Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 21ste Jaarg. Dinsdag 25 Januari 1898. bureau ISofersfraaf 50. MAGTILDA REINE. No. 6003. PRIJS TAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco per post door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nummers - 0.05 mj: PRIJS DER ADTERTENTIËN: Van 16 regels If 0.60 Elke gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. OFFICIEELE BERICHTEN. Kennisgeving. De Burgemeester van Schiedam, brengt bij deze ter kennis van de inge zetenen Dat het kohier voor de Personeele be lasting no. 9 dezer gemeente, over het dienstjaar 1898, door den heer directeur der directe belastingen te Rotterdam op den 21 sten Januari 1898 executoir verklaard, op heden aan den ontvanger der directe be lastingen, ter invordering is overgemaakt. Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ieder verplicht is. zijnen aanslag op den bij den wet bepaalden voet te voldoen alsmede dat heden de termijn van zes weken ingaat, binnen welke de reclames tegen dezen aanslag behooren te worden ingediend. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 24sten Januari 1898. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. ALGEMEEN OVERZICHT. 24 Januari '98. De interpellatie - Cavaignac in de Fransche Kamer. De verwachting dat de interpellatie door Cavaignac naar aanleiding der zaak Dreyfus in de Fransche Kamer te houden, tot een heftig debat zou leiden, is ver overtroffen. Zulke tooneelen als Zaterdag in Frankrijks wetgevende vergadering hebben plaats ge had, had men zeker, niet verwacht de Fransche Kamer behoeft voortaan in parle mentaire ongebondenheid niet voor den Oos- tenrijksche rijksraad onder te doen. Reeds de aanblik van het Kamergebouw voor de opening der zitting deed een bui tengewone vergadering verwachten. De tri bunes in de Kamer waren stampvol- Er heerschte groote opgewondenheid. Cavaignac ontvouwde zijne interpellatie over de nota van Havas. Hij verzekert dat de verklaringen van Lebron-Renault ge- F euf lie t o n. HET CONSULT. 5) Maar het scheen, alsof de beide deelen Van zijnen naam, even als de stukken eener doorgestootene slang, altijd poogden zich aan elkander te hechten, zoodat de ex- koopman er maar niet in kon slagen, zich als een afstammeling eener adellijke familie te doen beschouwen. Niet van adel te zijn, geener. titel te hebben, dit was het, wat hem heimelijk kwelde. Dit was ook de verborgene wonde van mevrouw Dupenne. Nog dwazer, trotscher en gramstoriger dan haar man, gedurende hare veelvuldige aanvallen van kwade luim, ging zjj staafd geworden door twee bewijsstukken. De regeering weigert ze openbaar te maken. De vraag is of de regeering niet door haar zwijgen het maken van commentaren op het gewijsde begunstigt. Toejuichingen links.) Heeft de regeering met gebrek aan eer bied voor het gewijsde getoond door het tweede proces te laten plaats hebben vraagt Cavaignac ToejuichingAls de regeering denkt, dat er gevaar is den naam van een in het verslag genoemde mogend heid bekend te maken, dan zal niemand er op aandringen. De weigering om het verslag bekend te maken, wekt echter nog niet zoo veel ongerustheid als vooral de tegenstand van de regeering. De spreker verwijt de regeering dat ze dubbelzinnige verklaringen heeft afgelegd. Toejuichingen links.) Hij maakt opmerk zaam op de tegenstrijdigheid in het gedrag van de regeering, en verzoekt haar het verlossend woord uit te spreken, dat door een onverklaarbare oorzaak niet over haar lippen komt. Toejuichingen links.) De minister-president Méline zegt de ver klaring van kapitein Lebrun niet te kunnen overleggen. Het verslag bestaat (Toejui chingen links). De nota van Havas heeft dat duidelijk genoeg te kennen gegeven. De regeering meende het verslag niet te mogen openbaar maken, omdat zij van oordeel is, dat een beraadslaging in het parlement het gerechtelijk aanzien van de aangelegenheid zou wijzigen (Toejuichingen in het centrum). Als die beraadslaging eens geopend was, zou men haar niet meer kunnen sluiten en de Kamer zou een revisie op touw zetten. Een van de redenen, gaat de minister president voort, waarom de openbaarmaking onmogelijk is, is degenen die aanleiding heeft gegeven tot de behandeling van de zaak met gesloten deuren. De premier er kent nochtans, dat deze reden niet bijzonder ernstig is, maar het is de gewoonte een spionage-zaak met gesloten deuren te be handelen (Toejuichingen). De volken mogen zoo ver, dat zij hem verweet, dat hij zijne fortuin door den handel verkregen had, dus als het ware zich schamende over de bron Van hare ijdelheid zelve. Dan volgden er bitse woordenwisselingen; verwijtingen wer den met verwijtingen beantwoord, waarvan de tegenwoordigheid van mejuffrouw Reine de hardheid geenszins temperde, en te midden van welke juffer Ida goedvond nu en dan haar scherp stemmetje te doen hooren. Deze tooneelen, die alleen aan gekrenkten hoogmoed te wijten waren, hadden bijna dagelijks plaats zij bereikten somtijds zulk eene hoogte van hevigheid en bitterheid dat mejuffrnuw Reine zich genoodzaakt zag, de tusschenkomst van den zoon des huizes in te roepen, Max Dupenne. Dit ge schiedde nooit vruchteloos. Met eenen blik, met een gebaar, bracht hij de twistende partijen tot bedaren, en legde hun het stilzwijgen op. Die blik, dat gebaar wilde zeggenGij hebt de el gehanteerd, mijn vader gij hebt achter de toonbank gestaan, moederals gij voortgaat met twisten, dan zal ik deze waarheid overal ver kondigen. de geheimen van hun informatiën niet be kend maken. Daarna gat Méline nog een overzicht van de geschiedenis van de zaak-Dreyfus die de oorsprong is geweest van een betreurens waardige campagne. Een uitstekend schrijven bezoedelt het leger (Heftig geroep en toejuichingen op de uiterste linkerzij) De minister laakt de dagbladschrijvers, die een veldtocht voor Dreyfus ondernemen. Heftige woordenwisseling tusschen Faberot en de Bernis). Hij verklaart zijn plicht te hebben gedaan door de wet toe te passen en het artikel van Zola bij het gerecht aan te geven. De regeering heeft vertrouwen in de vrije burgers. De gezworenen zullen de eer van het leger verdedigen. Wat de generaals betreft, vervolgde Méline het oor deel over hun eer hebben wij niet aan de jury willen overlaten. Langdurige toejui ching in het centrum en heftig geroep van de uiterste linkerzij volgen. Ze roepens>Dat is het sabelsysteem, leve de KeizerU be- leedigt de jury De president, Brisson, vermaande de Kamer tot kalmte. Daarna gaat Méline voortDe regeering heeft zich niet willen leenen tot een onwettige daad. Zij heeft niet gewild, dat men een revisie van het proces zou houden. Het schandaal zal komen op het hoofd van hen, die het hebben uitge lokt. Aan de opstootjes op straat zal de regeering een einde weten te maken zij zal de orde herstellen. De aanvallen van Jaurès verschaffen groote voldoening aan de vijanden van Frankrijk met zulke mid delen hereidt men een nieuwe editie van de débacle voor Rumoer aan de uiterste linkerzij. Verscheidene leden worden tot de orde geroepen). Deze regeering heeft op haar pad een begonnen zaak gevonden. Zij heeft haar best gedaan een crisis te onderdrukken en heeft weerstand geboden. De regeering heeft er behoefte aan, dat het land weet, dat zij een meerderheid achter zich heeft. {Een dubbel salvo van toejuichingen van Ofschoon Max het eerste jaar in de Rechten studeerde en nauwelijks twintig jaren telde, was hij noch lui, noch uitspat tend, noch lichtzinnig, noch liefhebber van de polka. Hij woonde zijnen cursus geregeld bij, floot zijne leeraars nooit uit en gedroeg zich allezins onberispelijk. Moest men dit verschil van de andere studenten aan zijn langdurig verblijf in Duitschland toeschrijven, of wel aan zijne natuurlijke geaardheid? Het een zoo wel als het ander had er ongetwijfeld veel aan toegebracht. Doch daarin bestond het geheim zijner wijsheid niet. Zijn smaak voor een be schouwend leven, de invloed eener vreemde luchtstreek, zouden niet toereikende geweest zijn om hem verwijderd te houden uit de gezelschappen, waarhenen hij door de jeugd, de fortuin en het voorbeeld van anderen gelokt werd. Maar Max beminde. Dit was de klip, waarop alle bekoringen, alle verleidingen schipbreuk leden zoo waar is het, dat het hart meestal zegeviert déir waar va3te beginselen vaak het onderspit delven. het,centrum en de rechterzijdemen wenscht Méline hartelijk geluk.) Cavaignac ontkende, dat hij gesproken heeft als partijman en constateert, dat het zedelijk resultaat, 't welk hij beoogde, bereikt is- Daarom trekt hij zijn interpellatie in. (Verbaasde blikken en gebaren links.) Jaurès neemt de interpellatie over. Het dunkt hem onmogelijk, dat het debat niet uitloopt op een motie. Hij verwijt de Mun, dat hij de regeering den weg van de reactie opdrijft en de débsfcele voorbereidt. {Rumoer rechts en in het centrum. De regeering, gaat Jaurès voort, gehoor zaamt aan de rechterzij en zaait daardoor tweedracht in het republikeinsche kamp Wij beleven het begin van een clericale Commune, en de Republik sterft aan lauw heid, aan leugenachtigheid, aan laagheid. {Langdurig handgeklap aan de uiterste rechterzij.) Deze laatste woorden van Jaurès doen de hartstochten der partijmannen ontbranden. De Bernis valt Jaurès heftig in de rede en scheldt hem uit voor ellendeling en lam meling. Hij snelt op Gérault-Richard toe en geeft hem een vuistslag. De vechtpartij wordt welhaast algemeen. De president, Brisson, zet zijn hoed op ten teeken dathij de vergadering gaat sluiten. Het begint slagen te regenen. De Bernis loopt naar de tribune en slaat Jaurès. Een ware veld slag barst los in de vergaderzaal. Brisson, machteloos om er een eind aan te maken, verlaat de tribune. Volgens een later telegram zijn de vecht partijen ontstaan door den uitroep van graaf De Bernis tot Jaurès»Gij zijt de advocaat van het syndicaat." Jaurès noemde daarop De Bernis een ellendige lafaard. Hierop volgde een verschrikkelijke vecht partij. Gérault-Richard wierp zich op De Bernis. De socialisten en de rechterzijde werden handgemeen. De deurwaarders ston den machteloos. De Bernis sloeg Jaurès op het hoofd. De gansche uiterste linker zijde wierp zich nu op de rechterzijde III Mijnheer, mevrouw en de jonge juffrouw Dupenne moesten naar Anteuil vertrekken, om er een bezoek welstaanshalve le gaan afleggen. De moeder en de dochter hadden ziclT met kanten en linten en juweelen be hangen. De koetsier en de lijfknecht had den hunne nieuwe liverij aangetrokken. De koets en het paardentuig waren schoonge maakt, gewasschen, geborsteld, geschuurd en ingesmeerd gedurende tien geheelen vorigen dag; alles blonk en schitterde. De hoofdstellen der paarden prijkten met pur peren rosetten. De wagen kon door de voorbijgangers voor de staatsiekoets eens ambassadeurs worden aangezien. Het driemanschap plaatste zich op het allergemakkelijkst, zag er zeer tevreden uit en rende voort. Mejuffrouw Reine was nu alleen, endaar zij een groote liefhebster van de muziek was en de piano uitmuntend bespeelde, hield zi) zich juist hiermede onledig, toen er twee maal zachtjes op de deur getikt werd. Wordt vervolgd.) EENE MOEDlQE DAAD.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1