Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
21ste Jaarg.
Woensdag 23 Februari 1898.
No. 6028.
"SStttreau 'SSofersfraaf 50.
Öe houten borden.
I
Ij
toeval01™ Wag6n' en hÜ heett zlJ,ie
feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nummers - 0.05
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
OVERZICHT.
22 Februari '98
Het proces Zola.
pro^6- ^ert'en(^e terechtzitting in zake het
van^ °'a WaS S'steren aan het requisitor
en advocaat-generaal Van Cassel gewijd.
fwaal 2lU'n° werd om vijt minuten over
bek Ven ®eoPenc^ He advocaat-generaal
allpr mt dadel«k ket woord en veroordaelt
srin ^u'St ^et art'ke^: J'accuse, hetwelk een
aan t Hlj tart Zola het »bevel"
hazv 6 dat gegeven zijn om Ester-
gp V'b le sPreken. Hij vraagt bewijzen,
tooner aaS6S' Daarna tracht bil aan te
revi, u assisenhof zich niet met de
is 16 had bezig te houden. Esterhazy
inlichf1 m d® m°ge'ijkheid geweest de
bevat ,ln®en.te bekomen welke het borderel
dit ia dus niet van hem afkomstig.
staan advocaat"generaal zet daarna het ont-
de 6r west'e uiteen. Hij spreekt van
°P toaumwPagne d°°r d0 ^mibe van Dreylus
i° de K ^eze'1baalt de woorden aan die
Hrisso atïler gesproken zijn, zoowel door
den °n a'S d°°r den rn'nister van oorlog en
dat ^nin'Ster"President, die gezegd hebben,
Polit l26 Zaa^ Van iuridischen en niet van
beeft6 h" aard WaS' '^egenover den Senaat
gen regeering dezelfde houding aan-
het ^elu'^e varL het vertrouwen, dat
re»e^ar ement ste't in de verzekeringen der
verz^10^' advocaat-generaal teekent
dat L aan te^en (i® aantijging der Aurore,
teen d'er te 'an(*e iets m den zin heelt
Vroe e rePubliek. Eén man heeft dat
heett moeten nemen tot zelfmoord hij
(Ft»et Zed voor gezorgd te verdwijnen.
i'ghei^4n^d men d'6r VOor de gerech-
Sel Z°U °Pk°men, is maar eèn voorwend-
ana'r h'00'1 Za' dö beschaafde landen de
ygC le 'n rechtszaken worden geduld,
rvolgens gaat de advocaat-generaal de
n karakterschets uit de eerste helft
der 18e eeuw.
13)
toor^p4genoeg, mijnheer 1 sprak de majoor
°°k werb°ri en. turkzou ons 'eger
te"en dan6 u du'zenden koppen minder
n'ng 'sehr °u papier staan en in reke-
Vuu Orh«, ni worden, dan nog mag Hans
bebben ik 6 Wltz ®een aandeel in dit bedrog
generaal.v»ua raPPort maken aan den heer
acht inn maarscbalk von Wacherbarth.
s^°Ppen m f misschien mij den mond te
''staart? p6- m?.» ?'as wj" en eene ansjo-
buian i "J" in arrest, ellendige bor-
bemel 1 riep Gertruda zich de
wringende.
rol na, door Picquart gespeeld; generaal
Gonse, zegt hij, heeft terecht Picquart tot
voorzichtigheid aangespoordhij verwijt
Picquart den zin van brieven vervalscht te
hebben en veroordeeld streng zijn houding.
De advocaat-generaal verdedigt zich in alle
bijzonderheden van het proces van de aan
klacht en tracht ze een voor een te weer
leggen. Hij bestrijdt, dat de minister van
oorlog, zooals men beweerd heeft, het cette
canaille de D aan de Eclair heeft mede
gedeeld, er blijft niets over, zegt hij, van
Thévenets en Trarieux verzekeringen een
poging om de revisie te verkrijgen zou de
eer.ig mogelijke weg zijn die men kan in
slaan tegen de onwettigheid waarvan men
gesproken heett, maar op dit oogenblik is
nog geen stap in die richting gedaan.
De advocaat-generaal, die zijn requisitoir
voorleest, zegt dat het zeker is, dat Leblois,
die in het bureau voor den dienst der in
lichtingen mocht komen, het geheime dossier
document heeft nagegaan met Picquart in
diens kabinet. Te dien aanzien is geen
twijfel mogelijk. De langzame en eentonige
wijze waarop de adv.-gen. Van Cassel spreekt,
schijnt grooten indruk te maken op de toe
hoorders. Sprekende van het sluiten der
deuren tijdens een gedeelte van het proces-
Esterhazy, zegt de advocaat-generaal wan
neer de vreemdeling in het spel is bij een
discussie, moet deze onder landgenooten
gevoerd worden. Van Zola's artikel zegt hij,
dat het op de keus van de rechters doelt
welnu in de krijgsraden wordt deze keuze
bepaald door den rang dien de beschuldigde
bekleedt. Alle wapens zijn er in vertegen
woordigd ten aanzien van een aldus samen
gestelden raad is het niet vergund ver
moedens te koesteren. De rechters, die niet
eenstemmig waren ten aanzien van het
huis clos hebben met algemeene stemmen
Esterhazy vrijgesproken; dit bewijst hun on
afhankelijkheid.
Aan het slot van zijn requisitoir sprak
de advocaat-generaal van de inquisitoriale
Hilner daarentegen wendde zich met een
smeekend gebaar tot de oorzaak van zijn
ongeluk, tot Wippermann.
Deze hoestte eens en spak toen
Slechts eenige oogenblikken geduld,
genadige heer opperwachtmeester 1 Misschien
heldert zich de zaak nog op, om de eer
des leveranciers te redden. Hilner I waart
gij tegenwoordig bij het inpakken der
borden
Ja! antwoordde deze sidderende.
En was elk honderdtal goed geteld
Hoe kwamen de borden te Dresden
- Per as. Zij waren op zes wagens ge
laden.
Hoe veel tijds was er noodig, om ze
naar Dresden te vervoeren
Nagenoeg drie dagen.
Hebt gij de wagens vergezeld?
Neen 1 Ik reisde later met mijne
dochter in een bijzonder rijtuig na, en
kwam bijna te gelyk met de borden te
Dresden aan.
Er komt licht in de zaak, sprak
Wippermann tevreden. Hadt gy aan nie
mand het opzicht over de wagens toever
trouwd
praktijken, tot welke de verdediging haar
toevlucht genomen heeft, tegenover Ester
hazy hij vergelijkt die met een mes dat
door het levende vleesch gehaald wordt.
Zich tot de verdedigers wendend, zegt de
advocaat-generaalGij hebt uw slachtoffer
handig uitgezocht, zelfs de gezworenen, de
magistraten, de leden van den krijgsraad
geven dat toe. Hij brengt in herinnering
wat de minister van oorlog, Billot, in de
Kamer gezegd heeftdat hij vertrouwen
stelt in de twaalf soldaten, geroepen om
deze zaak te oordeelen. Ten slotte Zola
onder handen nemend, spreekt hij op strenge
wijze over zijn slecht werk.
Daarop eindigt de advocaat-generaal aldus
»Neen, het is niet waar, dat er een officier
is geweest, die aan andere officieren heeft
gelast een zeker vonnis te vellen. Neen, de
zeven officieren van den krijgsraad hebben
niet op bevel vrijgesproken. Uw uitspraak
zal het verkondigengij (gezworene) zult
zonder aarzelen den beklaagde veroor-
deelen.
De zitting wordt om twee uur geschorst.
Na de hervatting van de zitting leest
Emile Zola een stuk voor. Daarin heet het,
dat de minister-president Mehne den schijn
heeft aan de gezworenen te bevelen, hem,
Zola, te veroordeelen. Teekenen van af
keuring. Ve president valt Zola in de rede.)
Dat zijn verfoeilijke politieke zeden, ver
volgt Zolaen danIk heb het leger niet
beleedigd, maar een alarmkreet geslaakt.
De geschiedenis zal oordeelen Zij
die Leve Esterhazyen Weg met de Joden 1
roepen, zij zijn het die Frankrijk onteeren
Ik sta hier uit vrijen wil Men heeft
de gezworenen schrik aangejaagd. Het is
voor u, mijneheeren, dat ik mijn alarmkreet
geslaakt heb. De gerechtigheid zal handelen.
{Beweging.) De regeering is evenals ik
overtuigd van Dreyfus onschuld, en zij zal
die onschuld uitbrengen, zoodra zij het doen
kan zonder gevaar te loopen. {Tumult).
Voor de geheele wereld bezweer ik het
Aan een jongmensch uit Seifen, die
de borden heeft helpen draaien.
Daar hebben wij het al riep Wip
permann. De opzichter en de zes voerlieden
hebben zamengedaan, en de ontbrekende
borden onderweg ergens verborgen of ver
kocht. Hilner is gerechtvaardigd, maar hij
moet de schade lijden, terwijl hij in plaats
van voor 3U,000 slechts voor het werkelijk
aanwezige getal borden betaling ontvangt
tenzij de genadige heer opperwachtmeester
een oog wilde toedrukken.
Ik zal u toedrukken 1 bromde deze.
Wees tevreden, dat gij een zondenbok
hebt uitgevonden, die de schuld op zich
moet nemen. Waar is hij
Daar staat hij 1 antwoordde Hilner
stamelend, en wees op zijnen neef Lucas,
die de transportwagens hielp bevrachten.
Heil Pst! Kom eens hierl riep Wip
permann, terwijl hy ijverig met de hand
wenkte. Gij zijt een schelm, ging hij voort,
toen Lucas voor hem stond. Gij hebt onder
weg een aanzienlijk getal, ja duizenden
borden, onttroggeld, en het geld met de
voerlieden gedeeld. Men doe der waarheid
hulde er. bekenne zijne schulddan kan
men nog op genade hopen.
Dreyfus is onschuldigDriemaal achtereen
verkondigde Zola Dreyfus' onschuld, terwijl
er achter in de zaal gefloten werd.
Voor hij Dreyfus' onschuld verkondigde,
zeide Zola nog:
Ik verdedig niet mijne vrijheid, mijne
heeren. Mij treffende zult gij mij slechts
grooter maken. Ziet mij aan ben ik een
omgekochte Een verrader Ik ben een
vrij schrijver, die weer in het gelid zal
treden en den afgebroken arbeid hervatten.
Ik protesteer met verontwaardiging tegen
de beschuldiging, dat ik een Italiaan ben.
Maar ik verdedig mij niet, want ik bekom
mer mij niet om mijn vrijheid. Veroordeelt
mij, als gij wilt. Het zal een misslag te
meer zijn. Het zal de korrel zijn, die ont
kiemen zal en beletten, dat de rust zich
herstelt. En de schuld ligt aan de overheid,
die, in de hoop enkele schuldigen te red
den, de waarheid heeft willen verhinderen
aan den dag te treden. Het leven zelf van
dit volk is in gevaar. Aan u, mijne heeren,
de waarheid te zeggen en recht te doen.
Zola sprak nog van al de volken, wier
hart toegesnoerd wordt door dat smartelijk
lijden van twijfel aan Dreyfus' schuld. En
hierna was het, dat hij van de onschuld
van Dreyfus getuigde.
Daarna was Zola's advocaat Labori aan
het woord. In zijne inleiding zegt Labori,
te midden van protesten achter uit de zaal
Wij staan hier voor recht en gerechtigheid.
Ik verwijt de verdwaasde openbare macht
dat zij zich eerst na de verkiezingen met
de zaak Zola wil bezig houden Ik groet
de geestelijken keurbende van Frankrijk, die
den moed gehad heeft te .bandelen naar
hun gedachten. Sedert 1894 zijn velen ver
ontrust geweest over de schuld van Dreyfus.
Nu is het een pijniging... Er heett in de
Eclair een artikel gestaan, met het opschrift
De Verrader, dat een weefsel van leugens
is en van den generalen stat schijnt uitge
gaan Ik kom op tegen deze onrecht
matige praktijken Het doel van het
Vol verbazing zag Lucas de om hem
staande personen aan.
Ik een schelm! stamelde hij ge
heel ontroerd. Ik zou onderweg borden
hebben verkocht I O, niet een enkel 1
Dat kunstje kennen wij, sprak Wip
permann die steelt liegt ook. Maar wij
hebben middelen, om zelfs den verstoksten
leugenaar tot bekentenis te brengen. Niet
waar, genadige heer opperwachtmeester.
Deze keerde zich ter zijde, om zijnen
fourier te wenken. Intusschen sprak Hilner
zacht tot den jongelinglieve Lucas 1 beste
neef! ik geef u 50, neen 100 thalers, als
gij de zaak op u neemt, of ten minste voors
hands ze niet tegen spreekt. Ik beloof, dat
ik als een vader voor uwe moeder, broeders
en zusteis zal zorgen.
En ik, zeide Truitje ik zal u
recht liefhebben, goede Lucas, als gij dit
doen wi't, om vader te believen. Eisen van
mij, wat gij wilt en wat in myne macht
staat.
{Wordt vervolgd
Ja 1
V ft