Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
21ste Jaarg.
Donderdag 17 Februari 1898.
ISureau ^ofersfraaf 50.
De houten borden.
No. 6023.
axgemeejn oyerzicht.
PRIJS TAN DIT BLAD:
Toor Schiedam per 3 maandenf 4.50
Franco Der post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nummers - 0.05
PRIJS DER ADYERTENTIÊN:
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
16 Februari '98.
Het proces Zola.
De verdediger van Zola, advocaat Labori,
ln den wandelgangen van het paleis van
Justitie daarover ondervraagd, heeft gezegd,
a het proces nog vijf of zes dagen zal
Uretl en dat hij niets voorspellen kan ten
aanzien van den uitslag. Dat belooft wat
v°Qr hen die den lust en het geduld be
ften het verloop van dit ingewikkeld
Pr°ces tot het einde toe te volgen, maar
et verklaart tevens de afneming van be-
pRoSteling die zich zoo duidelijk bij het
"Ujsche publiek openbaart.
Voor den aanvang der zitting had gis-
eren niets bijzonders plaats. Het hof
^erwerpt de conclusiën van de verdediging,
aartoe strekkend dat ieder expert ver
dringen zal kunnen afleggen ten aanzien van
z\Jn getuigenis voor den krijgsraad met ge
sloten deuren.
Lonse protesteert tegen de bewering van
adrès, dat de generale staf het licht ge
schud heefthij ontkent beslist, dat de
generale staf Esterhazy het stuk bezorgd
ett, dat tot diens vrijspraak leidde. Labori
s°mt daarna eenige vragen op, aan den
sriister van oorlog te stellen, daar men
lrnrtiers het licht wil laten schijnen. Gonse
a"twoordt, dat hij niet bevoegd is, deze
^ragen aan den minister van oorlog over te
retigen, waarop Labori de opmerking maakt,
at men geen licht verlangt.
De volgende reeks van vragen wenschte
a °ri door generaal Gonse aan den minister
Van oorlog te doen overbrengen
den generaal Mercier machtiging te
erieenen een verklaring af te leggen nopens
e' geheime stuk, hetwelk wij weten, dat
aar» den krijgsraad van 1894 in raadkamer
ls °Vergelegd
2o. den kolonel Picquart te ontheffen van
••Waring van het ambtsgeheim
■feuilleton.
Den karakterschets uit de eerste helft
der 18e eeuw.
10)
hefe moeder, moet ik u zeggen, dat
be laat P en, exerceerplaats eene ruimte
be"eeno'kVirle,vierkante mijlen, waarvan
Het pbp u v, en de andere bosch was.
tegen S men oohezaaid gelaten en
Sehuur.r^" dare" PriJs van de bezitters
bant n' aar bet bosch heeft men omge-
250 a,beid hebben 500 boere(> en
men h» verricht. Met touwen heeft
etl denr wor*e's der groote eiken, beuken
de da.np!fn Ult grond gerukt, en toen
Ho nu oi°°r ontstane diepen gaten gevuld,
bet si>i, aan tY'ee ooafzienbare muren van
oonste hout opgetrokken, van welke
3o. het origineel van het borderel bij het
hot te deponeeren
4o. de stukken die bij de proeven van
Bertillon zijn gebruikt, ter zitting over te
brengen
5, Bertillon uit te noodigen getuigenis af
te leggen.
6o. de experts van het proces-Esterhazy
insgelijks uit te noodigen tot getuigen.
Crepieux-Janin, als deskundige gehoord,
protesteert ten sterkste tegen de bewering
van den schriftkundige Teyssonnières, die,
zegt hij, zijn romantiseh verhaal eenvoudig
uit den duim gezogen en eene gemeene
streek uitgehaald heeft. Hij verzekert, dat men
aan het cliché niets heeft kunnen veranderen,
en hij zegt, men den een of anderen dag
wel zal zien, wie de waarheid gesproken
heeft.
Crépieux zegt, dat het niet Bertillon is
geweest die Dreyfus heeft doen veroordeelen.
Bertillon is een gek, Ik heb het licht ont
stoken in mijn rapport en op mijn rapport
alleen is Dreyfus veroordeeld. (Uitroepen).
Crépieux verwijt aan Teyssonières dat
deze aan de Libre Parole zijn heele brief
wisseling heeft gegeven, ongetwijfeld in de
hoop er een paar regels in te vinden die
een mensch aan de galg kunnen brengen.
Teyssonières was misnoegd, omdat hij, zag,
dat Crepieux zijn meening aangaande de
schuld van Dreyius niet deelde en dat, zegt
Crepieux, is ongetwijfeld het geheim waarom
bij tegen mij deze houding aanneemt. De
getuige zegt, dat hij katholiek is. Hij heeft
gewerkt, omdat hij er pleizier in had, niet
omdat men het hem vroeg. Hij is geen
grafoloog, maar een eenvoudig particulier,
die persoonlijk zijn oordeel heeft over het
schrift van het borderel en dat van Ester
hazy.
Paul Meijer, directeur van de Ecole des
Chartes, begint met te zeggen, dat hij
katholiek is. Hij verzekert voorts, dat het
facsmile van het borderel zoo nauwkeurig
mogelijk is. Hij betreurt dat men een schrift-
alle menschen op den wijden aardbodem, met
allerlei soort van speelgoed en Seifensche
waren konden voorzien worden. Gij moest
eens de ontelbare tenten der soldaten zien 1
Zij bedekken als blanke schapen de ruime
vlakte en zijn in rijën in de schoonste orde
opgeslagen. Midden op het exercitieveld staat
op eene kunstig gevormde hoogte een tweede
groen geverfd paleis, hetwelk voor de ge
kroonde hoofden bestemd is, en twee ver
dieningen heeft. In de bovenste komen de
allerhoogste heeren bij elkander en in de
benedenste de hooge. Deze mogen zich nog
dieper naar de kelders en de keukens
begeven, als zij op de vertooning van hun
toegangkaartje, allerlei soort van spijs en
drank willen gebruiken. Dezelfde heer die
de houten borden in Seifen besteld heeft,
leidde gisteren onzen neef en Truitje in
het koninklijk kamp rond, terwijl de heeren
de soldaten zagen exerceeren. Ik mocht ook
achterna komen. Max genoot de eer van
buiten het hek te mogen blijven staan
kijken. Eerst kwamen wij aan het vierkant,
waarin de koning van Pruisen met nog
eenige voorname heeren woont. Het was
met eene diepe gracht en een fort omge
ven en heeft vier ingangen. Hier hielden
kundig onderzoek van zoo ernstigen aard,
toevertrouwd heeft aan Bertillon. Het schrift
van Esterhazy, zegt hij, gelijkt volkomen
op dat van het borderel.
Na de verklaringen van Meijer wil Labori
aan de getuigen Conard, Belhomme en Var-
mant een vraag stellen hij verzoekt den
president ze voor de balie te roepen, maar
deze weigert dat. Labori stelt daarop zijn
conclusiën.
In de kleedkamer raken twee jonge advo
caten handgemeen en geven elkaar oor
vijgen.
Zola komt om tien minuten over twaalven
in de zaal zonder dat er eenige betooging
plaats had.
Mevrouw de Boulancy vertelt omtrent
de bezoeken haar door Esterhazy gebracht
ter verkrijging van de brieven »Twee of
drie malen", zeide zij, nkwam hij" bij mij
om de brieven op te eischen. Ik liet hem
door mijne bonne ontvangen, die de deur,
die echter van een sterke ketting was voor
zien, op een kier liet staan. Eens toen hij
te heftig aandrong, om binnengelaten te
worden, antwoordde ik hem: ga toch weg;
gij compromitteert mij.
Labori leest vervolgens de vragen voor,
welke dezelfde magistraatspersoon die me
vrouw Boulancy verhoorde, freule Blanche
de Comminges gesteld heeftdeze weigerde
echter, te antwoorden.
Clémenceau stelde conclusiën, om het hof
uit te noodigen, een rechterlijk ambtenaar
op te dragen aan mevrouw Boulancy te
gaan vragen of in de brieven (van Esterhazy)
die zij in bezit heeft, niet de volgende
woorden voorkomenGeneraal Saussier is
een clown, en bij ons zouden de Duitschers
hem in een circus zetten. Als de Prussiens
tot Lyon konden komen, zouden zij hun
geweren wel kunnen weggooien en met hun
rottinkjes de Franschen voor zich uitjagen.
Labori stelt conclusiën en constateert dat
de voorzitter geweigerd heeft vragen te
stellen voordat ze nog gedaan zijn. Het hof
Turksche janitsaren (doch het waren allen
Saksische landskinderen) de wacht. Het was
koddig, die kerels te zienzij droegen gele
halve laarzen, gele onder- en zeegroene
langafhangende bovenkleederen hooge twee-
hoekige mutsen, korte breede sabels, pa
troontassen, gordels met kleine spaden, bijlen
en hamers, en dan geweren, waarvan men
de bajonetten even als een knipmes kon
toebuigen. Er is een geheel regiment zulke
janitsaren, wier officieren in satijn met
hermelijnopslagen gekleed zijn. Hunne
muziekanten zijn 20 mooren, die een hei-
densch leven maken. Nadat wij gelukkig
door deze Turken henen waren, kwamen
wij door eene menigte prachtige tenten en
overdekte gangen, in het middenpunt van
het vierkant, hetwelk eene groote zaal voor
stelt. Neen, moeder I zulke pracht aan goud,
zilver, fluweel, zijde en andere kostbaar
heden wist ik niet, dat er bestond. Ik viel
al dadelijk bij het binnentreden op mijn
neus, want de vloer was gladder dan ijs,
en met allerlei vreemd hout ingelegd. Van
boven hingen vonkelende kroonluchters, en
aan de ingangen der vier hoofdtenten, voor
de Pruisische Majesteit, stonden zilveren
schenkketels. Hoe stonden wij verbaasd,
beslist dat de president goed gedaan heeft
met te weigeren vragen te stellen die alleen
de debatten onnoodig zouden rekken. Labori
komt daar krachtig tegen op.
Clémenceau leest het resultaat van het
verhoor van madame de Boulancy door den
rechter van instructie Bertulos. Mal. de
Boulancy had gezegd, dat zij zekere brieven
van Esterhazy bezit en van denzelfde ook
telegrammen heeft ontvangen. Deze telegr am-
men bevatten geen enkele bedreiging, maar
wel de aanmaning om brieven terug te
geven die geschreven waren 1881 '87.
^Misschien zijn de brieven even compro-
mitteerend als die welke het woord »Uhlan"
bevatten. Zij behelzen bedenkelijke gezeg
den over het leger en over Frankrijk. »Ik
wil de brieven bewaren, om te bewijzen
dat ik geen valschheid gepleegd heb", zeide
zij. sEsterhazy is verscheiden keeren bij
mij gekomen om de brieven op te eischen.
Ik liet hem echter niet binnen."
Vervolgens worden gehoord de schrift
kundigen Sellarier en Bourmont. Zij ver
klaren, dat het facsimile (van het borderel)
volkomen het schrift van Esterhazy weer
geeft. (Beweging.)
Franck, de Brusselsche advocaat, laat een
zwart bord brengen om zijne getuigenis door
eene uiteenzetting op te helderen. Hij zegt,
dat de eerste experts een verkeerd uitgangs
punt hebben gehad, dit namelijk, dat de
schrijver van het geincrimineerde stuk zijn
schrift had willen verdraaien. Maar het bor
derel is in vlot en natuurlijk schrift gesteld.
Men vindt Esterhazy's hand in het schrift
van het borderel volkomen terug. Franck
weidt lang uit in zijne uiteenzetting, die een
eenigzins technisch karakter draagtj; hij be
toogt, dat er geen twijfel mogelijk kan zijn
of het borderel eigenhandig door Esterhazy
is geschreven.
Franck wordt in zijn betoog door de ge
sprekken van het publiek gestoord. Franck
verzekert, dat de schrijver van het borderel
van Duitsche afkomst moet zijn.
toen zich eensklaps in de zaal eene vol
maakte muziek liet hooren 1 Zij kwam uit
speelklokken, zoo als er hier vier stonden.
Moeder, ik zou niet klaar komen, als ik
alles wilde beschrijven, wat ik hier gezien
heb. Dit wil ik er nog bijvoegen, dat er nog
7 zulke vierkanten met hoftenten zijn, zoo
als ik die zoo even beschreven heb. Daaren
boven nog tenten voor de kamerdienaars,
voor de bedmeesters en hofbediendenvoor
den koerier Schmiedel, en den hofgoochelaar
Jozef; eindelijk paardenstallen, koetshuizen,
alsmede een paleis voor dames 105 winkels
voor kooplieden en 37 koffietenten. En dan
de massa menschen, die van alle kanten
toestroomt, en als de mieren onder elkan
der wemelt. Toen op den 1 Juni de koning
van Pruisen in het kamp is gekomen, zijn
de beide Majesteiten met hun gevolg langs
de geheele in twee gelederen geschaarde
armee op en neder gereden, waartoe 3
uren tijds vereischt werd. En de beide
koningen werden door 200 koetsen en 1000
ruiters met handpaarden gevolgd.
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEDAMSGHE COURANT
iimmiiPHiwniiii'iii'iiii