Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Ned. R. K. Volksbond,
krijgen, gedeeltelijk in Parijs, gedeeltelijk
in Berlijn; op beide plaatsen evenwel niet
bij de toongevende financieele kringen, doch
bij huizen van den tweeden en derden rang,
en zonder medewerking der regeeringen.''
Blijkens depêche uit Kiao-Tsjou aan den
Berl. Lok Anz. is in den nacht van Maan
dag 11. een Duitsche schildwacht (de matroos
Schulz van de Kaiser) op een buitenpost
van Kiao-Tsjou door Chineesch gepeupel
vermoord. Het blad verwacht, dat opnieuw
van China voldoening zal geëischt worden.
Het is volgens nader bericht niet bij den
moord op éen Duitsch matroos gebleven.
De wacht, een korporaal met twee man,
wilde den schildwacht gaan aflossen en vond
hem met afgesneden hoofd liggen. Kort
daarop overviel een bende van omstreeks
honderd Chineezen de wacht, en ofschoon
de Duitschers zich dapper verdedigden en
twaalf van hunne aanvallers neerschoten,
werden zij door de bende overweldigd en
gedood.
Het garnizoen van Kiao-Tsjou is zeer opge
wonden en verlangt niets liever dan tegen
de Chineezen te mogen optrekken.
Te Peking is men doodsbenauwd, wijl
deze nieuwe gruweldaad stellig tot nieuwe
eischen van Duitschland, en misschien zelfs
tot een bombardement van de Duitsche
oorlogsschepen aanleiding zal geven.
Schiedam, 31 Januari 1893.
afd. Schiedam.
Vergadering van R. K. brandersknechts.
Vanwege de vakafdeeling brandersknechts van den
Ned. R. K. Volksbond werd Zondag-middag in de
zaal der Officieren-Vereeniging eene openbare vergade
ring gehouden, toegankelijk voor alle R. K. branders
knechts, waarin de heer P. B. Kok, van Amsterdam,
als spreker optrad.
De voorzitter der vakafdeeling brandersknechte, de
heer Th. Borsboom, opende de vergadering met gebed
en schreef de minder goede opkomst toe aan het slechte
weder dat zeker velen had teruggehouden. De nood
zakelijkheid eener opwekking tot toetreding bij de
vakvereenigingen had het hoofdbestuur doen besluiten,
ook voor deze vergadering een spreker te doen optreden.
De heer P. B. Kok, die daarna onder applaus den
katheder besteeg, verklaarde,dat het niet zijn doel was,
een lange gekuischte rede te houden, maar een
woord van hart tot hart te spreken over een onderwerp
dat wel oud maar daarom nog niet afgezaagd was, hij
stelde zich de vraag ter beantwoordingwaarom en
hoe moeten wij vereenigd zijn En dan was aller
eerst het antwoord omdat het door God in de natuur
ingeschapen is. Spr. stelde in 't licht, hoe geheel het
maatschappelijk leven op deu grondslag van vereeniging
berust. God heelt den mensch als maatschappelijk
wezen geschapen, en niet alleen de mensch maar zelfs
de dieren vereenigen zich tot hun doel. In de geheele
onde en nieuwe geschiedenis zien wij die zncht naar
vereenigen uitkomen de Katholieke Kerk biedt er in
hare wonderbare organisatie het heerlijk beeld van en
in den tijd der gilden bereikte het vereenigingsleveu
voor den werkman den hoogsten bloei, zoo zelfs, dat
een socialistisch schrijven moest erkennen, dat dit de
gouden tijd was v. or den werkman.
Spr. stelde daarna in 't licht hoe die krachtige
organisatie der gilden vern etigd werd door de Fransche
revolutie, en wat hare leuze van vrijheid, gelijkheid en
broederschap, zoo ten eenenmale valsch gebleken,
ons voor het heerlijk werk der gilden in de plaats
heeft gegeven.
Ruim veerstig jaren geleden begreep men dat aan de
doorwerking harer beginselen paal en perk moest ge
steld worden. Nadat het vereenigingsleveu weer was
opgewekt, begreep men ook van katholieke zijde, dat
daarin de groote kracht ter verbetering moest worden
gezeten. Spr. schetste hier het ontstaau en den werk
kring van den Ned. R. K. Volksboud, nu 10 jaren
geleden opgericht, die het heilbrengend woord van
Paus Leo XIII.vereenigt u", bewaarheid in den geest
zijner beroemde encycliek, waaruit spr. verschillende
aanhalingen deed. Spr. toonde de noodzakelijkheid van
vereeniging aau ook voor de betrokken brandersknechts
want ook in hun vak kunnen zich in de naaste toe,
komst moeilijkheden opdoenen 't zou te laat zijn, als-
zij zich dan eerst vereenigdeu, dan zouden zij mach
teloos zijn niet in de herberg of ju de werkplaats
maar in de vakvereenigingen moeten de bestaande
moeilijkheden opgelost worden.
Het is niet genoeg lid te zijn van den Volksbond
wij moeten ook lid zijn der vakvereenigingdie aan
eensluiting in de vakvereeniging moet opgevat worden
als een dure plicht. Spr. wees opde kracht van het
vereenigingsleveu met eenige bekende feiten uit de
jongste abeidersbeweging en herinnerde er aan, dat het
optreden van den heer Pastoors reeds op verschillend
gebied, o. a. inzake dentoestand op de marine-werven,
verbetering had gebracht.
Ofschoon spreker hier niet als vakman kan optreden,
was het hem toch duidelijk genoeg, dat de hier be
trokken katholieke bra' dersknechts, wilden zij iets ter
verbetering van hun toestand, o. a in zake de Zondags
rust doen, noodzakelijk allen lid der Vereeniging
moesten worden. Spr. begrijpt wel, dat de toestand
ook voor den patroon met het oog op de concurrentie
moeilijk is, maar de verbetering kan ook niet ineens
worden verkregen, maar moet langs geleidelijken weg
bereikt worden.
De vraag hoe men zich moet vereenigen beant
woordde spr. met te betoogen, dat voor alles eendracht
in de vereeniging moet heerschende minderheid zich
daar aan de meerderheid moet onderwerpen en allen ge
trouw de vergadering moeten bijwonen en de orde be-
waren de vakvereeuigingen zijn het sieraad van den
voklsbond, die zonder haar niets is, omdat hij zon
der haar niet tot het groote doel,jde verbetering vau de
arbeidstoestanden kan geraken. Spr. besloot deze uit
eenzetting met de opwekking vervat in een gedicht
door mevr. Bongariz-Smeets aan de wijding van het
vaandel der Amsterdamsche afdet-ling gewijd.
De president der Schiedamsche Bondsafdeeling, de
heer C. J. Willemen, die daarna den katheder besteeg,
bracht den spreker aller dank voor het leerrijk schoone
woord, dat hij tot de vergadering had gericht; het
applaus, dat hem ten deel viel, bewees, dat zijn betoog
voor de noodzakelijkheid van vereeniging ingang had
gevonden. Spr. vertrouwt, dat allen van de noodzake
lijkheid der aaneensluiting in de vakafdeelingen zullen
overtuigd zijn die vakafdeelingeu zijn toch, zooals de
heer Pastoors terecht opmerkte, de sociale werkplaatsen
der arbeiders, en het werk daar verricht, zal vruchten
dragen voor hen zeiven en hunne huisgenoiten.
hi iemand zal toch ontkennen, dut ook in het branders-
knechtsvak grieven, groote grieven bestaan. Is bef
niet ongehoord, dat de ondergeschikte niet weet wat
hij verdient, dat de meesterknecht hem het loon kan
uitkeeren, dat hij wil (de goeden niet te na gesproken).
Wordt het loon niet voortdurend verlaagd en de voor
rechten, privelegies. vroeger in de branderijen genoten,
allengs afgeschaft. Is het billijk dat wanneer een
meesterknecht gedaan krijgt, ook de ondergeschikten
ontslag krijgen Hoeveel is er niet reeds gedaan
tot verkrijging van de Zondagsrust. Wat komt er
terecht van den Zondagsplicht van hen, die te 3 uren
s ochtends in de branderij moeten zijn 't Is hun
schuld niet, wanneer zij in de vroegmis zitten te slapen,
maar de schuld is te wijten aau de treurige ontheiliging
van den Zondag. Dat zijn alle toestander die men in
de vakvereeniging onder elkaar kan bespreken zij die
liefde voor God en Godsdienst, liefde voor hun huis
gezin, voor Kerk en maatschappij hebben, behoorén
zich dan ook vol vuur bij de vakvereeniging aan te
sluiten. Spr., den inleider nogmaals dankend, besloot
met een krachtige opwekking tot de betrokken vak
vereeniging toe te tredeu.
De heer Kok, nog even aan het woord komend,
verklaarde dat het hem een genoegen deed dat er debat
was hij komt nl. met den heer Willeman in debat,
Waar de president zoo goed den toestand had niteen-
gezet, tiad men hem (spr.) niet van Amsterdam be
hoeven te laten komen, want de heer Willeman kan het
veel beter. Maar waar hij den toes and zoo hoort uit
eenzetten, als hij verneemt dat de patroon niet zelf,
hei verdiende loon uitbetaalt, dan behoort daar iu door
krachtige vereeniging verbetering te warden gebracht.
Ook de Zondagsrust is aangeroerd. Gewagende van een
financieele schadepost, meende spr., dat dit nog geen
aanleiding gaf het Evangelisch woord omtrent de U 08
of ezel op deu Sabathdag te gebruikenwant de
consumenten konden nog wel iets meer betalen met
de Zondagsrust kon wel een proef worden genomen.
De vergadering werd daarna met gebed gesloten.
Zaterdag-avond is door de politie alhier aan
gehouden en naar Rotterdam overgebracht
een vreemdeling om, als zonder middelen
van bestaan zijnde, over de grenzen des
rijks gebracht te worden.
Toen Zondag-ochtend de meesterknecht
in de branderij van den heer T. P. Jansen
aan de Noordvest, uit de kerk komende, de
branderij binnentrad, bemerkte hij, dat de
gistzifter en diens broeder bezig waren
moutwijn uit het beste vat te pompen, ver
moedelijk met de bedoeling ze te vervoeren.
Op zijn aanwijzing werden beide personen
door de politie aangehouden en in verhoor
genomen, waarna proces-verbaal tegen hen
is opgemaakt.
Heden-ochtend is met een rukwind het
raam boven den ingang van den windkoren-
molen »De Korenbloem" aan de Vellevest
weggeslagen met het gevolg dat al de
ruiten van dat raam braken.
De paarden die voor een boerenwagen
van de Erven Van Velzen gespannen waren,
verschrikt door den geweldigen slag, sloegen
op hol, doch werden, gelukkig, door den heer
B. P. H. Yv uisman, wonende aan de Nieuwe
Haven, gegrepen, zonder ongelukken te
hebben veroorzaakt.
Gedurende de vorige week zijn den
Nieuwen Waterweg ingekomen 94 schepen,
waarvan 3 zeilschepen, allen bestemd
voor Rotterdam.
In hetzelfde tijdperk van 1897 kwamen
binnen 95 schepen, waarvan 6 zeilschepen.
Hiervan waren bestemd voor Rotterdam 93,
Schiedam 1 en Hoek van Holland 1.
lot op heden is het aantal binnengekomen
schepen 50, metende 46.319 netto regis
ter ton, meer dan tot op gelijken datum
in 1897.
Door B. en W. te Rotterdam is afwijzend
praeadvies uitgebracht op de adressen van
ruim 400 bewoners van Charlois, huurders
van in de onteigening voor de Maashaven
vallende perdeelen om tegenmoetkoming van
gemeentewege.
Welke rechtstreeksche tegenmoetkoming
aan de daardoor getroffenen door de ge
meente is uit te keeren, bepaalt nauwkeurig
de wet, zeggen B. en W.verder te gaan
staat haar die het geld van anderen beheert,
niet vrij.
Anderen maatregelen in het adres aange
geven, als het beschikbaar stellen van goed-
koope woningen of van grond voor woningen
of tuinland, stuiten op onoverkomelijke be
zwaren af en zijn mitsdien niet uitvoerbaar.
Naar de Msb. verneemt, zijn door wijlen
den zeereerw. heer P. van der Valk, rustend
pastoor te Delftshaven, o. m. de navolgende
legaten, vrij van het recht van successie
vermaakt: f1000 aan het R. K. armbestuur
te Wormerveer f 1000 aan de St. Vincentius-
vereeniging, f1000 aan de St. Brigitta-
vereeniging, 11000 aan de St. Aloysius-
vereeniging, f5000 aan het R. K. armbestuur
van de parochie van den H. Antonius Abt.
f1000 aan het St. Maria-gesticht (school)
allen te Delftshaven, f500 aan het R. K.
kerkbestuur van de Posthoorn te Amsterdam,
f500 aan het seminarie Hageveld f1000
aan de Rott. Ver. voor Kath. onderwijs te
Rotterdam.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
omstreeks 3ure brak een felle brand uit
in een blok arbeiderswoningen aan den
Schulpweg te Charlois. Deze woningen zijn
onder een dak. Een dier woningen is onver-
huurd, de anderen zijn verhuurd aan arbei
ders. Bij een dezer, zekere van N., is de
brand ontstaan. In een oogenblik tijds
stonden de vier perceelen in lichten laaie,
zoodat door de politie alarm gemaakt werd.
Daarop verschenen de spuiten 1 en 2 van
Charlois, doch zij konden weinig uitrichten,
daar zij geen water hadden, want in de
sloten stond weinig of geen water. De
vier perceelen brandden geheel af. Geen
van de inwoners was tegen brandschade ver
zekerd.
Op de algemeene vergadering van de
Doggermaatschappij, 25 dezer te Vlaardingen
gehouden, is het dividend bepaald op f125
per aandeel.
Op de werf van den heer J. S. Figee
te Vlaardingen, zal de kiel worden gelegd
van een ijzeren loggerschip voor rekening
van den heer G. Vriens en bestemd voor
de haringvisscherij.
Te Overschie heeft zich voor de inhuldi
gingsfeesten eene commissie gevormd, be
staande uit 40 leden, en waarvan eere
voorzitter is de ^burgemeester. In eene
Vrijdag-avond gehouden vergadering werd
besloten, den 16 Februari eene collecte in
de gemeente te houden en daarna de
feestelijkheden te regelen.
Van de 1997 circulaires met inteeken-
biljetten rondgezonden door »de olaatselijke
commissie van uitvoering in zake de aan
biedingen van een nationaal huldeblijk aan
H. M. de Koningin-Regentes", zijn er 666
ingevuld terug ontvangen tot een gezamen
lijk bedrag van f 1119.50. De op verschil
lende plaatsen ter inteekening gelegde 19
lijsten hebben opgebracht f 159.81. De 21
geplaatste bussen leverden te zamen op
f 16.555. Door bemiddeling var. een der leden
werd nog ontvangen, f57 alzoo een geza
menlijk bedrag van f1352.863. ND. Cf.)
Nadere bepalingen omtrent den accijns
op gedistilleerd.
Antwoord van den heer Const. Marres te
Maastricht op de Memorie van Toelichting.
II. (Slot.)
Een enkel woord geschiedenis vooraf.
Voor tal van jaren werd het brandenjvak
slechts uitgeoefend door kleine branders,
groote industrieele fabrieken waar tiendui-
zende kilogrammen graan zooals nu, per
dag verwerkt worden waren, onbekend, met
de stoom zijn die fabrieken geboren, hebben
door geperfectionneerde werktuigen meer
uit het graan weten te halen dan de gewone
kleine branderijen, hebben daardoor lagere
prijzen bij groot winsten kunnen maken
en de kleinen doodgedrukt.
Aan het eind van het eerste gedeelte staat abu
sief: niet gesmokkelde Schiedammers; dit moest lij'n
niet smokkelende Schiedammers.
De kleine Schiedar^sche branderijen he^'
ben het tegen de groote Gistfabrieken nje
kunnen volhouden, zij die niet dood zij"3'
liggen te zieltogen, nu te meer omd®'
België zijne grens voor de gist geslot®®
heeft. Met de branderijen der derde en vie1"
de klasse ging het iets beter, omdat deZ®
op eene zekere manier beschermd werde®'
omdat de fiscus hun met gesloten oog®®
overmaat maken en verkoopen liet. De fisc®8
gaf hun wel niet een gedeelte van de®
accijns, maar liet dezen brander toch ma®r
toe te nemen. Ter eere van de brander8
der dei de klasse moet gezegd worden, da'
zij daarvan ruimschoots profiteerden do®r
zich op de hoogte van den tijd met haf®
werkzaamheden te houden, terwijl de fisc®8
sedert 1862 in statu quo gebleven is.
Mag de Staat de kleine branderijen late®
bestaan door ze te bevoordeelen Ik zo®
denken van ja, want alle landen hebben e®
ons bereids het voordeel van gegeven.
Indien men bang is, dat men niet aa®
den accijns komt door de kleinen korting
te geven, dat men dan eene industrieel®
branderij in plaats van 63 gulden accij®8
per hectoliter te doen betalen, b.v. 75 do®
opbrengen, daardoor zouden deze fabrieken
verplicht worden hun gedistilleerd pl. m. lü
gulden duurder te verkoopen en hiermed®
was de zaak in orde.
Dit stelsel zou echter een schijn van on*
rechtvaardigheid hebben, doch aangezien d®
Staat met den accijns doen kan wat hij wik
mag dij hem beter besteden door het geven
van subsidies aan kleine branderijen dan
onder den vorm van hooge traktementen
aan zware surveillantie.
Het praktischste was, dat bv. iedere gist
fabriek makende minder dan 500 liter ge
distilleerd ad 50% per dag 10% te geven
van den accijns, zoo'n brander slechts voo®
450 liter te debiteeren.
Een brander echter die geen gist maakt,
zou nog meer moeten hebben, omdat bij
meer noodig heeft, bv. 15% zooals de Belgen-
Met deze kortingen behoeft 's lands kas
toch geen nadeel te hebben, voor Zijn®
Excellentie is het immers voldoende dat hij
zijne vereischte mfllioenen van het gedistil
leerd trekt, hij kan immers op deze basis
met de bestaande branderijen zijne reke
ning maken, zou hij te kort komen, blijven
hem nog wegen genoeg open om den accijns
van het gedistilleerd op te drijven en kwaad
was het hoegenaamd niet het invoerrecht
daarop te verhoogen, daardoor de Nedef'
landsche industrie in concurrentie met het
buitenland te bevorderen.
De Heer Van Marken, aan het hoofd
staande der eerste industrie van gedistil
leerd van ons land, moet het volkomen met
mij eens zijn, dat kortingen aan kleine
branderijen toegekend volstrekt niet zoo
nadeelig zijn voor de groote fabrieken, wanj
ware hij van het tegendeel overtuigd, hij
had de aandeelhouders der Nederl. Gist- eb
Spiritusfabriek te Delft niet er toe kunneb
bewegen eenige miilioenen te stemmen tot
het aankoopen eener bestaande Belgisch®
fabriek, met welk kapitaal hij nu met brab-
dertjes die 15% korting op den accijns g®"
nieten, moet concurreeren.
De Heeren J. C. van Marken en F. G-
Waller, Directeuren der Nederlandsche Gist
Spiritusfabriek te Delft alsmede de Com
missarissen dier Fabriek Graaf S. van Lim
burg Stirum, Mr. Goeman Borgesius. tevens
Minister van Binnenlandsche Zaken, M®-
M. Mees, Kassier, J. R. Tutein Nolthenius,
Directeur der Oliefabriek en D. W. Stork»
fabrikant te Almelo, moeten toch overtuigd
geweest zijn, dat de concurentie, welke zij
in België met de bevoordeelde laridbouW-
branderijtjes, met opoffering van twe®
millioen francs kapitaal gaan beginnen, toch
nog wel met voordeel zal te te doen zijn-
Streven al 'deze eminente personen er i®
hunne inrichting niet naar de mindere i®
de Maatschappij ook iets van de lusten va®
het leven te geven Zouden zij zich kunne®
opwerpen te beletten het nadeel hetwelk
zij door hunne groote fabriek de kleine i®'
dustrie toebrengen, door het Rijk te late®
compenseeren
Ik wijs hier bijzonder op het voorbeeld)
niet zoozeer van een naburig Rijk, maa®
van intelligente, eminente Nederlanders ge'
geven in België, ik koester de hoop da'
Zijne Excellentie de Minister van F;na®'
tiën voor de kleine branderijen doen za'
wat zijn ambtgenoot in België doet en hü
kan verzekerd wezen, feiten bewijzen he'i
dat de groote Nederlandsche Industrie zied
niet tegen zijne wetsvoorstellen zal kante®)
dat de schatkist er niet onder lijden zak
maar eerder er door zal winnen en Zijn®
Excellentie bovendien den dank zal inoog;
sten der kleine branders, voor wier beul hij
zich nu opwerpt, en van allen die mede va®
het bestaan der kleine branderijen leven.
Nu ik toch met den Heer Van Marke®>
zijne vennootschap en België bezig ben, za'
ik hem maar niet loslaten, hij toch is <1®