de wijze, waarop Dreytus daar gevangen wordt gehouden als volgtHet Duivelseiland is een van de drie kleine Saluteilanden, die aan de kust van Fransch-Guyana m het Noord-Oosten van Zuid-Amerika, tegenover Cayenne liggen. Alle drie eilanden dienen tot dwang verblijf van misdadigers, bannelin gen en krankzinnigenhet He de diable was tot dusverre bestemd voor lepralijders. Deze werden naar het vasteland vervoerd toen Dreyfus op het eiland werd gebracht. De eilauüen steken met steile wanden uit de zee op en zijn met uitzondering van een kleine plek aan den Zuid rand van het grootste eiland, het Komngseiland, voor stoombooten ontoegankelijk. Al het ver- SC'Oiskeujke van gevangenissen en galeien is kinderspel bij de gruwelen van het Duivelseiland. Een rotsachtig, slechts met kiezel en steenen bedekt eiland, waarop geen plant, geen boom groeit. Heet brandt de zon op den grondgeen schaduw is er voor den mensch, die gedwongen is hier te verblijven. Een vervallen hut dient den gedeporteerde tot woninghy ziet geen ander gezicht dan dat van de bewakers, de hem zijn toegevoegd. Om elke poging tot vluchten te verijdelen heeft de Fransche regeering rondom de woning van Dreyfus en zijn bewakers een sterk tralieweik laten maken, zoodat de veroordeelde ex-kapitein in werkelijkheid in een kooi zit. In het begin had Dreytus drie bewakers, later werden het zes, toen negen, en thans zijn er elf. Bij zware straf is het den be wakers verboden met den veroordeelde te sprekenhet is hem ook niet veroorloofd een of ander werk te beginnen. In deze eenzaamheid is Dreyfus, naar een officieel bericht, verouderd, vervallen en toch klemt hij zich aan het leven vast als aan de laatste hoop en toont bij elke gelegenheid eene bevreesde en teruggetrokken volgzaamheid. Nauwelijks slaat hij van tijd tot tijd een boek op, al zijne dagen brengt hij door in den hoek van zijn huthij gaat zelden uit, hij tookt en schijnt te droomeo zijne oogen zijn meestal betraand. Eenmaal in de maand (nag de ex-kapitein aan zyne familie schrij ven, en slechts eenmaal in de maand mag hij bericht van haar omvangen. Het is den veroordeelde verboden over iets anders dan over zijn persoonlijken toestand te schrijven, ook mogen de aan hem gerichte brieven geene mededeelingen van anderen aard be vatten. Men heelt niets nagelaten om dei veroordeelde van de buitenwereld afgesloten te houden. Schhdam, 8 December 1897. Het «Verkooplokaal" aan de Lange Haven, nog slechts betrekkelijk korten tijd in ge bruik, zal weldra belangrijk vergroot zijn. De open plaats naast het lokaal gelegen, zal daarbij worden getiokken. Dit nieuAe gedeelte zal worden ingericht in het midden voor tooneel, links voor het buffet en rechts voor de retirade. De steunpilaren in het midden der zaal zullen worden weggenomen, evenals het tegenwoordig tooneelije en de andere uitspringende betimmeringen, zoodat de zaal een regelmatig vierkant wordt en van de verschillende plaatsen uit een vrij gezicht geeft op het tooneel. Dit tooneel zal een oppervlakte beslaan van 6 MJ. Tijdens de verbouwing, die eergisteren een aanvang heeft genomen, zal het bestaande gebouw geregeld kunnen worden gebruikt. In de Maandag-avond te 's Gravenhage gehouden vergadering van het Kruisverbond vereeniging tegeD drankmisbruik, deed de voorzitter, de 'zeereerw. heer Wittert van Hoogland, pastoor der nieuwe kerk aan het Bezuidenhout, voorlezing van de nota van het Tweede Kamerlid, de heer Travaglino, betreffende het dienstbaar maken van het lager onderwijs evenals dit in België ge schiedt, aan de zaak der drankbestrijding. Als spreker trad op onze vroegere stad genoot, de weleerw. heer Th. J. Zoetmulder, kapelaan der St. Willibrorduskerk te's Gra- venhage, die een weerlegging gaf van wat al zoo tegen het Kruisverbond, tegen de drankbestrijding wordt aangewend. Zoo toor.de hij aan, hoe proefondervindelijk is bewezen, dat het jenevergebruik met tot beter werken in staat stelt; kenschetste het gebruik van den drank als de naaste gelegenheid tot misbruik, verklaarde den werkman niet eenige ontspanning le mis gunnen, terzij nij daarmede en de drank voert hier lichtelijk toe vrouw en kinderen te kort doet, wees er op, dat de drank, we'ke de gezelligheid moet bevorderen; vaak de ongezelligheid in de hand werkt. Hen, die den drank een «schepsel Gods" noemden en dus bestemd om te gebruiken, maakte Zijn- eerw. er opmerkzaam op, dat de vergiften ook «schepselen Gods" zijn, maar wie zal aan hun gebruik geen paal en perk stellen. Meerdere bezwaren weerlegde spr. om ten slotte op te wekken tot onversaagde be strijding van het drankmisbruik, welke bestrijding, gepaard als zij natuurlijk gaat met onthouding, de verdienste der verster ving heelt. Den eersten Maandag in Januari treedt de heer W. Nieuwenhuizen als spreker op. TWEEDE KAMER. Zitting van Dinsdag 7 December. Hoofdstuk III der Staatsbegrooting, B u i- tenlandsche Zaken; wordt aangeno men met 55 tegen 3 stemmen, de heeren Troelstra, Van Kol en Van der Zwaag). Aan de orde was daarna Hoofdstuk Justitie. De heer Van der Zwaag houdt bij deze gelegenheid zijn vroege aangekondigde interpellatie over de uiteenzetting uit Arasterdam van C. Biller en L. Kronauer. Hij vroeg openbaarmaking va i de met de Pruisische Justitie gewisselde stukken, op dat blijke waarin de ongunstige antece denten van bedoelde personen bestaan, beweert dat deze antecedenten op zich zelf geen reden van uitzetting kunnen zijn hij ontkent dat hun bestaansmiddelen onvol doende waren, zooals de Minister van Justitie beweert, en hij kwam op tegen de wijze waarop tegen deze vreemdelingen te werk was gegaan. Daarbij kwam nog dat Louis •en goed tehuis had kunnen vinden. Zijns inziens is hier meer van «uitlevering" volgens de wet van 1875, dan van gewone inmenging van de j'isiiue voigens de wet van 1849 -prake en iiij protesteert tegen de wijze waarop in deze de vreemdelingenwet is i egepast. Ten slotte vraagt interpellani t gedurende het bewind van dezen Minister inrneiiying van vreemde regeeringen invloed zal hebben op de toepassing van de wei van 1849 en of burgers die op vijandiger voet staan met vreemde regeeringen hier te lande rustig zullen kunnen verblijven, ■venals ïri Engeland De heer Travaglino, nagaande de weir.ige vooruitzichten van de candidaat notarissen d ire t aan op wetsherziening. De heer Wil ling e geeft in o vei weging weilerindiening van net wetsontwerp der vorige regeering tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering. Hij wijst op bezwaren verbonden aan afschaffing van hechtenis als subsidiaire straf. De heer Harte bepleit, door wijziging van Art. 449 Strafvordering, opheffing van de strafbedieiffing tegen godsdienstleeraars die een huwelijk inzegenen zonder overtuigd te zijn, dat het huwelijk burgerlijk gesloten is. Hij vraagt ot de Minister een voorstel daartoe wil doen en zoo niet, of de minister zich niet onvoorwaardelijk zal verzetten tegen een voorstel uit den boezem der Kamer in dien zin, dat gewetensvrijheid zooveel mogelijk worde geëerbiedigd. Voorts be toogt hij de wenschelijkheid van uitbreiding van de mogelijkheid van revisie van straf vonnissen. In zake de gebroeders Hoogerhuis neemt hij genoegen met de verklaring door den minister in de memorie van antwoord af gelegd, dat er geen redenen bestaan om op de veroordeeling terug te kornen. Hij keurt echter af, dat tegen de personen die thans aan andere lieden in ueze zaak de blaam opleggen de daders te zijn, geen vervolging is ingesteld, te meer waar de minister zelf zegt, dat die beschuldiging geheel ten onrechte geschiedt. Hij vraagt of wetswijziging noodig is om dergelijken lieden bescherming te verleenen om her steld te worden in eer en goeden naam. De heer Van Basten Batenburg sluit zich aan bij de rede-Hai te ten aanzien van straf edreiging tegen godsdienst! eeraars en hij dringt aan op zwaarder bestraffing tegen dronkenschap. De heer T roe Is tra bespreekt ie zaak van Gebr. Hoogerhuis, een zaak die door de agitatie niet is bevorderd. Persoonlijk, door eigen onderzoek, is hij gekomen tot de overtuiging der volkomen onschuld van de veroordeelden, itschoon hij is uitgegaan van hun schuld Hij erkent dat de Minister moet afgaan o; ambtenaren, dat het Hof te Leeuwardei wellicht met anders kon doen dan verooi leelen op het in judicio geblekene. Maa na. dien tijd zijn feiten bekend geworden Spreker gaat nu achtereenvolgens na d- onbetrouwbaarheid der hoofdgetuigen, hui onverklaarbare houding, de onwaarschijnlijk heid dat Hoogernuis vier dagen na de daai nj Haitsma zou hebben gelogeerd om heen te beschermen, indien Haitsma hem wer keiijk had herkend. Het feit dat de ge tuigen onder eede kunnen verklaren, dat bet lantaarntje, bij de daad gevonden, be hoort aan een der nieuw aangeklaagden ei deze een wonde had daags na de daad, terwijl er bloed was gevonden, dat mei van Hoogerhuizen afkomstig is. Meer dan 20 getuigen kunnen bewijzen, dat het mis drijf niet is gepleegd door de gebr. Hooger huis, maar door Alben Dijkstra, Paulus Van Dijk en Siebert Alberda. Op voorstel des voorzitter, die verklaart dit hoog noodig te achten, wordt besloten op aanst. Zaterdag 11 en Zaterdag 18 December te 11 uren en Maandag 13 en 20 December te halftwee te beginnen en voorts Donderdag aanst. ook des avonds te vergaderen. De beraadslaging over de "begrooting van justitie, over de interpellatie en de motie wordt hervat. De heer fiouman treedt in eene uiteen zetting van de wenschelijkheid om de wet op het notariaat te wijzigen, teneinde den toevloed van candidaten te temperen en de jongelieden niet tot een studie te verlokken, die hun geen vooruitzichten biedt. De heer L u c a s s e bepleit de nood zakelijkheid om voor zware misdrijven de doodstraf weder in te voeren, en de op heffing der Dordeelen. Verder bespreekt hy het vraagstuk der schadeloosstelling wegens preventieve hechtenis Hij wil die alleen toe kennen, waar de onschuld gebleken, is niet waar de schuld niet bewezen is. Eindelijk betoogt hij de noodzakelijk heid om de uitbreiding van het nieuwe Malthusianisme niet in de hand te werken. Wijziging van art. 407 B. W. is noodig geworden door een uitspraak van den Hoogen Raad. De bedoeling is meer bin dende bepalingen in het belang der minder jarigen bij tweeda huwelijk van een der vadei s. De heer M a c k a y acht het noodig d«" minister meer weikkrachten buiten be' departement toe te voegen bij de voorbe reiding van vele belangrijke onderwerpe"' ue toelating van vreemde prostituées hi0' ie lande kan niet aan de plaatselijke be sturen worden overgelaten, maar de rijks- wetgever moet hieromtrent regelen stelle11' Ter voorkoming van schadelijke prakrijke" is het wenschelijk het aantal notarissen nie' overal aan te vullen en op de tarieven der alarissen niet veel af te dingen. Ook wijst spr. op de gevolgen der *er' -lekvonnissen bij overtreding van de drank wet en sluit zich ten dezen opzichte aa" nij den heer Van Basten batenburg. Over de motie van den heer Troelstr3 wil spr. eerst het debat afwachten alvore"3 /.icti daarover uit te laten. De minister, i°° uoorende, zou hij zeggen, dat de minister er geen uitvoering aan kan geven. De heer Roessingh bepleit de invoe ring van het stelsel der voorwaardelijke verooi deeling, zich daarbij beroepende "P de ervaring in België. De heer Brummelkamp betoog') dat de Regeering het huisgezin behoort te beschermen tegen de gevolgen van he' Nieuw-Malihusiani*me, dat niet onschuldig is voor het gezin. De heer 8 m e e n g e bespreekt de we"' schelykneid der wijziging van art. 407 B. vV- ten opzicnte van de voogdij, ter betere ver zekering van het beleggen van geid voor minderjarigen, door de belegging ook op de Rijkspostspaarbank toe te laten en wensch' herziening van den afstandstalel voor de tarieven van burgerlijke strafzaken. De heer Van der Velde vraagt naar de meening der regeering omtrent de invoe ring der Zondagswet. Deze is feitelijk ee" doode letter, en hij acht het noodig, da' overal een uniforme uitvoering daaraa" worde gegeven. Heden (Woensdag)-ochtend 11 ure voort zetting. H. M. de Koningin-Regentes heeft, over eenkomstig den wensch van H. M. do Koningin, bepaald, dat de plechtige be- ëediging en inhuldiging van H. M. de Koningin binnen Amsterdam zal plaatsheb ben in de Nieuwe Kerk aldaar op Dinsdag September 1898. Beschikkende op de verschillende verzoe ken welke bij H. M. de Koningin-Regentes /.ijn ingekomen, om reeds nu te willen be palen aan welke stations H. M. de Koning1" •ij de te wachten plechtigheden na Hare1' vlajesteits meerderjarigheid, te Amsterdam en te 's-Gravenhage, zal aankomen en welk6 weg zal worden gevofgd, heeft H. M. de Koningin-Regentes in overleg met H. M. d0 Koningin bepaald, dat bij aankomst in beid0 plaatsen zal worden gebruik gemaakt va" net station van den Staatsspoorweg. Benoudens kleine wijzigingen, welke om standigheden kunnen noodzakelijk make") zal te Amsterdam door H. M. de Koning'" bij aankomst de volgende wegen worde" genomen Sarphatistraat, Hooge Sluis» Frederiksplein, Utrechtschestraat tot de Heerengracht, langs de Heerengracht (Noord zijde) en voorbij het Thorbeckepiein tot de Vijzelstraat, de brug over en langs de Heerengracht (Zuidzijde) tot de n.eidsche- straat, door de Leidschestraat tot de Keizers gracht, langs de Keizersgracht (Oostzijde) tot de Raadhuisstraat, langs den N. Z. Voor burgwal, Paleisstraat om het monument op den Dam naar het Koninklijk paleis. Te 's-Gravenhage zal worden gevolgd1 Rijnstraat langs het Bezuidenhout tot de le Van den Boschstraat, door het Haagsche Bosch, het Korte Voorhout, het Lang0 Voorhout, de Parkstraat, de Oranjestraat en de Paleisstraat naar het koninklijk paleis- Is de Haagsche brietsehry ver der N.Gr. Ct- wel ingelicht, dan zullen H.H. M.M. de Koninginnen tot einde Febr, of begin Maar' in de hofstad blijven, om daarna het Lustslot van Soestdijk te betrekken. Eerst na de kroningsfeesten zullen zij vermoedelijk weder naar het I.oo terugkeeren. De gezondheidstoestand vandr. Schaepman is reeds zooverre verbeterd, dat hy zjj"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 2