Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Iets littóMse® toenail Mm.
20ste J aars.
Dinsdag 14 December 1897.
No. 5970.
bureau l^oferöfraaf 50.
Feuilleton.
PRIJS VAH dit BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco oer Dost door geheel Nedeiland
Afzonderlijke Nummers
f 1.50
2.—
- 0.05
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 1—6 regels^.60
Elke gewone regel meer "ü,lü
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
ALGEMEEN OVERZICHT.
13 December '97.
i de beraadslaging over de begrooting
de vergadering door den rijksdag in
^chland Zaterdag 11. gehouden, beant-
°rdde de minister van oorlog de vraag
door de Kabinetsorder van den Keizer
,0v<ir het tweegevecht het duelleeren in het
e§er merkbaar minder wordt. De minister
Ze'deDe Keizer verlangt de duels zooveel
Zn,°?elijk te verminderen. Natuurlijk zijn
strafbaar. De minister heeft slechts
twee duels vernomen. Voor den soldaat
Zll'len er altijd gevallen zijn, dat de eer
Oi meer gelden moet dan het leven.
°'gens het oordeel van den minister moest
'Sereen, ook de officieren, de beschaafde
Vt,rttien zooveel mogelijk in acht nemen, en
eer van een ander even hoog stellen als
eigen eer. Dan zouden de klachten van
ophouden. Toejuiching
Het staat zeer te bezien of deze dubbel-
zinnige beoordeeling van het tweegevecht
duels in het leger merkbaar zal doen
Verminderen.
Op de vraag van Bebel, waar de door
rijkskanshlier beloofde afschaffing van
^t coalitie-verbod bleef, antwoordde de
^jkskanselier Zaterdag in den Rijksdag, dat
Mj de daartoe strekkende belofte met
gedaan had, maar slechts eene algemeene
herziening van de desbetreffende wettelijke
Oorschriften in de verschillende bondstaten
O uitzicht had gesteld. Op eene regeling
On deze kwestie door de rijkswetgeving
Ou hij later terugkomen.
Destaatsseeretays von marine, von iirpitz,
Verklaarde van prins Bismarck een brief
ontvangen te hebben, waarin deze zich voor
het ontwerp tot uitbreiding der vloot ver
klaart. Heden, Maandag, wordt de beraad
Slaging voortgezet.
Wolf's bureau te Berlijn verneemt, dat
het bericht uit Shangai aan de Times
Volgens hetwelk de Duitschers binnenkort
de baai van Kiao-tsjou in ruil voor die van
Sam-sah verlaten zouden, een verzinsel is.
In een draadbericht uit Peking wordt
gemeld, dat het geschil tusschen China en
Duitschland zoo goed als opgelost is.
Duitschland weigert te onderhandelen over
de bezetting van KiatsjoU. De ^gouverneur
van Sjan is afgezet. Geenerlei monopolie
van spoorwegen of mijnen wordt aan Duitsch
land verleend, maar Ceteris paribus zal
Duitschland de voorkeur hebben. De on
middellijke omgeving van Kiao tjsou wordt
uitsluitend onder Duitsch beheer gesteld,
China geeft toe op alle andere punten.
De onderhandelingen door den nieuwen
minister-president in Oostenrijk baron
Gautsch met de hoofden der Tsjechische en
Duitsche groepen geopend, zijn geheel
vruchteloos gebleven. Tevergeefs had hij
den Duitschers een zoodanige wijziging der
taalverordening voorgesteld, dat de kennis
der beide talen enkel van de hoofdambte
naren zou geëischt worden, en dan nog
slechts na een overgangstijdperk van vijftien
jaar, terwijl de ambtelijke briefwisseling
van de Tsjechische districten zou geschieden
in het Tsjechisch en evenzoo voor de
Duitsche in het Duitsch. Als »gemengd
district" zou gelden elk district, waar de
minderheid een vierde der bevolking uit
maakt. De Tsjechen hadden verklaard, dat
dit het allerminste was wat zij konden toe
staan maar de Duitschers wilden niet
en bleven algeheele opheffing der taalver
ordening eischen. Toen was, zegt men, het
geduld van Frans Jozef ten einde, en liet
hij door Gautsch aan de partijleiders zeggen,
dat hij besloten was, krachtens art. 14 der
Grondwet, het dualistisch compromis voor
1898 eenvoudig bij decreet te verlengen en
desgelijks de voorloopige begrooting en het
legercontingent bij decreet vast te stellen.
Het wederzijdsch quotum in de gemeen
schappelijke of rijksuitgaven blijft dan voors
hands bepaald op respectievelijk 70 en 30
pet. En zoodra de cis- en transleithaansche
delegatiën de begrootingen dienovereen
komstig geregeld en daarmede haar arbeid
volbracht zullen hebben, zal de Rijksraad
gesloten worden.
Na Kerstmis zal baron Gautsch opnieuw
aan het onderhandelen gaan want, zegt
het Fremdenblatt, sinds de macht der ob
structie-politiek op zoo ergerlijke wijze ge
bleken is, moet met alle partijen rekening
worden gehouden, om van een loyaal debat
verzekerd te zijn, alvorens de parlementaire
werkzaamheden te hervatten. Daarom is het
ook zeer goed, dat de gemoederen wat tijd
hebben om behoorlijk af te koelen. Dat
daar voorioopig nog geen spraak van is,
bleek wel Woensdag-avond te Brünn, in
Moravië, waar opnieuw bloedige straatge
vechten tusschen Duitschers en Tsjechen
een krachtige tusschenkomst der politie
noodig maakten, en vele verwondingen en
arrestaties het gevolg waren.
Keizer Frans Jozef heeft 1500 ff. gegeven
ten bate van de onderofficieren en man
schappen, die bij het straatoproer te
Praag zijn gewond
£)e Neue hreie Presse bespreekt de be
langrijke gevolgen, welke voor beide landen
voortspruiten uit een eventueel tolverbond
tusschen Oostenrijk en Hongarije. Als beide
partijen haar speciale belangen verdedigen
bij de onderhandelingen, welke om de tien
jaar moeten terugkeeren, dan wekt dat,
zegt het blad, niet meer vijandschap dan
elke andere moeilijke onderhandeling over
de voorwaarden van eenig ander verdrag.
In beide helften van het rijk verwerpen
kooplieden, industrieelen, de breede kringen
van producenten, de kleine bedrijven er. de
handel elke gedachte aan een economischen
oorlog. De scheiding omtrent de douanen-
rechten zal onaangeroerd blijvendaaraan
twijfelt niemand. Maar reeds heeft de
tegenwoordige oneenigheid het betreurens
waardig ge vol gehad, dat het agio is verhoogd
zulks moet niet worden vergeten. Het blad
verlangt daarom, dat de Oostenrijksch
Hongaarsche Bank en de beide regeeringen
zich zullen vereenigen in een gemeenschap-
pelijken arbeid, om door tijdige hulp het
agio te doen verdwijnen of te verminderen.
Een politiek agio is altijd minder gevaar
lijk dan een economisch agio, hetwelk door
een verstandige politiek kan worden verzacht.
De monarchie verlangt naar rust, welke eeist
kan terugkeeren, wanneer de wet over den
voorloopigen »Ausgleich" wordt goedgekeurd
door de Hongaarsche afgevaardigden.
Er moge komen, wat er wil, een scheiding
is onmogelijk. Hongarije en Oostenrijk zullen
tot eenstemmigheid komen.
De ministerieele crisis in Italië is ver
moedelijk opgelost: Di Rudini stond er op,
dat Zanardelli en eenige zijner partijge-
nooten in het nieuwe Kabinet zouden wor
den opgenomen tevens wilde hij den mar
kies Visconti Venosta behouden, doch deze
had aanvankelijk overwegende bezwaren
tegen het optreden in een Kabinet, waarin
ook den liberalen een belangrijke plaats zou
worden verleend. Diens verzet is door Di
Rudini overwonnende markies Visconti-
Venosta heeft de portefeuille van buiten-
landsche zaken weer aangenomen en toen
dit weer geschied was, had Di Rudini met
betrekkelijk weinig moeite zijn kabinet
samengesteld.
Het kabinet is volgens de Times als volgt
samengesteld Di Rudini, minister-president
en minister van binnenlandsche zaken Brin.
marine, Luzzatti, schatkistCodonchri
onderwijs Zanardelli, justitie San Marzano,
oorlogVisconti Venosta, buitenlandsche
zakenBrancar, financiën Picardi, open
bare werkenCocco Ortu, landbouw en
handelSineo, posterijen en telegrafie.
De premier, een Siciliaan van afkomst,
is' conservatief, evenals de minister van
buitenlandsche zaken, die een district van
Lombardije vertegenwoordigt en Luzzati en
Branca, van wie de eerste is een Vene-
tiaan, de tweede een Napolitaan. Liberaal
daarentegen is Zanardelli, de minister van
1620.
19)
Geen wonder dus, dat, toen zij van wege
Rubens het bevel ontving, om de kleine
Catharina en Paulus bij Helena Froment te
laten brengen, zij aanvankelijk met waar
digheid volstrekt weigerde aan dat bevel
te gehoorzamenmaar toen men haar aan
het verstand bracht, dat zij moest gehoor
zamen, of dat zij zich anders aan eene
Welverdiende berisping bloot stelde, gat zij
toe, maar op zulk eene wijze, dat Helena
zich daarover gekrenkt gevoelde, en dat var.
dat oogenblik af een kiem van weder-
zijdsche afkeerigheid zich in de harten dier
twee vrouwen ontwikkelde.
Zie hier, wat er bij die gelegenheid
voorviel.
Na de twee kinderen in hun rouwgewaad
gekleed te hebben, na onvoorzichtelijk aan
Catharina te hebben gezegd, dat zij haar
brengen zou bij eene vrouw, die haar
weldra zou verbieden voor hare moeder
Elisabeth te bidden, bij eene vrouw, welke
zij niet moest omhelzen, nam Gudula met
eene zekere doodsche plechtigheid den
kleinen Paulus op hare armen, gaf de hand
aan Catharina en begaf zich naar de woning
van Helena. Het aantal bedienden, waarvan
het in de lange gangen en in de voorkamer
wemelde, en die lange gezichten trokken bij
den aanblik der oude vrouw, gekleed zoo
als men dertig jaren te voren had gekleed
gegaan, vermeerderden hare verontwaardi
ging. Nochtans, zoodra zij haren naam ge
zegd had, veranderde men van houding en
manieren te haren opzichte, en men spoedde
zich, haar bij de verloofde van Rubens
binnen te leiden, die toen met haar toilet
bezig was. Terstond verliet Helena hare
kanaenieren en liep naar de kinderen, om
hen te omhelzen. De kleine Paulus, nog te
jong zijnde om de vijandige inblazingen van
Gudula te hebben kunnen begrijpen, bood
zijne dikke roode koontjes gulhartig aan
zijne aanstaande stiefmoeder tot een kus
aan, maar Catharina wendde het hoofd af,
begon te schreien en riep
Moeder ElisabethMoeder Elisabeth
Schrei niet, wees niet zoo bedroefd...
ik zal trachten hare plaats te vervullen,
mijn kind ik zal uwe moeder zijn. Gij wilt
dit immers wel, zeg?
En zij trok het kind op haren schoot, dat
bleef tegenspartelen en niet ophield met
schreien.
Gij zijt dus bang voor mij Ben ik
dan zoo leelijk
Neen, zeide het kind, zijne traantjes
atwisschende, om haar aan te zienneen,
maar gij zoudt mij verbieden, onzen lieven
Heer te bidden voor mijne lieve moeder.
En wie heeft dat gezegd, kleine
Zij,., en het kind zag Gudula aan.
Ik heb dat gezegd, sprak de oude
vrouw op onverschrokken toon.
En wie gaf u daar recht toe vroeg
Helena trotsch.
Wel, komt gij de plaats harer moeder
niet innemen? Zult gij geene andere kin
deren aan hunnen vader schenken, en zoo
doende aan deze weezen een gedeelte van
zijne vaderlijke liefde ontrooven? Zult
gij niet....
Mijn kind, zeide Helena, terwijl zij
haar aangezicht van Gudula afwendde, zon
der haar den tijd te gunnen, hare rede te
eindigen; mijn kind, men bedriegt u. Verre
van u te beletten, voor uwe lieve moeder te
bidden, zullen wij beide iederen dag voor
haar bidden. Zie daar, zeide zij, terwijl zij
eenen gouden rozekrans van haar bidbankje
nam, zie daar het onderpand van de be
lofte, welke ik u thans doe. Eiken avond
zullen wij aan dezen rozenkrans te zamen
bidden voor uwe moeder.
Catharina, zeer in haren schik met het
rijke geschenk, nam den rozenkrans en
liet het goud in de zon schitteren Paulus
strekte zijne handjes er naar uit, om hem
te hebben.
Gij ook, mijn dierbaar kind, gij zult
ook uw geschenk hebben. Zie hier een
kastje, waarin eene relikwie is, en hier zijn
koekjes, die u zonder twijfel nog welge-
valliger zullen zijn. Houd uwe beide kleine
handjes open. En nu kunt gij vertrekken,
vrouw Gudula; ik zal de kinderen tegen
den avond terugzenden.
{Wordt vervolgd
KIEUWE SCHIEDANISCHE COURANT
■i!n-!iiii.tiitinin.......i,i!iii'!nmnH»iinm
I