Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 21ste Jaarg. Woensdag 9 Februari 1898. No. 6016. bureau l^ofersfraaf 50. ■De bouten borden. Ï'J 2'kSSrSi b"'sel5'" ™p hiJ JffllCIEELE BERICHTEN. Kennisgeving ALGEMEEJN OVEKZ1CHT. feuilleton. NIEUWE SCHIEDAM COURANT PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam oer 3 maanden f 1.50 Franco Der Dost door geheel Nederland - 2.— Afzonderlijke Nummers - 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsI f 0.60 Elke gewone regel meer -0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Burgemeester en Wethouders van &cHiedam, jjrengen ter kennis van de ingezetenen, dat ,et 2e suppletoir kohier der plaatselijke joqote belasting dienst 1897, den 25 Januari door den gemeenteraad vastgesteld en e" 31 Januari daaraanvolgenden door heeren Eedeputeeide staten dezer provincie goed gekeurd, aan den ontvanger der gemeente e' '"vordering is uitgereikt en in afschrift •^durende vijt maanden, te rekenen van en, op de secretarie der gemeente voor e" 'eJer ter lezing is nedergelegd, Wordende voorts een ieder aangemaand Volrf611 aans'aS °P ''e bepaalde termijnen te de \y6n' strad® van verv°lg'ng volgens h 's hiervan afkondiging geschied, waar let behoort, den 8 Februari 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈüE. 8 Februari '98. Het proces Zola. Voor het gerechtshof te Parijs heeft gisteren de behandeling van het proces 0 a een aanvang genomen. Reeds om negen Te kwamen enkele porsonen, die het pro ces wenschte bij te wonen, voor het Paleis van Justitie aan. Om tien ure stonden een °nderdtal personen te wachtenvele be gaven zich binnen het hek van den hoofd- Tgang van het Paleis. Om half elf kwam ochefort aan den ingang van de achter- 2lJtle, place Dauphiné aan. Het publiek iep leve Rochetort I Eenige kreten weer- on kenWeg met Rochefort! waarop zich tot de uitjouwers wendende, zegt 'J zijt met uw vieren k vij{ trancg per |d, dat maakt een Louis het syndicaat eC't zich niet geruïneerd. Daarop gaat hij Schend de trap op. n karakterschets uit de eerste helft der 18e eeuw. 4) <p£naLaart°m laChtgij' aPent«ig? vroeg de^'"derschaar°keegrdeterWljl Mar ferwhf'Jif lgebooc| dejong® schoolmonarch, stak. on ®tok dreigend in de hoogte *eide hii .j Lgelieve te verschoonen, hooricrhe^H l j hovelingdoor de hard leren 7iJh\ onderwijzer hebben de vn ik heh schreeuwen aangewend, daarvan f n°g niet. ln kunnen slagen, uld 1 ni.t *®ruo te brengen. «Schaamt r J0els Frans zeide zoo begon oen Zola arriveerde aan het gerechtshof ver gezeld door de heeren Labory en Clemen- ceau, in een landauer. Een persoon, die leve Zola riep, werd bijna in het water ge worpen. De zittingszaal is vol met een uit gelezen publiek. Alle plaatsen zijn stormen derhand genomen. De politieke-, letterkun dige- en kunstwereld is ruim vertegenwoor digd. Eenige dames gelukte het een plaatsje in de zaal te krijgen. Het consigne omtrent den toegang wordt streng gehandhaafd door de municipale garde. Een groot aantal magistraatspersonen, be- hoorende tot het hof van cassatie en het hof van appèl, heeft plaats genomen achter het gerechtshof, evenals vele ministers, rechters, ambtenaren, leden van het corps diplomatique, Senaatsleden, afgevaardig den enz. In jhet midden van de zaal zijne vele agenten van den veiligheidsdienst. Emile Zola treedt om 11 uur 50 min, de zaal binnen, vergezeld van zijn advocaat Labory. Georges Clemenceau, die den directeur van de Aurore moet verdedigen, komt binnen tegelijk met Zola, wiens bleekheid opge merkt wordt. De heer Tezenas, de advocaat van Esterhazy, is als gewoon toehoorder bij de zitting aanwezig. Men zegt, dat hij van plan was geweest, zich civiele partij te stellen in het proces Zola. Bij de opening van de zitting deelde de president mede, dat hij de zal zal doen ontruimen bij de minste manifestatie. Menverzekert, dat de verdediging acht of negen juryleden gewraakt heefthet O. M. slechts twee. Het hof heeft zich een raadsheer toege voegd, terwijl twee plaatsvervangende jury leden zijn aangewezen. Nadat Labory, Zola's advocaat, gesproken had, verzocht Cabanes namens de drie schriftkundigen door Zola aangevallen, zich civiele partij te mogen stellen. Door het gedruisch van particuliere gesprekken in de jongen te klikken kijk, kijk, er hangt een klingbuil op zijn rug te bommelen. En de jongen strekte zijn arm als eener. handwijzer uit naar den haarzak van Wip- permann (1). En Klinkers Anna zeide een meisje vroeg of hij niet met het hoofd in een meelzak gevallen was. En Krombeugels Ernst vroeg, wat dat driekantige zwarte ding beteekeride, dat er uitziet als een eksternest. En Willigs Casper zeide merkte een vierde aan dat hij geen ziertje bang was voor dien slakkestekerde knaap be doelde Wippermanns degen. Welk eene jeugd I sprak Wippermann schouderophalend. Geen vonkje van eerbied jegens den afgezant van Serenissimus, die hier gekomen is om dit arm oord gelukkig te maken Knorrend verliet hij het schoolvertrek, waaruit hem nog een daverend gelach naklonk. Na eene korte wandeling kwam hij in (1) De lezer wete, dat het in dien tijd mode was, het haar gepoederd van achteren lang te dragen, het welk dan opgebonden en in een zakje, op den rug afhangende, gedragen werd. zaal die volgepropt met publiek is, wordt Cabanes gedwongen zijn rede af te breken. De advocaat ging vervolgens voort met de interventie ten behoeve van zijn clienten te rechtvaardigen. Hij zegt, dat zij noch slacht offers, noch medeplichtigen willen zijn. Labory bestrijdt op juridieke gronden de interventie. Hij beschouwt haar als niet ontvankelijk. Deadvocaat-generaal ontvouwt de redenen, waarom de behandeling moet beperkt blijven tot de beschuldiging van Zola tegen den eersten krijgsraad, die volgens hem, Ester hazy vrijgesproken zou hebben op bevel. De dagvaarding kon niet buiten de klacht van den Minister van Oorlog omgaan en deze, die de klacht instelde, heeft het recht het debat daartoe beperkt te zien en alleen de punten te doen behandelen, die hij nut tig vindt dat geoordeeld worden. De recht vaardiging moet even duidelijk zijn als de aanvalmen moet beletten, dat het debat afdwaalt. De wet heeft de regels voorgeschreven, volgens welke een proces kan herzien wor- dee, maar tot nu toe is geen verzoek tot herziening gedaan. Men heeft getracht, een tweeden officier te doen veroordeelen voor de misdaad van den eerste. Thans heeft men een revolutionair middel beproefd, waartegen wij de wet over stellen. Hij leest zijn conclusies voor, strekkende tot het verwerpen door het hof van elk debat, dat niet in direct verband staat met de dagvaarding. Zola's advocaat, Labory, belooft in ant woord op de rede van het Openbaar Mini sterie de zaak in alle bijzonderheden te zullen ontvouwen. Hij zal licht ontsteken, maar alle zaken zijn hier ten nauwste met elkaar verbonden. Wij hebben eerbied voor de res judicata zegt hij maar daar waar geen wettigheid en geen rechtvaardigheid meer is, bestaat geen res judicata meer De openbare meening zal ingelicht worden, al wil men de debatten versmoren. Zola, een nog al vrij aanzienlijk woonhuis, waar van de vloer met kisten, kasten en korven bedekt was. Hier stond, van onderscheidene vrouwen en groote manden omring, de grootste en rijkste handelaar van Seifen, de heer Andreas Hilner, en telde de hem zoo even aangebrachte koopwaren. 1300 paarden, 700 honden, 2900 schapen, 270 slangen. Wippermann, die eenige seconden ge wacht had, werd nu ongeduldig en sprak den koopman aan Wij komen om.... St. I gebood de teller, terwijl hij een afwijzende beweging met de hand maakte 4000 boompjes, 150 monniken, 200 jagers, 800 plakpoppen, 100;()00 spanen doosjes. Maar voor den drommelriep Wipper mann en stampte toornig op den grond, zien wij dan niet, wien wij voor ons hebben Hilner maakte eene halve beweging ter zijde naar den bazulninspecteur,zonder echter zijn oog van het papier te slaan, hetwelk hij in de hand hieldhij herhaalde zijn vorig gebaar, en vergeleek dan weder de getallen op het papier met den inhoud der I voor hem staande korven. die hier beschuldigde is, zal zich verdedigen, waartoe hij het onmiskenbaar recht heeft. Labory concludeert in overeenstemming met zijn pleidooi. Het hof trekt zich in raadkamer terusr, ten einde over de verschillende conclusiën te beraadslagen. Het hof komt weder de zaal binnen tegen 2 uren 55. Het heeft in de raadkamer be sloten aan de beklaagden de gevraagde toe stemming te weigeren tot het bewijzen van de acht andere feiten aan andere menschen aangewreven in den brief van Zola, doch niet in de dagvaarding genoemd. Eveneens wordt aan de drie schriftkun digen geweigerd te mogen intervenieeren, zooals door Cabanes was verzocht. Na de heropening der rechtszitting ver klaarde Zola's advocaat, mr. Labori, dat mevrouw de Bouloncy door Esterhazy ge ïntimideerd en met den dood bedreigd wordt, als zij de bewuste brieven aan een ander dan hem zelf durft overleggen. De gezwo renen moeten weten, dat deze brieven niet minder honnend zijn voor het leger dan d.e welke men reeds kent. Clémenceau zegt dat mevrouw De Bou- lancy laatstleden Donderdag is uitgegaan en dien dag besloten heeft niet te verschijnen. Kapitein Lebrun Renand en Ra vary weiger en te getuigen. Mercier zegt, dat aangezien de minister van oorlog hem gemachtigd heeft niet te komen, als hij het niet oirbaar acht, hij niet aan de dagvaarding gevolg zal geven. Mr. Labory zegt in zijn protest dat Zola Mercier beschuldigt, zich tot rechter gesteld te hebben, terwijl hij alleen chef was, en dat hij aan den krijgsraad een geheim stuk heeft meegedeeld, dat overigens van geen belang was. Als dit niet waar is, laat hij dan komen en het zeggen. Labory ze^t, dat men zou meenen, dat de officieren zich verbeelden een afzonderlijke kaste te vor men, hoven de wet en den eerbied voor de gerechtigheid. De zitting wordt te 5 uur verdaasd. Welke stokvisschen van menschen Schijnt het niet, alsof zich hier alles tegen mij samenspant? Nu, er zullen behalve dezen patroon nog wel andere menschen zijn, die mijne commissie met vreugde zullen aannemen. Hij maakte zich gereed, om te vertrek ken. Hetzelfde schoone meisje, door wier verschijning den hoveling eene ergerlijke vernedering was bespaard geworden, trad hem in den weg. Wippermann zou geen hoveling hebben moeten zijn, indien hij niet tevens een ver eerder van de schoone sekse ware ge weest. Zijn donker gelaat helderde zich terstond op, en terwijl hij met twee vingers in de ronde roode wangen van het bloeiende meisje kneep, zeide hij haar fleemende Schoone bloem in de woestijnhoe zijt gij hier verdoold geraakt Wien be hoort gij toe Gertruida boog zich en antwoordde ver legen daar staat mijn vader 1 Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1