Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
21ste J aars.
Donderdag 10 Februari 1898.
No. 6017.
bureau !$ofersfraaf 50.
De houten borden.
4-LGEMËKK overzicht.
iffeken
Pa
feuilleton.
NIEUWE SCHIEDAMSGHE COURANT
PRIJS TAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per Dost door geheel Nederland
Afzonderlijke Nummers
f 1.50
- 2.
- t).05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsiƒ0.60
Elke gewone regel meer -0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
9 Februari '98.
Het proces Zola.
Parijsche dagbladen verklaarden gis-
,ereni dat de eerste dag van het proces Zola
hun
van
Seen stof leverde tot het uits
'a" eenig oordeel en zij zelfs geen vermoe-
e" kunnen uitspreken omtrent den uitsj^.
'J zien in het behandelde niets anders dan
6e"v°udige schermutselingen, in den loop
^aarvan de partijen in elk geval stelling
ebben genomen zoowel door het openbaar
Ministerie voor de handhaving van het*ge-
^"jsde, als door de verdedigers voor de re-
,1S!e van het proces voor den krijgsraad en
°°k voor de vernietiging van het gewijsde.
Weer nog dan den eersten dag toonde het
,rijsche publiek gisteren een overgroote
V -- ^UUU glOllClOII
«langstelling in de behandeling van het
Pr°ces. De politie had van 's ochtends tien
a"r af maatregelen genomen om in de buurt
Van het paleis de orde te handhaven. Ro
chefort werd bij zijn komst levendig toege-
JMcht; hij groette de menigte. In de ge
vechtszaal gaf Reinach zijn gevoelen te
ennen, dat men het licht wil uitdooven.
6 toevloed was verbazend de menigte was
rur°oeriger en opgewondener dan den eer
den dag.
Toen eindelijk tien minuten voor t waal
de11 de deuren van de rechtszaal geopend
v^rden, drong de menigte vooruit. Het ge-
rang van pUbhek dat naar de zaal der
Assisen stroomde, was onbeschrijfelijk. Men
Moest zich met ellebogen en vuisten een
^eg banen door de zenuwachtige menigte.
0 a was te kwart voor twaalven met La-
°ri en Clemenceau door de kleine deur
lnnen gekomen. Zijn komst gat aanleiding
°t manifestatiën in verschillenden zin. Een
r°epje advocaten ontving hem met het
Seroep]eve 20la 1 Waarop anderen be
gonnen te roepenjeve iegerj weg met
0 a 1 Eenige oogenblikken heerschte een
°n eschrijfelijke wanorde. Ue zaal der
^'eri karakterschets uit de eerste helft
der 18e eeuw.
sisen was zoo vol, dat de president een
deel van het publiek beval weg te gaan
hetgeen een heftig protest uitlokte.
Om 12 uur 25 min. wordt eindelijk de
zitting geopend. De president leest een brief
van Esterhazy voor die weigert te verschijnen.
In zijn brief aan den president, zegt
Esterhazy dat hij, door Mathieu Dreylus
beschuldigt van het misdrijf van hoog ver
raad met algemeene stemmen door den
krijgsraad is vrijgesproken. Heden ontving
hij een brief van een particulier, genaamd
Emile Zola, die hem oproept als getuige.
Hij is van oordeel aan deze oproeping niet
te moeten beantwoorden en laat aan het
hof en de jury over de redenen te beoor-
deelen, die hem zijn gedragslijn voorschrijven.
Labori zegt,dat men Esterhazy uit kieschbeid
heeft opgeroepen. Clemenceau dringt er uit
naam van den directeur van de Aurore op
aan, dat Esterhazy gehoord wordt.
De getuigen worden opgeroepen. Het Hof
beslissende op de conclusies van de ver
dedigers gelast, dat de zieke getuigen op
nieuw zullen worden gedagvaard na het
bezoek van den dokter, zoodra zij weer
kunnen uitgaan. De overige getuigen zullen
weder worden gedagvaard en moeten ver
schijnen om gehoord te worden.
Mevrouw Dreyfus wordt vervolgens ge
hoord, zij is gekleed in het zwart, is zeer
bleek en zeer aangedaan. Op verzoek van
den president noemt Zola's advocaat Labori
verschillende te stellen vragen op. De presi
dent weigert ze te stellen. Zola protesteert
levendig en verzoekt behandeld te worden
als een gewone moordenaar en dief, zij
hebben altijd het recht van verdediging
zoo betoogt hij mij echter bindt men
de handen; men slaat mij, men beleedigt
mij op straat, een gemeene pers sleept mij
door het slijk ik wil het bewijs leveren,
dit wordt mij geweigerd. Ziet, mijne heeren
juryleden, welk een toestand we nu hebben,
ik wil mijn getuigen doen hooren, en daar
verzet men zich tegen.
5)
dochter des huizeshernam
fraain rmannrï'1 veranderd de zaak 1 Een
blik Va<^erHij schijnt op dit oogen-
Wij e, aan d® hand te hebben. Spreken
Pronnfi iSSChen. ,zamen een woordje. A
triel '.."et meisje! Wie was die windbuil
y*ervrZ1Jne 8roote kurassierslaarzen, die
"en aler met dikke schermhandschoe
fcer» 'e. noch 'n Leipzig noch in Witten-
^Mbben ne °Pvoe<*lf'g schijnt genoten te
TnejSj Wittenberg, antwoordde het
«"ten j "et is de wilde Max, de zoon van
'eeraar. Hij wil ook geestelijke worden.
Juist had Wippermann een spijtig ant
woord op de lippen, toen het door het
naderen van Hilner werd teruggehouden,
die met alle beleefdheid vroeg
Wat is er van uwe dienst, mijnheer
Ik ben gekomen, sprak Wippermann,
zich opblazende als de kikvorsch in de
tabel, uit naam van zijne majesteit, onzen
allergenadigsten koning en keurvorst, wien
het behaagd heelt, de inwoners van Seiten
gelukkig te maken, en hier welvaart te
verspreiden.
En op welke wijze zal dit geschieden
vroeg de koopman nieuwsgierig.
Zeg mij vooreerstwat is de prijs
van een dozijn houten borden
Houten borden vroeg Hilner op
slependen toon en in zijne verwachting te
leur gesteld. Een dozijn houten borden 1
De stem van den koopman klonk spottend,
terwijl hij schouderophalend zeide de naaste
prijs is tien grosseri.
Dat kon toch wel iets minder wezen,
merkte Wippermann aan, te meer als men
eenige dozijnen te gelijk koopt. Hoeveel
kunt gij er terstond leveren, he
O, daarmede kan ik uwe Genade
dienen, zeide Hilner glimlachende zes tot
De president, in de rede vallendGij
kent de wet. Zola roept uitik ken de
wet niet, en ik wil haar voor dit oogenblik
niet kennen. {Hevig rumoer onder het
publiek.)
De advocaat Labori zegt, dat hij zijn
conclusiën zal deponeeren. En als de presi
dent zegt, dat hij geen vraag zal stellen
om de revisie van de zaak Dreyfus te be
werken, waarin wettig vonnis is gewezen,
noemt Labori dit obstructie. (Men schreeuwt:
»Neen"). Hij vraagt den president hem aan
te wijzen, welke middelen dan te gebruiken.
De president antwoordt: »Dat kan ons niet
schelen(Gelach).
Om kwart over éénen wordt de zitting
geschorst voor de openstelling van de con
clusie der verdedigers.
Terwijl de zitting geschorst is, heerscht
en een oorverdoovend tumult in de zaal
allen redeneeren hartstochtelijkmen ziet
niets dan roode, opgewonden gezichten en
heftige gebaren. Intusschen is mevrouw
Dreyfus, die zich in de getuigenkamer had
teruggetrokken, aan een heftige crisis ten
prooizij is in tranen uitgebarsten.
Bij de hervatting der zitting draagt Zola's,
advocaat Labori zijn conclusiën voor, welke
de strekking hebben, dat verschillende
vragen gesteld zullen worden aan mevrouw
Dreyfus, wegens de zeer hooge belangen
die ermede gemoeid zijn, en ter vrijwaring
van de rechten der verdediging.
De advocaat-generaal zegt dat het feit
uitdrukkelijk door de conclusiën bedoeld,
van onwettigheden die plaats gehad zouden
hebben, niet in aanmerking genomen kan
worden. Gij hebt gezegd, dat gij de wet
niet kent, welnu, wy kennen haar en zullen
haar doen eerbiedigen. Langdurige bewe
ging.)
Na heftige protesten van Labori tegen
de obstructie die hij ontmoet, verklaart
Zola, zich geheel en al te onderwerpen aan
de wet en aan de justitie. Hij verwacht
dat recht gedaan zal worden. »Ik zal niet
acht duizend zijn er gewis in het pakhuis
voorhanden.
Ba, zeide Wipperman spottend, wat
zou zulk een bagatel 1 Wij zullen ons tot
eenen anderen moeten wenden.
Binnen een uur, antwoordde Hilner,
zie ik kans er 200 dozijn bij elkander te
hebben. Dit zal misschien een voldoend
getal zijn, om uwe genade tevreden te
stellen
Twee honderd dozijn 1 Kom, kom,
dat is eene kleinigheid. Ik heb er zoo vele
duizenden en nog meer noodig.
Wippermann voelde zich nu eens recht
gestreeld door de verbazing van den koop
man, in wiens oogen hij meende al meer
en meer te stijgen.
Wil Zijne Majesteit houten borden bij
het hof invoeren, vroeg Hilner bedeesd, of
wil zij den inwoners van Dresden een ge
schenk geven
Het gebruik dier borden blijft voor
alsnog een staatsgeheim, zeide Wippermann
met te zamengetrokken wenkbrauwen. Maar-
wat dunkt u, in hoeveel tijds kunt gij mij
30.000 stuks leveren
Hilner dacht een weinig na, daarop
zeide hij
in opstand komen, zegt hij, tegen de wet,
wèl weet ik dat ik boven huichelachtige
handelwijzen verheven ben."
Er wordt geroepen bravo bravo Toe
juichingen barsten los, beantwoord door
gemor.
Het hot verwerpt de conclusiën van de
verdediging en verklaart dat geen vraag,
die buiten de debatten staat, gesteld zal
mogen worden.
Het verhoor van den getuige mr. Leblois
liep over de betrekkingen met Picquart.
De brieven van generaal Gonse, welke hem
door Picquart werden medegedeeld en
waarover hij sprak met den heer Scheurer-
Kerstner hebben dezen van de onschuld
van Dreyfus overtuigd. Als den minister
van justitie niet verzocht is, het proces te
herzien dan is het omdat het materieele
bewijs omtrent de mededeeling van het
geheime stuk ontbreekt.
De heer Leblois gaat dan over tot de
details betreffende de telegrammen die aan
den heer Picquart in Tunis zijn gezonden.
Hij zegt, dat Picquart onschuldig is aan die
vervalschingen, en niettegenstaande de pre
sident, hem in de rede vallend, hem vraagt
»Wat weet u daarvan?" bevestigt hij dat
Picquart op dit punt volkomen gerechtvaar
digd is door den raad van onderzoek.
Zola's advocaat Labori over de telegrammen
sprekend, zeide: Wij willen bewijzen, dat
de gesluierde dame gekomen is uit de om
geving van du Paty, of van de bureaux van
hèt ministerie, van oorlog.
In een brief van 7 September 1896 schreef
Gonse aan PicquartZet de enquête met
de grootste omzichtigheid voortik geloof
niet dat het goed zou zijn, experts in deze
zaak te mengen. Picquart. antwoordde lk
zal uw aanwijzingen volgen, maar de lieden
die overtuigd zijn, dat men zich tegenover
hen vergist heeft, in 1894, zullen gerucht
maken het zou beter zijn dadelijk recht
te doen in de zaak, ten einde schandaal te
vermijden. Gonse schreef laterOp het punt
Als ik alle draaiers dezer plaats aan
het werk zet, dan hoop ik er binnen 10 a
12 dagen, twee tot derdehalf duizend te
kunnen verschaffen. Maar moeten die men
seden langer en vlijtiger dan gewoonlijk
arbeiden, dan moet ik hun loon verhoogen
en bijgevolg ook den prijs per dozijn. De
grootste zwarigheid zal de aanschaffing van
het benoodigde lindenhout zjj n, hetwelk thans
afgekapt, vol sap en daarom nat hout is.
Lindenhout, of niet, hernam Wipper
mann, droog of nat, en of ze van pijnboomen,
dennen, greinen, ahorn, eiken, berken, of
zelfs van vlierboomenhout gedraaid worden,
dit is mij alles om het even, als ze maar
den vorm hebben van houten borden. Maar
elk bord moet met het keurvorstelij k Sak
sisch wapen gebrandmerkt zijn, weshalve
ik, om de zaak te bespoedigen, een dozijn
zulke stempels heb medegebracht. Begin
nen wij nu het koopcontract te beschrijven,
dan kunt gij terstond tot de uitvoering
overgaan.
Wordt vervolgd.)