A
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Debat.
d»f
f
i'
Staten begrijpt, dat het land beter moet
worden verdedigd.
Er gaan verschillende lezingen rond over
de beteekenis van het bezoek, dat de Engel-
sche gezant te Washington bij Mac Kinley
heeft afgelegd. Terwijl sommigen volhouden,
dat Sir J. Paunc fote alleen over de grens
kwestie aan de Yukon gesproken heeft
waarover een bevredigende oplossing toe
gezegd moet zijn verzekeren anderen,
dat de gezant een boodschap van de Engel-
sche regeering overbracht, waarin deze de
verklaring aflegt dat Engeland in de Cubaan-
sche kwestie met Amerika sympathiseert.
Anderen beweren weer, dat de gezant nog
verder gegaan is en Engelands zedelijken en
stofïelijken steun tegenover Spanje enz.
aangeboden heeft, in ruil voor den zede
lijken en stoffelijken steun van de Ver-
eenigde Staten voor Engeland in Oost-
Azië, en dus feitelijk een Engelsch-Ameri-
kaansch verbond tegenover de mogendheden
van het vasteland. Overigens heeft de poli
tieke toestand in Noord-Amerika geen ver
andering ondergaan.
De Cubaansche regeering heeft bepaald,
dat de verkiezingen zullsn plaats hobben op
24 en 28 Aprilde Kamer zal bijeenkomen
op 8 Mei, en de verdeeling der afgevaardigden
zal de volgende zijnHavana krijgt 18
afgevaardigden, Santa Clara 14. Matanzas
10, Pinar 9, Santiago 11 en Puerto Principe 8.
Er is indertijd beweerd, dat, wegens
ontevredenheid met de door de Spaansche
regeering getroffen regeling, sommigen niet
aan de verkiezingen zouden deelnemen.
De conservatieve partij gingen de aan
geboden tegemoetkomingen te verden
zuiveren Cubanen niet ver genoeg. Het
valt niet te ontkennen, dat de regeering
het wegblijven van het conservatieve ele
ment zeer onaangenaam zou hebben gevonden,
vooral omdat deze hoofdzakelijk bestaat uit
aanhangers van Spanje. Dit gevaar is ge
weken, nu de markies Apezteguia, de leider
van den Constitutioneelen Bond, heeft
verklaard, dat de oude Spaansche partij wel
gebruik zal maken van haar kiesbevoegdheid.
Deze paitij zal, afgaande op de voorspel
lingen, een machtigen invloed kur.nen uit
oefenen, daar men haar nu reeds zestig
zetels geeft.
geopend werd door een onteigening op
groote schaal, waartoe de wet van '1887
den weg opent, daar met voor alle onteige
ningen de voorafgaande verklaring van te zijn
van algemeen nut gevorderd wordt. In
Friesland is reeds het beginsel van land
nationalisatie door de stichting van een bond
van landnationalisatie op den voorgrond
gesteld en vindt het aanhangers onder ver
schillende partijen.
Dr. Kuyper getuigt, dat de regeling van
het gebruik van den bodem zich niet naar
het gemeene eigendomsrecht kan afmeten,
maar bij speciale wet moet geregeld worden
en spr. vertrouwt, dat dit waarheid
meer in 'tlicht zal treden als onverstand
dwaze rechtsbegrippen en eigenbelang uit
Schiedam, 11 Maart 1898.
Landnationalisatie.
Van wege de kiesvereeniging «Schiedam"
werd gisteren-avond in Musis Sacrum eene
openbare vergadering gehouden, waarin de
heer J. van Loenen Martinet met het onder
werp Landnationalisatie als spreker optrad.
De vergadering die slechts schaars,,bezocht
werd, werd door den president, den heer
F. vV. N. Hugenholz, geopend, die, den
spreker als een oude bekende voorstelde.
De heer Van Loenen Martinet ving daarna
zijne rede aan met een herinnering aan
Henry George, den bekenden zoo plotseling
overleden candidaat voor het burgemeesters
ambt van Groot-New-York. Zijn naam is
nauw met het begrip van landnationalisatie
verbonden het licht dat over hij den bijzon-
deren grondeigendom heeft doen opgaan
heeft velen doen nadenken in wijde kringen
ondergaat men den invloed zijner denk
beelden. Niet met hem is echter eerst
het licht over den bijzonderen eigendom
opgegaan. Heeds in het Oude Testament
werd het onbeperkt bezit van grond ver
boden en ook in latere tijden zijn er stem
men opgegaan om den persoonlijk grond
eigendom te veroordeeien.
Er wordt beweerd, dat landnationalisatie
in al zijn omvang geen onderwerp is van
actueele politiek, maar spr. acht den eisch
van landnationalisatie wel degelijk aan de
orde. In Engeland is de kwestie reeds in
1890 in het parlement aan de orde geweest
en slechts met een meerderheid van 16
stemmen werd het betrokken ontwerp ver
worpen. Ook in ons land begint het denk
beeld veld te winnen, dat wil men den
toestand van de arbeiders verbeteren, men
hen meer gemeenschappelijk toegang moet
geven tot den vaderlandschen giond. In
Amsterdam heeft het beginsel reeds een
aanvankelijke toepassing gekregen door het
uitgeven van gemeentegrond in erfpacnt
en de Liberaie Unie zou weuschen, dat
daartoe in de groote steden de mogelijkheid j
O O
den weg zullen gaan. Het gewone eigen
domsrecht spruit voort uit den mensehelijken
arbeid; al wat wij bezitten wordt door
mensehelijken arbeid voortgebracht, maar
de grond is niet het product van den
mensehelijken arbeidwel wordt hij door
den mensch verbeterd, maar toch de grond
is er. Wat de grond voortbrengt is het
product van den gezamenlijken arbeid der
menschheidhij is de voorraadschuur
van het leven de vrucht van allen mensche
lijken arbeid spruit er uit voort en vloeit
er na korten of langer tijd weer in terug,
zoodat de gemeenschappelijke voorraadschuur
voorzien blijft.
En nu vindt spr. het zonderling ja zelfs
monsterachtig, dat een zeker aantal men-
schen beslag legt op deze voorraadschuur
die het gemeenschappelijk bezit van allen
is elk mensch heeft het recht daaruit het
noodige voor het leven te putten maar bij
het rechtsinstituut van den persoonlijken
eigendom, is slechts een zeker deel der
menschen gewaarborgd niet te sterven, op
de voorwaarden die de bezitter van den
grond stelt, waardoor die menschen van
hem geheel afhankelijk worden.
Spr. trad daarna in eene uitvoerige uit
eenzetting van de afwisselende waarde van
den grond om tot de conclusie te komen,
dat bij de instelling van den persoonlijken
eigendom als bijzonder eigendom aan en
kelen toekomt, wat de vrucht is van aller
inspanning. Ook tot een rechtmatige ver
deeling van den gemeenschappehjken rijk
dom, d. w. z. al het onze door aller in
spanning voortgebracht, is de persoonlijke
grondeigendom een beletsel, want daarbij
wordt aan ieder zijn deel van dien rijkdom
niet toegewezen naar het aandeel nat hij
in de voortbrenging had.
Daarna beschouwde spr. den persoonlijken
grondeigendom in verband met de sociale
kwestie en betoogde, dat de werkeloosheid,
die chronische kwaal van onzen tijd, zou
kunnen bezworen worden, wanneer de werk
lieden meer gebruik konden maken van den
grond. Waar gesproken wordt van God in
verband met eene zoo ongerechtigde maat
schappij, zegt spr., dat de menschelijke
ongerechtigheid de maatschappij gansch
anders heeft ingericht dan strookt met Gods
wil. Spr. wraakte daarna in eene uitvoerige
uiteenzetting het gebruik van den grond,
die door een betrekkelijk klein aantal men
schen, veelal nog elders wor.end, wordt aan
gewend tot doeleinden, die niet aan het
algemeen belang ten goede komen en be
toogde, dat waardoor dit gebruik van weinigen
de loonen verminderen, waardoor gemis aan
koopkracht en afzet en daardoor overproductie
ontstaat, terwijl bij openstelling voor allen
met behulp van de machine die dan een
zegen der menschheid zou worden, de meer
dere productie aan allen zou ten goede
komen. De groote fout ligt in den persoon-
lijkengrondeigendom,die ten bate van enkelen
doet strekken, wat ten nutte van allen kon
aangewend wouden. Daarbij legt een zeker
deel der menschen beslag op de gaven van
allen. Door afschaffing van den persoonlijken
grondeigendom zal de werksloosheid be
zworen en het wetenschappelijk proleta
riaat, dat nu de rijen der anarchisten ver
sterkt, bestreden worden.
Na deze philippica tegen den persoonlijken
grondeigendom stelde spr. de vraag hoe
komen wij er af? Op twee verschillende
wijzen door het heffen eener grondbelasting
tot de volle landrente of door voor de volle
waarde van den grond 3% pandbrieven
uit te geven; bij overvloed van kapitaal,
tengevolge van het ophouden van den
persoonlijken grondeigendom, zou dan de
rentestandaard dalen en de pandbrieven
dus lager rente opbrengen. Hierbij moest
vaststaan, dat aan hem die den grond ge
bruikt, de beschikking over de vruchten van
dien grond wordt gewaarborgd.
Spr. stelt zich voor dat deze zaak geregeld
wordt als bij een vaderlijke nalatenschap,
waarbij voor zoover de, voorwerpen niet
verdeeld kunnen worden de een den ander
schadeloos stelt. Hij erkent de moeilijkheid
aan de toepassing van het beginsel verbonden.
Waar de aard van den eigendom verandert
naar de verschillende opvatting van het
recht, waar de menschheid hier reeds iets
heeft laten vallen, zoodat tegenwoordig
met meer als eigendom wordt beschouwd,
wat Vroeger als zoodanig werd erkend
(lijfeigenen, slaven), vertrouwt hij, dat die
gewijzigde opvatting van het eigendomsbe
grip zich ook ten opzichte van den persoon
lijk grondeigendom zal doen gelden. Spr.
eindigde met de opmerking, dat zelfzucht en
eigenbelang nu nog een groote rol spelen,
maar bij litbreiding der beschaving ook het
beginsel van landnationalisatie veld zal
winnen, (applaus.)
Van de gelegenheid tot debat werd ge
bruik gemaakt door de heeren M. C. M.
De Groot, A. Godschalk en A. F. van Lissa.
Den heer Van Lissa vond blijkbaar de
geheele opzet van het socialistisch beginsel
van landnationalisatie wat te kras. Hij
meende, dat de wijze waarop de spieker
zich van de tegenwoordige grondeigenaars
wilde afmaken, met strookt met de alge
meene eerlijkheidzij toch hebben, ter
goeder trouw recht verkregen op den grond
dien zij bezitten. Verder'vroeg hij of steen
kolen en mineralen ook tot den grond worden
gerekend en merkte hij op, dat de bewerkte,
ingepolderden grond ook de vrucht "Was van
mensehelijken arbeid (dus als zoodanig het
eigendom kon zijn van hen die dezen heeft
heeft bewerkt). Ook hier zou de gelijkheid
niet worden bereikt, want bij pacht zou hij
die over veel geld beschikt, een goed stuk land
kunnen verkrijgen, terwijl een ander zich
met een stukje hei zou moeten vergenoegen.
Deb. meent, dat het denkbeeld van land
nationalisatie kon opgaan in een oorspronke
lijke maatschappij, maar niet in de onze.
In tegenstelling met den vorigen debatter
verklaarde de heer De Groot zich met
sprekers rede ingenomen. Waar deze zöo
het lechtvaardig beginsel in 't licht gesteld
en tal van redenen van billijkheid bijgebracht
had, verklaarde hij zich voor het beginsel
gewonnen. Alleen op een der onderdeelen
heeft hij een opmerking hij kan met be
amen, dat de rentestandaard bij toepassing
van het beginsel van landnationalisatie zal
dalen, want als de productie toeneemt, zal
ook de behoefte aan kapitaal toenemen en
dus de rentestandaard niet verminderen.
De heer Godschalk heeft spreker hooren
gewagen van het droogleggen der Zuiderzee,
maar als er nog 2;S van Nederlands bodem
braak ligt, zooals hij mede hoorde, is 't d an
niet beter en doelmatiger die eerst te ont
ginnen, voor er meer land wordt drooggelegd.
De verschillende sprekers beantwoordend
verzekerde de heer Van Loenen Martinet
allereerst, dat hij het volkomen met den
heer Gosschalk eens was, dat het beter was
eerst de woeste gronden in cultuur te bren
gen alvorens de Zuiderzee door te leggen.
Laatstbedoeld werk zou gedurende eenigen
tijd de arbeiders werk te geven, maar na
alloop van het werk zouden zij weer aan den
dijk staanalleen wanneer de regeering bij
het uitgeven van de drooggelegde gronden,
het beginsel van landnationalisatie toepaste,
Zouden de arbeiders er bij gebaat zijn.
Tegenover den heer De Groot bleef spr.
als zijne meening houden, dat de ientestan
daard bij toepassing van het beginsel van
landnationalisatie zal dalen, omdat er over
vloed van kapitaal beschikbaar zal zijn, dat
anders in grondbezit wordt gestoken.
De vragen van der. heer Lissa beant
woordend verklaarde spr. dat het hem niet
duidelijk wat deb. bedoelde met berooving
van grond en gewaagde hij van schadeloos
stelling. Dat er hier altijd iemand zou zijn
die schade lijdt, was niet tegen te spreken.
Evenals de andere verkeersmiddelen bij het
aanleggen van een tram, de beurtschippers bij
de komst der spoorwegen, de slavenhandelaars
bij de vrijmaking der slaven schade leden.
Men zal altijd ervaren, dat men in een
latere maatschappij iets moet verliezen wat
men in een vroegere had. Steenkolen moeten
beschouwd worden als grondwant wel
wordt er arbeid vereischt om ze uit de
mijn te halen, maar ze zijn niet het pro
duct van den arbeid, ze zijn er Spr. ver
dedigde tegenover dezen debatten verder
het beginsel van landnationalisatie, waarbij
de grond aan allen ten goede komt, Als
een klemmend argument in zijn betoog
achtte hij den toestand bij de Amerikaansche
Standard Oil Company, waar éen man
schatten verdient, die door allen te zamen
worden bijeengebracht; het feit dat daar
een persoon millioenen verdient, die, ver
deeld aan tal van anderen ten goede zouden
komen, achtte hij een teekenend feit van het
onbeperkt eigendomsrechteen vloekwaar-
digen toestand.
De heer Hugenholtz dankte ten slotte
den spreker voor zijne lezing, waarin hij
het zedelijk begin van landnationalisatie
zoo duidelijk had uiteengezet hij werischte
dat die lezing ook vooral practisch nut zou
opleveren. Wijzende op het voorbeeld van
een stad in Amerika, waar de reg®',,.
van den braakliggenden grond zoovee'
als zij wenschte aan de werkloozen afst'(
wenschte hij, dat ook onze gemeen^
nog onlangs voor f 50.000 land had ge*f
dit aan de werkloozen zou uitgeven a'5',
aardappelland. Dan zou sprekers lezi"#'
practisch nut opleveren.
De Paardenmarkt.
De jaarlijksche Paardenmarkt werd I'®,
alhier onder begunstiging van goed
gehouden.
Fr waren aangevoerd 95 paarde"' f
hitten en 1 ezel, waarvan de prijz®",
rieerden voor de slachtpaaiden van
flOO, voor de werkpaarden van f80-'''!
voor de hitten van f60 -1150.
De handel kon over 't algemeen ni®' k
genoemd worden ten gevolge van de
prijzen die gevraagd werden. Er
verkocht 45 paarden waarvan 10 vo"'
slachtbank, 12 hitten en 1 ezel, wa»rf
f 15 werd besteed.
Verleden jaar waren er aangevo®*^ j
paarden, 22 hitten en 1 ezel. waarv»"
paarden en 13 hitten werden verkoch''
Op de Paardenmarkt, die door he'
groot aantal paarden en verschillende k"'.
lieden die haar bezochten, o. a. een koop"',
in paardentuigen enz.,een bijzonder le 1
aanblik bood, was het voorval heden-Mil1
na het bitteruurtje zeer rumoerig. J
De politie, die verschillende kwestie"
h!
bij te leggen en soms zelfs een oog
,ee0°
het zwaard der gerechtigheid moest
zien, had de handen vol werks. Ook
omvallen van paarden en wagens en het d j
bij opdringen van menschen veroorï»*
herhaaldelijk rumoer.
Alles liep, gelukkig, zonder ernstig®
volgen atalleen een enkele arresta"'
Schiedam te veel eer had bewezen, b'®e
handen der politie.
Dat de politie in ons kalm rustig S"9Ü,';
aan zulk een rumoer niet gewoon, een zU'
van verlichting slaakte, toen de lijnen W®r'
ingehaald, laat zich begrijpen.
Heden middag 12£ ure is aan de
straat alhier het paard voor een dop'b
waarin vier personen gezeten waren, j
'en, met het gevolg, dat allen er uit vi®
gelukkig zonder dat zij letsel bekwa^
Nadat het paard weer was opgericht,
de rit vervolgd worden.
De Schippersbeweging te Rotter
De kwestie tusschen de Rijnschipp®1^;]
scheepsbevrachters te Rotterdam is g'stÊ'
middag tot eene oplossing gekomen. .1
Het schipperscomité heeft genoeg®11 L
nomen met de gewijzigde algemeene J
vaartconditiën, waartoe zich 39
verbonden, De nieuwe conditiën zuil®"
griffie gedeponeerd worden. iii
De voorzitter constareerde, dat de
geteekerid was. Achttien firma's hebben
nog niet verbonden.
Sedert eenige maanden werd in de
terdamsche Diergaarde verpleegd een
olifant, door een particulier uit Rott®rf(i
op Sumatra aangekocht, doch die
ongelukkige zeereis in zeer geha*®" ||f
toestand aankwam. Niettegenstaande"
zorgen aan het lijdende dier besteed W®r y
heeft men zich toch ten laatste genood2*
gezien hem af te maken, ten eind®
smartelijk lijden te doen eindigen.
De afmaking geschiedde door den
dr. Poels, door middel van een welg®1"
geweerschot.
De portier van het Gereformeerd
weeshuis in de Goudsche Wagenstra* ji
Rotterdam, kwam gisteren-ochtend
ontdekking dat van hem uit zijn P°rt'vii-:
huisje een bedrag van f420 gestol®0
Het geld, bestaande uit een bankbi'jet
f300 en twee van f60, was door h®"1' \i'
wikkeld in een papier, in een kistje d®1
gesloten was, geborgen. Van de dad®r L
totnogtoe geen spoor.
Gisteren-middag te 12 uur bracb'_ ff
politie per brancard in het ziekenhu'
Rotterdam, den heer T. van Gent, ®b®